Openstellingsbesluit LEADER par. 3.3. uit de Subsidieverordening POP3 Limburg

Gedeputeerde Staten van Limburg

maken bekend dat zij in hun vergadering van 23 februari 2016 hebben vastgesteld:

de openstelling van paragraaf 3.3 (LEADER) uit de Subsidieverordening POP3 Limburg.

Artikel 1 Openstellingsperiode

Open te stellen paragraaf 3.3 (LEADER) van de Subsidieverordening POP3 Limburg voor de periode van 1 april 2016 tot en met 30 december 2016 voor het indienen van aanvragen.

Artikel 2 Subsidieplafond

Het subsidieplafond voor paragraaf 3.3 voor het jaar 2016 bedraagt € 400.000. Dit subsidieplafond bestaat voor € 68.000 uit provinciale subsidie en voor € 332.000 uit subsidie uit het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO).

Artikel 3 Boven- en ondergrens van de financiële projectomvang

Projecten met een financiële omvang (totale projectkosten) van minder dan € 10.000 of meer dan € 80.000 komen niet voor (LEADER)subsidie in aanmerking. Bij wijze van uitzondering kunnen GS de bovengrens voor de projectomvang voor incidentele projecten verhogen als deze gemeentegrensoverschrijdend zijn én naar het oordeel van de Lokale Actie Groep (LAG) een bijzondere toegevoegde waarde hebben.

Artikel 4 Begroting en dekkingsplan

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt als aan de onderstaande financiële randvoorwaarden wordt voldaan.

  • i.

    De begroting en dekkingsplan zijn transparant en sluitend en voldoen aan de ‘subsidieverdeelsleutel’ zoals vastgelegd in de LOS.

  • ii.

    De publieke cofinanciering is geregeld en gewaarborgd.

  • iii.

    De private cofinanciering is geregeld en gewaarborgd.

Artikel 5 Prioritering subsidieaanvragen

Artikel 1.15 van de Subsidieverordening POP3 Limburg is niet van toepassing. In plaats daarvan worden aanvragen op volgorde van binnenkomst beoordeeld en afgehandeld aan de hand van de in artikel 5 van dit openstellingsbesluit beschreven selectiecriteria.

Artikel 6 Selectiecriteria

1. Subsidie wordt uitsluitend verstrekt indien de aanvraag past binnen de door GS vastgestelde Lokale Ontwikkelings Strategie (LOS) Nationaal Landschap Zuid-Limburg. Voor de beoordeling als bedoeld in artikel 4 van dit openstellingsbesluit worden daartoe de onderstaande criteria gebruikt.

De mate waarin het projectplan bijdraagt aan de doelen van de LOS :

  • i.

    Het project leidt tot bewuster omgaan met landschap als basiskapitaal van de economie.

  • ii.

    Het project leidt tot een economische impuls door samenwerking en integrale aanpak

  • iii.

    Het project leidt tot versterking van agrarische bedrijven met landschappelijke en maatschappelijke meerwaarde.

  • iv.

    Het project versterkt de sociale cohesie door contact tussen bewonersgroepen en generaties.

  • v.

    Het project versterkt de publiek-private samenwerking (tussen bewoners, ondernemers en overheid).

  • vi.

    Het project koppelt behoeften en vraag uit de stedelijke gebieden aan verdienmodellen op het platteland.

  • vii.

    Het project leidt tot verbetering van wederzijds begrip en contacten tussen bewoners van stad en platteland.

De mate waarin het project past binnen de werkwijze van LEADER:

  • i.

    Het project is geïnitieerd vanuit de lokale gemeenschap (bottom-up) en wordt breed gedragen.

  • ii.

    Het project leidt aantoonbaar tot samenwerking tussen bewoners, ondernemers en/of organisaties

  • iii.

    Het project dient doelen in meerdere sectoren of beleidsvelden

  • iv.

    Het project is innovatief voor Zuid-Limburg

De mate waarin het project haalbaar is in financieel en organisatorisch opzicht

De organisatie en verdeling van taken en verantwoordelijkheden zijn duidelijk vastgelegd.

  • i.

    De initiatiefnemers beschikken over voldoende expertise of hebben deze ingehuurd.

  • ii.

    Het tijdpad voor de uitvoering is realistisch in verband met vergunningen en dergelijke.

De mate van efficiency en doelmatigheid van het project

  • i.

    De investeringen en tijdsinzet zijn in balans met de verwachte resultaten

  • ii.

    Het project is overdraagbaar omdat de resultaten en ervaringen ook door anderen gebruikt kunnen worden.

    • 2.

      Per subcriterium kunnen maximaal 3 punten worden gescoord. Alle criteria wegen even zwaar.

    • 3.

      De aanvraag kan gehonoreerd worden als de totale puntenscore minimaal 20 is en bovendien voldoet aan de onderstaande minimale score per cluster van subcriteria.

  • i.

    De mate waarin het projectplan bijdraagt aan de doelen van de LOS: minimaal 4 punten

  • ii.

    De mate waarin het project past binnen de werkwijze van LEADER: minimaal 6 punten

  • iii.

    De mate waarin het project haalbaar is in financieel en organisatorisch opzicht: minimaal 6 punten

  • iv.

    De mate van efficiency en doelmatigheid van het project: minimaal 4 punten

Artikel 7 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 april 2016 en heeft een looptijd tot en met 30 december 2016.

Aldus besloten in de vergadering van Gedeputeerde Staten, gehouden op 23 februari 2016

 

Gedeputeerde Staten voornoemd

de voorzitter,

dhr. drs. Th.J.F.M. Bovens

secretaris

dhr. mr. A.C.J.M. de Kroon

 

 

 

Toelichting

Op 1 december 2015 hebben Gedeputeerde Staten van Limburg als uitwerking van de LEADER-maatregel uit het Plattelandsontwikkelingsprogramma 2014-2010 (POP3) Limburg de Lokale Ontwikkelingsstrategie Zuid-Limburg vastgesteld.

De voorliggende regeling is bedoeld is bedoeld voor initiatiefnemers van projecten die invulling geven aan deze Lokale Ontwikkelingsstrategie Zuid-Limburg. Subsidieaanvragen worden op volgorde van binnenkomst beoordeeld door een door Gedeputeerde Staten ingestelde Lokale Adviesgroep, De beoordelingscriteria zijn beschreven in artikel 5 van de regeling en onderbouwd in de Lokale Ontwikkelingsstrategie.

De regeling voorziet in een gedeeltelijke tegemoetkoming in de kosten voor de uitvoering van lokale initiatieven die bijdragen aan de sociaaleconomische ontwikkeling en landschap, passend binnen de Lokale Ontwikkelingsstrategie. De verdeelsleutel voor de subsidieverstrekking ligt vast in de Lokale Ontwikkelingsstrategie, waarbij de initiatiefnemers moeten zorgen voor een cofinanciering van 45% door private partijen.

Naar boven