Besluit van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland d.d. 24 mei 2016, PZH-2016-550001844,tot wijziging van een aantal personele rechtspostionele regelingen

GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZUID-HOLLAND

 

Gelet op artikel 158, eerste lid , onderdeel c , van de Provinciewet en de artikelen 125 en 134 van de Ambtenarenwet;

 

Gelet op het advies van het Georganiseerd Overleg d.d. 18 februari 2016;

 

Overwegende te komen tot een vereenvoudigde en transparante regelgeving op P&O-gebied en het bevorderen van een juiste toepassing van de arbeidsvoorwaardenregelingen met als doel het vergemakkelijken van de uitvoerbaarheid, de handhaafbaarheid en de toepassing ;

 

BESLUITEN :

 

Vast te stellen de navolgende wijzigingen .

 

Artikel I

 

De Arbeidsvoorwaardenregeling provincie Zuid-Holland 2008 wordt gewijzigd als volgt:

 

A

 

  • 1.

    In artikel 1 vervalt de aanduiding van het eerste lid.

  • 2.

    Artikel 1, onderdeel b, komt te luiden:

    • b.

      ambtenaar: de ambtenaar als bedoeld in artikel A.1, eerste lid, onderdeel a, van de

      CAP;

  • 3.

    Artikel 1, onderdeel c, komt te luiden:

    • c.

      bezoldiging: de bezoldiging als bedoeld in artikel A.1, eerste lid, onderdeel e, van de

      CAP;

  • 4.

    Artikel 1, onderdelen d en e, vervallen.

     

B

 

Artikel 5, eerste lid, komt te luiden:

  • 1.

    Een ambtenaar kan, op grond van artikel D.2, derde lid, van de CAP, een verzoek doen om in een gecomprimeerde werkweek, zijnde een werkweek van vier dagen van negen uur, werkzaam te zijn. Het verzoek wordt ingewilligd, tenzij het dienstbelang zich daarte gen verzet.

C

 

De artikelen 7 en 8 vervallen.

 

D

 

Artikel 10 komt te luiden:

 

Artikel 10 Roostervrije tijd

  • 1.

    De feitelijke arbeidsduur voor het kalenderjaar is in de regel gelijk aan de formele arbeidsduur over die periode.

  • 2.

    Roostervrije tijd, zijnde het verschil tussen de feitelijke arbeidsduur en de formele arbeidsduur, dient door de ambtenaar te worden opgenomen in het betreffende kalenderjaar. Dit is mogelijk ten behoeve van collectieve roostervrije dagen, zoals bedoeld in artikel D.3 van de CAP en/of van individueel in te roosteren vrije tijd.

  • 3.

    Vanaf vier weken na het begin van arbeidsongeschiktheid vindt geen opbouw van roostervrije tijd meer plaats.

  • 4.

    Bij gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid vindt de opbouw van roostervrije tijd naar evenredigheid plaats.

  • 5.

    Bij opname van roostervrije tijd gedurende gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid wordt uitgegaan van de alsdan feitelijke werkuren per dag.

  • 6.

    Bij nieuw intredende arbeidsongeschiktheid binnen vier weken na werkhervatting wordt de nieuwe periode geacht te zijn een voortzetting van de vorige periode van arbeidsongeschiktheid als bedoeld in het derde lid.

  • 7.

    Roostervrije tijd wordt verleend in eenheden van één uur.

  • 8.

    In het geval van een bijzondere werktijdenregeling kan een bijzondere voorziening worden getroffen, inzake het opnemen van roostervrije tijd.

  • 9.

    Roostervrije tijd die niet is opgenomen vervalt aan het einde van het kalenderjaar, waarin de tijd is opgebouwd.

     

E

 

Artikel 12 vervalt.

 

F

 

Artikel 13, tweede lid, komt te luiden:

  • 2.

