Wijziging Uitvoeringsbesluit financiering instandhouding provinciale monumenten

Besluit van Gedeputeerde Staten van Drenthe van 21 juni 2016, kenmerk 4.2/2016002983, team Cultuur, Maatschappij en Vrijetijdseconomie, tot bekendmaking van hun besluit tot wijziging van het Uitvoeringsbesluit financiering instandhouding provinciale monumenten

 

 

 

  • I.

    Het Uitvoeringsbesluit financiering instandhouding provinciale monumenten wordt als volgt gewijzigd.

 

A.

In artikel 1, aanhef, wordt “deze beleidsregel” vervangen door “dit uitvoeringsbesluit”.

 

B.

In artikel 1, onder c, wordt de omschrijving van het begrip “verduurzamen” als volgt gewijzigd: “het treffen van maatregelen die leiden tot verbetering van de mogelijkheden voor blijvende instandhouding van het monument”.

 

C.

Artikel 1, Begripsbepalingen, wordt aangevuld als volgt: “h. Monumentenkader: kader zoals kennisgegeven onder Steunmaatregel SA.40475.”

 

D.

  • In artikel 1a wordt de bestaande tekst vernummerd tot lid 1 en worden de woorden “en subsidies” geschrapt.

  • Aan artikel 1a wordt toegevoegd een nieuw tweede lid, luidende: “Leningen worden verstrekt in overeenstemming met het Monumentenkader.”

 

E.

In artikel 3, eerste lid, worden de woorden “inclusief energiebesparende maatregelen” gewijzigd in “inclusief verduurzamingsmaatregelen die uit technisch oogpunt noodzakelijk zijn voor het behoud van het monument”.

 

F.

Artikel 7, eerste lid, wordt aangevuld als volgt:

“f. de kosten van de werkzaamheden meer bedragen dan het bedrag van de laagrentende lening en de aanvrager niet voorafgaande aan het verstrekken van de lening schriftelijk heeft bevestigd dat de financiering van de resterende kosten is gewaarborgd”.

 

G.

  • De tekst in artikel 11, eerste lid, onder b, wordt vervangen door:

“een overzicht overeenkomstig de bij de aanvraag gevoegde begroting is verstrekt van de totale werkzaamheden en de daarop betrekking hebbende kosten, inclusief eventueel meer- en minderwerk, alsmede kopieën van alle rekeningen en betalingsbewijzen met betrekking tot de werkzaamheden, indien en voor zover het leningen van minder dan € 125.000,-- betreft in afwijking van het bepaalde in artikel 22 van de Algemene Subsidieverordening (ASV). Indien de hoogte van de lening en de aard van de kosten daartoe aanleiding geven, kunnen Gedeputeerde Staten bij het verstrekken van de laagrentende lening tevens bepalen, dat het financieel verslag vergezeld dient te gaan van een controleverklaring van een accountant.”

 

  • In artikel 11, tweede lid, wordt na de woorden “Vaststelling vindt” ingevoegd de volgende zinsnede: “, voor zover het leningen van minder dan € 125.000,-- betreft in afwijking van het bepaalde in artikel 22 van de ASV,”

 

H.

In de artikelsgewijze toelichting wordt de toelichting op artikel 1 aangevuld met de volgende tekst:

“Sub c en d

Op grond van het Monumentenkader komen de extra kosten voor instandhouding en restauratie van het monument en zijn monumentale waarde alleen voor vergoeding in aanmerking, als deze kosten betrekking hebben op werkzaamheden die uit technisch oogpunt noodzakelijk zijn voor het behoud van het monument. Kosten die strekken tot verbetering van het comfort of ten behoeve van nieuwe aanpassingen aan het monument zijn niet subsidiabel. Als verduurzamingsmaatregelen aantoonbaar en vanuit technisch oogpunt noodzakelijk zijn voor het behoud van het monument en ten dienste staan van duurzame instandhouding van de monumentale waarde, komen ze voor financiering in aanmerking.”

 

  • II.

    Deze wijzigingen treden in werking op de eerste dag na publicatie ervan in het Provinciaal Blad.

 

 

Gedeputeerde Staten voornoemd,

 

dr.h.c. J. Tichelaar, voorzitter

mevrouw mr. A.M. van Schreven, secretaris

 

 

 

Uitgegeven 28 juni 2016

Naar boven