Provinciaal blad van Zeeland
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Zeeland | Provinciaal blad 2016, 483 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Zeeland | Provinciaal blad 2016, 483 | Verordeningen |
Provincie Zeeland – Wijziging Algemeen subsidiebesluit Zeeland 2013
Besluit van gedeputeerde staten van Zeeland van 26 januari 2016, kenmerk 16000987 houdende wijziging van het Algemeen subsidiebesluit Zeeland 2013.
Gedeputeerde staten van Zeeland
overwegende dat de Tweede Kamer op 30 oktober 2014 bij het vaststellen van de begrotingsstaten van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu voor het jaar 2015 een amendement heeft aangenomen waarmee ten laste van de begroting van het ministerie in de jaren 2015, 2016 en 2017 telkens een bedrag van 1 miljoen euro beschikbaar wordt gesteld ten behoeve van cofinanciering tot maximaal 50% van de kosten van opruiming van drugsafvaldumpingen (Kamerstuk 34000 XII nr. 49);
overwegende dat op 3 december 2015 tussen het Ministerie van Infrastructuur en Milieu en de vereniging van het Interprovinciaal Overleg het convenant “Uitwerking amendement cofinanciering opruiming drugsdumpingen” is afgesloten waarin nader is bepaald hoe de verdeelsleutel van het beschikbare bedrag tussen de provincies tot stand komt en waarin afspraken zijn vastgelegd over de wijze en voorwaarden waarop provincies overgaan tot subsidieverstrekking op basis van het amendement;
besluiten vast te stellen de navolgende wijziging van het Algemeen subsidiebesluit Zeeland 2013:
Hoofdstuk 13 Bijzondere bepalingen voor verstrekking van subsidie voor opruiming van drugsafval
Subsidie wordt geweigerd indien de aanvrager medeverantwoordelijk geacht kan worden voor de productie of dumping van het drugsafval waarop de aanvraag is gericht.
In aanvulling op artikel 1.3.1, eerste lid, komen voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie voor subsidiëring in aanmerking de daadwerkelijk door onafhankelijke derden gemaakte kosten voor zover deze niet op andere wijze voor vergoeding in aanmerking komen voor:
Gedeputeerde staten stellen jaarlijks het subsidieplafond voor subsidies als bedoeld in artikel 13.3, voor de periode, bedoeld in artikel 13.7, aanhef en onder c, vast.
In afwijking van artikel 1.5.2, eerste lid, beslissen gedeputeerde staten op een aanvraag om subsidie als bedoeld in artikel 13.3, 13 weken na afloop van de aanvraagperiode.
Toelichting op hoofdstuk 13 Bijzondere bepalingen voor verstrekking van subsidie voor opruiming van drugsafval
De subsidieregeling vloeit voort uit het amendement inzake de tegemoetkoming in de kosten van het opruimen van drugsafvaldumpingen (inclusief de daaruit voortkomende bodemverontreiniging), en de afspraken tussen de Staatssecretaris van IenM en de provincies die in dat kader zijn gemaakt over de wijze en voorwaarden waaronder provincies zorg dragen voor de cofinanciering van de kosten die gemeenten en grondeigenaren voor het opruimen van drugsafvaldumpingen hebben gemaakt.
Deze afspraken zijn vastgelegd in het convenant Uitwerking amendement cofinanciering opruiming drugsdumpingen. Onder andere omvat dit afspraken met betrekking tot de wijze waarop de beschikbare gelden over de provincies zijn verdeeld en de wijze waarop de beschikbare bedragen worden verstrekt aan de doelgroep
Het doel van de regeling is het verstrekken van subsidie tot een maximum van 50% van de kosten wegens het opruimen van dumpingen van drugsafval. Er wordt regelmatig afval afkomstig van de productie van synthetische drugs gedumpt door drugscriminelen. Dit afval kan leiden tot gevaren voor het milieu en de volksgezondheid. De kosten van het opruimen komen nu voor rekening van de betrokken decentrale overheden, voornamelijk gemeenten, en grondeigenaren of degene die het grootst zakelijk recht op de grond heeft. In het convenant en aldus ook in deze regeling is het amendement zo uitgelegd dat niet alleen aan decentrale overheden, vooral gemeenten, subsidie kan worden verleend maar ook rechtstreeks aan grondeigenaren. Omdat vooral in het buitengebied niet alleen sprake is vol eigendom van grond, maar ook van zakelijk rechten zoals erfpacht en opstal waarbij bepaalde eigendomsbevoegdheden of verplichtingen bij de erfpachter of de houder van het recht van opstal berusten, is in de regeling de term zakelijk gerechtigden gebruikt in plaats van eigenaren.
Voor het opruimen van drugsafval bestaan in iedere regio’s protocollen vanwege de mogelijkheid van milieu- en gezondheidschade. Deze protocollen schrijven, voor zover dit niet uit de Wet bodembescherming of de Wet Milieubeheer voortvloeit, voor op welke wijze drugsafval verwijderd dient te worden, wie hier bij geraadpleegd moet worden en door wie het uitgevoerd moet worden.
