Openstellingsbesluit POP3 uitvoering LEADER

Besluit van Gedeputeerde Staten van Drenthe van 26 april 2016, kenmerk 5.1/2016002243, team Plattelandsontwikkeling, tot bekendmaking van hun besluit tot vaststelling van het Openstellingsbesluit POP3 uitvoering LEADER

 

 

 

Gedeputeerde Staten van Drenthe;

 

gelet op artikel 1.3 van de Verordening Subsidies Plattelandsontwikkelingsprogramma 2014-2020 (Verordening POP3-subsidies provincie Drenthe), hierna te noemen de Verordening;

 

 

BESLUITEN:

 

 

het Openstellingsbesluit POP3 uitvoering LEADER vast te stellen.

 

 

 

Gedeputeerde Staten voornoemd,

 

dr.h.c. J. Tichelaar, voorzitter

mevrouw mr. A.M. van Schreven, secretaris

 

 

 

Uitgegeven 3 mei 2016

 

 

Paragraaf 1 LEADER Zuidoost-Drenthe

 

Artikel 1  

Open te stellen de maatregel Uitvoering van LEADER-projecten, hoofdstuk 3, LEADER, paragraaf 3, van de Verordening.

 

Artikel 2 Indiening

Aanvragen worden elektronisch ingediend bij het Samenwerkingsverband Noord-Nederland (SNN) via de website http://www.snn.eu/subsidies/landbouw-pop3/provincie-drenthe/.

 

Artikel 3 Subsidieplafond

  • 1.

    De periode voor het indienen van aanvragen is van 17 mei 2016 tot en met 27 juni 2016 en van 1 september 2016 tot en met 31 oktober 2016.

  • 2.

    Het subsidieplafond voor de projecten die vallen onder de Lokale Ontwikkelingsstrategie (LOS) Zuidoost-Drenthe voor de openstellingsperiode I vast te stellen op € 1.000.000,--, samengesteld uit € 500.000,-- Europese middelen en € 500.000,-- provinciale middelen, en voor de periode II vast te stellen op € 500.000,--, samengesteld uit € 250.000,-- Europese middelen en € 250.000,-- provinciale middelen.

 

Artikel 4 Subsidiabele activiteiten

Subsidie kan worden verstrekt voor de uitvoering van concrete acties die passen binnen de LOS Zuidoost-Drenthe.

 

Artikel 5 Aanvrager

Subsidie wordt verstrekt aan:

  • a.

    publieke rechtspersonen

  • b.

    private rechtspersonen

 

Artikel 6 Subsidiabele kosten

Onverminderd het bepaalde in artikel 1.12 van de Verordening kan subsidie worden verstrekt voor de volgende kosten, gemaakt ter voorbereiding of uitvoering van projecten die passen binnen de LOS:

  • a.

    de kosten van de bouw, verbetering, verwerving of leasing van onroerende zaken

  • b.

    de kosten van de koop van nieuwe goederen of huurkoop van nieuwe machines en installaties tot maximaal de marktwaarde van de activa

  • c.

    de kosten van adviseurs, architecten en ingenieurs

  • d.

    de kosten van haalbaarheidsstudies

  • e.

    de kosten van verwerving of ontwikkeling van computersoftware

  • f.

    de kosten van verwerving van octrooien, licenties, auteursrechten en merken

  • g.

    reis- en verblijfkosten

  • h.

    de kosten voor public relations

  • i.

    voorbereidingskosten

  • j.

    niet verrekenbare BTW

  • k.

    bijdragen in natura (onbetaalde eigen arbeid), te verrekenen zoals vermeld in artikel 1.11, lid 7, van de Verordening

  • l.

    bijdragen in natura (onbetaalde arbeid van vrijwilligers), te verrekenen zoals vermeld in artikel 1.11, lid 8, van de Verordening;

  • m.

    personeelskosten van de bij de uitvoering van het project betrokkenen, voor de uren die aantoonbaar ten behoeve van het project zijn gemaakt

 

Artikel 7 Criteria

  • 1.

