Wijziging Subsidieplafonds 2016 voor het Operationeel Programma EFRO Oost-Nederland 2014-2020

Bekendmaking van het besluit van 21 juni 2016 – zaaknummer 2014-016804 tot wijziging van de Subsidieplafonds 2016 voor het Operationeel Programma EFRO Oost-Nederland 2014-2020,

 

GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND, handelend in hun hoedanigheid van Managementautoriteit van het Operationeel Programma EFRO Oost-Nederland 2014-2020

 

Gelet op de artikelen 4:25 en 4:26 van de Algemene wet bestuursrecht, de artikelen 5.2.2 en 5.2.5, derde lid, van de Regeling Europese EZ-subsidies, alsmede de Beleidsregel Operationeel Programma EFRO Oost-Nederland 2016,

 

BESLUITEN:

 

tot vaststelling van de volgende wijziging van de Subsidieplafonds 2016 met verdeelregels voor het verstrekken van subsidie voor activiteiten die passen binnen het Operationeel Programma EFRO Oost-Nederland 2014-2020;

 

Artikel 4 komt te luiden als volgt:

 

Artikel 4 Subsidieplafond voor R&D-samenwerkingsprojecten

 

  • 1.

    Het subsidieplafond voor het verstrekken van subsidies op grond van artikel 5.2.1, eerste lid, van de REES, bedraagt voor aanvragen voor R&D-samenwerkingsprojecten als bedoeld in paragraaf 3.2 van de Beleidsregel 2016:

    • a.

      voor zover de activiteiten ten goede komen aan de provincie Gelderland: € 4.419.000;

    • b.

      voor zover de activiteiten ten goede komen aan de provincie Overijssel: € 2.180.000.

 

  • 2.

    Artikel 3.2.4 van de Beleidsregel 2016 bepaalt de omvang van een aanspraak op een subsidie als bedoeld in het eerste lid. Artikel 5.2.5, eerste lid, aanhef en onder a, van de REES is niet van toepassing op de subsidies, genoemd in het eerste lid.

 

  • 3.

    Indien de subsidiabele activiteiten ten goede komen aan zowel de provincie Gelderland als de provincie Overijssel, wordt de subsidie verdeeld over de verschillende deelplafonds, genoemd in het eerste lid. De subsidie voor de begrote kosten van de aanvragers die in de provincie Gelderland zijn gevestigd, komen ten laste van het deelplafond, genoemd in het eerste lid, onder a. De subsidie voor de begrote kosten van de aanvragers die in de provincie Overijssel zijn gevestigd, komen ten laste van het deelplafond, genoemd in het eerste lid, onder b.

 

  • 4.

    Indien in de aanvraag kosten zijn begroot door een aanvrager die zowel in de provincie Gelderland als in de provincie Overijssel is gevestigd, of door een aanvrager die in geen van beide provincies is gevestigd, worden die kosten voor 65 procent ten laste gebracht van het deelplafond, genoemd in het eerste lid, onder a, en voor 35 procent ten laste van het deelplafond, genoemd in het eerste lid, onder b.

 

  • 5.

    Subsidieaanvragen op grond van dit artikel kunnen worden ingediend in de periode van 5 juli 2016 tot en met 1 september 2016. Aanvragen die op of na 2 september 2016 worden ontvangen, worden niet meer in behandeling genomen. De Beleidsregel aanvullende informatie bij tenders is van overeenkomstige toepassing.

 

  • 6.

    De beschikbare middelen worden met inachtneming van de deelplafonds, genoemd in het eerste lid., en overeenkomstig artikel 5.2.8. van de REES verdeeld volgens de rangschikking van de aanvragen naar geschiktheid.

 

  • 7.

    Indien een deelplafond, genoemd in het eerste lid, is bereikt, geldt in afwijking van het derde, vierde en zesde lid, de volgende verdeelsystematiek. Het bedrag dat resteert in het andere deelplafond wordt verdeeld over de resterende subsidieaanvragen waarin de begrote kosten voor de uitvoering van de inhoudelijke activiteiten door de samenwerkende instanties worden gemaakt in zowel de provincie Gelderland als de provincie Overijssel. De verdeling van die resterende aanvragen vindt overeenkomstig artikel 5.28 van de REES plaats volgens de rangschikking naar geschiktheid.

 

Artikel 6 komt te luiden als volgt:

 

Artikel 6 Subsidieplafond voor grote R&D-samenwerkingsprojecten

 

  • 1.

