Verordening Rechtspositie Staten- en Burgerleden en andere Commissieleden 2016 Nummer 2016-22 /1917502

 

Provinciale Staten van de provincie Flevoland

Gelezen het voorstel van het college van Gedeputeerde Staten en de Statengriffie nummer 1899838

Gelet op de artikelen 93, 94, eerste en tweede lid en 143 Provinciewet, de

artikelen 4, 6a, vierde lid, 12, tweede lid, 13, en 14, van het Rechtspositiebesluit Staten- en

commissieleden;

Gezien het advies van de commissie Bestuur d.d. 11 mei 2016

Besluiten vast te stellen de Verordening Rechtspositie Staten- en burgerleden en andere commissieleden Provincie Flevoland 2016

 

Hoofdstuk I Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

a. commissie: een commissie als bedoeld in hoofdstuk V van de Provinciewet;

b. burgerlid: lid van een commissie, bedoeld in artikel 1, onderdeel d, van het Rechtspositiebesluit Staten- en commissieleden (artikel 80 Provinciewet);

c. ander commissielid: lid van een commissie, bedoeld in artikel 1, onderdeel d van het Rechtspositiebesluit Staten- en commissieleden (artikelen 81 en 82 Provinciewet);

d. daar waar sprake is van Staten- en burgerleden en andere commissieleden gezamenlijk worden zij in deze verordening aangeduid als Staten- en commissieleden.

Hoofdstuk II Voorzieningen voor Staten- en burgerleden Artikel 2 Vergoeding en onkostenvergoeding Statenleden

De vergoeding voor werkzaamheden en de tegemoetkoming in de kosten van een lid van Provinciale Staten zijn overeenkomstig de maximum vergoedingen als genoemd in artikel 2 Rechtspositiebesluit Staten- en commissieleden.

Artikel 3 Vergoeding voor werkzaamheden burgerleden (artikel 80 Provinciewet)

Aan burgerleden van een Statencommissie ex artikel 80 Provinciewet wordt een vergoeding toegekend voor het bijwonen van de vergaderingen van een commissie en haar subcommissies overeenkomstig artikel 13 van het Rechtspositiebesluit Staten- en commissieleden.

Artikel 4 Reis- en verblijfkosten binnenland Statenleden

  • 1.

    Aan het Statenlid worden vergoed:

    - de reiskosten voor het bijwonen van vergaderingen van Provinciale Staten en van een commissie. Het gaat om reiskosten van woonhuis naar vergaderplek.

    - de reiskosten ter zake van andere door of vanwege de provincie georganiseerde activiteiten.

  • 2.

    De in het eerste lid bedoelde vergoeding betreft:

    a. bij gebruik van openbaar vervoer en van een taxi: een volledige vergoeding van de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten;

    b. bij gebruik van een eigen vervoermiddel: een vergoeding van de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten overeenkomstig de bedragen in de artikelen 2 en 4 van de Reisregeling binnenland.

  • 3.

    Het Statenlid wordt tijdens zakelijk verblijf op het provinciehuis maaltijden en consumpties vanwege de provincie verstrekt conform het cateringarrangement dat is afgestemd op het vergaderschema.

  • 4.

    Het Statenlid ontvangt een vergoeding voor de noodzakelijke verblijfkosten ter zake van andere door of vanwege de provincie georganiseerde activiteiten/reizen. Vergoeding van deze kosten vindt plaats overeenkomstig het gestelde en tot ten hoogste de bedragen genoemd in het Reisbesluit binnenland.

Artikel 5 Reis- en verblijfkosten burgerleden

  • 1.

    Aan het burgerlid worden vergoed:

    - de reiskosten voor het bijwonen van vergaderingen van een commissie.

    - de reiskosten ter zake van andere door of vanwege de provincie georganiseerde activiteiten binnen de provinciegrens. Het gaat om reiskosten van woonhuis naar vergaderplek.

  • 2.

    De in het eerste lid bedoelde vergoeding betreft:

    a. bij gebruik van openbaar vervoer en van een taxi: een volledige vergoeding van de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten;

    b. bij gebruik van een eigen vervoermiddel: een vergoeding van de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten overeenkomstig de bedragen in de artikelen 2 en 4 van de Reisregeling binnenland.