    Indien het project een score van 80 punten of meer haalt, volgens de beoordeling zoals opgenomen in artikel 11, dienen de subsidiabele kosten per project dat past onder de LOS Zuidoost-Drenthe minimaal € 50.000-,- te bedragen.

  • 2.

    Indien het project een score van 79 punten of minder haalt, volgens de beoordeling zoals opgenomen in artikel 11, dienen de subsidiabele kosten per project dat past onder de LOS Zuidoost-Drenthe minimaal € 75.000,-- te bedragen.

 

Artikel 8 Hoogte subsidie

  • 1.

    Voor projecten die passen onder de LOS Zuidoost-Drenthe bedraagt de subsidie 60% van de totale subsidiabele kosten.

  • 2.

    Indien de aanvrager in het financieringsplan een subsidiebedrag aanvraagt dat lager is dan het bedrag dat verkregen wordt door de subsidiabele kosten te vermenigvuldigen met het onder lid 1 genoemde percentage van de totale subsidiabele kosten, wordt dit gezien als het aangevraagde en maximaal te verlenen subsidiebedrag.

 

Artikel 9 Weigeringsgronden

Onverminderd het bepaalde in artikel 1.8 wordt subsidie geweigerd:

  • a.

    indien voor dezelfde activiteit en dezelfde subsidiabele kosten reeds Europese subsidie is verstrekt;

  • b.

    indien de aanvraag betrekking heeft op een project dat past binnen de LOS Zuidoost-Drenthe, waarvoor niet een minimumscore van 60 punten op basis van de verdeling zoals deze is opgenomen in artikel 11 wordt behaald.

 

Artikel 10 Verplichtingen aanvrager

  • 1.

    Aanvragers dienen in aanvulling op artikel 1.23, derde lid, van de Verordening bij de eerste aanvraag tot bevoorschotting op basis van realisatie de voor het project benodigde vergunningen te overleggen.

  • 2.

    Er kunnen maximaal twee voorschotten op grond van artikel 1.23 per jaar worden aangevraagd.

  • 3.

    Op grond van artikel 1.25 van de Verordening worden er geen voorschotten verstrekt.

  • 4.

    In afwijking van artikel 1.17, lid 1, onder f, van de Verordening, mag de projectduur langer dan drie jaren zijn, maar dient het project uiterlijk op 31 december 2022 te zijn voltooid.

 

Artikel 11 Selectiecriteria, weging en selectie LEADER Zuidoost-Drenthe

Gedeputeerde Staten hanteren voor de rangschikking van de aanvragen, voor de uitvoering van concrete acties die passen binnen de LOS Zuidoost-Drenthe op basis van het advies van de Lokale Actie Groep (LAG), de in onderstaande tabel opgenomen criteria met de maximale puntentoekenning.

 

A . Doelen LOSIn welke mate draagt het project bij aan de doelstellingen van de LOS?

1. Versterken lokale samenwerking2. Versterken van de toeristische sector3. Versterken van het MKB4. Verbeteren woon- en leefomgeving5. Optimaliseren van (digitale) bereikbaarheid

Per criterium maximaal 3 punten

B. LEADER- werkwijze

Mate waarin het initiatief draagvlak heeft in het gebied en bottom-up is ontstaan

Max. 15 punten

 

Mate waarin wordt samengewerkt met derden

Max. 15 punten

 

Mate waarin het initiatief innovatief of experimenteel is (aanpak of resultaat is nieuw voor de regio)

Max. 5 punten

 

Mate waarin het initiatief toepasbaar is in verschillende sectoren

Max. 5 punten

 

Mate waarin het initiatief een voorbeeldfunctie heeft voor andere gebieden of groepen

Max. 5 punten

 

Mate waarin het initiatief qua werkwijze overdraagbaar is

Max. 5 punten

C . Financiële en organisatorische haalbaarheid

De mate waarin het project haalbaar is vanuit financieel en organisatorisch oogpunt

