Provincie Overijssel - Subsidiestelstel Natuur- en Landschapsbeheer: wijzigingen subsidieregelingen

 

Besluit: Gedeputeerde Staten d.d. 28 juni 2016

Kenmerk: 2016/0213545

Inlichtingen bij: mevrouw E. Riedstra, eenheid Natuur en Milieu

Telefoon: 038 499 8384

E-mail: e.riedstra@overijssel.nl

 

Kennisgeving

Gedeputeerde Staten van Overijssel,

maken bekend dat zij in hun vergadering van 28 juni 2016 de navolgende besluiten hebben genomen (kenmerk: 2016/0212451).

 

  • 1.

    Vaststelling van de wijzigingen van de Subsidieregeling Natuur- en Landschapsbeheer Overijssel 2016.

  • 2.

    Vaststelling van de wijzigingen van de Subsidieregeling Kwaliteitsimpuls natuur en landschap Overijssel. 

Regelingswijziging Subsidieregeling Natuur- en Landschapsbeheer Overijssel 2016

 

Gedeputeerde Staten van Overijssel;

 

overwegende dat met ingang van 11 april 2015 de Subsidieregeling natuur- en landschapsbeheer 2016 van de provincie Overijssel van kracht is geworden;

 

overwegende dat in de genoemde regeling nog enkele wijzigingen dienen te worden aangebracht;

 

Besluiten de volgende wijzigingsregeling vast te stellen:

 

ARTIKEL I

Onderdeel A

Artikel 1.1 wordt gewijzigd als volgt:

 

1. Onderdeel q komt te luiden:

monitoringstoeslag: extra vergoeding voor het uitvoeren van metingen en het vastleggen van de ontwikkelingen op het natuurterrein of de landbouwgrond met uitzondering van metingen in het kader van natuur- en landschapsbeheer, vermeerderd met de opslag voor de prijsstijging;

 

2. Onderdeel t komt te luiden:

natuurbeheertype: in bijlage 2 opgenomen en nader beschreven beheertype;

 

3. Onderdeel u komt te luiden:

natuurterrein: binnen de provincie gelegen grond met als hoofdfunctie natuur die in het natuurbeheerplan is begrensd, alsmede gronden waarvoor een subsidie functieverandering is verstrekt als bedoeld in de provinciale Subsidieregeling kwaliteitsimpuls natuur en landschap;

 

4. Onderdeel w komt te luiden:

recreatietoeslag: extra vergoeding voor het recreatief toegankelijk maken en houden van een natuurterrein, vermeerderd met de opslag voor de prijsstijging;

 

5. Onderdeel x komt te luiden:

schapentoeslag: extra vergoeding voor het beheer van natuur- en landschapsbeheertypen ten behoeve van de inzet van gescheperde schaapskuddes, vermeerderd met de opslag voor de prijsstijging;

 

6. Onderdeel y komt te luiden:

tarief: tarief voor de in artikel 2.2 genoemde subsidiabele activiteiten, vermeerderd met de opslag voor de prijsstijging;

 

7. Onderdeel aa komt te luiden:

vaartoeslag: extra vergoeding voor het beheer van natuur- en landschapsbeheertypen op een natuurterrein dat alleen varend kan worden bereikt, vermeerderd met de opslag voor de prijsstijging;

 

Onderdeel B

In artikel 1.3, tweede lid, onderdeel a, ten 2º, wordt «landschapselementen» vervangen door: landschapsbeheertypen.

 

Onderdeel C

Artikel 1.4, onderdeel b, komt te luiden:

b. een subsidieaanvraag wordt ingediend met gebruikmaking van het daartoe door Gedeputeerde Staten vastgestelde aanvraagformulier.

