Goedkeuring Kostentoedelingsverordening watersysteembeheer 2016

Besluit van Gedeputeerde Staten van Drenthe van 12 januari 2016, kenmerk 3.6/2016000030, team Natuur en Water, tot bekendmaking van hun besluit tot goedkeuring van de Kostentoedelingsverordening watersysteembeheer 2016

 

 

Gedeputeerde Staten van Drenthe;

 

gelezen het besluit van het Algemeen Bestuur van het waterschap Drents Overijsselse Delta van 4 januari 2016 tot vaststelling van de Kostentoedelingsverordening watersysteembeheer 2016;

 

overwegende dat Gedeputeerde Staten van Overijssel de Kostentoedelingsverordening watersysteembeheer 2016 hebben goedgekeurd en ons dit bij brief d.d. 11 januari 2016, kenmerk 2015/0412793, kenbaar hebben gemaakt;

 

overwegende dat Gedeputeerde Staten van Overijssel ons hebben verzocht de verdere procedure tot goedkeuring mede namens hen uit te voeren;

 

overwegende dat het ontwerp van de Kostentoedelingsverordening watersysteembeheer 2016 van 22 september 2015 tot en met 2 november 2015 ter inzage heeft gelegen;

 

overwegende dat sprake is van een zorgvuldig doorlopen procedure;

 

overwegende dat de Kostentoedelingsverordening watersysteembeheer 2016 niet in strijd is met het recht;

 

 

BESLUITEN:

 

 

A. Het besluit van het Algemeen Bestuur van het waterschap Drents Overijsselse Delta van 4 januari 2016 tot vaststelling van de Kostentoedelingsverordening watersysteembeheer 2016, mede namens Gedeputeerde Staten van Overijssel goed te keuren.

 

B. Dat het goedkeuringsbesluit door het waterschap wordt bekendgemaakt overeenkomstig de Algemene wet bestuursrecht.

 

 

Toelichting bij het besluit tot goedkeuring van de Kostentoedelingsverordening watersysteembeheer 2016

 

Op grond van artikel 120, vijfde lid, van de Waterschapswet, heeft het Dagelijks Bestuur van het waterschap Drents Overijsselse Delta bij brief van 5 januari 2016, kenmerk 622-75, de Kostentoedelingsverordening watersysteembeheer 2016 ter goedkeuring aan ons voorgelegd. Gelet op het interprovinciale karakter van het waterschap heeft het waterschap de Kostentoedelingsverordening watersysteembeheer 2016 ook ter goedkeuring voorgelegd aan Gedeputeerde Staten (GS) van Overijssel. Gezien het Goedkeuringsbesluit van GS van Overijssel, ons kenbaar gemaakt bij brief van 11 januari 2016 (kenmerk 2015/0412793), besluiten wij mede namens het college van GS van Overijssel.

 

 

1. Procedure

Waterschappen kunnen op grond van artikel 133 van de Grondwet verordeningen vaststellen. Dit recht is opgenomen in artikel 56 van de Waterschapswet dat regelt dat het waterschapsbestuur bevoegd is tot regeling en bestuur ter behartiging van de taken die het waterschap in het reglement zijn opgedragen en die gevorderd kunnen worden bij wet, Algemene Maatregel van Bestuur of bij provinciale verordening.

 

De Waterschapswet vordert in artikel 120, eerste lid, dat het Algemeen Bestuur van het waterschap een verordening vaststelt, waarin voor elk van de categorieën van heffingplichtigen de toedeling van het kostenaandeel is opgenomen (Kostentoedelingsverordening). In de Kostentoedelingsverordening kan ook worden bepaald dat de kosten van heffing en invordering van de waterschapsheffing en de kosten van de verkiezing van de leden van het Algemeen Bestuur rechtstreeks aan de betrokken categorieën van heffingplichtigen worden toebedeeld.

 

De Kostentoedelingsverordening watersysteembeheer 2016 heeft van 22 september 2015 tot en met 2 november 2015 ter inzage gelegen. Belanghebbenden zijn in de gelegenheid gesteld gedurende de termijn van terinzagelegging hun zienswijze kenbaar te maken bij de commissie tot voorbereiding van de instelling van het waterschap Drents Overijsselse Delta. Tegen de Kostentoedelingsverordening watersysteembeheer 2016 zijn geen zienswijzen ingediend. Het Algemeen Bestuur van het waterschap Drents Overijsselse Delta heeft de Kostentoedelingsverordening watersysteembeheer 2016 op 4 januari 2016 dan ook vastgesteld overeenkomstig het eerder vastgestelde ontwerp.

 

 

2. Inhoud

In de Kostentoedelingsverordening watersysteembeheer 2016 zijn de aandelen van de belanghebbende categorieën bij het watersysteembeheer van het waterschap als volgt vastgesteld.

 

Ingezetenen 35%

Gebouwd 47,12%

Ongebouwd 17,52%

Natuurterreinen 0,36%

 

Artikel 120, lid 2, van de Waterschapswet bepaalt dat het kostenaandeel van de ingezetenen wordt vastgesteld aan de hand van de gemiddelde inwonerdichtheid per vierkante kilometer in het gebied van het waterschap. Het waterschap bepaalt het ingezetenenaandeel op 35% en motiveert deze keuze nader door vast te stellen dat de inwonerdichtheid van 240 inwoners per vierkante kilometer correspondeert met een percentage van 25. Het waterschap heeft de vrijheid dit percentage vervolgens te verhogen met 10 tot 35. De wetgever biedt deze ruimte aan waterschappen waarvan het grondgebied voor 25% bestaat uit natuurterreinen.

 

Het waterschap past de ruimte voor het differentiëren van de tarieven toe voor de buitendijks gelegen gebieden en wegen. De buitendijkse gebieden zijn ook na 1 januari 2016 niet heffingplichtig. Verder verhoogt het waterschap de heffing voor wegen met 100%. Reden hiervoor is het economisch belang van wegen en het feit dat wegen als verhard oppervlak meer waterbezwaar maken dan de andere onderdelen binnen de categorie Overig ongebouwd. De tariefdifferentiatie leidt in dit geval tot een beperkte verschuiving van de kosten van particuliere grondeigenaren naar de gemeenten en provincies. Rechtsvoorganger waterschap Groot Salland maakte geen gebruik van de mogelijkheid die de Waterschapswet op dit punt sinds enkele jaren biedt. Het waterschap Reest en Wieden deed dit eerder wel.

 

 

3. Rechtsgrondslag en belangenafweging

Afdeling 10.2.1 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) bevat een algemene regeling voor de goedkeuring van besluiten. Besluiten kunnen op grond van artikel 10:26 van de Awb slechts aan goedkeuring worden onderworpen in bij of krachtens de wet bepaalde gevallen. In dit geval vloeit het goedkeuringsvereiste voort uit het bepaalde in artikel 120, lid 5, van de Waterschapswet. Daarbij bepaalt artikel 10:27 van de Awb dat goedkeuring slechts kan worden onthouden wegens strijd met het recht of op een grond, neergelegd in de wet waarin of krachtens welke de goedkeuring is voorgeschreven. Van een dergelijke grond is hier geen sprake. De inhoudelijke toets is beperkt tot de vraag of het waterschapsbestuur in redelijkheid heeft kunnen komen tot het besluit ('marginale toets').

 

 

Gedeputeerde Staten voornoemd,

 

M.-A.D. van Nieuwpoort, plv. secretaris

 

 

Uitgegeven 18 januari 2016

Naar boven