Organisatiebesluit provincie Utrecht 2004, wijziging 31 mei 2016

Besluit van Gedeputeerde Staten van Utrecht en de Commissaris van de Koning in de provincie Utrecht van 31 mei 2016, nr. 8182C7FA, tot wijziging van het Organisatiebesluit provincie Utrecht 2004

 

Gedeputeerde staten van Utrecht;

 

De Commissaris van de Koning in de provincie Utrecht;

 

Gelet op de artikelen 158, eerste lid, onder c, en 176, tweede lid, van de Provinciewet;

 

Overwegende dat het nodig is het Organisatiebesluit op een aantal onderdelen te actualiseren en verduidelijken en het bestuurlijk mandaat voor toezichtbrieven IBT uit te breiden;

Besluiten:

Artikel I

Het Organisatiebesluit provincie Utrecht 2004 wordt als volgt gewijzigd.

A.

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd.

  • 1.

    Het eerste lid komt als volgt te luiden:

    • 1.

      Gedeputeerde staten verlenen geen algemeen mandaat aan hun leden, met uitzondering van de gevallen genoemd in het derde lid.

  • 2.

    De aanhef van het derde lid komt als volgt te luiden:

    • 3.

      Het betrokken lid van gedeputeerde staten is bevoegd:

  • 3.

    Het derde lid, onder a, komt als volgt te luiden:

    • a.

      brieven in het kader van interbestuurlijk toezicht vast te stellen en te ondertekenen die:

      • 1e.

        betrekking hebben op de beleidsdomeinen van de Verordening systematische toezichtinformatie provincie Utrecht, met toevoeging van huisvesting vergunninghouders; en

      • 2e.

        niet betreffen:

        • een indeplaatsstellingsbesluit als bedoeld in artikel 124 Gemeentewet, artikel 32b Wet gemeenschappelijke regelingen en artikel 60 Waterschapswet, of

        • een besluit inzake preventief financieel toezicht als bedoeld in artikel 203 van de Gemeentewet. In dat geval is de portefeuillehouder Financieel Toezicht bevoegd in overeenstemming met het gestelde onder e.

  • 4.

    Het derde lid, onder h, komt als volgt te luiden:

    • h.

      overeenkomsten, vastgesteld en aangegaan door het college, op ondergeschikte onderdelen dan wel redactioneel te wijzigen alsmede overeenkomsten te ondertekenen;

B.

Onder verlettering van de onderdelen h en i naar g en h komt onderdeel g van artikel 8, eerste lid (Vergunningverlening en Handhaving) te vervallen.

C.

Artikel 17, eerste lid, komt als volgt te luiden:

  • 1.

    De secretaris kan ondermandaat verlenen. Hij verleent ondermandaat aan de functionarissen bij de ambtelijke organisatie voor zover dat in overeenstemming is met hun taak en hun werkwijze.

D.

Hoofdstuk 6 komt als volgt te luiden:

Hoofdstuk 6 Het aangaan van verplichtingen

Artikel 25a Aanbesteding van werken

  • 1.

    Werken waarvan de geraamde bouwsom, exclusief BTW, gelijk is aan of meer bedraagt dan het vigerende Europese drempelbedrag worden aanbesteed op basis van een Europese openbare of niet-openbare procedure. Van deze procedures kan in bijzondere gevallen worden afgeweken.

  • 2.

    Werken met een geraamde bouwsom, exclusief BTW, lager dan het vigerende Europese drempelbedrag maar hoger dan of gelijk aan € 1.500.000, worden minimaal aanbesteed op basis van een nationale openbare procedure of nationale niet-openbare procedure. Op deze aanbestedingen is het Aanbestedingsreglement Werken 2012 (ARW 2012) van toepassing. Van deze procedures kan in bijzondere gevallen worden afgeweken.

  • 3.

    Werken met een geraamde bouwsom, exclusief BTW, lager dan € 1.500.000 maar hoger dan of gelijk aan € 150.000 worden minimaal aanbesteed op basis van een meervoudig onderhandse procedure. Op deze onderhandse procedure is het ARW 2012 van toepassing. Van deze procedure kan in bijzondere gevallen worden afgeweken.

  • 4.

    Werken met een geraamde bouwsom, exclusief BTW, lager dan € 150.000,– kunnen door middel van een enkelvoudige uitnodiging worden aanbesteed.

Artikel 25b Aanbesteding van leveringen

  • 1.

    Leveringen waarvan de geraamde waarde, exclusief BTW, gelijk is aan of meer bedraagt dan het vigerende Europese drempelbedrag worden aanbesteed op basis van een Europese openbare of niet-openbare procedure. Van deze procedures kan in bijzondere gevallen worden afgeweken.

  • 2.

    Leveringen met een geraamde waarde, exclusief BTW, lager dan het vigerende Europese drempelbedrag maar hoger dan of gelijk aan € 50.000,– worden minimaal aanbesteed op basis van een meervoudig onderhandse procedure. Van deze procedure kan in bijzondere gevallen worden afgeweken.

  • 3.

    Leveringen met een geraamde waarde, exclusief BTW, lager dan € 50.000,– kunnen door middel van een enkelvoudige uitnodiging worden aanbesteed.

Artikel 25c Aanbesteding van diensten

  • 1.

    Diensten waarvan de geraamde waarde, exclusief BTW, gelijk is aan of meer bedraagt dan het vigerende Europese drempelbedrag worden aanbesteed op basis van een Europese openbare of niet-openbare procedure. Van deze procedures kan in bijzondere gevallen worden afgeweken.

  • 2.

    Diensten met een geraamde waarde, exclusief BTW, lager dan het vigerende Europese drempelbedrag maar hoger dan of gelijk aan € 50.000,– worden minimaal aanbesteed op basis van een meervoudig onderhandse procedure. Van deze procedure kan in bijzondere gevallen worden afgeweken.