 

Onderdeel D

 

Artikel 2.4 wordt gewijzigd als volgt:

 

Onder vernummering van het tweede en derde lid tot vijfde en zesde lid worden drie leden ingevoegd, luidende:

2. De schapentoeslag, monitoringstoeslag of recreatietoeslag kan slechts worden verstrekt in aanvulling op de subsidie die de subsidieontvanger ontvangt voor het beheer van natuurbeheertypen;

3. De recreatietoeslag wordt slechts verstrekt voor zover het natuurterrein niet ingevolge artikel 2.9, vierde lid, is vrijgesteld van de openstellingsplicht.

4. De vaartoeslag wordt slechts verstrekt in aanvulling op de subsidie die de subsidieontvanger ontvangt voor het beheer van natuurbeheertypen;

 

Onderdeel E

 

Artikel 2.5 komt te luiden:

 

Artikel 2.5 Subsidiabele kosten

1. De volgende kosten komen voor subsidie in aanmerking:

a. kosten voor het beheer van een natuurterrein;

b. kosten voor de inzet van gescheperde schaapskuddes op een natuurterrein;

c. kosten voor monitoring, indien de subsidieaanvrager over een certificaat beschikt;

d. kosten voor het recreatief toegankelijk maken en houden van een natuurterrein;

e. kosten die verband houden met het beheer van natuur- en landschapsbeheertypen op een natuurterrein dat alleen varend kan worden bereikt.

2. Gemeenten en samenwerkingsverbanden als bedoeld in de Wet gemeenschappelijke regelingen waaraan in meerderheid gemeenten deelnemen komen niet in aanmerking voor de kosten, bedoeld in het eerste lid, onder d.

3. Subsidiabel gestelde kosten zijn slechts subsidiabel indien de activiteiten zijn verricht nadat de aanvraag om subsidie is ingediend.

 

Onderdeel F

 

Artikel 2.6 komt te luiden:

 

Artikel 2.6 Subsidiehoogte

1. De hoogte van de subsidie, bedoeld in artikel 2.2, wordt bepaald door het aantal hectares van het desbetreffende natuurbeheertype, en het aantal hectares, meters of stuks van het desbetreffende landschapsbeheertype, te vermenigvuldigen met het tarief vermenigvuldigd met zes jaar.

2. Indien van toepassing wordt het tarief, bedoeld in het eerste lid, verhoogd met:

a. het normbedrag voor monitoring per natuurbeheertype, vermenigvuldigd met het aantal hectares;

b. het normbedrag voor de recreatietoeslag, vermenigvuldigd met het aantal hectares;

c. het normbedrag voor de schapentoeslag, vermenigvuldigd met het aantal hectares.

3. Het tarief, bedoeld in het eerste lid, wordt verhoogd met het normbedrag voor de vaartoeslag, vermenigvuldigd met het aantal hectares vermenigvuldigd met zes jaar.

4. Indien toepassing van het eerste en tweede lid ertoe leidt dat de subsidie minder bedraagt dan € 1.200, wordt de subsidie niet verstrekt.

 

Onderdeel G

 

Artikel 2.9 wordt gewijzigd als volgt:

 

1. In het eerste lid, onderdeel a, wordt «landschapselementen» vervangen door: landschapsbeheertypen.

 

2. In het eerste lid, onderdeel c, wordt «onder b» vervangen door: onder c.

 

3. In het tweede lid wordt «vergoeding» vervangen door: toeslag.

 

4. In het tweede lid wordt «onder c» vervangen door: onder d.

 

5. In het derde lid wordt «vergoeding» vervangen door: toeslag.

 

6. In het derde lid wordt «onder e» vervangen door: onder b.

 

7. Het vierde lid, onderdeel a, komt te luiden:

4. De subsidieontvanger is vrijgesteld van de verplichting, bedoeld in het eerste lid, onder d, indien:

a. sluiting nodig is bij of krachtens de Flora- en faunawet, de Natuurbeschermingswet 1998 of de Wet natuurbescherming;

 

Onderdeel H

 

Artikel 2.13 komt te luiden:

 

Artikel 2.13 Wijziging subsidieverlening vanwege vergroting areaal

1. De subsidieontvanger kan eenmaal per kalenderjaar in de aanvraagperiode een aanvraag indienen tot wijziging van de beschikking tot subsidieverlening met ingang van het volgend kalenderjaar, gericht op vergroting van het areaal.