    Ambtenaren, die op grond van artikel 8 van de Uitvoeringsregeling bezoldiging provincie Zuid-Holland een toelage ontvangen, hebben aanspraak op een verlofcompensatie indien een feestdag of collectieve roostervrije dag valt binnen hun bereikbaarheids- of gebondenheidsdienst. Deze compensatie bedraagt twee uur indien sprake is van bereikbaar zijn voor oproepen en vier uur indien sprake is van bereikbaar zijn voor oproepen om na oproep persoonlijk aanwezig te zijn op locatie.

G

 

Artikel 14 met het opschrift Seniorenregeling vervalt.

 

H

 

Artikel 14 met het opschrift Ziekmelding wordt gewijzigd:

  • 1.

    Het eerste lid komt te luiden:

    • 1.

      De ambtenaar die door ziekte verhinderd is zijn arbeid te verrichten, is verplicht hiervan vóór 09.00 uur, onder opgave van zijn verblijfplaats, alwaar hij bereikbaar dient te zijn, mededeling te doen aan zijn direct leidinggevende, diens plaatsvervanger of bij afwezigheid van beiden het secretariaat. De plicht tot het doen van de mededeling, als bedoeld in de vorige volzin is van overeenkomstige toepassing, indien de ambtenaar door ziekte zijn arbeid onderbreekt.

  • 2.

    Het derde lid komt te luiden:

    • 3.

      De direct leidinggevende geeft de ziekmeldingen zo spoedig mogelijk door aan de Arbodienst. De direct leidinggevende informeert bij de ambtenaar naar de mate van arbeidsongeschiktheid, de verwachte duur daarvan en de mogelijkheid die de ambtenaar heeft om aangepast werk te doen. Wanneer de leidinggevende en de ambtenaar de inzetbaarheid niet kunnen bepalen wordt schriftelijk advies ingewonnen bij de bedrijfsarts. Op grond van dit advies neemt de leidinggevende een definitief besluit over de mate van inzetbaarheid en het percentage van arbeidsongeschiktheid van de ambtenaar.

  • 3.

    Het vierde lid komt te luiden:

  • 4.

    De directeur doet, wanneer hij door ziekte verhinderd is zijn arbeid te verrichten, hiervan mededeling aan de secretaris en aan zijn plaatsvervanger.

     

I

 

Artikel 15 met opschrift komt te luiden:

 

Artikel 15 Verzuimbegeleiding

Gedurende het arbeidsverzuim wegens ziekte wordt de ambtenaar begeleid overeenkomstig hetgeen is bepaald in de Wet verbetering poortwachter.

 

J

 

Artikel 16 vervalt.

 

K

 

Artikel 17 komt te luiden:

 

Artikel 17

Indien een ambtenaar zich voor een bezoek aan de controlerende geneesheer buiten zijn woon- of verblijfplaats dient te begeven, heeft hij aanspraak op volledige vergoeding van de kosten van vervoer, volgens het tarief van de laagste klasse van de openbare middelen van vervoer.

 

L

 

Artikel 18 vervalt.

 

M

 

Artikel 19 komt te luiden:

 

Artikel 19 Hervatting van de arbeid

Indien de ambtenaar na zijn ongeschiktheid tot werken wegens ziekte zijn arbeid hervat, doet hij hiervan mededeling aan zijn direct leidinggevende, diens plaatsvervanger of, bij afwezigheid van beiden, het secretariaat.

 

O

 

De artikelen 20 en 21 vervallen.

 

Artikel II

 

De Uitvoeringsregeling bezoldiging provincie Zuid-Holand wordt gewijzigd als volgt:

 

A

 

Artikel 1 wordt gewijzigd als volgt:

  • 1.

    Onderdeel b komt te luiden:

    • b.

      ambtenaar: de ambtenaar als bedoeld in artikel A.1, eerste lid, onderdeel a, van de

      CAP;

  • 2.

    Onderdeel c komt te luiden:

    • c.

      werknemer: degene als bedoeld in artikel H.1, eerste lid, onderdeel a, van de CAP;

  • 3.

    Onderdeel d komt te luiden:

    • d.

      bezoldiging: de bezoldiging als bedoeld in artikel A.1, eerste lid, onderdeel e, van de

      CAP.

B

 

Artikel 2 wordt gewijzigd als volgt:

  • 1.

