Provinciaal blad van Limburg
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Limburg | Provinciaal blad 2016, 2761 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Limburg | Provinciaal blad 2016, 2761 | Verordeningen |
Nadere Subsidieregels Proof of Principle Fonds
Gedeputeerde Staten van Limburg,
maken ter voldoening aan het bepaalde in de Provinciewet en het bepaalde in de Algemene Subsidieverordening 2012 Provincie Limburg bekend dat zij in hun vergadering van 10 mei 2016 gewijzigd hebben vastgesteld:
NADERE SUBSIDIEREGELS PROOF OF PRINCIPLE FONDS
HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Haalbaarheidsonderzoek: Het betreft een onderzoek naar de technische, markteconomische en/of commerciële haalbaarheid. Het onderzoek moet resulteren in een eenduidig inzicht in de haalbaarheid van een nieuw te ontwikkelen product, dienst of technologie. Tevens moet het onderzoek resulteren in een globaal plan hoe de pmc om te zetten in bedrijvigheid.
MKB-ondernemingen: Midden- en kleinbedrijf zoals gedefinieerd in bijlage 1 bij Verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014, waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met de gemeenschappelijke markt verenigbaar worden verklaard (bijlage 1 bij deze nadere regels).
Artikel 2 Doelstelling/doel van de regeling
Het Proof of Principle-fonds, als onderdeel van het LBDF, is gericht op het structureel versterken van het concurrentievermogen van de Limburgse industrie en stuwende dienstverlening, in het bijzonder van het MKB. Deze regeling biedt financiële ondersteuning voor het laten doen van haalbaarheidsonderzoeken naar innovatieve ideeën die kunnen leiden tot nieuwe bedrijvigheid.
Voor subsidie kunnen in aanmerking komen MKB-ondernemingen die:
Artikel 4 Europese regelgeving
Deze nadere regels zijn gebaseerd op Verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014, waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met de gemeenschappelijke markt verenigbaar worden verklaard (hierna: de algemene groepsvrijstellingsverordening).
Artikel 5 Algemene subsidiecriteria
Om voor een subsidie in aanmerking te komen, gelden de volgende algemene criteria:
De toeleverancier, als bedoeld in artikel 14, lid 2, sub g, wiens kosten worden opgevoerd als subsidiabele kosten, mag geen moeder-, dochter- of zusteronderneming, in ondernemersrechtelijke zin zijn van de aanvrager, noch mag er sprake zijn van een familiaire band tussen aanvrager en toeleverancier. Dit is slechts anders als er sprake is van aantoonbare unieke kennis en inzicht van de zijde van de toeleverancier. Dit naar het oordeel van het LBDF.
Artikel 6 Specifieke subsidiecriteria
Artikel 7 Verplichtingen subsidieontvanger
In aanvulling op de in hoofdstuk 4 van de Algemene Subsidieverordening 2012 Provincie Limburg genoemde verplichtingen, gelden de volgende verplichtingen:
De aanvrager c.q. subsidieontvanger informeert het LBDF onmiddellijk over de indiening bij de rechtbank van een verzoek tot het op hem van toepassing verklaren van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen, tot verlening van surseance van betaling aan hem of tot faillietverklaring van hem. In de voornoemde gevallen zal de beslissing op de aanvraag/uitbetaling van de subsidie worden opgeschort totdat er duidelijkheid bestaat of het project gerealiseerd is of nog gerealiseerd zal worden.
In aanvulling op artikel 15 van de Algemene Subsidieverordening 2012 Provincie Limburg, wordt de subsidieaanvraag afgewezen indien:
Artikel 9 Indienen subsidieaanvraag
Artikel 10 Termijn voor indienen subsidieaanvraag
De subsidieaanvraag kan worden ingediend vanaf de inwerkingtreding van deze nadere regels en dient uiterlijk 1 april 2021 bij het Fondssecretariaat te zijn ontvangen. De datum van de ontvangststempel van het fondssecretariaat LBDF is bepalend.
