Wijzigingsregeling van 16 februari 2016 tot wijziging van de Subsidieregeling Wurkje foar Fryslân

 

 

Gedeputeerde Staten van Fryslân,

gelet op artikel 1.3, vierde lid, van de Algemene subsidieverordening provincie Fryslân 2013;

overwegende dat het wenselijk is om in het kader van het Aanvalsplan Internationaal Ondernemen dat op 27 juni 2015 is vastgesteld, uitvoering te geven aan Maatregel 1 B door het MKB in Fryslân te stimuleren deel te nemen aan buitenlandse handelsmissies en beursdeelnames,

besluiten:

de Subsidieregeling Wurkje foar Fryslân te wijzigen als volgt:

Artikel I

Onder HOOFDSTUK 5 VERGROTEN ORGANISEREND VERMOGEN, wordt de volgende paragraaf ingevoegd, luidende:

 

Paragraaf 5.1 International Business Fryslân, handelsmissie & beursdeelname

Artikel 5.1.1 Begripsbepalingen

In deze paragraaf en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

a. de-minimissteun: steun die voldoet aan de voorwaarden voor vrijstelling van aanmelding als opgenomen in Verordening (EG) Nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van

de Europese Unie op de-minimissteun, met inbegrip van eventueel in de toekomst vast te stellen wijzigingen.

b . onderneming: organisatie die:

  • erop is gericht met behulp van kapitaal en arbeid deel te nemen aan het maatschappelijke

    productie- en/of handelsproces met het oog merk om winst te behalen, en;

  • voldoet aan de in bijlage I van de verordening (EG) Nr. 651/2014 van de commissie van 17 juni 2014 vastgestelde definitie van kleine, middelgrote en micro-ondernemingen, en

• geen publiekrechtelijk lichaam is en niet voor meer dan 10% structureel wordt gefinancierd door overheidsbijdragen.

c . handelsmissie: georganiseerde, meerdaagse reis naar een buitenlandse markt waar meerdere Nederlandse ondernemingen deel aan nemen.

d . internationale beurs: vakbeurs die plaatsvindt in Nederland of in het buitenland op het gebied van export.

e . zakenpartnerscan: afgerond onderzoek naar mogelijke zakenpartners in de beoogde buitenlandse markt wat heeft geleid tot een lijst met zakenpartners die hebben aangegeven met de aanvrager in contact te willen komen.

 

Artikel 5.1.2 Doel

De subsidie heeft als doel het stimuleren van exportactiviteiten van MKB-ondernemingen in de provincie Fryslân, teneinde de exportwaarde en het aantal exporterende bedrijven in de provincie Fryslân te versterken.

 

Artikel 5.1.3 Subsidiabele activiteiten

  • 1.

    Subsidie kan worden verstrekt voor:

    • a.

      deelname aan een uitgaande handelsmissie naar een land waar de onderneming van de

aanvrager op het moment van de aanvraag beperkte handel verricht en die vermeld staat

op de Agenda Internationaal ondernemen op de website van RVO.nl of op de agenda op de

website van WTC Noord NL;

b.deelname aan een internationale beurs waarvoor de onderneming van de aanvrager niet eerder

een subsidie heeft ontvangen.

 

2.Aan een onderneming kan gedurende de aanvraagperiode subsidie worden verleend voor deelname aan één handelsmissie en/of één internationale beurs. Indien de onderneming van de aanvrager meerdere vestigingen heeft in Fryslân, kan slechts aan één van de vestigingen subsidie worden verleend voor deelname aan de vorengenoemde activiteit(en).

3.Indien meerdere ondernemingen die geen organisatorische, juridische of economische banden met elkaar onderhouden, subsidie aanvragen voor deelname aan een en dezelfde handelsmissie, dan worden de subsidiabele kosten voor de deelname aan deze handelsmissie naar rato verdeeld over de verschillende aanvragers op het moment dat de kosten voor deelname gezamenlijk worden gedragen door vorengenoemde ondernemingen.