    Onderdeel a komt te luiden:

    • a.

      de tijd, gedurende welke de ambtenaar in zijn betrekking is geschorst, indien en voor zover dat bij de schorsing is bepaald;

  • 2.

    Onderdeel c komt te luiden:

    • c.

      de tijd, gedurende welke de ambtenaar buitengewoon verlof geniet, voor zover dat bij het verlenen daarvan uitdrukkelijk is bepaald;

C

 

Artikel 3 wordt gewijzigd als volgt:

  • 1.

    Het eerste lid komt te luiden:

    • 1.

      De verhoging van het salaris op grond van artikel C.7 van de CAP gaat jaarlijks in per 1 april.

  • 2.

    Het vierde lid komt te luiden:

    • 4.

      De ambtenaar wordt geen salarisverhoging als bedoeld in het eerste en derde lid toegekend, indien uiterlijk vier weken voor 1 maart wordt besloten het evaluatie- en beoordelingsgesprek uit te stellen. De ambtenaar wordt hiervan schriftelijk op de hoogte gesteld.

  • 3.

    Het zesde lid komt te luiden:

    • 6.

      Als een vastgestelde beoordeling niet leidt tot toepassing van artikel C.7, derde lid, van de CAP, werkt de beslissing over de salarisverhoging terug tot het tijdstip waarop die salarisverhoging zonder uitstel van die beoordeling zou zijn ingegaan.

D

 

Artikel 4, eerste lid, komt te luiden:

  • 1.

    De uitbetaling van de bezoldiging en vergoedingen, zoals bedoeld in artikel C.2 onderscheidenlijk artikel C.21 van de CAP, vindt plaats vóór of op de vijftiende van iedere maand ten gunste van een door de ambtenaar aangewezen bankrekening.

 

E

 

Artikel 6 vervalt.

 

F

 

Artikel 7 komt te luiden:

 

Artikel 7 Bijzondere toelage voor werkzaamheden buiten normale werktijden

De ambtenaar in de functie van toezichthouder of rayonopzichter bij de Dienst BeheerInfrastructuur, alsmede de ambtenaar belast met monteurswerkzaamheden en het personeel van een dienstvaartuig heeft aanspraak op een toelage van € b, indien hij ten minste drie uren overwerk verricht buiten de periode van maandag tot en met vrijdag tussen 08.00 uur en 18.00 uur.

 

G

 

Artikel 8 wordt gewijzigd:

  • 1.

    In onderdeel a wordt de zinsnede “onder b tot en met d” vervangen door: onder a en b;

  • 2.

    Onderdeel e komt te luiden:

    • e.

      belast met piketdiensten dan wel belast met toezicht op de gladheidsbestrijding, wordt een toelage toegekend van € c voor elke volle week, waarin hij buiten de vastgestelde werktijden bereikbaar voor oproepen moet zijn. De toelage bedraagt 1,2 x € c voor elke volle week, waarin hij buiten de vastgestelde werktijden bereikbaar voor oproepen moet zijn om na oproep persoonlijk aanwezig te zijn op locatie.

H

 

In artikel 9 vervallen de leden 6 en 7 en wordt lid 8 vernummerd naar lid 5.

 

I

 

In artikel 9a, derde lid, onderdeel c wordt de zinsnede “waarbij er geen sprake zal zijn een overwerkvergoeding” vervangen door: waarbij geen sprake zal zijn van een overwerkvergoeding.

 

J

 

Aan artikel 10, eerste lid, onderdeel b wordt onder vervanging van de puntkomma aan het slot door een komma, een zinsnede toegevoegd , luidende: onderdeel e;

 

K

 

Artikel 10a vervalt.

 

L

 

In artikel 10b, eerste lid, onderdeel c, wordt de zinsnede “kachtens dit artikel 10b” vervangen door: krachtens dit artikel.

 

M

 

In artikel 10c, onderdeel c, wordt de zinsnede “kachtens dit artikel 10c” vervangen door: krachtens dit artikel.

 

N

 

In artikel 11, tweede lid, wordt het woord “het Reisreglement” vervangen door: de Dienstreisregeling provincie Zuid-Holland 2011.