2. Gedeputeerde Staten kunnen besluiten om, overeenkomstig de aanvraag bedoeld in het eerste lid, de beschikking tot subsidieverlening te wijzigen voor de resterende looptijd van de subsidie, indien:

a. de aanvraag voldoet aan de subsidievereisten genoemd in artikel 2.4, uitgezonderd het eerste lid onder c, en

b. die wijziging leidt in de resterende looptijd van de verlening tot een verhoging van het subsidiebedrag van minimaal € 1.200.

3. De hoogte van de wijziging van de subsidie wordt bepaald op basis van het tarief en de toeslagen die van toepassing waren ten tijde van het nemen van de beschikking tot subsidieverlening.

 

Onderdeel I

 

Artikel 3.11, onderdeel n, komt te luiden:

n. uiterlijk veertien dagen na het uitvoeren van de hierna genoemde activiteiten doet de subsidieontvanger daarvan een melding in het onder b) bedoelde systeem:

1°. het bemesten met ruige mest;

2°. het schoonmaken van watergangen;

3°. het snoeien;

4°. het spuiten van bagger;

5°. het maaien of schonen.

 

Onderdeel J

 

Artikel 3.12 wordt gewijzigd als volgt:

 

In het zesde lid wordt «koppeltabel» vervangen door: vergoeding in bijlage 4.

 

Onderdeel K

 

Artikel 3.13 komt te luiden:

 

Artikel 3.13 Wijziging subsidieverlening

1. De subsidieontvanger kan eenmaal per kalenderjaar in de aanvraagperiode een aanvraag indienen tot wijziging van de beschikking tot subsidieverlening met ingang van het volgend kalenderjaar.

2. Onder wijziging van de beschikking tot subsidieverlening wordt verstaan:

a. vergroting van de minimum en maximum oppervlakte van het leefgebied of onderdeel van het leefgebied waarvoor reeds een beschikking is afgegeven, of

b. uitbreiding van de bestaande beschikking met een nieuw leefgebied of een onderdeel daarvan, of

c. aanpassing van de gemiddelde kosten per hectare leefgebied, of

d. een combinatie van een vergroting, zoals bedoeld onder a, met een aanpassing zoals bedoeld onder c, of

e. een combinatie van een uitbreiding, zoals bedoeld onder b, met een aanpassing zoals bedoeld onder c.

3. Gedeputeerde Staten kunnen besluiten om, overeenkomstig de aanvraag, bedoeld in het eerste lid, de beschikking tot subsidieverlening te wijzigen voor de resterende looptijd van de subsidie indien:

a. de aanvraag voldoet aan de subsidievereisten genoemd in artikel 3.4, en

b. die wijziging leidt tot een verhoging van minimaal € 1.200.

4. In afwijking van de gegevens zoals bedoeld in artikel 3.4, eerste lid onder c ten 4°, dient de subsidieontvanger een berekening in van de kosten voor het uitvoeren van het project gedurende de na wijziging resterende looptijd van de subsidie, gesplitst naar leefgebied of onderdeel van het leefgebied.

5. De hoogte van de subsidie wordt bepaald op basis van de gemiddelde kosten per hectare leefgebied. De gemiddelde kosten per hectare leefgebied worden bepaald door per leefgebied de kosten voor het uitvoeren van het project in de resterende looptijd te delen door het aantal jaren waarvoor de subsidieverlening na de wijziging nog loopt. Dit bedrag wordt gedeeld door het maximum aantal hectares waarvoor de subsidieverlening na de wijziging geldt. Het aldus berekende bedrag geldt met ingang van het kalenderjaar waarin de wijziging van kracht wordt voor de resterende looptijd van de subsidie bedoeld in artikel 3.10.

