Provinciaal blad van Utrecht
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Utrecht | Provinciaal blad 2016, 475 | Overige besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Utrecht | Provinciaal blad 2016, 475 | Overige besluiten van algemene strekking |
Besluit van Gedeputeerde Staten van Utrecht van (19 januari 2016, nr. 817B07D9) tot vaststelling van de minimaal benodigde vaarwegdiepten van de vaarwegen op de lijsten A en B behorende bij de Waterverordening provincie Utrecht 2009 (Besluit minimaal benodigde vaarwegdiepten 2016)
De minimaal benodigde vaarwegdiepten van de vaarwegen op de lijsten A en B behorende bij de Waterverordening provincie Utrecht 2009, zijn vastgesteld als aangegeven in de bij dit besluit behorende bijlagen 1 en 2.
Gedeputeerde Staten van Utrecht,
namens hen,
S. van Gool,
Teamleider Water,
Afdeling Fysieke leefomgeving
Belanghebbenden, kunnen binnen zes weken ingaand op de dag na de datum van digitale publicatie in het Provinciaal Blad op de overheidswebsite https://www.officielebekendmakingen.nl/ een beroepschrift indienen bij de Rechtbank Utrecht, sector Bestuursrecht, Postbus 13023, 3507 LA Utrecht.
Het beroepschrift dient te worden ondertekend en bevat tenminste:
Het indienen van een beroepschrift heeft niet tot gevolg dat de werking van dit besluit wordt stopgezet.
Indien onverwijlde spoed dit vereist, kan een belanghebbende naast het instellen van beroep een verzoek om een voorlopige voorziening indienen bij de Rechtbank Midden-Nederland, afdeling Bestuursrecht, Postbus 16005, 3500 DA Utrecht. Voor de behandeling van een beroepschrift en het indienen van een verzoek tot voorlopige voorziening is griffierecht verschuldigd. Verdere informatie hierover is te vinden op www.rechtspraak.nl/procedures/tarieven-griffierecht/
Het Besluit minimaal benodigde vaarwegdiepten ligt gedurende de beroepstermijn 6 weken ter inzage in het Provinciehuis van de provincie Utrecht, Archimedeslaan 6, 3584 BN Utrecht (melden bij de receptie).
Op 8 december 2014 hebben Provinciale Staten (PS) de Waterverordening provincie Utrecht 2009 gewijzigd. Deze wijziging is op 1 januari 2015 in werking getreden. Een van de wijzigingen in het onderdeel vaarwegen betreft het toevoegen van de vaarweg de Gekanaliseerde Hollandsche IJssel (incl. de Doorslag) op lijst A van de verordening en het toevoegen van de vaarwegen ’t Gein (incl. ’t Nauwe gein), Dubbele Wiericke, Stadsbuitengracht/Singel en de Oude Gracht (incl. verbinding Vecht en Oude gracht) op lijst B van de verordening. Het onderdeel vaarwegen in deze verordening dient ter bescherming van de instandhouding en de bruikbaarheid van de vaarwegen die onder toezicht staan van dan wel in beheer zijn bij de provincie.
Het landelijk recreatietoervaartnet van de Beleidsvisie Recreatietoervaart Nederland (BRTN) heeft een belangrijke recreatieve functie voor de waterrecreatie. Wij willen dit vaarwegennet voor de recreatietoervaart behouden en hebben daartoe in de Waterverordening provincie Utrecht 2009 een aantal instrumenten opgenomen om randvoorwaarden te kunnen stellen. De BRTN geeft richtlijnen voor de verschillende categorieën vaarwegen met betrekking tot vaardiepten, doorvaarthoogten en brugbedieningstijden. Bij het vaststellen van deze vaardiepten, doorvaarthoogten en brugbedieningstijden voor de recreatieve vaarwegen worden deze richtlijnen zoveel mogelijk gevolgd. Voor de beroepsvaarwegen wordt zoveel mogelijk aangesloten bij de Richtlijnen vaarwegen 2011 van het Rijk.