Max. 10 punten

D . Efficiency en doelmatigheid

De mate waarin het initiatief aantoonbaar uit is op een verdienmodel

Max. 10 punten

 

Effecten voor de regio in verhouding tot de gevraagde bijdrage

Max. 5 punten

 

Bijdrage aan een zuiniger grondstoffengebruik en emissievermindering van milieubelastende stoffen

Max. 5 punten

 

Kwantitatieve (meetbare) bijdrage aan de doelstellingen van de LOS

Max. 5 punten

 

Paragraaf 2 LEADER Zuidwest-Drenthe

 

Artikel 12  

Open te stellen de maatregel Uitvoering van LEADER-projecten, hoofdstuk 3, LEADER, paragraaf 3 van de Verordening.

 

Artikel 13 Indiening

Aanvragen worden elektronisch ingediend bij het Samenwerkingsverband Noord-Nederland (SNN) via de website http://www.snn.eu/subsidies/landbouw-pop3/provincie-drenthe/.

 

Artikel 14 Subsidieplafond

  • 1.

    De periode voor het indienen van aanvragen is van 17 mei 2016 tot en met 27 juni 2016 en van 1 september 2016 tot en met 31 oktober 2016.

  • 2.

    Het subsidieplafond voor de projecten die vallen onder de LOS Zuidwest-Drenthe voor de openstellingsperiode I vast te stellen op € 500.000,--, samengesteld uit € 250.000,-- Europese middelen en € 250.000,-- provinciale middelen, en voor de periode II vast te stellen op € 1.000.000,--, samengesteld uit € 500.000,-- Europese middelen en € 500.000,-- provinciale middelen.

 

Artikel 15 Subsidiabele activiteiten

Subsidie kan worden verstrekt voor de uitvoering van concrete acties die passen binnen de LOS Zuidwest-Drenthe.

 

Artikel 16 Aanvrager

  • 1.

    Subsidie wordt verstrekt aan:

    • a.

      publieke rechtspersonen

    • b.

      private rechtspersonen

  • 2.

    In het geval van programmalijn ‘Be Good’ dient de aanvrager volgens het handelsregister van de Kamer van Koophandel gevestigd te zijn in de gemeenten Westerveld, De Wolden, Meppel, Hoogeveen of Midden-Drenthe, daar toeristische ondernemingsactiviteiten uit te voeren of zich daar voor dagattracties te gaan vestigen.

 

Artikel 17 Subsidiabele kosten

Onverminderd het bepaalde in artikel 1.12 van de Verordening kan subsidie worden verstrekt voor de volgende kosten, gemaakt ter voorbereiding of uitvoering van projecten die passen binnen de LOS:

  • a.

    de kosten van de bouw, verbetering, verwerving of leasing van onroerende zaken

  • b.

    de kosten van de koop van nieuwe goederen of huurkoop van nieuwe machines en installaties tot maximaal de marktwaarde van de activa

  • c.

    de kosten van adviseurs, architecten en ingenieurs

  • d.

    de kosten van haalbaarheidsstudies

  • e.

    de kosten van verwerving of ontwikkeling van computersoftware

  • f.

    de kosten van verwerving van octrooien, licenties, auteursrechten en merken

  • g.

    reis- en verblijfkosten

  • h.

    de kosten voor public relations

  • i.

    voorbereidingskosten

  • j.

    niet verrekenbare BTW

  • k.

    bijdragen in natura (onbetaalde eigen arbeid), te verrekenen zoals vermeld in artikel 1.11, lid 7, van de Verordening

  • l.

    bijdragen in natura (onbetaalde arbeid van vrijwilligers), te verrekenen zoals vermeld in artikel 1.11, lid 8, van de Verordening

  • m.

    personeelskosten van de bij de uitvoering van het project betrokkenen, voor de uren die aantoonbaar ten behoeve van het project zijn gemaakt

 

Artikel 18 Criteria

  • 1.

    De subsidiabele kosten per project, bij programmalijn ‘Be Good’ van de LOS Zuidwest-Drenthe, dienen minimaal € 125.000,-- te bedragen.

