Regionaal Waterplan Zuid-Holland 2016 – 2021

 

Provinciale Staten van Zuid-Holland,

Gelet op:

  • -

    de artikel 4.4, 4.5 en 4.8 van de Waterwet,

  • -

    de artikelen 4.09 t/m 4.12 van het Waterbesluit,

  • -

    artikel 4.1 van de Waterregelingen

  • -

    artikel 3.2 van de Waterverordening Zuid-Holland

besluiten dat het Regionaal waterplan Zuid-Holland 2016 – 2021 bestaat uit:

  • 1.

    de Visie Ruimte en Mobiliteit (VRM), vastgesteld door Provinciale Staten van Zuid-Holland d.d. 9 juli 2014 (en daarna vastgestelde wijzigingen), voor wat betreft de onderdelen die behoren tot het regionale waterbeleid, waaronder specifiek paragraaf 4.2: ‘Water: versterking van de samenhang in identiteit, kwaliteit, en veiligheid’, inclusief de kaarten 11 (Waterveiligheid) en 12 (Zoetwatervoorziening en oppervlaktewater); inclusief bijbehorende bijlagen.

     

  • 2.

    de Voortgangsnota Europese Kaderrichtlijn Water 2015 inclusief bijlagen, vastgesteld door PS van Zuid-Holland d.d. 14 oktober 2015.

     

  • 3.

    het provinciaal Waterplan Zuid-Holland 2010-2015, op de volgende onderdelen:

    • Van hoofdstuk 4 Waarborgen waterveiligheid:

      • -

        Thema ‘Regionale keringen’: Normen compartimenteringdijken en voorlandkeringen (paragraaf 4.4.3 doelstelling 4)

    • Van hoofdstuk 5 Realiseren mooi en schoon water:

      • -

        thema ‘Water en natuur’: opstelling beheerplannen voor Natura2000 gebieden, inclusief aanpak van verdroging (paragraaf 5.4.3, doelstelling 1);

      • -

        thema ‘Vismigratie’: opheffen vismigratieknelpunten (paragraaf 5.6.3)

    • Van de bijlagen:

      • -

        Bijlage 7 Operationeel grondwaterbeleid

Den Haag, 29 juni 2016

 

Toelichting bij Regionaal waterplan Zuid-Holland 2016 - 2021

Deze toelichting gaat achtereenvolgens in op:

  • 1.

    Inleiding

  • 2.

    Waterbeleid 2016 - 2021

  • 3.

    Juridische vereisten aan inhoud

  • 4.

    Toekomst

  • 5.

    Financiën, monitoring en evaluatie

1. Inleiding

De planperiode van het provinciaal Waterplan Zuid-Holland 2010 - 2015 eindigt op 22 december 2015. Op grond van artikel 4.8 Waterwet dient het waterplan eenmaal in de zes jaren door Provinciale Staten te worden herzien. Waar de herziening uit bestaat, is niet nader ingevuld. Een geheel nieuw plan is hiervoor niet nodig; er kan volstaan worden met een planherzieningsbesluit.

Het Hoofdlijnenakkoord 2015 – 2019 van het college van Gedeputeerde Staten schetst de ambitie om beleid zo veel mogelijk integraal vorm te geven en te anticiperen op de visie die ten grondslag ligt aan de Omgevingswet. Specifiek voor het regionale waterbeleid is hieraan voldaan met de Visie Ruimte en Mobiliteit (VRM) en de Voortgangsnota Europese Kaderrichtlijn Water. Dit maakt een volledig nieuw regionaal waterplan overbodig.

Het planherzieningsbesluit bevat geen nieuw beleid. Het verwijst naar de diverse vastgestelde beleidsdocumenten waarin het waterbeleid inmiddels geactualiseerd is opgenomen. Verder benoemt het besluit op welke onderdelen het beleid van het Provinciaal waterplan Zuid-Holland 2010 - 2015 van kracht blijft.

2. Waterbeleid 2016 - 2021

Het waterbeleid voor de periode 2016 – 2021 bestaat uit de volgende onderdelen:

Visie Ruimte en Mobiliteit

In de Visie Ruimte en Mobiliteit, vastgesteld door PS op 7 juli 2014, is veel ruimtelijk waterbeleid geïntegreerd. Destijds is bij de vaststelling van de VRM aan dit waterbeleid niet expliciet de status

‘regionaal waterplan’ verbonden. Met dit planherzieningsbesluit gebeurt dit alsnog.

Het waterbeleid komt op diverse plekken voor in de VRM, maar specifiek in hoofdstuk 4 (Water, bodem en energie). In dit hoofdstuk komen de thema’s aan de orde waarvoor ook in het provinciaal Waterplan Zuid-Holland 2010-2015 beleid is opgenomen. Daarom wordt in het Planherzieningsbesluit expliciet naar hoofdstuk 4 verwezen.

