Subsidieplafonds 2016 voor het Operationeel Programma EFRO Oost-Nederland 2014-2020

 

GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND, handelend in hun hoedanigheid van Managementautoriteit van het Operationeel Programma EFRO Oost-Nederland 2014-2020,

 

Gelet op de artikelen 4:25 en 4:26 van de Algemene wet bestuursrecht, de artikelen 5.2.2 en 5.2.5, derde lid, van de Regeling Europese EZ-subsidies, alsmede de Beleidsregel Operationeel Programma EFRO Oost-Nederland 2016,

 

 

BESLUITEN:

 

tot vaststelling van de Subsidieplafonds 2016 met verdeelregels voor het verstrekken van subsidie voor activiteiten die passen binnen het Operationeel Programma EFRO Oost-Nederland 2014-2020;

 

 

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

 

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a.

    Beleidsregel: Beleidsregel Operationeel Programma EFRO Oost-Nederland 2016;

  • b.

    mkb: midden- en kleinbedrijf als bedoeld in artikel 2, onderdeel 28, van verordening [EU] nr. 1303/2013;

  • c.

    REES: Regeling Europese EZ-subsidies;

  • d.

    verordening 2013/2013: verordening, bedoeld in artikel 1.1 van de REES.

 

Artikel 2 Verdeelregels

 

  • 1.

    In het subsidieplafond wordt bepaald of de beschikbare middelen worden verdeeld:

    • a.

      op volgorde van ontvangst van de aanvragen, of

    • b.

      op basis van rangschikking van de aanvragen naar geschiktheid.

     

  • 2.

    Bij een verdeling volgens de volgorde van ontvangst, komt de eerst ontvangen aanvraag het eerst voor subsidie in aanmerking. Indien op de dag dat het subsidieplafond wordt bereikt meer dan een aanvraag is ontvangen, wordt de onderlinge rangschikking van die aanvragen op grond van artikel 5.2.7, derde lid, van de REES vastgesteld door middel van loting.

      

  • 3.

    Indien een aanvrager niet heeft voldaan aan enig wettelijk voorschrift voor het in behandeling nemen van de aanvraag en hij met toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt met betrekking tot de verdeling de dag waarop de aanvraag voldoet aan de wettelijke voorschriften als datum van ontvangst.

      

  • 4.

    Bij een verdeling volgens de rangschikking naar geschiktheid, komt de hoogst gerangschikte aanvraag het eerst voor subsidie in aanmerking. Indien het subsidieplafond dreigt te worden overschreden, wordt de onderlinge rangschikking van die aanvragen die bij de beoordeling gelijk zijn gerangschikt op grond van artikel 5.2.8, tweede lid, van de REES vastgesteld door middel van loting.

     

  • 5.

    Voor zover door de subsidieverstrekking het subsidieplafond zou worden overschreden, wordt de subsidie geheel geweigerd.

 

Artikel 3 Subsidieplafond voor R&D-projecten

 

  • 1.

    Het subsidieplafond voor het verstrekken van subsidies op grond van artikel 5.2.1, eerste lid van de REES, bedraagt voor aanvragen voor R&D-projecten als bedoeld in paragraaf 3.1 van de Beleidsregel 2016:

    • a.

      voor zover de activiteiten ten goede komen aan de provincie Gelderland en zijn gericht op:

      • i.

        algemene innovatie: € 950.000;

      • ii.

        koolstofarme innovatie: € 395.000;

    • b.

      voor zover de activiteiten ten goede komen aan de provincie Overijssel en zijn gericht op:

      • i.

        algemene innovatie: € 520.000;

      • ii.

        koolstofarme innovatie: € 135.000.

 

  • 2.

    Artikel 5.2.5, eerste lid, aanhef en onder a, van de REES is niet van toepassing op de subsidies genoemd in het eerste lid van dit artikel. Artikel 3.1.5 van de Beleidsregel 2016 bepaalt de omvang van een aanspraak op een subsidie als bedoeld in het eerste lid.

 

  • 3.

    Subsidieaanvragen op grond van dit artikel kunnen worden ingediend in de periode van 1 maart 2016 tot en met 28 februari 2017. Aanvragen die op of na 1 maart 2017 worden ontvangen, worden niet meer in behandeling genomen.

 

  • 4.

    De beschikbare middelen worden overeenkomstig artikel 5.2.7 van de REES verdeeld volgens de volgorde van ontvangst van de aanvragen.

 

 

Artikel 4 Subsidieplafond voor R&D-samenwerkingsprojecten

 

  • 1.

    Het subsidieplafond voor het verstrekken van subsidies op grond van artikel 5.2.1, eerste lid van de REES, bedraagt voor aanvragen voor R&D-samenwerkingsprojecten als bedoeld in paragraaf 3.2 van de Beleidsregel 2016:

    • a.

      voor zover de activiteiten ten goede komen aan de provincie Gelderland: € 3.630.000;

    • b.

      voor zover de activiteiten ten goede komen aan de provincie Overijssel: € 1.970.000.

 

  • 2.