  • 2.

    De subsidiabele kosten per project, bij programmalijn ‘Tell it’ van de LOS Zuidwest-Drenthe, dienen minimaal € 62.500,-- te bedragen.

 

Artikel 19 Hoogte subsidie

  • 1.

    De subsidie bedraagt voor LEADER Zuidwest-Drenthe, bij programmalijn ‘Be Good’, 40% van de totale subsidiabele kosten.

  • 2.

    De subsidie bedraagt voor LEADER Zuidwest-Drenthe, bij programmalijn ‘Tell it’, 75% van de totale subsidiabele kosten.

  • 3.

    Indien de aanvrager in het financieringsplan een subsidiebedrag aanvraagt dat lager is dan het bedrag dat verkregen wordt door de subsidiabele kosten te vermenigvuldigen met het onder lid 1 of 2 genoemde percentage van de totale subsidiabele kosten, wordt dit gezien als het aangevraagde en maximaal te verlenen subsidiebedrag.

 

Artikel 20 Weigeringsgronden

Onverminderd het bepaalde in artikel 1.8 wordt subsidie geweigerd:

  • a.

    indien voor dezelfde activiteit en dezelfde subsidiabele kosten reeds Europese subsidie is verstrekt;

  • b.

    indien de aanvraag betrekking heeft op een project dat past binnen de LOS Zuidwest-Drenthe, waarvoor niet een minimumscore van 24 punten op basis van de verdeling zoals deze is opgenomen in artikel 22 wordt behaald.

  • c.

    voor Zuidwest-Drenthe: indien de som van de criteria 1a t/m 1e in artikel 22 minder dan 5 punten is;

  • d.

    voor Zuidwest-Drenthe: indien de som van de criteria 2a t/m 2c in artikel 22 minder dan 7 punten is;

  • e.

    voor Zuidwest-Drenthe: indien de som van de criteria 2d t/m 2f in artikel 22 minder dan 3 punten is;

  • f.

    voor Zuidwest-Drenthe: indien bij de criteria 3a, 3b, 4a en 4b in artikel 22 per criterium minder dan 2 punten worden behaald en indien bij criterium 4c minder dan 1 punt wordt behaald.

 

Artikel 21 Verplichtingen aanvrager

  • 1.

    Aanvragers dienen in aanvulling op artikel 1.23, derde lid, van de Verordening bij de eerste aanvraag tot bevoorschotting op basis van realisatie de voor het project benodigde vergunningen te overleggen.

  • 2.

    Er kunnen maximaal twee voorschotten op grond van artikel 1.23 per jaar worden aangevraagd.

  • 3.

    Op grond van artikel 1.25 van de Verordening worden er geen voorschotten verstrekt.

  • 4.

    In afwijking van artikel 1.17, lid 1, onder f, van de Verordening, mag de projectduur langer dan drie jaren zijn, maar dient het project uiterlijk op 31 december 2022 te zijn voltooid.

 

Artikel 22 Selectiecriteria, weging en selectie LEADER Zuidwest-Drenthe

Gedeputeerde Staten hanteren voor de rangschikking van de aanvragen, de uitvoering van concrete acties die passen binnen de LOS Zuidwest-Drenthe op basis van het advies van de LAG, de in onderstaande tabel opgenomen criteria met de maximale puntentoekenning.

 

Per criterium kunnen maximaal 3 punten worden behaald

Score per criterium: 0 = geen, 1 = laag, 2 = gemiddeld, 3 = hoog

 

1. Doelen van de ontwikke-lingsstrategie

In welke mate draagt het project bij aan de volgende criteria van de LOS:a. bijdrage aan lokale economieb. behoud werkgelegenheidc. verbetering voorzieningenniveaud. bevorderen stad-plattelandrelatiee. cross-overproject

2. LEADER-criteria

In welke mate voldoet het project aan de LEADER-criteria:a. bottom-upb. innovatiefc. meerwaarde voor Zuidwest-Drenthed. samenwerkinge. overdracht van kennis en ervaringf. geografische spreiding

3. Haalbaar-heid

Is het project haalbaar en op langere termijn levensvatbaar:a. organisatorischb. financieel

4. Value for money

Is het project kleinschalig en efficiënt en heeft het de LEADER-subsidie nodig:a. op passende schaalb. efficiëntc. LEADER-bijdrage nodig

 

 

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin het wordt geplaatst.