  • 3.

    Het burgerlid wordt tijdens zakelijk verblijf op het provinciehuis maaltijden en consumpties vanwege de provincie verstrekt conform het cateringarrangement dat is afgestemd op het vergaderschema.

  • 4.

    Het burgerlid ontvangt een vergoeding voor de noodzakelijke verblijfkosten van andere door of vanwege de provincie georganiseerde activiteiten/reizen binnen de provinciegrens. Vergoeding van de kosten vindt plaats tot ten hoogste de bedragen genoemd in het Reisbesluit binnenland.

Artikel 6 Buitenlandse excursie of reis voor Statenleden

  • 1.

    Provinciale Staten kunnen Statenleden, al dan niet verenigd in een commissie of delegatie uit Provinciale Staten, toestemming verlenen voor een excursie of reis naar het buitenland als deze door of vanwege de provincie wordt georganiseerd. Provinciale Staten kunnen aan de toestemming voorwaarden verbinden.

  • 2.

    Voor door of vanwege de provincie georganiseerde reizen naar een europese instelling is geen voorafgaande toestemming vereist.

  • 3.

    De in redelijkheid gemaakte reis- en verblijfkosten komen voor rekening van de provincie.

Artikel 7 Kosten van deelname aan cursussen, congressen en symposia door het individuele Staten- of burgerlid

  • 1.

    De kosten van deelname door een Staten- of burgerlid aan een cursus, congres of seminar dat door of vanwege de provincie wordt aangeboden of verzorgd komen voor rekening van de provincie. Voor vergoeding van reiskosten zijn de artikelen 4 en 5 van overeenkomstige toepassing.

  • 2.

    Het Staten- of burgerlid dat wil deelnemen aan een cursus, congres, seminar of symposium dat niet door of vanwege de provincie wordt aangeboden of verzorgd en de kosten hiervan wil declareren, dient daartoe vooraf een gemotiveerde aanvraag in door tussenkomst van de fractievoorzitter.

  • 3.

    De aanvraag bedoeld in het tweede lid gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie.

  • 4.

    Voor vergoeding komen in aanmerking de kosten van deelname alsmede de reis- en verblijfskosten overeenkomstig het gestelde in de artikelen 4 en 5 van deze verordening.

  • 5.

    De kosten komen voor rekening van de provincie als deelname van belang is in verband met de vervulling van het Staten- of burgerlidmaatschap.

  • 6.

    De Commissaris van de Koning en de Griffier van Provinciale Staten besluiten over de in het tweede lid van dit artikel bedoelde aanvraag.

Artikel 8 iPad voor Staten- en burgerleden

  • 1.

    Conform de digitale vergaderwijze van Provinciale Staten wordt ter uitvoering van artikel 6a Rechtspositiebesluit Staten- en commissieleden aan een Staten- of een burgerlid een iPad ter beschikking gesteld.

  • 2.

    Het Staten- of burgerlid ondertekent als hem een iPad, bijbehorende apparatuur of software in bruikleen of ter beschikking wordt gesteld een bruikleenovereenkomst met de provincie.

  • 3.

    Gedeputeerde staten kunnen ter uitvoering van dit artikel nadere regels vaststellen.

Artikel 9 Uitkering bij overlijden Statenleden

  • 1.

    In geval van overlijden van het Statenlid wordt aan de weduwe of weduwnaar van wie het overleden Statenlid niet duurzaam gescheiden leefde een bedrag uitgekeerd, gelijk aan de in artikel 2 van het Rechtspositiebesluit Staten- en commissieleden bedoelde vergoeding voor de werkzaamheden, welke het Statenlid laatstelijk genoot over een tijdvak van drie maanden. Indien de overledene geen weduwe of weduwnaar van wie het overleden Statenlid niet duurzaam gescheiden leefde nalaat, geschiedt de uitkering ten behoeve van de minderjarige wettige of natuurlijke kinderen, of minderjarige kinderen waarover de overledene de pleeg ouderlijke zorg droeg. Onder pleeg ouderlijke zorg wordt verstaan de zorg voor het onderhoud en de opvoeding van het kind als was het een eigen kind, onafhankelijk van enige verplichting daartoe of van het genieten van een vergoeding daarvoor. Ontbreken ook zodanige kinderen dan geschiedt de uitkering aan degenen die geheel of grotendeels afhankelijk waren van het inkomen van het Statenlid.