  • 3.

    Diensten met een geraamde waarde, exclusief BTW, lager dan € 50.000,–, kunnen door middel van een enkelvoudige uitnodiging worden aanbesteed. In afwijking hiervan wordt in het geval van de inhuur van personeel minimaal de meervoudig onderhandse procedure gevolgd. Van deze verplichting kan echter in bijzondere gevallen worden afgeweken.

Artikel 26

De secretaris heeft mandaat om aanwijzingen te geven ter uitvoering van het bepaalde in de artikelen 25a, 25b en 25c.

Artikel II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na dagtekening van het Provinciaal blad waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 15 februari 2016.

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van gedeputeerde staten van Utrecht van 31 mei 2016.

Gedeputeerde staten van Utrecht,

Voorzitter

Secretaris

De Commissaris van de Koning in de provincie Utrecht,

Toelichting

Dit besluit strekt tot wijziging van het Organisatiebesluit.

Het geeft een aantal actualisaties en verduidelijkingen.

Aanleiding

Er zijn twee aanleidingen

 

Ten eerste is het Organisatiebesluit is op onderdelen verouderd en onduidelijk.

 

Ten tweede is het bestuurlijk gewenst om het mandaat van gedeputeerden uit te breiden naar toezichtbrieven die in het kader van interbestuurlijk toezicht naar gemeenten, gemeenschappelijke regelingen en waterschappen worden gestuurd.

 

Bijgaande wijziging van het Organisatiebesluit voorziet hierin.

Inhoud besluit

1. Actualisatie en verduidelijking

Dit besluit voert een aantal wijzigingen door waaraan in de praktijk nu behoefte is (quick wins).

Concreet gaat het om het volgende:

Bij artikel 2, derde lid (bestuurlijk mandaat)

  • Verduidelijkt is dat de gedeputeerden, ieder voor hun eigen portefeuille, bevoegd zijn alle subsidiebesluiten te nemen en bijbehorende uitvoeringsovereenkomsten aan te gaan en te ondertekenen.

Dat de gedeputeerden dit mogen, staat reeds in het Organisatiebesluit (artikel 2, derde lid, onder k) en wordt in de praktijk ook zo toegepast.

In hetzelfde artikel is elders bepaald (onder a) dat gedeputeerden bevoegd zijn ten aanzien van subsidies tot € 4.500. Om de regeling consisent te maken en juridisch risico te voorkomen, is dit onderdeel a geschrapt.

  • Ingevoegd is dat de gedeputeerden bevoegd zijn brieven die in het kader van interbestuurlijk toezicht naar gemeenten, gemeenschappelijke regelingen en waterschappen worden gestuurd, vast te stellen en te ondertekenen.

Het betreft:

  • brieven waarin de uitvoering van wettelijke taken (omgevingsrecht, archiefwet en huisvesting vergunninghouders) wordt beoordeeld aan de hand van aangeleverde toezichtinformatie,

  • en mogelijke vervolgbrieven.

Het gaat nadrukkelijk niet om besluiten die een juridische interventie inhouden (behorend bij juridische schorsing/vernietiging dan wel indeplaatsstelling als bedoeld in artikel 124 Gemeentewet, artikel 32b Wet gemeenschappelijke regelingen en artikel 60 Waterschapswet). Deze besluiten zijn aan GS voorbehouden.

 

Het gaat ook niet om besluiten in het kader van preventief financieel toezicht als bedoeld in artikel 203 Gemeentewet. Voor die besluiten geldt dat de portefeuillehouder Financieel Toezicht ze mag nemen, mits ze in de eerstvolgende GS-vergadering worden bekrachtigd. Dit is bepaald in artikel 2 van het Organisatiebesluit (lid 3, onder e).

 

Bestuurlijke ondertekening (i.p.v. ambtelijk) geeft de brieven een betere lading, is meer in lijn met de toezichtbrieven die voor financieel toezicht al bestuurlijk worden ondertekend en schept een heldere toezichtrelatie tussen GS als toezichthouder en de besturen van gemeenten, waterschappen en gemeenschappelijke regelingen.

  • Verduidelijkt is dat de gedeputeerden alle overeenkomsten mogen ondertekenen.

Onderdeel h kon aldus worden gelezen dat gedeputeerden alleen overeenkomsten mogen ondertekenen die zij op ondergeschikte onderdelen dan wel redactioneel hebben gewijzigd. Dit is niet de bedoeling. De formulering van h is hierop aangepast.

Bij artikel 8 (inrichting organisatie)

De niet meer bestaande afdeling Vergunningverlening en Handhaving is uit het Organisatiebesluit verwijderd.

Bij artikel 17 (ondermandaat)

Verduidelijkt is dat de secretaris in- en extern ondermandaat mag verlenen.

Dit artikel kon aldus worden gelezen dat alleen ondermandaat binnen de ambtelijke organisatie is toegestaan en dat ondermandaat aan een externe, hoe onschuldig ook, via GS moet lopen. Met dit besluit is dit rechtgezet.

Uiteraard geldt de algemene lijn dat wanneer een mandaatbesluit gevoelig ligt of publieke aandacht kan krijgen, de besluitvorming wel door GS moet plaatsvinden (artikel 16 Organisatiebesluit). Dit moet bij elk voorgenomen besluit afgewogen worden.

Bij hoofdstuk 6 (aanbesteding)

Het hoofdstuk over aanbesteding is geactualiseerd en vereenvoudigd.

De drempelbedragen en procedures zijn in overeenstemming gebracht met nationale wetgeving en de circulaire van de Rijksoverheid inzake ‘grensbedragen voor procedures Aanbestedingswet 2012 onder de drempelwaarde’.

Naar boven