De inhoud van de regeling is tot stand gekomen in overleg met de 12 provincies. Iedere provincie hanteert dezelfde bepalingen voor wat betreft de volgende essentialia:
- vereisten subsidiabele activiteit
- beslistermijnen en vaststelling ineens
Deze essentialia worden door iedere provincie binnen hun eigen structuur van regelgeving, waaronder de eigen Algemene subsidieverordening, vastgesteld in een regeling of als onderdeel van een algemeen subsidiebesluit of een algemene subsidieverordening.
Voor de begripsbepalingen is aangesloten bij de omschrijving zoals gehanteerd in het convenant.
Het afval kan verpakt zijn, bijvoorbeeld in plastic tanks, jerrycans of gascilinders.
Omdat het verwijderen van drugsafval, voor zover dit niet onder verplichtingen uit de Wet bodembescherming of de Wet milieubeheer valt, gereguleerd wordt door protocollen die regionaal verschillend kunnen zijn, maar in alle gevallen eisen stellen aan de wijze waarop en de persoon die het afval verwijdert, is met het begrip erkende verwijderaar beoogd de persoon te benoemen die in de protocollen of regelgeving is aangewezen om te mogen verwijderen.
Met dit begrip wordt aangesloten bij de beperkt rechten die op een eigendom gevestigd kunnen worden, conform boek 3 en 5 van het Burgerlijk wetboek, en het volle eigendom uithollen. Te denken valt aan recht van vruchtgebruik, erfpacht en recht van opstal. Deze rechthebbenden zijn vaak ook degenen die zeggenschap hebben over het eigendom wanneer het opruimen van bijvoorbeeld drugsafval betreft.
Voor de doelgroep is aangesloten bij de uitleg die in het convenant aan het amendement is gegeven. Voorts is het begrip grondeigenaar opgevat als zakelijk gerechtigden op de grond.
Van belang bij de afbakening van de doelgroep is dat er alleen een verwijderingsplicht bestaat voor de veroorzaker, zie artikel 10.2 van de Wet milieubeheer of artikel 13 van de Wet bodembescherming.
Op grond van de formulering wordt ook voor het opruimen van bodemverontreiniging door dumping van drugsafval, subsidie verstrekt. Dit kan gelijktijdig met het opruimen van het drugsafval plaatsvinden maar het kan ook zijn dat er alleen sprake is van bodemverontreiniging als gevolg van de drugsdumping. Overigens is het ook mogelijk dat er geen bodemverontreiniging is bij een dumping van drugsafval.
Ook een zeer lichte betrokkenheid, zoals verhuur van een loods voor productie, wijst op betrokkenheid en leidt tot weigering van de aanvraag.
Het al dan niet ontvangen van een tegemoetkoming in de kosten op andere wijze is geen reden tot weigering, mogelijk wel tot matiging van de subsidiehoogte. Dit is geregeld in artikel 13.6.
Sinds 2013 is de reikwijdte van de Wet Bibob aangepast en kan deze rechtstreeks op iedere subsidieregeling worden toegepast zonder dat dit specifiek is bepaald in de regeling.
In het convenant en het amendement is bepaald dat na afloop van het kalenderjaar subsidie kan worden verstrekt voor opruiming van dumpingen in dat (voorafgaande) kalenderjaar. Omdat de regeling mogelijk meerdere keren op deze wijze wordt opengesteld, is niet het concrete jaar genoemd maar verwezen naar het jaar voor het moment van aanvraag, vermits deze als vanzelfsprekend binnen de openstellingsperiode is ingediend.
De gevraagde bijlagen ter onderbouwing van de vereisten is beperkt omdat de subsidie achteraf wordt verstrekt. Een begroting of een activiteitenplan is niet meer aan de orde.
De subsidiabele kosten omvatten alleen de kosten van derden, nu dit alleen kosten zijn die daadwerkelijk zijn gemaakt. Deze kosten zijn op factuur aantoonbaar.
Voor het vaststellen van het aanvraagformulier verlenen GS mandaat aan GS van de provincie Noord-Brabant omdat de provincie Noord-Brabant de ontvankelijkheidstoets en inhoudelijke toets op zich neemt. Hiertoe vervult Noord-Brabant het subsidieloket.
Indien er meer aanvragen zijn dan vooraf voorzien (het Rijk stelt immers via het provinciefonds per jaar een bijdrage beschikbaar aan de hand van het vooraf per provincie gemelde gevallen) en bedoelde hogere aantal aanvragen dan eerder voorzien daardoor bovendien het aan de hand daarvan vastgestelde subsidieplafond te boven gaan, worden de subsidies naar evenredigheid percentueel lager vastgesteld.
Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin het wordt geplaatst en vervalt met ingang van 1 januari 2019, met dien verstande dat het besluit van kracht blijft voor aanvragen die voor die datum zijn ingediend.
Aldus vastgesteld in de vergadering van gedeputeerde staten van 26 januari 2016.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2016-483.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.