    Het subsidieplafond voor het verstrekken van subsidies op grond van artikel 5.2.1, eerste lid van de REES, bedraagt voor aanvragen voor grote R&D-samenwerkingsprojecten als bedoeld in paragraaf 3.3 van de Beleidsregel 2016:

    • a.

      voor zover de activiteiten ten goede komen aan de provincie Gelderland en zijn gericht op:

      • i.

        algemene innovatie: € 9.500.000;

      • ii.

        koolstofarme innovatie: € 5.680.000;

    • b.

      voor zover de activiteiten ten goede komen aan de provincie Overijssel en zijn gericht op:

      • i.

        algemene innovatie: € 5.620.000;

      • ii.

        koolstofarme innovatie: € 5.600.000.

 

  • 2.

    Artikel 3.3.4 van de Beleidsregel 2016 bepaalt de omvang van een aanspraak op een subsidie als bedoeld in het eerste lid.

 

  • 3.

    Indien een aanvraag als bedoeld in het eerste lid tevens bijdraagt aan het Rijksbeleid op het gebied van innovatie en koolstofarme economie, wordt de aanvraag tevens beschouwd als een aanvraag voor Rijkscofinanciering op grond van artikel 5.3.1 van de REES. De subsidie komt in dat geval voor 50 procent ten laste van het subsidieplafond, genoemd in artikel 5.3.2 van de REES en voor 50 procent ten laste van het subsidieplafond, genoemd in het eerste lid.

 

  • 4.

    Indien de aanvraag onvoldoende bijdraagt aan de realisatie van het Rijksbeleid, bedoeld in het tweede lid, komt de subsidie geheel ten laste van het subsidieplafond, genoemd in het eerste lid.

 

  • 5.

    Indien de subsidiabele activiteiten ten goede komen aan zowel de provincie Gelderland als de provincie Overijssel, wordt de subsidie verdeeld over de verschillende deelplafonds, genoemd in het eerste lid. De subsidie voor de begrote kosten van de aanvragers die in de provincie Gelderland zijn gevestigd, komen ten laste van het deelplafond, genoemd in het eerste lid, onder a. De subsidie voor de begrote kosten van de aanvragers die in de provincie Overijssel zijn gevestigd, komen ten laste van het deelplafond, genoemd in het eerste lid, onder b.

 

  • 6.

    Indien in de aanvraag kosten zijn begroot door een aanvrager die zowel in de provincie Gelderland als in de provincie Overijssel is gevestigd, of door een aanvrager die in geen van beide provincies is gevestigd, worden die kosten voor 65 procent ten laste gebracht van het deelplafond, genoemd in het eerste lid, onder a, en voor 35 procent ten laste van het deelplafond, genoemd in het eerste lid, onder b.

 

  • 7.

    Subsidieaanvragen op grond van dit artikel kunnen worden ingediend in de periode van 1 september 2016 tot en met 15 november 2016. Aanvragen die op of na 16 november 2016 worden ontvangen, worden niet meer in behandeling genomen. De Beleidsregel aanvullende informatie bij tenders is van overeenkomstige toepassing.

 

  • 8.

    De beschikbare middelen worden met inachtneming van de deelplafonds, genoemd in het eerste lid, en overeenkomstig artikel 5.2.8. van de REES verdeeld volgens de rangschikking van de aanvragen naar geschiktheid.

 

  • 9.

    Indien een deelplafond voor algemene innovatie, genoemd in het eerste lid, is bereikt, geldt in afwijking van het vijfde, zesde en achtste lid, de volgende verdeelsystematiek. Het bedrag dat resteert in het andere deelplafond voor algemene innovatie wordt verdeeld over de resterende subsidieaanvragen waarin de begrote kosten voor de uitvoering van de inhoudelijke activiteiten door de samenwerkende instanties worden gemaakt in zowel de provincie Gelderland als de provincie Overijssel. De verdeling van die resterende aanvragen vindt overeenkomstig artikel 5.28 van de REES plaats volgens de rangschikking naar geschiktheid.

 

  • 10.

    Indien een deelplafond voor koolstofarme innovatie, genoemd in het eerste lid, is bereikt, geldt in afwijking van het vijfde, zesde en achtste lid, de volgende verdeelsystematiek. Het bedrag dat resteert in het andere deelplafond voor koolstofarme innovatie wordt verdeeld over de resterende subsidieaanvragen waarin de begrote kosten voor de uitvoering van de inhoudelijke activiteiten door de samenwerkende instanties worden gemaakt in zowel de provincie Gelderland als de provincie Overijssel. De verdeling van die resterende aanvragen vindt overeenkomstig artikel 5.28 van de REES plaats volgens de rangschikking naar geschiktheid.

 

Artikel 9 Bekendmaking en inwerkingtreding

 

Dit wijzigingsbesluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin zij wordt geplaatst.

 

Gedeputeerde Staten voornoemd

 

Gepubliceerd te Arnhem

 

Gedeputeerde Staten van Gelderland

J. Markink - plv. Commissaris van de Koning

P.G.G. Hilhorst - secretaris

   

Naar boven