 

 

Toelichting

 

Artikelen 1 en 12

Met deze openstelling wordt invulling gegeven aan de versterking van de sociaal-economische vitaliteit van Zuidoost- en Zuidwest Drenthe, door middel van LEADER.

 

LEADER beoogt bij te dragen aan de plaatselijke ontwikkeling van plattelandsgebieden. De interactie tussen landbouw en samenleving wordt steeds belangrijker. Er ligt een opgave om samen te werken aan de sociaal-economische ontwikkeling van het platteland en aan een duurzaam beheer van de ruimte. De agrarische sector zal zich in moeten zetten voor maatschappelijk draagvlak. De sector moet daarbij invulling geven aan zijn ‘license to produce’. Dat kan bijvoorbeeld door de relatie tussen het platteland en de stad en tussen de boer en de burger te verstevigen. LEADER kan hier een bijdrage aan leveren, want:

  • LEADER heeft een toegevoegde waarde bij projecten waarvoor draagvlak en samenwerking tussen private en publieke partijen een voorwaarde voor succes zijn;

  • LEADER-projecten komen ten goede aan de economische ontwikkeling en werkgelegenheid op het platteland, innovaties op agrarische bedrijven, de leefomgeving van de agrarische sector, jonge boeren en hun gezinnen;

  • LEADER kan ondersteunen in krimpgebieden waar alle actoren de opgave hebben om samen te werken aan een sociaal en economisch vitaal platteland;

  • LEADER is een krachtige aanpak voor de opgaven voor integrale plattelandsontwikkeling, waarbij verschillende belanghebbenden zijn betrokken en de landbouwsector een belangrijke speler is;

  • LEADER sluit goed aan bij de huidige tijdgeest die vraagt om een actievere inzet van burgers en bedrijven.

 

Lokale Actie Groepen

In Drenthe zijn twee Lokale Actie Groepen (LAG’s) door Gedeputeerde Staten ingesteld, te weten:

  • LAG Zuidoost-Drenthe

  • LAG Zuidwest-Drenthe

 

Deze groepen zijn breed samengesteld uit vertegenwoordigers van de bevolking uit het desbetreffende LEADER-gebied. Hun taak is tweeledig: zij geven vorm aan het bottom-up karakter van het LEADER-programma door als aanjager en begeleider van LEADER-projecten in de regio te acteren en adviseren Gedeputeerde Staten omtrent de subsidiabiliteit van de ingediende projectaanvragen. Door de formele instelling op basis van artikel 82 van de Provinciewet hebben zij ook de status van adviesorgaan van Gedeputeerde Staten verkregen. De door de LAG’s afgegeven adviezen gelden als een zwaarwegend advies aan Gedeputeerde Staten.

Iedere LAG heeft haar visie omtrent de aanpak van de opgaven in haar regio en besteding van de LEADER-gelden neergelegd in de desbetreffende LOS. Deze documenten gelden als leidraad voor het handelen van de LAG’s.

 

Artikelen 2 en13

Aanvragen moeten via internet worden ingediend. Op de genoemde website van het SNN kan de subsidieregeling LEADER Uitvoering projecten worden aangeklikt. Aanvragers worden doorgelinkt naar de website van RVO, waar de aanvraag daadwerkelijk kan worden ingediend. Op deze site moeten vragen worden beantwoord en kunnen projectplan en bijlagen worden geüpload. De indieners moeten beschikken over DigID (particulieren) of E-herkenning (organisaties) om de indiening mogelijk te maken.