  • 2.

    Voor de toepassing de toepassing van dit artikel wordt onder weduwe of weduwnaar mede verstaan de achtergebleven geregistreerde partner alsmede degene met wie het overleden Statenlid ongehuwd samenleefde en een gezamenlijke huishouding heeft gevoerd als bedoeld in artikel 3, derde en vierde lid, van de Algemene nabestaandenwet.

  • 3.

    Dit artikel is niet van toepassing op een Statenlid dat is benoemd in de plaats die is opengevallen als gevolg van het tijdelijk ontslag van een Statenlid wegens zwangerschap en bevalling of ziekte, ingevolge artikel X 12 van de Kieswet.

Artikel 10 Aanwijzing als eindheffingsbestanddeel

  • 1.

    Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden aangewezen de vergoedingen en verstrekkingen als bedoeld in artikel 12a van het Rechtspositiebesluit Staten- en commissieleden.

  • 2.

    Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden verder aangewezen de vergoedingen en verstrekkingen bedoeld in hoofdstuk II van deze verordening, voor zover deze worden gerekend tot een vergoeding of verstrekking als bedoeld in artikel 31a, tweede lid, onderdelen a tot en met h, van de Wet op de Loonbelasting 1964.

Hoofdstuk III Voorzieningen voor andere commissieleden Artikel 11 Vergoeding voor werkzaamheden andere commissieleden

  • 1.

    Bestuurs- en andere commissieleden ex artikel 81 en 82 Provinciewet, voorzover zij geen Statenlid of gedeputeerde zijn en

    a. die voor deelneming aan werkzaamheden van de commissie zijn aangetrokken vanwege hun beroepsmatige deskundigheid op het taakgebied van de commissie en

    b. ten aanzien waarvan de vergoeding niet geacht kan worden in redelijke verhouding te staan tot de zwaarte van hun taak en de omvang van de te verrichten arbeid ontvangen een vergoeding van 250 % van het bedrag (met inachtneming van de jaarlijkse herziening) vermeld in artikel 13 van het Rechtspositiebesluit Staten- en commissieleden.

  • 2.

    De voorzitters en plaatsvervangende voorzitters van de in lid 1 van dit artikel genoemde commissies ontvangen bij vergaderingen, waarvan zij daadwerkelijk de functie van voorzitter vervullen, 300 % van de vergoeding als bedoeld in lid 1.

Artikel 12 Reis- en verblijfkosten andere commissieleden

  • 1.

    Aan andere commissieleden worden vergoed de reiskosten van woonhuis naar provinciehuis voor het bijwonen van vergaderingen van een commissie.

  • 2.

    Het andere commissielid wordt tijdens zakelijk verblijf op het provinciehuis, maaltijden en consumpties vanwege de provincie verstrekt.

Hoofdstuk IV De procedure van declaratie door Staten- en burgerleden Artikel 13 Betaling vergoedingen Staten- en burgerleden Staten- en burgerleden kunnen op de door de griffie aangegeven wijze reis- en verblijfkosten declareren. De griffier of een door hem aangewezen ambtenaar behoudt zich het recht voor een declaratie al dan niet te fiatteren c.q. te wijzigen.

Hoofdstuk V Citeertitel en inwerkingtreding Artikel 14 Intrekken oude regelingDe verordening rechtpositie gedeputeerden, Staten- en commissieleden 2008 wordt ingetrokken op het moment dat de nieuwe verordening in werking treedt.

Artikel 15 Inwerkingtreden

Deze verordening treedt in werking op 1 juni 2016

Artikel 16 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als Verordening Rechtspositie Staten- en burgerleden en andere commissieleden Provincie Flevoland 2016.

 

Vastgesteld in de openbare vergadering van Provinciale Staten 25 mei 2016

de griffier de voorzitter

 

Lelystad, 25 mei 2016

 

Uitgegeven op 30 mei 2016

 

De griffier van Provinciale Staten van Flevoland

Naar boven