Provincie Zeeland – Wijziging collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Provincies (CAP)

Besluit van gedeputeerde staten d.d. 15 december 2015, kenmerk 15017563, houdende wijziging van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Provincies (CAP).

 

Gedeputeerde staten van Zeeland,

 

  • -

    dat in de cao provincies 2012-2015 provincies en vakbonden hebben afgesproken dat zij invulling geven aan de landelijke afspraken over extra banen voor arbeidsgehandicapten overeenkomstig de in de cao overeengekomen fasering;

  • -

    dat de provincies gezamenlijk ultimo 2023 340 extra banen hebben gerealiseerd;

  • -

    dat de vakorganisaties in het Sectoroverleg Provinciale Arbeidsvoorwaarden (SPA) recent aanvullende afspraken hebben gemaakt over de rechtspositie van medewerkers met een arbeidsbeperking die een aanstelling krijgen op grond van de CAP;

  • -

    dat deze aanvullende afspraken worden vertaald in wijzigingen in de CAP;

  • -

    gelet op de Algemene wet bestuursrecht (Awb);

 

besluiten

tot de volgende wijziging van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Provincies

 

Artikel I  

In de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Provincies wordt een nieuw artikel 8A toegevoegd, luidende:

 

Artikel 8A Salaris bij aanstelling op grond van de banenafspraak

  • 1.

    In afwijking van artikel C.5, eerste en tweede lid, geldt salarisschaal A in bijlage 2 van deze regeling voor de ambtenaar die een aanstelling krijgt omdat hij onder de Participatiewet valt en door beperkingen niet zelfstandig het wettelijk minimumloon kan verdienen of omdat hij een indicatie heeft op basis van de Wet Sociale Werkvoorziening.

  • 2.

    Voor de in het eerste lid bedoelde ambtenaar geldt dat het schaalbedrag vermenigvuldigd met de loonwaarde maximaal het wettelijk minimumloon mag zijn.

  • 3.

    In afwijking van artikel C.6, eerste lid, geldt voor de ambtenaar die een aanstelling krijgt omdat hij WAJONG-er is met arbeidsvermogen, en voor wie een loonwaarde van minder dan 100% is vastgesteld, dat hij recht heeft op het door zijn loonwaarde bepaalde percentage van het salaris.

  • 4.

    Op het in het derde lid door de loonwaarde bepaalde salaris is artikel C.6, tweede lid, niet van toepassing als betrokkene in aanmerking komt voor loondispensatie.

  • 5.

    Voor de in dit artikel bedoelde ambtenaar geldt niet de minimumvakantieuitkering per maand genoemd in bijlage 2 van deze regeling; deze ambtenaar heeft wel recht op 8% vakantietoeslag als onderdeel van zijn IKB op grond van artikel C.17.

Artikel II  

De toelichting op artikel 8A luidt:

 

De medewerkers bedoeld in dit artikel hebben zoals alle ambtenaren bij de provincies een functieomschrijving op basis van FUWAPROV. De medewerkers bedoeld in het eerste lid worden echter ingeschaald in schaal A in plaats van in de schaal die op basis van de functieomschrijving zou gelden. De medewerkers bedoeld in het derde lid hebben de inschaling die hoort bij hun functieomschrijving.

 

Omdat de medewerker bedoeld in het eerste lid niet zelfstandig het minimumloon kan verdienen, is het tweede lid opgenomen. Een voorbeeld ter toelichting: een medewerker heeft een loonwaarde van 85%. Als zijn schaalbedrag hoger zou worden dat 118% (118 * 0,85 = 100) zou hij zelfstandig meer dan het minimumloon kunnen verdienen. Deze bepaling is alleen van belang voor medewerkers met een loonwaarde van 83% of meer (alleen dan is het maximum schaalbedrag maal de loonwaarde hoger dan het WML).

 

Alle overige bepalingen in de CAP en haar uitvoeringsregelingen waarop in dit artikel geen uitzondering wordt gemaakt, zijn van toepassing.

 

Artikel III  

Bijlage 2 van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Provincies wordt gewijzigd en komt te luiden als volgt;

 

Bijlage 2, bedoeld in artikel C.4, eerste lid, van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Provincies (salarisgebouw provincies en minimum vakantie-uitkering per 1 januari 2016)

 

SCHAAL A

 

Maximum

120% van het Wettelijk Minimumloon

Minimum

100% van het Wettelijk Minimumloon

SCHAAL 1

 

Maximum

€ 1.755,47

Minimum

€ 1.389,81

SCHAAL 2

 

Maximum

€ 1.935,87

Minimum

€ 1.529,34

SCHAAL 3

 

Maximum

€ 2.112,85

Minimum

€ 1.478,99

SCHAAL 4

 

Maximum

€ 2.227,53

Minimum

€ 1.559,28

SCHAAL 5

 

Maximum

€ 2.342,37

Minimum

€ 1.639,65

SCHAAL 6

 

Maximum

€ 2.453,94

Minimum

€ 1.717,75

SCHAAL 7

 

Maximum

€ 2.707,26

Minimum

€ 1.895,08

SCHAAL 8

 

Maximum

€ 3.066,05

Minimum

€ 2.146,24

SCHAAL 9

 

Maximum

€ 3.469,48

Minimum

€ 2.428,64

SCHAAL 10

 

Maximum

€ 3.804,08

Minimum

€ 2.662,85

SCHAAL 11

 

Maximum

€ 4.447,57

Minimum

€ 3.113,28

SCHAAL 12

 

Maximum

€ 5.069,01

Minimum

€ 3.548,31

SCHAAL 13

 

Maximum

€ 5.504,48

Minimum

€ 3.853,14

SCHAAL 14

 

Maximum

€ 6.237,10

Minimum

€ 4.365,97

SCHAAL 15

 

Maximum

€ 6.859,83

Minimum

€ 4.801,87

SCHAAL 16

 

Maximum

€ 7.545,73

Minimum

€ 5.282,02

SCHAAL 17

 

Maximum

€ 8.299,51

Minimum

€ 5.809,66

SCHAAL 18

 

Maximum

€ 9.129,14

Minimum

€ 6.390,38

 

Alle salarisbedragen zijn uitgedrukt in euro's. Het zijn maandbedragen die gelden bij een 36-urige werkweek. Bij een formele arbeidsduur van minder (of meer) uren per week worden de bedragen naar evenredigheid bepaald.

 

De minimumvakantie-uitkering per maand bedraagt bij een volledige functie per 1 juli 2015:

€ 151,67.

 

Het wettelijk minimumloon in schaal A is het wettelijk minimumloon zoals vastgesteld op grond van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag. Op schaal A zijn de cao loonstijgingen in de sector provincies niet van toepassing.

 

Artikel IV  

Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin het is geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2016.

 

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van gedeputeerde staten van 15 december 2015.

 

 

drs. J.M.M. Polman, voorzitter

A.W. Smit, secretaris

 

Uitgegeven 4 januari 2016

de secretaris, A.W. Smit

Naar boven