 

Artikelen 3 en 14

LEADER Zuidoost-Drenthe en LEADER Zuidwest-Drenthe werken met tenders. Het hele jaar door kunnen projecten worden ontwikkeld, maar er kan slechts tweemaal per jaar een project worden ingediend ter beoordeling, tijdens een openstellingsperiode. Na sluiting van de openstellingsperiode worden de projecten beoordeeld volgens de vastgestelde criteria en met elkaar vergeleken. Per tender is een maximaal bedrag aan subsidie beschikbaar. Indien er meer wordt aangevraagd dan beschikbaar is, krijgen alleen de beste projecten (met de meeste punten) subsidie.

 

De gemeenten in Zuidoost-Drenthe (Aa en Hunze, Borger-Odoorn, Emmen en Coevorden) en de gemeenten in Zuidwest-Drenthe (Midden-Drenthe, Westerveld, De Wolden, Hoogeveen en Meppel) dragen bij aan de regeling. Zij storten hun bijdrage vooraf op de rekening van de provincie en de provincie voert hierover het beheer. RVO zorgt voor gebundeld betalen, wat wil zeggen dat de aanvrager in één beschikking de bijdragen van zowel de Europese Unie als de provincie en de gemeente(n) krijgt.

 

Voor LEADER-projecten moet de bijdrage van de Europese Unie verdubbeld worden door lokale overheden. In Zuidoost-Drenthe dragen de gemeenten voor projecten evenveel bij aan LEADER als de provincie Drenthe. De verdeling is daarmee 50% EU, 25% provincie, 25% gemeenten. In Zuidwest-Drenthe draagt de provincie Drenthe meer bij aan projecten dan de gemeenten. De verdeling in Zuidwest-Drenthe is 50% EU, 40% provincie, 10% gemeenten.

 

Artikelen 4 en 15

Er kan subsidie worden aangevraagd voor initiatieven die bijdragen aan de doelen van de LOS. Zuidoost-Drenthe en Zuidwest-Drenthe hebben elk doelen en thema’s bepaald die aansluiten bij de sterke en zwakke punten van het desbetreffende gebied. De thema’s zijn als volgt.

 

Zuidoost-Drenthe

  • 1.

    Versterken lokale samenwerking

  • 2.

    Versterken van de toeristische sector

  • 3.

    Versterken van het MKB

  • 4.

    Verbeteren woon- en leefomgeving

  • 5.

    Optimaliseren van (digitale) bereikbaarheid

 

Zuidwest-Drenthe

  • 1.

    Be Good

  • 2.

    Tell It

 

In de LOS van Zuidoost-Drenthe (hoofdstuk 1.3) en de LOS van Zuidwest-Drenthe (hoofdstuk 3) is beschreven welke specifieke doelen en resultaten de LAG nastreeft om bovenstaande thema’s na te jagen en daarmee welke activiteiten subsidiabel gesteld zijn.

 

Artikelen 5 en 16

Onder bijdragen in natura wordt verstaan de onbetaalde arbeid van arbeidskrachten en onbetaalde arbeid van vrijwilligers. Deze inzet in natura kan worden toegepast, maar moet wel aan bepaalde voorwaarden voldoen: er moet gebruik worden gemaakt van een tijdschrijfsysteem, er moet een check op redelijkheid plaatsvinden en de kostenpost kan niet achteraf worden verhoogd.

 

Verantwoording bijdragen in natura door de begunstigde en toets op redelijkheid

Voor eigen arbeid of vrijwillige arbeid kan RVO.nl geen facturen of betaalbewijzen controleren, omdat die er niet zijn. De redelijkheid en EU-conformiteit van de opgevoerde eigen arbeid en vrijwillige arbeid moet daarom op een andere manier worden bepaald. De redelijkheid van de inbreng in natura wordt door RVO.nl bepaald aan de hand van de aangeleverde urenoverzichten en de omschrijving van de arbeid in het projectplan of eindverslag.

 

De eisen die gesteld worden aan de urenregistratie zijn gelijk aan die voor loonkosten (zie hoofdstuk 1).

