Eerste wijziging van de Nadere regels voor ligplaatsen en afmeervoorzieningen in provinciale vaarwegen van Flevoland 2016-47 Nummer 1966210

 

 

Gedeputeerde Staten van Flevoland,

 

Overwegende dat het wenselijk is om de nadere regels voor ligplaatsen en afmeervoorzieningen in provinciale vaarwegen van Flevoland aan te passen;

 

Gelezen het voorstel van Gedeputeerde Staten van 20 september 2016 met kenmerk HB 1932089;

 

Gelet op artikel 7.9 van de Verordening voor de fysieke leefomgeving Flevoland 2012, de Algemene wet bestuursrecht en de Provinciewet;

 

Besluiten:

 

Vast te stellen de wijziging van de Nadere regels voor ligplaatsen en afmeervoorzieningen in provinciale vaarwegen van Flevoland:

 

Eerste wijziging van de Nadere regels voor ligplaatsen en afmeervoorzieningen in provinciale vaarwegen van Flevoland

 

Artikel 1 Wijziging nadere regels

De Nadere regels voor ligplaatsen en afmeervoorzieningen in provinciale vaarwegen van Flevoland wordt als volgt gewijzigd:

 

A. Paragraaf 2.2. Doelstelling is aangevuld met het volgende:

3) het aan bewoners toestaan om de beheerstrook die grenst aan hun achtertuin in medegebruik te nemen.

 

B. Onder 2.3.2 Algemene uitgangspunten onder 1 wijzigen de volgende zinnen als volgt:

Tevens is het langdurig afmeren van (recreatie-)schepen ongewenst omdat dan sprake is van oneerlijke concurrentie ten opzichte van jachthavens. Tenslotte kan het afmeren van schepen het doelmatig en efficiënt beheer en onderhoud van de vaarweg negatief beïnvloeden.

 

  • C.

    Paragraaf 2.3.3 Fasering nadere regels t.o.v. uitvoeringsstrategie Vaarwegen wordt verwijderd uit de Nadere regels.

     

  • D.

    Aan paragraaf 3.3 Zonering van de oevers onder 3 Openbare ruimte binnen bebouwde kom wijzigt de volgende zin als volgt:

Vanuit algemeen maatschappelijk belang is het zaak om de kwaliteit van deze openbare ruimte te handhaven.

 

E. Paragraaf 3.4.1 Gemeenten luidt als volgt:

Gemeenten zijn in een enkel geval eigenaar van afmeervoorzieningen langs provinciale vaarten en de in paragraaf 2.4 genoemde algemene randvoorwaarden gelden ook voor die voorzieningen. Soms worden daar specifieke regels en voorwaarden gehanteerd voor het mogen afmeren aan deze steigers. De provincie zal indien nodig in overleg met die gemeenten nader afspraken maken over het gebruik van deze afmeervoorzieningen en over het toezicht en de handhaving op het gebruik ervan. Dit heeft inmiddels plaatsgevonden met de gemeente Noordoostpolder. De provincie heeft op verzoek van die gemeenten aangegeven dat het enkele recreatieve afmeervoorzieningen (te Tollebeek, Emmeloord en Marknesse) zal beschouwen als 3x24 uurs passantensteigers. De provincie zal de handhaving van de ligduur voor haar rekening nemen (HB 1922975).

 

F. Artikel 4.2, onder 1 wordt als volgt gewijzigd:

De bestaande afmeervoorzieningen bij bedrijventerreinen zijn alleen bedoeld als tijdelijke ligplaats voor de beroepsvaart, gekoppeld aan de naastgelegen bedrijvigheid.

Onder voorwaarden kunnen gemeenten of bedrijven een verzoek doen tot het aanleggen van een nieuwe afmeervoorziening in de vorm van een insteekhaven. Belangrijke voorwaarden ter bescherming van de veilige en vlotte doorgaande scheepvaart zijn, dat de zichthoeken vrij zijn en vrij blijven en dat schepen die gebruik maken van de insteekhaven de doorgaande scheepvaart niet mogen hinderen. De kosten voor aanleg en voor het beheer en onderhoud komen voor rekening van de initiatiefnemer.

Overigens worden grootschalige recreatieve functies ook gezien als economische bedrijvigheid, zoals musea en campings. Dit betekent dat onder genoemde voorwaarden ook daar afmeervoorzieningen zijn toegestaan. Maar ook daar gaat het dan om het tijdelijk afmeren van schepen en niet om permanente ligplaatsen.