6. In afwijking van het bepaalde in het derde lid geldt dat de aanvraag in de situatie als bedoeld in het tweede lid, onder a, voldoet aan de subsidievereisten genoemd in artikel 3.4, eerste lid, sub a, sub b en sub c ten 1º, 4º en 5º.

 

Onderdeel L

 

Artikel 3.14 wordt gewijzigd als volgt:

 

In het vijfde lid wordt «koppeltabel» vervangen door: vergoeding in bijlage 4.

 

Onderdeel M

In bijlage 1 komt de afbakening van landschapselement L01.04 als volgt te luiden:

Afbakening

• Een bossingel is een vrijliggend lijnvormig en aaneengesloten landschapselement met een opgaande begroeiing van inheemse bomen en struiken.

• Een bossingel is minimaal 25 meter lang en maximaal 20 meter breed.

• Een bosje is een vrijliggend vlakvormig en aaneengesloten landschapselement met een opgaande begroeiing van inheemse bomen en struiken.

• Een bosje is minimaal 2,0 are en maximaal 1 hectare groot.

 

Onderdeel N

 

Aan de regeling wordt bijlage 4 toegevoegd.

Bijlage 4: Maximale vergoeding als bedoeld in artikel 3.12 lid 6 en 3.14 lid 5

Het overzicht met de maximale vergoedingen wordt geplaatst op http://www.portaalnatuurenlandschap.nl.

 

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking op de dag na publicatie in het provinciaal blad.

 

TOELICHTING

 

ARTIKEL I

 

F (artikel 2.6)

Derde lid, ambtshalve verstrekking vaartoeslag

De vaartoeslag wordt ambtshalve verstrekt. Voor de andere toeslagen geldt dat deze op aanvraag worden verstrekt. Om dit onderscheid te benadrukken, is het tweede lid gesplitst in een tweede lid en een derde lid.

 

H (artikel 2.13)

Een uitbreidingsaanvraag is een verzoek tot uitbreiding van de zesjarige subsidiebeschikking. Als hiervoor budget wordt opengesteld, kan de subsidieontvanger jaarlijks een uitbreidingsaanvraag indienen voor de resterende looptijd van de oorspronkelijke zesjarige subsidiebeschikking. De uitbreidingsaanvraag moet passen binnen het natuurbeheerplan dat op het moment van het indienen van de uitbreidingsaanvraag geldt. De uitbreidingsaanvraag doorloopt dezelfde beoordelingsprocedure als nieuwe aanvragen. Hierbij geldt dat de minimumomvang in hectaren uit artikel 2.4 niet geldt bij de uitbreidingsaanvraag. De uitbreidingsaanvraag dient wel te leiden tot een verhoging van het totale subsidiebedrag van minimaal € 1.200.

 

I (artikel 3.11)

De term ‘schonen of maaien’ in onderdeel n) heeft betrekking op meerjarige activiteiten waarbij een bepaald maximumpercentage, niet zijnde 100%, wordt geschoond of gemaaid.

 

Regelingswijziging Subsidieregeling kwaliteitsimpuls natuur en landschap Overijssel

Gedeputeerde Staten van Overijssel;

 

Gelet op artikel 145 van de Provinciewet en artikel 4 van de Algemene Subsidieverordening Overijssel 2005;

 

Overwegende dat met ingang van 1 januari 2010 Subsidieregeling Kwaliteitsimpuls Natuur en Landschap Overijssel van kracht is geworden;

 

Overwegende dat in de genoemde subsidieregelingen jaarlijks wijzigingen worden aangebracht om knelpunten in de uitvoering op te lossen;

 

Besluiten de volgende wijzigingsregeling vast te stellen:

 

ARTIKEL I

Onderdeel A

Artikel 1 wordt gewijzigd als volgt:

 

1. Sub g komt te luiden:

g. functieverandering: het omzetten van landbouwgrond naar natuurterrein;

 

2. Onder vernummering van i tot en met w tot h tot en met v, vervalt onderdeel h (gecertificeerde begunstigde)

 