 

Bij verlening:

  • de begunstigde dient in het projectplan bij de aanvraag te beschrijven op welke manier de eigen arbeid of vrijwillige arbeid wordt geleverd en hoe de inzet aan het project gerelateerd is. Ook moet worden beschreven welk voordeel is behaald met het inzetten van eigen arbeid; dit zal in de meeste gevallen kostentechnisch voordeel opleveren;

  • de eigen arbeid of vrijwillige arbeid moet door de begunstigde worden opgenomen in de projectbegroting.

 

Bij een tussentijdse betaling:

  • een aanvraag om een voorschot bevat voor zover van toepassing: bewijsstukken inzake geleverde inbreng in natura in de vorm van een tussenverslag;

  • de begunstigde dient in het tussenverslag te beschrijven op welke manier de bijdrage in natura werd geleverd. Een voorschot wordt verstrekt voor de volgende gemaakte kosten: bijdragen in natura.

 

Bij subsidievaststelling:

  • het uiteindelijke bedrag van de subsidie bij vaststelling kan pas worden toegekend als de begunstigde bewijs levert dat de aangegeven eigen arbeid of vrijwillige arbeid daadwerkelijk werd geleverd. Hoe deze arbeid is ingezet, moet door de begunstigde worden beschreven in het eindverslag bij de vaststelling. Daarnaast wordt dit door de begunstigde inzichtelijk gemaakt door de aangeleverde urenoverzichten;

  • de beschrijving van de inbreng van de eigen arbeid door de begunstigde in het eindverslag wordt door RVO.nl vergeleken met de beschrijving in het projectplan.

 

Artikelen 7, 8, 18 en 19

 

Criteria en hoogte subsidie

 

Algemeen

De hoogte van het subsidiepercentage is door de LAG bepaald en door Gedeputeerde Staten opgenomen in het openstellingsbesluit. Deze percentages kunnen dan ook per LAG verschillen.

De hoogte van de subsidie is samengesteld uit financiële bijdragen van meerdere overheden, namelijk de Europese Unie, de provincie Drenthe en de gemeenten in de LEADER-gebieden Zuidoost-Drenthe en Zuidwest-Drenthe. De subsidieaanvrager hoeft er niet voor te zorgen dat de bijdrage van deze overheden beschikbaar komt. De gemeentelijke overheden dragen in gezamenlijkheid bij aan alle projecten. Hiervoor is door de LAG met de gemeenten een vaste financiële verdeelsleutel afgesproken. Deze bijdrage wordt automatisch gekoppeld aan de goedgekeurde projecten en in de beschikking opgenomen.

 

Financiering op basis van tekort

De mogelijkheid bestaat dat een aanvrager besluit slechts subsidie aan te vragen ter grootte van het financieringstekort van het project. De aanvrager van subsidie geeft in de aanvraag aan, in ieder geval in het financieringsplan, welk financieringstekort het project heeft en waarvoor aanvrager subsidie aanvraagt. Wanneer dit tekort en daarmee het aangevraagde subsidiebedrag lager ligt dan kon worden aangevraagd op basis van het in de regeling genoemde percentage van de subsidiabele kosten, wordt dit tekort gezien als het aangevraagde en maximaal te verlenen subsidiebedrag. Dit houdt in dat, wanneer Gedeputeerde Staten besluiten het project een subsidie te verlenen, hierin zal worden opgenomen dat het project een subsidie kan ontvangen van het percentage genoemd in de regeling tot een maximum van € x,--, waarbij ‘x’ het bedrag van het in de aanvraag aangegeven tekort is. Bijvoorbeeld: de subsidie wordt vastgesteld op 60% van de gerealiseerde subsidiabele kosten tot het maximum van € 50.000,--.

 

Artikelen 9 en 20

Aan het initiatief worden door de LAG subsidievereisten gesteld, die in artikel 9 (Zuidoost) en artikel 20 (Zuidwest) worden beschreven. Als hieraan niet voldaan wordt, vindt er geen beoordeling van het project plaats. Alleen projecten die aan de subsidievereisten voldoen worden beoordeeld en kunnen mogelijk subsidie krijgen.

