Provincie Zeeland – Wijziging Subsidieverordening natuur- en landschapsbeheer Zeeland 2016

Besluit van gedeputeerde staten van Zeeland van 26 januari 2016, nummer 16000904 tot wijziging van de Subsidieverordening natuur- en landschapsbeheer Zeeland 2016.

 

Gedeputeerde staten van Zeeland,

 

  • Gelezen het voorstel van de afdeling WBN 16000904;

  • Gelet op artikel 143, 145 en 152 van de Provinciewet;

  • Gelet op het decentralisatieakkoord Natuur en het Natuurpact;

  • Gelet op het delegatiebesluit van provinciale staten voor regelgevende bevoegdheid van 13 december 2013 (PB 2014 nr. 17);

  • Overwegende dat met ingang van 15 april 2015 de Subsidieverordening natuur- en landschapsbeheer Zeeland 2016 van kracht is geworden;

  • Overwegende dat in de genoemde verordening nog enkele wijziging dient te worden aangebracht om knelpunten in de uitvoering te voorkomen;

Besluiten vast te stellen de navolgende wijzigingsregeling:

 

ARTIKEL I

Onderdeel A

Artikel 2.6 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    In het eerste lid wordt << De hoogte van de subsidie, bedoeld in artikel 2.2, >> vervangen door: De hoogte van de subsidie, bedoeld in artikel 2.2, onder a,

  • 2.

    Onder vernummering van het derde tot het vierde lid, wordt een nieuw lid 3 toegevoegd, luidende:

    • 3.

      De hoogte van de subsidie, bedoeld in artikel 2.2, onder b, wordt bepaald door het aantal eenheden van het desbetreffende landschapsbeheertype te vermenigvuldigen met het tarief vermenigvuldigd met zes jaar.

  • 3.

    Het vierde lid komt te luiden:

    • 4.

      Indien toepassing van het eerste, tweede en derde lid ertoe leidt dat de subsidie minder bedraagt dan € 200,- wordt de subsidie niet verstrekt.

Onderdeel B

 

Artikel 3.7, tweede lid, komt te luiden:

  • 2.

    De gemiddelde kosten per hectare leefgebied, bedoeld in het eerste lid, worden bepaald door de begrote kosten per leefgebied, bedoeld in artikel 3.4, eerste lid, onder c, vierde onderdeel, te delen door zes en daarna te delen door het maximum aantal hectares dat voor dat leefgebied is aangevraagd.

Onderdeel C

Artikel 3.8 wordt gewijzigd als volgt:

  • 1.

    Het vierde lid komt te luiden:

    • 4.

      Indien toepassing van het tweede lid ertoe leidt dat aanvragen op een gelijk puntenaantal eindigen, wordt de rangschikking van die aanvragen bepaald door de gemiddelde kosten per hectare leefgebied, bedoeld in artikel 3.7, tweede lid, waarbij de aanvraag met de laagste gemiddelde kosten het hoogst wordt gerangschikt.

  • 2.

    Het vijfde lid komt te luiden:

    • 5.

      Indien toepassing van het tweede en vierde lid ertoe leidt dat aanvragen op een gelijke plek worden gerangschikt, wordt rangschikking van die aanvragen bepaald door loting.

Onderdeel D

Artikel 3.11 wordt gewijzigd als volgt:

  • 1.

    Onderdeel d komt te luiden:

    • d.

      wijzigingen van activiteiten op perceelsniveau die gedurende het kalenderjaar optreden, worden door de subsidieontvanger uiterlijk veertien dagen voorafgaand aan het ingaan van de wijziging gemeld aan Gedeputeerde Staten, door de wijziging op perceelsniveau door te voeren via het daartoe onder b bedoelde systeem. De wijzigingen kunnen tot uiterlijk 30 september van het lopende beheerjaar worden doorgevoerd;

  • 2.

    Aan het artikel worden twee onderdelen toegevoegd, luidende:

    • n.

      uiterlijk veertien dagen na het uitvoeren van de hierna genoemde activiteiten doet de subsidieontvanger daarvan een melding in het onder b) bedoelde systeem:

      • 1°.

        het bemesten met ruige mest;

      • 2°.

        het schoonmaken van watergangen;

      • 3°.

        het snoeien;

      • 4°.

        het spuiten van bagger.