 

Artikel 5.1.4 Doelgroep

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan MKB-ondernemingen.

 

Artikel 5.1.5 Aanvraag

Een aanvraag voor subsidie wordt ingediend door middel van een door Gedeputeerde Staten vastgesteld aanvraagformulier en gaat vergezeld van de daarin genoemde bescheiden.

 

Artikel 5.1.6 Aanvraagperiode

Een aanvraag voor subsidie voor activiteiten als bedoeld in artikel 5.1.3, eerste lid, onderdeel a of b, kan van 7 maart 2016 tot 31 december 2016 worden ingediend.

 

Artikel 5.1.7 Weigeringsgronden

In aanvulling op hetgeen is bepaald in artikel 2.7 van de Asv 2013, wordt subsidie geweigerd indien:

  • a.

    ter zake van de subsidiabele kosten verplichtingen zijn aangegaan langer dan vier weken vóór

    ontvangst van de aanvraag;

  • b.

    het project niet in overeenstemming is met het doel van deze paragraaf;

  • c.

    in een aanvraag subsidie wordt aangevraagd voor beide activiteiten zoals genoemd in

    artikel 5.1.3, eerste lid, onder a en b;

  • d.

    voor (een gedeelte van de kosten van) de activiteit waarvoor subsidie wordt aangevraagd reeds

    een subsidie is verleend door een andere instantie of organisatie dan de provincie Fryslân of is

    aangevraagd in afwachting van het besluit hierop van een andere instantie of organisatie;

  • e.

    de onderneming van de aanvrager actief is in de volgende sectoren:

1° primaire landbouw en visserij;

2° productie of verwerking van steenkool;

3° duurzame energieopwekking of verwerking;

4° windparken;

5° transport en opslag van goederen;

6° detailhandel;

7° horeca;

8° bouw.

 

Artikel 5.1.8 Toetsingscriteria

Om voor subsidie in aanmerking te komen voor een activiteit zoals vermeld in artikel 5.1.3, eerste lid, onder a en b, wordt voldaan aan de volgende criteria:

  • a.

    de vestiging van de onderneming die de aanvraag heeft ingediend, is gevestigd in de provincie

    Fryslân en de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd, dragen bij aan de ontwikkeling en

    mogelijke vergroting van het exportaandeel in de omzet van de vestiging in Fryslân;

  • b.

    deelname aan de handelsmissie of internationale beurs komt primair ten goede van de

    ondernemingsactiviteiten die vanuit de vestiging van de onderneming van de aanvrager in de

    provincie Fryslân worden verricht;

  • c.

    de handelsmissie of internationale beurs vindt plaats binnen één jaar nadat de aanvraag om

    subsidie is ingediend;

  • d.

    de handelsmissie is aantoonbaar middels rapportage voorbereid met een zakenpartnerscan.

     

Artikel 5.1.9 Subsidiabele kosten

Als subsidiabele kosten worden uitsluitend in aanmerking genomen:

  • a.

    in geval van deelname aan een handelsmissie: reis- en verblijfskosten, in redelijkheid te maken

    kosten voor het inhuren van tolken en de kosten van begeleiding door een of meer

    handelsagenten;

  • b.

    in geval van deelname aan een internationale beurs: kosten van het huren van een stand of

    standplaats, het huren van audiovisuele middelen, de kosten van het laten bouwen

    van een stand door derden, transportkosten voor het vervoer van beursmaterialen en de kosten

    van opslag van beursmaterialen ter plekke.

     

Artikel 5.1.10 Niet subsidiabele kosten.

In aanvulling op hetgeen bepaald in artikel 1.10 van de Asv 2013 wordt geen subsidie verstrekt voor de kosten van (reis- en annulerings)verzekeringen, kosten die niet rechtstreeks aan de activiteit zijn te koppelen en de kosten van eigen uren van de onderneming van de aanvrager.

