Provincie Zeeland – Wijziging Algemeen subsidiebesluit Zeeland 2013

Besluit van gedeputeerde staten van Zeeland van 5 april 2016, kenmerk 16005479 houdende wijziging van het Algemeen subsidiebesluit Zeeland 2013

 

Gedeputeerde staten van Zeeland

 

  • -

    overwegende dat voor verstrekking van subsidies voor restauratie van rijksmonumenten bijzondere bepalingen in het Algemeen subsidiebesluit Zeeland 2013 benodigd zijn;

  • -

    overwegende dat in deze bijzondere bepalingen periodiek wijzigingen worden aangebracht om knelpunten in de uitvoering op te lossen en gewenste beleidswijzigingen te implementeren;

  • -

    gelet op artikel 8 van de Algemene subsidieverordening Zeeland 2013;

 

besluiten vast te stellen de navolgende wijziging van het Algemeen subsidiebesluit Zeeland 2013:

 

Artikel I  

 

Hoofdstuk 5 van het Algemeen subsidiebesluit Zeeland 2013 wordt vervangen door:

 

Hoofdstuk 5 Bijzondere bepalingen voor verstrekking van subsidie voor restauratie rijksmonumenten

§ 5.1 Begripsbepalingen

Artikel 5.1.1

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

  • a.

    rijksmonument: zich in de provincie Zeeland bevindend beschermd monument als bedoeld in artikel 1, aanhef en onderdeel d, van de Monumentenwet 1988;

  • b.

    restauratie: het verrichten van die werkzaamheden, de normale instandhouding te boven gaand, die voor het herstel van een rijksmonument noodzakelijk zijn;

  • c.

    herbestemming: het geven van een nieuwe functie aan een rijksmonument of het herstellen van de functie die het rijksmonument had voor een periode van leegstand;

  • d.

    Sim: Subsidieregeling instandhouding monumenten;

  • e.

    restauratieplan: een plan bestaande uit:

    • 1°.

      een conform het Besluit rijkssubsidiëring instandhouding monumenten 2013 adequaat overzicht van aard en omvang van de werkzaamheden en beschrijving van de daarmee beoogde resultaten in de vorm van een bestek inclusief tekeningen van de huidige en nieuwe situatie, gecombineerd met een projectplan voor de bestemming of herbestemming;

    • 2°.

      actuele overzichts- en detailfoto’s die een duidelijke indruk geven van het rijksmonument en zijn gebreken; en

    • 3°.

      een begroting van de restauratiewerkzaamheden gespecificeerd in hoeveelheden, manuren, materialen, stelposten en onderaannemers en niet ouder dan 2 jaar.

§ 5.2 Subsidieverlening

Artikel 5.2.1

Subsidie kan worden verleend voor de restauratie van een rijksmonument indien het rijksmonument vóór het einde van de openstellingsperiode, bedoeld in artikel 5.5.1, door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente waarin het rijksmonument is gelegen bij gedeputeerde staten is voorgedragen voor restauratie.

 

Artikel 5.2.2
  • 1.

    Subsidie wordt verleend aan de eigenaar van het rijksmonument.

  • 2.

    Subsidie kan worden verleend aan een natuurlijke persoon.

Artikel 5.2.3

Een subsidie voor de restauratie van een rijksmonument bedraagt maximaal zeventig procent van de subsidiabele kosten met een maximum van € 750.000,-.

 

§ 5.3 Weigeringsgronden

Artikel 5.3.1
  • 1.

    In afwijking van artikel 1.2.1, tweede lid, aanhef en onderdeel a, wordt subsidie niet verstrekt indien op het moment van ontvangst van de aanvraag voor de subsidie met de werkzaamheden waarvoor subsidie is aangevraagd al is begonnen.

  • 2.

    In aanvulling op artikel 1.2.1, tweede lid, wordt subsidie niet verstrekt:

    • a.

      indien voor de restauratie van het rijksmonument bij het Nationaal Restauratiefonds een financiering door middel van een Restauratiefondsplus-hypotheek mogelijk is;

    • b.

      voor restauratie van:

      • 1°.

        een woonhuis als bedoeld in artikel 1, aanhef en onderdeel i, van de Sim, tenzij het een aanvraag betreft van een professionele organisatie voor monumentenbehoud, gemeente, waterschap of openbaar lichaam dat is ingesteld met toepassing van de Wet gemeenschappelijke regelingen;

      • 2°.

        een groen monument als bedoeld in artikel 1, aanhef en onderdeel a, van de Sim; of

      • 3°.

        een archeologisch monument als bedoeld in art 1, aanhef en onderdeel c, van de Monumentenwet 1988;

    • c.

      indien naar het oordeel van gedeputeerde staten het reguliere onderhoud van het rijksmonument niet voor zes jaar na realisatie van de restauratie waarvoor subsidie wordt aangevraagd voldoende is gewaarborgd.

  • 3.

    In afwijking van artikel 1.2.1, tweede lid, aanhef en onderdeel c, wordt subsidie niet verstrekt indien de te verstrekken subsidie minder bedraagt dan € 100.000,-.

§ 5.4 Subsidiabele kosten

Artikel 5.4.1
  • 1.

    In afwijking van artikel 1.3.1 en artikel 1.3.2 zijn subsidiabel de kosten van werkzaamheden, maatregelen en voorzieningen die als zodanig zijn aangemerkt in de Leidraad subsidiabele instandhoudingskosten die als bijlage bij de Sim is opgenomen.

  • 2.