Voortgangsnota KRWIn de Voortgangsnota Europese Kaderrichtlijn Water 2016-2021, vastgesteld door PS op 14 oktober 2015, zijn de doelen en maatregelen voor waterkwaliteit van grond- en oppervlaktewater vastgelegd. Deze nota fungeert als een regionaal waterplan conform de Waterwet, voor het thema waterkwaliteit.

Provinciaal Waterplan 2010 - 2015

Een aantal onderdelen van het Provinciaal Waterplan 2010 – 2015 blijft ongewijzigd van kracht. Dit heeft betrekking op een onderdeel van waterveiligheid, water en natuur en vismigratie.

Relatie met andere Besluiten, Verordeningen, Agenda’s, etc.

Behalve de genoemde beleidsstukken die samen het waterplan vormen zijn er ook nog andere door GS en/of PS vastgestelde documenten die een rol spelen bij (de uitvoering van) het waterbeleid. Dit betreft onder andere:

  • 1.

    de provinciale Waterverordeningen;

  • 2.

    de Verordening Ruimte 2014, vastgesteld door PS d.d. 9 juli 2014;

  • 3.

    de Vaarwegverordening; vastgesteld door PS d.d. 16 december 2015;

  • 4.

    de Strategische Agenda Deltaprogramma;;

  • 5.

    het Uitvoeringsbesluit Regionale Keringen West-Nederland 2014.

3. Juridische vereisten aan inhoud

Onderstaande tabel geeft een overzicht van de eisen die zijn gesteld in de Waterwet, het Waterbesluit en/of de Waterregeling. Vermeld wordt de wijze waarop aan de eisen invulling wordt gegeven met het Planherzieningsbesluit Water.

Tabel 1: eisen aan regionaal waterplan

 

Wat moet in een Regionaal Waterplan RWP?

Invulling Planherzieningsbesluit Water

1

Functievastlegging (regionale wateren), in het bijzonder ook voor zwemwater en drinkwater-

onttrekking van voor menselijke consumptie bestemd water

-VRM, kaart 12 (Zoetwatervoorziening en oppervlaktewater);

-lijst (en kaart) zwemwaterlocaties, jaarlijks vastgesteld door GS

2

Aanduiding van:

-gewenste ontwikkelingen van de regionale

wateren;

-werking + bescherming van de regionale

wateren;

-de termijnen die daarbij worden nagestreefd

-VRM, paragraaf 4.2 ‘Water: versterking van de samenhang in identiteit, kwaliteit en veiligheid’

-Voortgangsnota KRW

-Verordeningen Water (normering keringen)

3

Uiteenzetting maatregelen/voorzieningen die nodig zijn in verband met de onder 2 bedoelde ontwikkeling

-Uitvoeringsbesluit Regionale keringen West Nederland

4

Financiële + economische gevolgen van het te voeren beleid

Zie paragraaf 5 van deze toelichting

5

Aanwijzing van:

-regionale oppervlaktewaterlichamen (KRW);

-grondwaterlichamen (KRW)

Voortgangsnota KRW

7

De doelstellingen (voor kunstmatig/sterk veranderde waterlichamen is dit het Goed Ecologisch Potentieel) en maatregelen omvatten in elk geval:

-maatregelen als bedoeld in artikel 11 KRW;

-KRW-maatregelen voor de grondwaterlichamen

-doelstellingen en maatregelen als bedoeld in

artikel 7 van de Richtlijn OverstromingsRisico’s

(ROR).

Voortgangsnota KRW

VRM: paragraaf ROR

8

Onderdelen van het RWP die dienen ter uitvoering van de KRW, en de ROR vormen afzonderlijke delen van het RWP.

KRW: Voortgangsnota

ROR: zie VRM

9

Maatregelen als bedoeld in artikel 11 KRW dienen uiterlijk drie jaren na de zesjaarlijkse herziening operationeel te zijn.

Voortgangsnota KRW

10

Overzicht van de toestandsklasse per stof en kwaliteitselement van elk waterlichaam (de ‘huidige toestand’)

Voortgangsnota KRW, factsheets

11

Toetsingskader i.v.m. de bevoegdheid voor grondwateronttrekkingen en -infiltraties voor de openbare drinkwatervoorziening, bodemenergiesystemen en industriële onttrekkingen > 150.000 m3 per jaar

Waterplan 2010 - 2015 bijlage 7.

4. Toekomst

Voorlopig wordt het huidige operationele grondwaterbeleid gehandhaafd. Er is echter geconstateerd, o.a. in de vooroverleggen met de omgevingsdienst Haaglanden, dat het huidige toetsingskader voor grondwater geactualiseerd moet worden. Dit zal in nauwe samenwerking met betrokken partijen/overheden worden opgepakt.

5. Financiën, monitoring en evaluatie

Het planherzieningsbesluit bevat geen nieuw beleid. De uitvoering ervan wordt gedekt met middelen van de bestaande begroting.

De monitoring en evaluatie van het waterbeleid vindt plaats binnen de reguliere Planning & Control cyclus.

Naar boven