 

Artikel 5.1.11 Hoogte subsidie

De subsidie bedraagt ten hoogste 50% procent van de totale subsidiabele kosten met een maximum van € 4.000,- exclusief BTW.

 

Artikel 5.1.12 Verdeelsystematiek

  • 1.

    Subsidie wordt verdeeld op volgorde van datum van binnenkomst van de subsidieaanvragen, waarbij de datum waarop de aanvraag volledig is, geldt als datum van binnenkomst.

  • 2.

    Voor zover door verstrekking van subsidie voor volledige aanvragen, die op dezelfde dag zijn ontvangen, het subsidieplafond wordt overschreden, wordt de onderlinge rangschikking van die aanvragen vastgesteld door middel van loting.

     

Artikel 5.1.13 Verplichtingen van de subsidieontvanger

  • 1.

    De subsidieontvanger is verplicht de gesubsidieerde activiteiten binnen een jaar na bekendmaking van het besluit tot subsidieverstrekking uit te voeren.

  • 2.

    De subsidieontvanger doet onverwijld schriftelijk melding aan Gedeputeerde Staten, zodra aannemelijk is dat de gesubsidieerde activiteiten niet, niet tijdig of niet geheel zullen worden verricht of dat niet geheel aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen zal worden voldaan.

  • 3.

    Verlenging van de termijnen zoals genoemd in het eerste en het tweede lid is alleen mogelijk als vooraf een schriftelijk verzoek wordt ingediend met een toelichting over de voortgang van de activiteit en de reden van de opgelopen vertraging en de verwachte duur van de vertraging.

  • 4.

    De subsidieontvanger is verplicht om, wanneer Gedeputeerde Staten hier naar vragen, een activiteitenverslag en foto's van de internationale beursstand of de handelsmissie te verstrekken waarmee kan worden aangetoond dat de activiteit waarvoor subsidie is verleend is uitgevoerd en aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen is voldaan.

     

Artikel 5.1.14 Staatssteun

  • 1.

    De aanvrager vult een de-minimisverklaring in om te bepalen of de subsidie met toepassing van de-minimissteun kan worden verstrekt.

  • 2.

    Het voordeel met toepassing van de-minimissteun mag nooit hoger zijn dan € 200.000,- over een periode van drie belastingjaren per zelfstandige onderneming en dient ook anderszins te voldoen aan de voorwaarden voor de-minimissteun.

  • 3.

    De in dit artikel genoemde de-minimissteun betreft het bruto subsidie-equivalent zoals omschreven in de de-minimisverordening.

     

Artikel 5.1.15 Prestatieverantwoording

Een subsidie die verleend wordt op grond van deze paragraaf wordt direct vastgesteld. De subsidieontvanger toont na afloop van de beurs of handelsmissie desgevraagd aan dat de activiteit waarvoor subsidie is verstrekt, is verricht door middel van in de aangegeven bewijsmiddelen als vermeld in artikel 5.1.13, vierde lid.

 

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van bekendmaking in het Provinciaal Blad.

Aldus vastgesteld in de vergadering van Gedeputeerde Staten van Fryslân van 16 februari 2016.

Voorzitter J.A. Jorritsma

Secretaris drs. A.J. van den Berg

 

Toelichting

Paragraaf 5.1 International Business Fryslân, handelsmissie & beursdeelname

Artikel 5.1.1 Begripsbepalingen, de aanhef, onder b:

Hierin wordt aangegeven welke ondernemingen in aanmerking kunnen komen voor een subsidie op grond van de onderhavige paragraaf. Conform de op 17 juni 2014 door de Europese Commissie vastgestelde definitie van kleine, middelgrote en micro-ondernemingen behoren tot de categorie kleine, middelgrote en micro-ondernemingen (KMO’s), ondernemingen waar minder dan 250 personen werkzaam zijn en waarvan de jaaromzet € 50 miljoen of het jaarlijkse balanstotaal € 43 miljoen niet overschrijdt. Deze normen worden verder aangehaald als MKB-normen.