    Indien voor de instandhouding van het rijksmonument een subsidie in het kader van het Besluit rijkssubsidiëring instandhouding monumenten is verstrekt, komen de in de beschikking tot subsidieverstrekking subsidiabel geachte kosten niet in aanmerking voor subsidie op basis van dit hoofdstuk.

§ 5.5 De aanvraag voor de subsidie

Artikel 5.5.1

Een subsidie voor restauratie rijksmonumenten kan uitsluitend worden verstrekt als gedeputeerde staten de mogelijkheid tot het indienen van een aanvraag voor subsidie hebben opengesteld door vaststelling van een openstellingsperiode voor de indiening van de aanvraag voor subsidie.

 

Artikel 5.5.2
  • 1.

    In aanvulling op artikel 1.4.2, eerste lid, bevat de aanvraag voor een subsidie voor restauratie rijksmonumenten:

    • a.

      een volledig ingevuld Aanvraagformulier subsidie restauratie rijksmonumenten Provincie Zeeland;

    • b.

      een restauratieplan voor het rijksmonument;

    • c.

      een sluitende begroting inclusief dekkingsplan, indien van toepassing voorzien van stukken waaruit de toezegging van geldelijke bijdragen door derden aan de restauratie blijkt;

    • d.

      een niet meer dan twee jaar oud inspectierapport dat de technische of fysieke staat van het rijksmonument beschrijft en dat is opgesteld door een ter zake deskundige persoon of instantie, zoals de Monumentenwacht Zeeland;

    • e.

      een exploitatieplan waaruit tevens blijkt dat het reguliere onderhoud voor zes jaar na afronding van de restauratie is gewaarborgd;

    • f.

      een door een erkend bureau opgestelde bouwhistorische verkenning, voor zover sprake is van herbestemming of herstel van de oorspronkelijke bestemming na leegstand, uitgevoerd conform de Richtlijnen bouwhistorisch onderzoek van de Rijksdiensten voor het Cultureel Erfgoed, 2009;

    • g.

      een plan waaruit blijkt hoeveel leerling werkplekken ten behoeve van de opleiding van vakmensen in de restauratie worden gecreëerd;

    • h.

      een toelichting op de openbare toegankelijkheid waarin wordt aangegeven hoe vaak het pand is opengesteld.

  • 2.

    Artikel 1.4.2, tweede lid, is van toepassing op een subsidie voor restauratie rijksmonumenten.

Artikel 5.5.3

Een onvolledige aanvraag voor een subsidie voor restauratie rijksmonumenten kan na het einde van de openstellingsperiode, bedoeld in artikel 5.5.1, alleen volledig worden gemaakt voor zover het geen inhoudelijke aanvulling of wijziging van de aanvraag betreft.

 

§ 5.6 Subsidieplafond en wegingsfactoren

Artikel 5.6.1

Gedeputeerde staten stellen voor de openstellingsperiode, bedoeld in artikel 5.5.1, een subsidieplafond vast.

 

Artikel 5.6.2
  • 1.

    Indien de subsidieaanvragen die voldoen aan de subsidievereisten en waarop geen weigeringsgronden van toepassing zijn het vastgestelde subsidieplafond te boven gaan, maken gedeputeerde staten voor het bepalen van de volgorde van behandeling een rangschikking van de aanvragen op basis van de volgende wegingsfactoren:

    • a.

      de uniciteit van het rijksmonument;

    • b.

      de bouwkundige urgentie;

    • c.

      de openbare toegankelijkheid van het rijksmonument;

    • d.

      de mate waarin de aanvraag bijdraagt aan provinciale beleidsdoelstellingen.

  • 2.

    Bij de beoordeling van de aanvragen kan de spreiding over verschillende categorieën rijksmonumenten en de regionale spreiding worden betrokken.

  • 3.

    Een aanvraag wordt hoger gerangschikt naarmate deze meer voldoet aan de wegingsfactoren.

  • 4.

    Gedeputeerde staten verdelen het bedrag van het subsidieplafond op volgorde van de rangschikking.

§ 5.7 De beslissing op de aanvraag voor de subsidie

Artikel 5.7.1

De artikelen 1.5.1, 1.5.2, tweede lid, 1.5.3 en 1.5.4 zijn van toepassing op een subsidie voor restauratie rijksmonumenten.

 

Artikel 5.7.2
  • 1.

    In afwijking van artikel 1.5.2, eerste lid, beslissen gedeputeerde staten op de aanvraag voor de subsidie binnen zestien weken na afloop van de openstellingsperiode, bedoeld in artikel 5.5.1.

  • 2.

    Gedeputeerde staten kunnen de beslistermijn eenmalig met maximaal vier weken verlengen.

Artikel 5.7.3

Voor de beoordeling van de aanvraag kan advies worden gevraagd aan een extern deskundige.

 

§ 5.8 Verplichtingen

Artikel 5.8.1

De artikelen 1.6.1 tot en met 1.6.6 zijn van toepassing op een subsidie voor restauratie rijksmonumenten.

 

§ 5.9 Arrangement 3

Artikel 5.9.1
  • 1.

    De artikelen 1.7.1 tot en met 1.8.9 en artikel 1.9.10 zijn niet van toepassing op een subsidie voor restauratie rijksmonumenten.

  • 2.

    De artikelen 1.9.1 tot en met 1.9.9 en artikel 1.10.1 zijn van toepassing op een subsidie voor restauratie rijksmonumenten.

Artikel II  

Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin het wordt geplaatst.

 

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van gedeputeerde staten van 5 april 2016.

 

 

Drs. J.M.M. Polman, voorzitter

A.W. Smit, secretaris

 

Uitgegeven 14 april 2016

De secretaris, A.W. Smit

Naar boven