Om de instandhouding en bruikbaarheid van de vaarwegen, die opgenomen zijn in de Waterverordening provincie Utrecht 2009 te waarborgen, zijn met betrekking tot de minimaal benodigde vaarwegdiepten een tweetal instrumenten in de verordening opgenomen. Ingevolge artikel 2.4 van de Waterverordening provincie Utrecht 2009 zijn Gedeputeerde Staten (GS) bevoegd tot vaststelling van de minimaal benodigde vaarwegdiepten en ingevolge artikel 2.5, tweede lid van deze verordening dienen de beheerders van een vaarweg iedere 5 jaar een onderhoudsverslag bij GS aan te leveren. Dit besluit strekt tot vaststelling van de minimaal benodigde vaarwegdiepten. Hierdoor ontstaat duidelijkheid over de aan te houden minimaal benodigde vaarwegdiepte passend bij de functie van een vaarweg.
Sommige vaarwegen zijn deels gelegen in een buurprovincie. De in de Waterverordening provincie Utrecht 2009 opgenomen beperking dat die verordening uitsluitend van toepassing is op de vaarwegen voor zover die vaarwegen in de provincie Utrecht zijn gelegen, geldt ook voor dit besluit.
Reeds vastgestelde minimaal benodigde vaarwegdiepten
Bij besluit van Gedeputeerde Staten van Utrecht van 22 september 2009 (Provinciaal blad 2009, nr. 41) zijn op basis van de toenmalige Vaarwegenverordening 2008 de minimaal benodigde vaarwegdiepten reeds vastgesteld. Deze reeds vastgestelde vaarwegdiepten blijven ongewijzigd, uitgezonderd de vaarwegdiepte van de Waver die bijgesteld wordt van 1,60 m naar 1,30 m. Het betreft een in 2009 niet juist vastgestelde vaarwegdiepte die bij dit besluit wordt gecorrigeerd. Daarnaast is een aantal vaarwegen met bijbehorende minimaal benodigde vaarwegdiepten toegevoegd als gevolg van de per 1 januari 2015 in werking getreden wijziging van de Waterverordening provincie Utrecht 2009.
Voor de overzichtelijkheid en leesbaarheid zijn aan het einde van deze toelichting toevoegingen en wijzigingen in vaarwegdiepten in een aparte tabel weergegeven.
Hoe zijn de vaarwegdiepten berekend?
De minimaal benodigde vaarwegdiepte is de diepte van een vaarweg die altijd aanwezig dient te zijn. De minimaal benodigde vaarwegdiepte geldt over de gemiddelde bodembreedte. De bodembreedte is circa tweemaal de breedte van het maatgevend schip.
Voor de berekening van de minimaal benodigde vaarwegdiepten voor de vaarwegen zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd:
Voor het beroepsgoederenvervoer zijn voor de karakteristieken, zoals breedte, lengte en diepgang van het maatgevende schip, de Europese CEMT richtlijnen richtinggevend. De minimaal benodigde vaarwegdiepte bedraagt op grond van de Richtlijnen Vaarwegen 2011 (verder RVW 2011) circa factor 1,3 keer de diepgang van het maatgevende schip.
Voor de vaarwegen waar uitsluitend recreatieve toervaart op plaatsvindt, zijn de richtlijnen van de BRTN leidend. Bij het vaststellen van de minimaal benodigde vaarwegdiepte is rekening gehouden met een kielspeling van circa 30 centimeter. Hiermee wordt enigszins afgeweken van de RVW 2011, waarin een kielspeling van 20 cm wordt aangehouden. De recreatieve vaarroutes in de provincie Utrecht zijn veelal kwetsbare, in veengebied gelegen, vaarwegen met veel natuurvriendelijke oevers. In deze wateren is een enigszins grotere kielspeling nodig om schade door scheepvaart aan deze wateren te voorkomen. In het rapport Contraexpertise Oevererosie kleine vaartuigen van HKV, februari 2015 wordt geconcludeerd dat een kleinere diepgang bij kajuitmotorboten een significante invloed heeft op de oevererosie.