3. Sub f komt te luiden:

f. grote onderneming: ondernemingen die geen kleine en middelgrote ondernemingen zijn als bedoeld in artikel 2, bijlage I van Verordening (EU) nr. 702/2014;

 

Onderdeel B

 

Artikel 2 wordt gewijzigd als volgt:

 

1. Lid 2 komt te luiden:

2. Gedeputeerde Staten kunnen een openstellingsperiode vaststellen voor het indienen van een aanvraag investeringssubsidie of een subsidie functieverandering. Een dergelijk besluit wordt voor aanvang van de openstellingsperiode bekend gemaakt in het Provinciaal Blad.

 

2. Lid 3 komt te luiden:

3. Als op grond van het tweede lid besloten is een openstellingsperiode te hanteren en op grond van het eerste lid tevens een subsidieplafond wordt vastgesteld, wordt het besluit waarin het subsidieplafond wordt vastgesteld voor aanvang van de openstellingsperiode bekend gemaakt in het Provinciaal Blad.

 

Onderdeel C

 

Artikel 5 wordt gewijzigd als volgt:

 

1. Sub d komt te luiden:

d. een subsidieaanvrager jegens wie een uitstaand bevel tot terugvordering is ingevolge een eerdere beschikking van de Europese Commissie waarin de steun onrechtmatig en onverenigbaar met de gemeenschappelijke markt is verklaard;

 

2. Aan artikel 5 wordt een nieuwe sub e toegevoegd, luidende:

e. een onderneming die in financiële moeilijkheden verkeert, als bedoeld in de Communautaire richtsnoeren inzake staatssteun voor reddings- en herstructureringssteun aan niet-financiële ondernemingen in moeilijkheden.

 

Onderdeel D

Artikel 6a wordt gewijzigd als volgt:

 

Lid 1 komt te luiden:

1. Subsidies als bedoeld in de artikelen 8 en 15 worden slechts verstrekt voor zover die verstrekking geschiedt in overeenstemming met randnummer 70, van de Communautaire richtsnoeren voor staatssteun in de landbouw- en de bosbouwsector.

 

Onderdeel E

Artikel 8 wordt gewijzigd als volgt:

 

1. Lid 4 komt te luiden:

4. Gedeputeerde Staten kunnen op aanvraag een investeringssubsidie verstrekken voor een programma dat is gericht op investeringen in natuurterreinen die één of meerdere van de in het eerste lid, onderdeel a tot en met f, of het derde lid, onderdeel a, bedoelde doelen hebben.

 

Onderdeel F

Artikel 9 wordt gewijzigd als volgt:

1. Lid 5 komt te vervallen

 

2. Lid 6 komt te vervallen

 

3. Lid 7 wordt vernummerd tot lid 5

 

Onderdeel G

Artikel 9b wordt gewijzigd als volgt:

1. Lid 1 komt te luiden:

1. Gedeputeerde Staten kunnen bepalen dat een aanvraag voor een investeringssubsidie pas kan worden ingediend indien die aanvraag vergezeld gaat van een positief préadvies van Gedeputeerde Staten of door Gedeputeerde Staten aan te wijzen adviseur omtrent de wenselijkheid, alsmede de efficiëntie en effectiviteit, van de voorgestelde investering.

 

 

2. Lid 2 komt te luiden:

2. Een aanvraag voor een investeringssubsidie als bedoeld in artikel 8, eerste lid, onderdeel a, of het vierde lid van dat artikel ten behoeve van landbouwgrond die op de ambitiekaart is opgenomen onder de aanduiding N00 of N00.01, kan pas worden ingediend indien:

a. de begunstigde schriftelijk bij Gedeputeerde Staten aangeeft welk natuurbeheertype hij voornemens is op het betreffende natuurterrein te realiseren. De grenzen van het betreffende natuurterrein worden op een bijgevoegde kaart aangegeven;

b. Gedeputeerde Staten hebben ingestemd met de realisatie van dat natuurbeheertype op het betreffende natuurterrein, én

c. de ambitiekaart door Gedeputeerde Staten is aangepast zodat de realisatie van het natuurbeheertype op dat natuurterrein in overeenstemming is met het natuurbeheerplan. 