 

G. Artikel 4.2, onder 2 komt te luiden:

Binnen de bebouwde kom (niet zijnde bij bedrijventerreinen) ziet de provincie op basis van de huidige gebruiksintensiteit geen noodzaak voor nieuwe afmeervoorzieningen. Ook is het afmeren van een eigen boot achter het eigen huis (in geval de achtertuin grenst aan de provinciale vaarten) om drie redenen verboden:

a) het belemmert de vlotte en veilige doorvaart;

b) de oevers dienen vrij toegankelijk te zijn voor de provincie in het kader van verantwoord en kosten efficiënt beheer en onderhoud;

c) de provincie wil en kan geen oneerlijke concurrentie aangaan met jachthavens.

Indien de gemeente nut en noodzaak kan aantonen, kan het onder voorwaarden een verzoek doen tot het aanleggen van kleine bouwwerken (als steigers, vlonders etc.). De kosten voor aanleg en voor het beheer en onderhoud komen voor rekening van die gemeente.

 

H. Artikel 4.2, onder 3 luidt als volgt:

Het afmeren in de directe nabijheid van een sluis of onder een (beweegbare) brug is verboden volgens het Binnenvaart Politiereglement. Daarnaast is het afmeren de voorhaven alleen toegestaan aan de bestaande wachtvoorzieningen voor schepen, die wachten op de volgende bediening.

 

I. Artikel 4.2, onder 4 wordt als volgt gewijzigd:

Buiten de bebouwde kom is het afmeren alleen toegestaan aan de provinciale passantensteigers voor de recreatietoervaart, met dien verstande dat er niet langer mag worden afgemeerd dan een periode van 3 x 24 uur. Deze beperkte ligduur is gekozen om zo veel mogelijk passanten de gelegenheid te geven daar enkele dagen af te meren. Deze in tijd beperkte ligduur is gebruikelijk in Nederland voor dergelijke steigers.

 

J. Artikel 4.2, onder 5, komt te luiden:

De strook langs de vaarten die in bezit is van de provincie Flevoland heeft een specifieke en onmisbare functie voor de instandhouding en het beheer en onderhoud van de vaarweg.

Het is daarom belangrijk dat deze strook toegankelijk blijft voor de provincie uit oogpunt van efficiënt en doelmatig beheer en onderhoud van de beschoeiingen. Het gebruik van de beheerstrook achter de woonpercelen langs de Lemster- , Urker- en Zwolsevaart is onder voorwaarden toegestaan, indien de functie voor de instandhouding en het beheer en onderhoud van de vaarweg zich daar niet tegen verzetten. In dat geval wordt met de betreffende bewoner op individuele basis een overeenkomst afgesloten, waarin vier zaken worden vastgelegd:

a) Vrije toegang voor de provincie tot de beheerstrook in geval van beheer en onderhoud aan de beschoeiing;

b) Een verbod om belemmerende constructies aan te leggen. Als die er al zijn, dan moeten deze op kosten van de eigenaar worden weggehaald indien de situatie en de onderhoudswerkzaamheden daar aanleiding toe geven;

c) Een verbod op het aanbrengen van bomen en grote struiken aangezien die beschadigingen kunnen toebrengen aan de oeververdediging (damwand en / of ankerstangen). Als die er al zijn, dan moeten deze op kosten van de eigenaar worden weggehaald indien de situatie en de onderhoudswerkzaamheden daar aanleiding toe geven;

d) Het in rekening brengen van een jaarlijkse vergoeding voor het medegebruik van een strook grond, die niet tot het eigendom behoort van de bewoner. De wet Markt en Overheid verplicht de provincie namelijk dat het een (marktconforme) vergoeding vraagt voor het medegebruik van gronden.

 

K. Artikel 4.3, onder 4 worden de volgende zinnen verwijderd:

Er is in Flevoland één passantensteiger waar langer dan 3 x 24 uur mag worden afgemeerd. Deze steiger ligt in de bebouwde kom van Emmeloord en is in beheer en eigendom van de gemeente Noordoostpolder.

 

L. Artikel 4.3 onder 6, verandert als volgt:

Langs de totale lengte van de vaarten ligt een strook grond van 5 a 6 meter van de provincie, die nodig is voor het beheer en onderhoud van de vaarwegen. Enkele delen van de oever zijn in bezit van derden. Deze bestaande situaties zullen niet wijzigen.

Bij sommige woningen die direct aan de provinciale vaarten grenzen hebben de bewoners in het verleden de beheerstrook als hun tuin ingericht en hebben in veel gevallen hun eigen schip daar permanent afgemeerd. Dit afmeren is niet toegestaan op basis van een combinatie van drie redenen:

a) Het belemmert de veilige en vlotte doorvaart op de vaarwegen;

b) De oevers dienen toegankelijk te zijn voor de provincie in het kader van verantwoord en kosten efficiënt beheer en onderhoud;

c) De provincie wil en kan geen concurrent zijn van jachthavens.