De Gekanaliseerde Hollandsche IJssel (GHIJ) is een BM-vaarwater in de BRTN (1,50 m diepgang vaartuig plus 0,30 m kielspeling = 1,80 m minimaal benodigde vaarwegdiepte). Op de GHIJ vindt nog beperkt beroepsgoederen-vervoer plaats, voornamelijk voor de ten westen van Oudewater gevestigde veevoederfabriek. In verband hiermee is in plaats van 1,80 m een minimaal benodigde vaarwegdiepte van 2,20 m noodzakelijk voor het gedeelte ten westen van Oudewater tot de provinciegrens op de kruising met de Enkele Wiericke en 2,05 m ten oosten van Oudewater.
’t Gein is een DM-vaarwater in de BRTN met een diepgangbeperking. Het aquaduct bij Abcoude, dat aangelegd is ten behoeve van de spoorlijn Amsterdam-Utrecht beperkt de vaarwegdiepte tot ca. 0,95 m over een lengte van 30,00 m. Door de aanleg van dit aquaduct is de vaarweg ’t Gein met een diepgangbeperking behouden gebleven voor de recreatietoervaart.
Hieronder volgt een overzicht van de toevoegingen en wijzigingen ten opzichte van het besluit van 22 september 2009
AGV: Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht
B&W: college van burgemeester en wethouders
HDSR: Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden
Binnen de termijn van terinzagelegging van 4 december 2015 tot en met 14 januari 2016 is er door Koninklijke BLN-Schuttevaer, de belangenorganisatie voor de beroepsvaart, een zienswijze ingediend. Deze zienswijze heeft geleid tot een wijziging van het ontwerpbesluit. De ondertekende brief met zienswijze is per mail van 11 januari 2016 ingediend.
In het ontwerp-besluit is een minimaal benodigde vaarwegdiepte voor de Kromme Mijdrecht opgenomen van 2,40 mtr. In het besluit van 22 september 2009 was de vaarwegdiepte van de Kromme Mijdrecht gesteld op 2,60 mtr. In het ontwerp-besluit wordt de wijziging niet nader gemotiveerd; er lijkt sprake van een verschrijving. Een minimaal benodigde vaarwegdiepte van 2,40 mtr. is niet voldoende voor een veilige afwikkeling van het scheepvaartverkeer met de huidige scheepsafmetingen op de Kromme Mijdrecht. Verzocht wordt om de vaarwegdiepte te stellen op 2,60 mtr. in lijn met het besluit van 22 september 2009.
Het is niet de bedoeling om de minimaal benodigde vaarwegdiepte van de Kromme Mijdrecht van 2,60 mtr. (besluit van 22 september 2009) te wijzigen. De in het ontwerp-besluit opgenomen vaarwegdiepte van 2,40 mtr. kan gekwalificeerd worden als een kennelijke verschrijving. Het ontwerp-besluit wordt hierop aangepast en de minimaal benodigde vaarwegdiepte voor de Kromme Mijdrecht wordt gesteld op 2,60 mtr. Het is niet aannemelijk dat hierdoor andere belangen worden geschaad, aangezien de minimaal benodigde vaarwegdiepte niet wijzigt ten opzichte van het besluit van 22 september 2009.
Bijlage 1: Minimaal benodigde vaarwegdiepten voor vaarwegen vermeld op lijst A van de Waterverordening provincie Utrecht 2009
AGV: Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht
HDSR: Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden
Bijlage 2: Minimaal benodigde vaarwegdiepten voor vaarwegen vermeld op lijst B van de Waterverordening provincie Utrecht 2009
AGV: Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht
B&W: college van burgemeester en wethouders
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2016-475.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.