 

O

 

De artikelen 12 en 12a vervallen.

 

P

 

  • 1.

    In artikel 13 wordt de zinsnede “de vakantie-uitkering en de eindejaarsuitkering” vervangen door: het Individueel Keuzebudget, zoals genoemd in artikel C.17 van de CAP.

  • 2.

    Het derde en vierde lid vervallen.

     

Q

 

Artikel 14 wordt gewijzigd als volgt:

  • 1.

    Onderdeel a komt te luiden:

    • a.

      in burgerlijke dienstbetrekking bij de overheid van een land dat gedurende de dienst betrekking behoorde tot het Koninkrijk der Nederlanden.

  • 2.

    Onderdeel c komt te luiden:

    • c.

      in militaire of daarmee voor de toepassing van het Ambtenarenreglement gelijkge stelde dienst bij de troepen in een land dat gedurende de dienst behoorde tot het Koninkrijk der Nederlanden;

R

 

Artikel 16 wordt gewijzigd als volgt:

  • 1.

    Het eerste lid, onderdeel a komt te luiden:

    • a.

      belast is met het op basis van een rooster buiten de voor hem vastgestelde werktijden verrichten van piketdiensten voor de crisis- en calamiteitenorganisatie;

  • 2.

    Onderdeel b vervalt onder vernoeming van onderdeel c tot onderdeel b.

     

  • 3.

    Onderdelen d en e vervallen.

     

  • 4.

    Het tweede lid komt te luiden:

    • 2.

      De ambtenaar, bedoeld in het eerste lid, die buiten de voor hem vastgestelde werk tijden in het kader van de crisis- en calamiteitenorganisatie of de milieuklachtentelefoon optreedt - het deelnemen aan oefeningen daaronder begrepen – ontvangt hiervoor een overwerkvergoeding van € p.

S

 

De artikelen 17 en 18 vervallen.

 

T

 

Een nieuw artikel 19a met opschrift wordt ingevoegd, luidende:

 

Artikel 19a Werknemers

Onverminderd het bepaalde in de artikelen H.5 en H.6 van de CAP is deze regeling van toepassing op de werknemer, voor zover daarvoor naar het oordeel van Gedeputeerde Staten termen bestaan.

 

Artikel III

 

Verplaatsingskostenregeling woon-werkverkeer provincie Zuid-Holland 2011 wordt gewijzigd als volgt:

 

A

 

Artikel 1 wordt gewijzigd als volgt:

  • 1.

    Onderdeel b komt te luiden:

    • b.

      ambtenaar: de ambtenaar als bedoeld in artikel A.1, eerste lid, onderdeel a van de

      CAP;

  • 2.

    Onder vernoeming van onderdelen c, d en e naar d, e en f wordt een nieuw onderdeel c ingevoegd, luidende:

    • c.

      werknemer: degene als bedoeld in artikel H.1, eerste lid, onderdeel a van de CAP;

  • 3.

    Onder vernoeming van de onderdelen f en g naar h en i wordt een nieuw onderdeel g ingevoegd, luidende:

    • g.

      carpoolen: het gedurende ten minste 120 dagen per kalenderjaar afleggen van het traject tussen de woning en de plaats van tewerkstelling in een niet door de provincie ter beschikking gestelde personenauto, waarbij ook één of meerdere medewerkers als be doeld in de onderdelen b en c worden vervoerd;

  • 4.

    Een nieuw onderdeel j wordt ingevoegd, luidende:

    • j.

      fiets: een fiets, een snorfiets, een e-bike of een andere vorm van elektrisch vervoer, niet zijnde een elektrisch motorvoertuig.

B

 

Het opschrift van hoofdstuk 2 komt te luiden:

 

HOOFDSTUK 2

 

VERGOEDINGEN, TEGEMOETKOMINGEN EN VOORZIENINGEN REISKOSTEN

 

C

 

Artikel 4, zevende lid, komt te luiden:

  • 7.