Het medegebruik van de beheerstrook is toegestaan onder voorwaarden (zie paragraaf 4.2.5).  

 

M. Artikel 4.4, onder 2, komt te luiden:

In het verleden zijn op sommige plaatsen in de provinciale vaarten vlonders of kleine steigers gebouwd op verzoek en op kosten van de betreffende gemeente of op particulier initiatief. Ze zijn niet geschikt en niet bedoeld om af te meren: afmeren aan deze bouwwerken en constructies is dan ook niet toegestaan.

De huidige bouwwerken en constructies kunnen blijven staan mits ze voldoen aan de voorwaarden zoals vermeld in paragraaf 4.2.5. Zo niet, dan worden ze op last van de provincie en op kosten van de eigenaar afgebroken.

 

De aanleg van nieuwe vlonders in de beheerstrook binnen de bebouwde kom achter de woonpercelen langs de Lemster-, Urker- en Zwolsevaart is toegestaan onder voorwaarde dat de functie voor de instandhouding en het beheer en onderhoud van de vaarweg zich daar niet tegen verzet (zie paragraaf 4.2.5).

Buiten de bebouwde kom worden dergelijke voorzieningen, bij gebleken behoefte, alleen aangelegd in combinatie met een passantensteiger. Dit om ze in de ecologische zones zo veel mogelijk te concentreren.

 

In de provinciale vaarten staan bouwwerken die onderdeel hebben uitgemaakt van bedrijvigheid, die nauw verbonden was met het transport over water. Het is verboden om schepen af te meren aan deze bouwwerken en constructies. Soms hebben deze bouwwerken of constructies een cultuurhistorische waarde en blijven daarom in stand. Alleen als ze geen cultuurhistorische of andere waarde meer hebben, worden ze afgebroken.

 

N. Artikel 4.5.2 luidt als volgt:

Er wordt een meer gedifferentieerde wijze handhaven toegepast voor de huidige situaties, die niet voldoen aan de vast te stellen nadere regels. Het gaat dan in veel gevallen om situaties, waarbij het handhavingstraject relatief lang zou kunnen zijn. Daarom worden bij de handhaving op de zes situaties twee uitgangspunten gehanteerd:

 

1) Liggen aan kade / loswal bij bedrijven-terrein

2) Langer dan 3 x 24 uur aan passanten-steiger

3) Schepen nabij sluis / beweegbare brug

4) Wonen op het water

5) Afmeren op overige verboden locaties

6) Mede gebruik beheer-strook

Direct handhaven

 

V

V

 

 

 

Handhaven, per locatie afhandelen

V

 

 

V

V

V

Er wordt direct na vaststelling van de nadere regels doorgegaan met de handhaving in bestaande situaties, waarbij schepen langer dan 3 x 24 uur aan een passantensteiger liggen, afgemeerd liggen in de directe nabijheid van een sluis of beweegbare brug, of zijn afgemeerd achter woonpercelen waar het niet is toegestaan. Door de risico’s voor de doorgaande scheepvaart, beperkingen voor beheer en onderhoud aan de infrastructuur en oneerlijke concurrentie richting jachthavens wordt bij de handhaving hier voorrang aan gegeven.

Er zijn op dit moment relatief veel schepen die zijn afgemeerd bij kades en loswallen van bedrijventerreinen en op overige verboden locaties, die ook niet voldoen aan deze nadere regels.

De handhaving van deze situaties kan niet in één keer ter hand worden genomen. De handhaving zal afhankelijk van de lokale situatie, de veiligheid voor de scheepvaart en de gevolgen voor het beheer en onderhoud van de vaarwegen, gefaseerd worden uitgevoerd.

Ten aanzien van het toestaan van medegebruik van de provinciale beheerstrook worden eerst op individuele basis afspraken gemaakt met de betreffende bewoners, die daarna in overeenkomsten worden vastgelegd. Daarna zal via het reguliere provinciale toezicht op het water worden gecontroleerd op handhaving van de vastgelegde voorwaarden.

 

O. Artikel 5.2 luidt als volgt:

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 oktober 2016.

 

P. Aan Bijlage 3 Tabel met hectometrering, per vaart wordt Bant toegevoegd.

 

Artikel II Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op 1 oktober 2016.

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van Gedeputeerde Staten van 20 september 2016

 

Gedeputeerde Staten van Flevoland

T.van der Wal, secretaris L. Verbeek, voorzitter

 

Publicatiedatum: 26 september 2016

 

De secretaris van Gedeputeerde Staten van Flevoland

Naar boven