    • o.

      uiterlijk vijf werkdagen dagen na het treffen van maatregelen ter bescherming van aangetroffen nesten doet de subsidieontvanger daarvan een melding in het onder b) bedoelde systeem.

Onderdeel E

Artikel 3.15 komt te luiden:

Artikel 3.15 Verlagen subsidies

  • 1.

    Ter uitvoering van Verordening (EU) nr. 640/2014 verlagen Gedeputeerde Staten de verleende of vastgestelde subsidie indien er onregelmatigheden zijn geconstateerd bij de uitvoering van controles als bedoeld in artikel 28 en 37 van Verordening (EU) nr. 809/2014.

  • 2.

    Indien een landbouwer, of andere grondgebruiker van landbouwgrond, die ten behoeve van de subsidieontvanger beheeractiviteiten uitvoert, subsidieverplichtingen, de baseline of randvoorwaarden schendt, wordt de schending toegerekend aan de subsidieontvanger.

Onderdeel F

Na artikel 3.15 wordt een nieuw artikel toegevoegd, luidende:

Artikel 3.16 Overgangsbepalingen

Voor het kalenderjaar 2016 verlenen Gedeputeerde Staten tot en met 15 januari 2016 uitstel van de verplichting, bedoeld in artikel 3.11, onderdeel b.

 

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking op de eerste dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin het wordt geplaatst, met dien verstande dat artikel I, onderdelen A en B, terugwerkt tot 15 april 2015 en dat artikel I, onderdelen D tot en met F, terugwerkt tot en met 1 januari 2016.

 

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van gedeputeerde staten van 26 januari 2016.

 

 

Drs. J.M.M. Polman, voorzitter

A.W. Smit, secretaris

 

Uitgegeven 28 januari 2016

De secretaris, A.W. Smit

 

TOELICHTING

 

ALGEMEEN

Op 1 januari 2016 treedt een wijziging van Verordening 809/2014 in werking. Gelet hierop wordt de SVNL2016 aangepast. In deze regelingswijziging wordt de SVNL2016 daarnaast op diverse plekken aangepast. Het gaat hierbij om technische wijzigingen die het doel hebben om te voorkomen dat bij de uitvoering knelpunten ontstaan. De wijzigingen A en B gelden vanaf de inwerkingtreding van de regeling zodat terugwerking tot 15 april 2015 in de rede ligt. De wijzigingen C tot en met F gelden vanaf de aanvang van het subsidiejaar 2016, waardoor terugwerking tot 1 januari 2016 in de rede ligt. In de artikelsgewijze toelichting worden enkele wijzigingen nader toegelicht.

 

ARTIKELSGEWIJS

ARTIKEL I

A (artikel 2.6)

De voorliggende wijziging van artikel 2.6 betreft herstel van een administratieve omissie met betrekking tot subsidieverstrekking voor landschapsbeheer en dient om knelpunten in de uitvoering van de verordening te voorkomen. De omstandigheden geven in dit geval aanleiding de wijziging te laten terugwerken tot de datum waarop de verordening van kracht is geworden, te weten 15 april 2015.

 

B (artikel 3.7)

Deze aanpassing voorkomt dat de berekening van het subsidiebedrag een rekenfout bevat.

 

D (artikel 3.11)

Deze wijzigingen zijn noodzakelijk om de SVNL2016 te laten stroken met artikel 14a van Verordening 809/2014 en met het daaruit voortvloeiende controle- en handhavingsregime. De term ‘snoeien’ in onderdeel n) heeft betrekking op meerjarige activiteiten waarbij een bepaald maximumpercentage, niet zijnde 100%, wordt gesnoeid. Het gaat hierbij derhalve niet om knip- en scheerheggen.

 

E (artikel 3.15)

Deze wijziging is benodigd om de Beleidsregels verlagen subsidies POP een basis in de SVNL2016 te geven. De term ‘sancties’ past niet bij het karakter van het artikel. De titel van het artikel is daarom aangepast.

 

F (artikel 3.16)

Deze wijzigingen zijn noodzakelijk in verband met tijdig indienen van het beheerplan door het collectief.

Naar boven