    Aan de ambtenaar kan op aanvraag een trajectkaart openbaar vervoer voor de maanden november tot en met april worden verstrekt in combinatie met een tegemoetkoming in de kosten voor het vervoer per fiets gedurende de maanden mei tot november.

 

D

 

  • 1.

    In artikel 5 vervallen het eerste en het tweede lid.

     

  • 2.

    Artikel 5 komt te luiden:

    Indien geen sprake is van doelmatig openbaar vervoer heeft de ambtenaar aanspraak op een vergoeding per kilometer voor het woonwerktraject van:

  • a.

    € 0,19 bij gebruik van een eigen motorvoertuig en

  • b.

    € 0,16 bij gebruik van een eigen bromfiets.

     

E

 

Onder vernummering van de leden 2 en 3 naar 1 en 2 vervalt het eerste lid van artikel 7.

 

F

 

  • 1.

    In artikel 8, tweede lid, wordt de zinsnede “Indien ondanks deze verklaring door de ambte naar met openbaar vervoer wordt gereisd” vervangen door: Indien in tegensteling tot deze verklaring door de ambtenaar met openbaar vervoer wordt gereisd.

  • 2.

    Het derde lid vervalt.

     

G

 

Artikel 9 met een nieuw opschrift wordt gewijzigd als volgt:

Artikel 9 Carpoolvergoeding

  • 2.

    Het tweede lid vervalt.

  • 3.

    Het derde lid wordt vernummerd naar het tweede lid.

     

H

 

Artikel 11 vervalt.

 

I

 

Een nieuw artikel 17a wordt ingevoegd, luidende:

 

Artikel 17a Indiening declaratie bij GS

Indien de reiskostenvergoeding in hoofdstuk 2 op basis van een ingediende declaratie wordt vergoed, dient deze declaratie binnen twee maanden na afloop van de reis te worden ingediend bij Gedeputeerde Staten.

 

J

 

Een nieuw artikel 17b wordt ingevoegd, luidende:

 

Artikel 17b Toepasselijkheid op de werknemer

Deze regeling is van toepassing op de werknemer, voor zover daarvor naar het oordeel van Gedeputeerde Staten termen bestaan.

 

Artikel IV

 

Dienstreisregeling provincie Zuid-Holland 2011 wordt gewijzigd als volgt:

 

A

 

Artikel 1, onderdeel b komt te luiden:

b. ambtenaar: de ambtenaar als bedoeld in artikel A.1, eerste lid, onderdeel a, van de

CAP;

 

B

 

Artikel 3, zevende lid vervalt.

 

C

 

Artikel 13 vervalt.

 

D

 

Artikel II vervalt.

 

Artikel V

 

De Regeling eed en belofte provincie Zuid-Holland wordt gewijzigd als volgt:

 

A

 

Artikel 4 komt te luiden:

De eed of belofte wordt afgelegd:

  • a.

    door de secretaris en de directeuren van directies: ten overstaan van de Commissaris van de Koning;

  • b.

    door alle andere betrokkenen: ten overstaan van de secretaris.

     

B

 

Artikel 5 komt te luiden:

De eed of belofte wordt afgelegd in aanwezigheid van:

  • -

    voor de functionarissen als bedoeld in artikel 4, onderdeel a: een getuige, aangezocht door de Commissaris van de Koning;

  • -

    voor de functionarissen bedoeld in artikel 4, onderdeel b: een getuige, aangezocht door de secretaris.

 

C

 

Artikel 6 komt te luiden:

  • 1.

    Alvorens de eed of belofte wordt afgelegd, wordt de tekst van het eed- of belofteformulier, bedoeld in artikel 1, onder a, hardop voorgelezen.

  • 2.

    Het eed- of belofteformulier wordt na het afleggen van de eed of belofte ondertekend door de betrokkene, door de getuige en door degene ten overstaan van wie de eed of belofte is afgelegd.

  • 3.

    Het ondertekende formulier wordt opgeborgen in het personeelsdossier van de betrokkene, de betrokkene ontvangt een kopie.

 

Artikel VI

 

Regeling studiefaciliteiten en diplomagratificaties provincie Zuid-Holland 2012 wordt gewijzigd als volgt:

 

Artikel 10, tweede lid wordt gewijzigd als volgt:

  • 1.