Gevolg van deze Europese regelgeving is dat het gehele verband van ondernemingen waartoe de aanvragende onderneming behoort, wordt getoetst aan de MKB-normen. Er is sprake van een verband van ondernemingen indien de aanvragende onderneming direct of indirect voor 25% of meer

qua aandelenkapitaal en/of zeggenschap relaties heeft met andere ondernemingen (bijvoorbeeld moedermaatschappijen, dochterondernemingen en zusterondernemingen).

 

Artikel 5.1.1 Begripsbepalingen, de aanhef, onder d:

Een vakbeurs is een op export gericht evenement met een begin- en einddatum dat over het algemeen regelmatig plaatsvindt, waar ondernemingen hun producten en/of diensten presenteren, met als doel (potentiële) klanten te ontmoeten en de belangstelling voor hun producten en/of diensten op te wekken of te bestendigen. Vakbeurzen zijn voornamelijk gericht op zakelijke bezoekers.

 

Artikel 5.1.3 Subsidiabele activiteiten, eerste lid, onder a:

Om voor subsidie in aanmerking te komen voor deze activiteit mag de export van de onderneming van de aanvrager naar het land waar de handelsmissie naartoe gaat niet meer bedragen dan 5% van haar omzet in de laatste 12 maanden vóór indiening van de aanvraag.

Het is mogelijk om een aanvraag in te dienen voor deze activiteit wanneer de desbetreffende handelsmissie (nog) niet gepubliceerd is op de Agenda Internationaal ondernemen op de website van RVO.nl of op de agenda op de website van WTC Noord NL. Gedeputeerde Staten behouden zich in dat geval het recht voor om te besluiten of zij subsidie willen verlenen voor deelname aan de desbetreffende handelsmissie.

 

Artikel 5.1.7 Weigeringsgronden, eerste lid, onder a

Een aanvraag om subsidie moet zijn ontvangen binnen vier weken nadat verplichtingen zijn aangegaan ter zake van de deelname aan een handelsmissie of beurs. Onder het aangaan van verplichtingen wordt bijvoorbeeld verstaan het voor akkoord ondertekenen van een offerte voor het huren van een beursstand, het inschrijven voor een handelsmissie, maar ook het (mondeling) bevestigen van een opdracht aan een derde.

Indien de termijn van vier weken niet in acht wordt genomen, wordt géén subsidie verstrekt.

De algemene weigeringsgrond zoals genoemd in artikel 2.7, eerste lid, onder e van de Asv 2013, inhoudende dat een aanvraag wordt geweigerd op het moment dat de te subsidiëren activiteit reeds in uitvoering is voordat de aanvraag is ingediend, is gelet op het bovenstaande in samenhang met de toelichting op het vorengenoemde artikel niet van toepassing op de onderhavige paragraaf. De overige weigeringsgronden zoals genoemd in artikel 2.7 van de Asv 2013 gelden echter onverkort.

 

Artikel 5.1.9 Subsidiabele kosten, de aanhef, onder a:

Reis- en verblijfskosten zijn subsidiabel met in achtneming van een aantal voorwaarden: de reiskosten per vliegtuig kunnen subsidiabel worden gesteld tot ten hoogste het economy class-tarief binnen Europa en tot ten hoogste het business class-tarief voor intercontinentale vluchten naar 1 centrale eindbestemming voor maximaal 2 personen. Hiervoor dienen bij de aanvraag kopieën van (e-)tickets, ticketreserveringen of boekingsbevestigingen te worden overgelegd. De reiskosten per auto kunnen subsidiabel gesteld zijn vanaf het adres van de aanvrager tot en met 1 centrale eindbestemming voor maximaal 2 auto’s. Reiskosten voor verplaatsingen in het buitenland na aankomst op de eindbestemming zijn niet subsidiabel alsmede reiskosten binnen een stad, zoals taxikosten. Buitenlandse verblijfskosten kunnen subsidiabel worden gesteld tot een maximum van € 100,- per persoon per dag.

Naar boven