Artikel 11 Indienen verzoek tot subsidievaststelling
HOOFDSTUK 4 FINANCIËLE ASPECTEN
De subsidie bedraagt maximaal 35% van de totale subsidiabele kosten, waarbij het subsidiebedrag nooit meer bedraagt dan € 50.000,00.
Artikel 14 Subsidiabele en niet-subsidiabele kosten
1.Subsidiabel zijn uitsluitend kosten die aantoonbaar gerelateerd zijn aan het uitvoeren van het haalbaarheidsonderzoek. Het betreft de volgende kosten:
a) loon-en arbeidskosten: indien voor het berekenen van uurtarieven gebruik wordt gemaakt van een forfaitair vastgesteld uurtarief, dan is artikel 3, onder e, van toepassing van de “Nadere regels met betrekking tot uniforme berekeningswijzen uurtarieven in het kader van het verstrekken van subsidies”. Het forfaitair uurtarief wordt vastgesteld op € 60,00. Het forfaitair vastgesteld uurtarief wordt gehanteerd voor alle direct bij de subsidiabele activiteit betrokken personen en omvat zowel directe arbeids- en loonkosten als de daaraan toegerekende indirecte kosten.
b) materiaalkosten voor de bouw van bijvoorbeeld een niet-functioneel prototype;
c) afschrijvingskosten gedurende het project voor bijvoorbeeld apparatuur die specifiek ten behoeve van dit project is aangeschaft;
d) kosten voor de benutting van apparatuur; en
e) kosten voor inzet van derden ten behoeve van de uitvoering van het haalbaarheidsonderzoek.
2.In aanvulling op het bepaalde in artikel 14 van de Algemene Subsidieverordening 2012 Provincie Limburg zijn de volgende kosten niet subsidiabel:
a) kosten voor het volgen van een opleiding;
b) het (laten) uitvoeren van fundamenteel onderzoek;
f) het oprichten van privaatrechtelijke rechtspersonen;
g) kosten die ten behoeve van het haalbaarheidsonderzoek zijn gemaakt vóór de indiening van de subsidieaanvraag;
h) aantoonbare actuele of recente historische verwevenheid tussen de aanvrager en een toeleverancier wiens kosten worden opgevoerd als subsidiabele kosten is niet toegestaan, tenzij er onderling interne tarieven worden gehanteerd. Voor zover er sprake is geweest van historische verwevenheid moet deze van minimaal 12 maanden of langer geleden zijn.
Artikel 16 Inwerkingtreding, beëindiging en citeertitel
Artikel 2 Doelstelling/doel van de regeling
Het LBDF is gericht op het structureel versterken van het concurrentievermogen van de Limburgse industrie en stuwende dienstverlening. Het LBDF concentreert zich daarbinnen specifiek op het midden- en kleinbedrijf (MKB). Innovatieve ideeën die kunnen leiden tot nieuwe bedrijvigheid kunnen vanuit het LBDF financieel worden ondersteund. Afhankelijk van de ontwikkelingsfase van het innovatieve idee zich op de as van idee tot bedrijvigheid, zijn binnen het LBDF drie opeenvolgende fondsen beschikbaar, met ieder hun specifieke financiële instrumenten. De proof of principle subsidieregeling is er hier één van.
Artikel 4 Europese regelgeving
Deze nadere regels vinden hun grondslag in de algemene groepsvrijstellingverordening, in voornamelijk artikel 25.
Een project wordt getoetst op onder andere de volgende algemene criteria:
Voor vragen over deze subsidieregeling kunt u contact opnemen met:
LBDF p/a NV Industriebank LIOF
Bijlage 1 Europese MKB-definitie
Aldus besloten in de vergadering van Gedeputeerde Staten, gehouden op 10 mei 2016
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2016-2761.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.