    Beslissingen inzake verlening, verlenging of intrekking van het recht op studiefaciliteiten, alsmede inzake ontheffing van de terugbetalingsverplichting, als bedoeld in artikel 8, vierde lid, worden door Gedeputeerde Staten genomen. Gedeputeerde Staten kunnen een beroepskeuzeonderzoek laten instellen om inzichtelijk te maken of de studiekeuze haalbaar of wenselijk is.

 

Artikel VII

 

Uitvoeringsregeling reiskosten ambulante functies bij de directie Water en Milieu vervalt.

 

Artikel VIII

 

Besluit personenchauffeurs vervalt, met dien verstande, dat het besluit on verminderd van toepassing blijft op de ambtenaar, die hieraan onmiddellijk voor afgaande aan het tijdstip van intrekking aan spraak ontleende .

 

Artikel IX

 

Spaarregeling compensatieverlof vervalt, met dien verstande, dat het besluit onver min derd van toepassing blijft op de ambtenaar, die hieraan onmiddellijk voor afgaande aan het tijdstip van intrekking aan spraak ontleende .

 

Artikel X

 

Dit besluit treedt, na publicatie in het Provinciaal Blad waarin het is geplaatst, in werking op 1 juli 2016.

 

Den Haag,

 

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland,

 

secretaris, drs. J.H. de Baas

voorzitter, drs. J. Smit

 

 

TOELICHTING, behorende bij bovengenoemd besluit.

 

Artikel I. Wijziging van de Arbeidsvoorwaardenregeling provincie Zuid-Holland 2008

 

Artikel 10 (roostervrije tijd)

Deze wijziging betreft de codificatie van de huidige praktijk. Roostervrije tijd is het verschil tussen de formele werktijd (36 u/wk) en de feitelijke werktijd (bedrijfstijd 40 u/wk). De teveel gewerkte uren, ± 203 op jaarbasis, dienen per kwartaal voor de helft te worden ingeroosterd; de andere helft mag de medewerker in dat kwartaal naar eigen inzicht opnemen. De praktijk leert dat dit niet of nauwelijks gebeurt. Aan deze beperkende bepalingen bestaat geen behoefte. In het nieuwe artikel is dan ook opgenomen dat de roostervrije tijd in zijn totaliteit ter vrije besteding in het betreffende kalenderjaar kan worden ingezet. Verder is gewijzigd het opnemen van verlof tijdens ziekte. Alleen die uren worden opgenomen die op die dag feitelijk gewerkt zouden zijn en niet het volledig aantal uren volgens aanstelling. Ook nieuw is dat een ziekteperiode geacht wordt één periode te zijn, indien binnen vier weken wederom sprake is van arbeidsongeschiktheid. Hierbij is aangesloten bij de Uitvoeringsregeling rechten en plichten bij ziekte en arbeidsongeschiktheid.

 

Artikel 12 (feestdagbepaling)

In dit artikel is bepaald dat de medewerker die op een feestdag overwerkt aanspraak heeft op een vergoeding van 100% van zijn bezoldiging en één werkdag extra verlof, tenzij aanspraak wordt gemaakt op de “normale” overwerkbepaling in artikel C.23 van de CAP. In laatstgenoemd artikel is opgenomen dat overwerk op een zondag, feestdag of andere door GS daarmee gelijkgestelde dag wordt vergoed tegen 100% in geld, alsmede verlof voor elk uur dat is overgewerkt.

 

Artikel 12 van de Arbeidsvoorwaardenregeling houdt in dat indien op een dergelijke dag slechts gedeeltelijk wordt overgewerkt aanspraak op een volledige vrije dag bestaat. Dit wordt als onwenselijk beschouwd.

 

Paragraaf 4 Ziekmelding (artikelen 14 t/m 19)

Deze paragraaf is volledig herzien en in overeenstemming gebracht met de huidige rechten en verplichtingen inzake arbeidsverzuim. Een en ander is nader uitgewerkt in het Verzuimprotocol en Arbobeleidsplan.