3. Lid 2 wordt vernummerd tot lid 3.

 

Onderdeel H

Artikel 10 wordt gewijzigd als volgt:

 

1. Lid 3 komt te luiden:

3. Een aanvraag tot verlening van een investeringssubsidie als bedoeld in artikel 8 gaat vergezeld van een verklaring van geen bezwaar van:

a. de eigenaar van het betreffende natuurterrein, de landbouwgrond, het landschapselement of het beheerpakket landschap, én, in voorkomend geval,

b. de erfpachter van het betreffende natuurterrein, de landbouwgrond, het landschapselement of het beheerpakket landschap,

indien de aanvrager een ander is dan de eigenaar. Onderdeel b is niet van toepassing indien de aanvraag wordt ingediend door de erfpachter, bedoeld in dat onderdeel.

 

2. Aan artikel 10 wordt een nieuw lid 7 toegevoegd, luidende:

7. Indien de subsidieaanvrager een grote onderneming is zoals bedoeld in artikel 1, sub f, verstrekt de subsidieaanvrager gegevens en bescheiden bij de aanvraag die het stimulerend effect van de subsidie aantonen.

 

Onderdeel I

Artikel 11 wordt gewijzigd als volgt:

 

1. Lid 1, sub e, komt te luiden:

e. de inrichtingsmaatregelen als bedoeld in artikel 8, eerste lid onderdeel a tot en f leiden tot:

 

2. Aan lid 1 wordt een nieuw onderdeel toegevoegd:

f. Indien de subsidieaanvrager een grote onderneming is zoals bedoeld in artikel 1, sub f, heeft de subsidieaanvrager het stimulerend effect van de subsidie aangetoond.

 

Onderdeel J

 

Artikel 12 wordt gewijzigd als volgt:

 

1. Lid 3 komt te vervallen

 

2. Lid 4 wordt vernummer tot lid 3

 

Onderdeel K

Artikel 14 wordt gewijzigd als volgt:

Lid 2 komt te luiden:

2. De subsidie is maximaal 100% van de subsidiabele kosten.

 

Onderdeel L

 

Artikel 18 wordt gewijzigd als volgt:

 

Aan artikel 18, lid 1, wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

e. de productiecapaciteit is in de laatste vijf jaar voor de functieverandering onafgebroken gebruikt;

 

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking op de dag na publicatie in het provinciaal blad. 

     

TOELICHTING

 

ALGEMEEN

Op 1 juli 2014 zijn de Richtsnoeren van de Europese Unie voor staatssteun in de landbouw- en de bosbouwsector en in plattelandsgebieden 2014-2020 (PbEU 2014/C 204/01) in werking getreden. Mede gelet hierop wordt de SKNL aangepast. In deze regelingswijziging wordt de SKNL op diverse plekken aangepast. Het gaat hierbij om technische wijzigingen die tot doel hebben de regeling te laten voldoen aan de relevante Europese wet- en regelgeving. Daarnaast is de regeling aangepast om het mogelijk te maken maximaal 100% van de subsidiabele kosten van een investeringssubsidie te vergoeden. Dit betreft de noodzakelijke inrichting van de maatregelen in het kader van de Ontwikkelopgave/natura 2000/ EHS. Voor de overige gebieden, te weten de bestuurlijke en juridische verplichtingen, de verbetervoorstellen en de restant opgave particuliere natuurrealisatie zal een vergoeding van maximaal 95% in de rede liggen. De certificering is komen te vervallen en de termijn voor bekendmaking in het publicatieblad van zes weken voor aanvang van de openstellingsperiode is komen te vervallen.

 

Rechtsbescherming

Tegen de besluiten is geen bezwaar en/of beroep mogelijk.

    

Gedeputeerde Staten voornoemd,

Naar boven