 

Europese subsidies kunnen niet ‘gestapeld’ worden. Er kan voor een project slechts één Europese subsidie worden gebruikt.

 

Projecten moeten obstakelvrij zijn, dat wil zeggen dat ze binnen twee maanden na het toekennen van de subsidie kunnen starten. In de praktijk betekent dat bijvoorbeeld dat benodigde vergunningen of toestemming van eigenaren moeten zijn verkregen, dat de financiering van het project rond is en dat er geen belemmeringen zijn te verwachten waardoor het project niet uitgevoerd kan worden.

 

Artikelen 11 en 22

 

Beoordeling projectvoorstellen/selectiecriteria/puntenmethodiek

Er is LEADER-subsidie beschikbaar om de in de LOS vastgestelde doelen te bereiken. Om te toetsen of de projecten bijdragen aan de doelen zijn criteria vastgesteld. Deze criteria zijn in de LOS opgenomen.

Om aanvragers te helpen goede projecten te ontwikkelen is er een format-projectplan beschikbaar. In dit format zijn hulpvragen opgenomen die aan de ene kant de initiatiefnemer helpen na te denken over het ontwikkelen van een goed LEADER-project en aan de andere kant helpen om de goede informatie aan te leveren, zodat het project beoordeeld kan worden.

Na indiening van de projectvoorstellen worden de stukken beoordeeld op volledigheid (1e toets). Na afronding van deze beoordeling worden de projecten inhoudelijk getoetst (2e toets). Hierbij wordt beoordeeld of de projecten passen in de kaders van het openstellingsbesluit en voldoen aan de selectiecriteria, zoals vermeld in de LOS. Bij de beoordeling worden punten toegekend; deze punten zijn niet opgenomen in de LOS, maar staan vermeld in dit openstellingsbesluit. De score wordt opgebouwd naar rato van de bijdrage aan realisatie van de doelen, zoals deze in de LOS zijn opgenomen.

De Europese Commissie verlangt dat slechts de betere projecten voor subsidie in aanmerking komen (3e toets). Hiervoor is het systeem van selectiecriteria in het leven geroepen. De LAG’s hebben in de desbetreffende LOS’en hun selectiecriteria opgenomen. Aan de hand van deze, in het openstellingsbesluit overgenomen selectiecriteria, worden punten aan een project toegekend. Deze werkzaamheden zijn door Gedeputeerde Staten aan de LAG, in haar hoedanigheid van adviesorgaan van Gedeputeerde Staten, opgedragen. Tijdens een LAG-vergadering kennen de individuele leden aan de ingediende projectvoorstellen een bepaalde score toe. Het gemiddelde van de individuele scores bepaalt de totaalscore van een projectvoorstel. Op basis van de totaalscores wordt de ranking van de projecten bepaald. De ranking speelt een belangrijke rol bij de toekenning van de subsidie. Het hoogst scorende project komt als eerste voor subsidie in aanmerking. De toekenning gaat in volgorde van ranking door tot eventueel het subsidieplafond wordt bereikt. Mocht het subsidieplafond voor die bewuste openstellingsperiode worden bereikt, dan komen projecten die lager scoren niet voor subsidie in aanmerking.

In het openstellingsbesluit is per LAG een bepaalde puntenmethodiek opgenomen. Deze methodiek zal dan ook per LAG verschillen. Deze methodiek houdt in dat per selectiecriterium een maximale puntenscore kan worden behaald. Zoals reeds opgemerkt, wordt de hoogte van deze puntenscore bepaald door de LAG.

 

Om te garanderen dat ieder projectvoorstel aan een bepaalde minimumeis voldoet, is in het openstellingsbesluit opgenomen dat als totaalscore een bepaald minimumaantal punten moet worden behaald. Hier geldt dat, indien het minimum niet wordt behaald, het project niet voor subsidie in aanmerking komt.

Naar boven