De overige onderdelen van Artikel I zijn van technische of redactionele aard.

 

Artikel II. Wijziging van de Uitvoeringsregeling Bezoldiging provincie Zuid-Holland

 

Artikel 7 (bijzondere toelage voor werkzaamheden buiten de normale werktijden)

In dit artikel worden functies genoemd die voor een toelage in aanmerking komen, indien ten minste drie uren buiten de periode van maandag tot en met vrijdag tussen 08.00 uur en 18.00 uur wordt gewerkt. Aangezien deze functies onder die benamingen niet meer voorkomen dan wel inhoudelijk zodanig zijn gewijzigd onder een andere functienaam, is het artikel hieraan aangepast.

 

Artikel 8 (bereikbaarheids- en gebondenheidsdiensten)

In dit artikel zijn de verouderde begrippen bereikbaarheidsdienst en met name de gebondenheidsdienst (= aan huis gebonden) aangepast. Thans wordt uitsluitend gesproken over bereikbaarheidsdiensten, met als onderscheid bereikbaar voor oproepen en bereikbaar voor oproepen om na oproep persoonlijk aanwezig te zijn op locatie.

 

Artikel 16 (gratificatie rampenbestrijding en waakdiensten)

In dit artikel wordt gesproken over rampenploegen en waakdiensten. De rampenploegen zijn na inwerkingtreding van de Wet Veiligheidsregio’s opgeheven. Daarvoor in de plaats is de provinciale crisis- en calamiteitenorganisatie Zuid-Holland gekomen. De piketdiensten (voorheen waakdiensten genoemd) maken deel uit van de crisisorganisatie. De tekst van het artikel is hieraan aangepast. Uitzondering is de waakdienst ten behoeve van de milieuklachtentelefoon bij de DCMR. Deze is nog operationeel. Aangezien de DCMR de Zuidhollandse rechtspositie volgt zou bij het schrappen van het betreffende artikellid de juridische basis voor de geldelijke toekenning ontvallen.

 

De overige onderdelen van Artikel II zijn van technische of redactionele aard.

 

Artikel III. Wijziging van de Verplaatsingskostenregeling woon-werkverkeer provincie Zuid-Holland 2011

 

Deze wijzigingen zijn van technische of redactionele aard.

 

Artikel IV. Wijziging van de Dienstreisregeling provincie Zuid-Holland 2011

 

Deze wijzgigingen zijn van technische of redactionele aard.

 

Artikel V. Wijziging van de Regeling eed en belofte

 

De wijziging houdt in dat thans alle medewerkers – behalve de secretaris en de directeuren van de directies – de eed of belofte afleggen ten overstaan van de secretaris.

 

De overige wijzigingen van artikel V zijn van redactionele aard.

 

Artikel VI. Wijziging van de Regeling s tudiefaciliteiten en d iplomagratificaties provincie Zuid-Holland 2012

 

De passage over de adviesinwinning is in de nieuwe tekst komen te vervallen, aangezien dit niet in lijn is met de systematiek van de regelgeving.

 

Artikel VII. Wijziging van de Uitvoeringsregeling reiskosten ambulante functies bij de directie Water en Milieu

 

Deze regeling vervalt. Deze regeling behelst een reiskostenvergoeding ten behoeve van medewerkers in bepaalde functiecategorieën van de voormalige directie Water en Milieu. Sinds de oprichting van de Omgevingsdiensten kent de provincie dergelijke functiecategorieën niet meer.

 

Artikel VIII. Besluit personenchauffeurs

 

Dit besluit vervalt. De provincie kent de functie van personenchauffeur niet meer. Het besluit blijft echter onverminderd van toepassing op de ambtenaar, die hieraan onmiddellijk voorafgaande aan het tijdstip van intrekking aanspraak ontleende.

 

Artikel IX. Spaarregeling compensatieverlof

 

Deze regeling vervalt. Vastgesteld is dat er in de praktijk aan deze regeling geen behoefte (meer) bestaat. Voor degenen die er ten tijde van intrekken aan deelnemen is een overgangsbepaling opgenomen.

Naar boven