    Indien de subsidiabele activiteiten ten goede komen aan zowel de provincie Gelderland als de provincie Overijssel, wordt de subsidie verdeeld over de verschillende deelplafonds, genoemd in het eerste lid. De subsidie voor de begrote kosten van de aanvragers die in de provincie Gelderland zijn gevestigd, komen ten laste van het deelplafond, genoemd in het eerste lid, onder a. De subsidie voor de begrote kosten van de aanvragers die in de provincie Overijssel zijn gevestigd, komen ten laste van het deelplafond, genoemd in het eerste lid, onder b.

 

  • 3.

    Indien in de aanvraag kosten zijn begroot door een aanvrager die zowel in de provincie Gelderland als in de provincie Overijssel is gevestigd, of door een aanvrager die in geen van beide provincies is gevestigd, worden die kosten voor 65 procent ten laste gebracht van het deelplafond, genoemd in het eerste lid, onder a, en voor 35 procent ten laste van het deelplafond, genoemd in het eerste lid, onder b.

 

  • 4.

    Artikel 5.2.5, eerste lid, aanhef en onder a, van de REES is niet van toepassing op de subsidies genoemd in het eerste lid van dit artikel. Artikel 3.2.4 van de Beleidsregel 2016 bepaalt de omvang van een aanspraak op een subsidie als bedoeld in het eerste lid.

 

  • 5.

    Subsidieaanvragen op grond van dit artikel kunnen worden ingdiend in de periode van 5 juli 2016 tot en met 1 september 2016. Aanvragen die op of na 2 september 2016 worden ontvangen, worden niet meer in behandeling genomen.

 

  • 6.

    De beschikbare middelen worden overeenkomstig artikel 5.2.8. van de REES verdeeld volgens de rangschikking naar geschiktheid.

 

Artikel 5 Subsidieplafond voor grote R&D-samenwerkingsprojecten

 

  • 1.

    Het subsidieplafond voor het verstrekken van subsidies op grond van artikel 5.2.1, eerste lid van de REES, bedraagt voor aanvragen voor grote R&D-samenwerkingsprojecten als bedoeld in paragraaf 3.3 van de Beleidsregel 2016:

    • a.

      voor zover de activiteiten ten goede komen aan de provincie Gelderland en zijn gericht op:

      • i.

        algemene innovatie: € 6.850.000;

      • ii.

        koolstofarme innovatie: € 3.300.000;

    • b.

      voor zover de activiteiten ten goede komen aan de provincie Overijssel en zijn gericht op:

      • iii.

        algemene innovatie: € 3.100.000;

      • iv.

        koolstofarme innovatie: € 1.600.000.

 

  • 2.

    Indien een aanvraag als bedoeld in het eerste lid tevens bijdraagt aan het Rijksbeleid op het gebied van innovatie en koolstofarme economie, wordt de aanvraag tevens beschouwd als een aanvraag voor Rijkscofinanciering op grond van artikel 5.3.1 van de REES. De subsidie komt in dat geval voor 50 procent ten laste van het subsidieplafond, genoemd in artikel 5.3.2 van de REES en voor 50 procent ten laste van het subsidieplafond, genoemd in het eerste lid.

 

  • 3.

    Indien de aanvraag onvoldoende bijdraagt aan de realisatie van het Rijksbeleid, bedoeld in het tweede lid, komt de subsidie geheel ten laste van het subsidieplafond, genoemd in het eerste lid.

 

  • 4.

    Indien de subsidiabele activiteiten ten goede komen aan zowel de provincie Gelderland als de provincie Overijssel, wordt de subsidie verdeeld over de verschillende deelplafonds, genoemd in het eerste lid. De subsidie voor de begrote kosten van de aanvragers die in de provincie Gelderland zijn gevestigd, komen ten laste van het deelplafond, genoemd in het eerste lid, onder a. De subsidie voor de begrote kosten van de aanvragers die in de provincie Overijssel zijn gevestigd, komen ten laste van het deelplafond, genoemd in het eerste lid, onder b.

 

  • 5.

    Indien in de aanvraag kosten zijn begroot door een aanvrager die zowel in de provincie Gelderland als in de provincie Overijssel is gevestigd, of door een aanvrager die in geen van beide provincies is gevestigd, worden die kosten voor 65 procent ten laste gebracht van het deelplafond, genoemd in het eerste lid, onder a, en voor 35 procent ten laste van het deelplafond, genoemd in het eerste lid, onder b.

 

  • 6.

    Subsidieaanvragen op grond van dit artikel kunnen worden ingediend in de periode van 1 maart 2016 tot en met 3 mei 2016. Aanvragen die op of na 4 mei 2016 worden ontvangen, worden niet meer in behandeling genomen.

 

  • 7.

    De beschikbare middelen worden overeenkomstig artikel 5.2.8. van de REES verdeeld volgens de rangschikking naar geschiktheid. Artikel 3.3.4 van de Beleidsregel 2016 bepaalt de omvang van een aanspraak op een subsidie als bedoeld in het eerste lid.

 

Artikel 6 Subsidieplafond voor grote R&D-samenwerkingsprojecten

 

  • 1.

    Het subsidieplafond voor het verstrekken van subsidies op grond van artikel 5.2.1, eerste lid van de REES, bedraagt voor aanvragen voor grote R&D-samenwerkingsprojecten als bedoeld in paragraaf 3.3 van de Beleidsregel 2016:

    • a.

      voor zover de activiteiten ten goede komen aan de provincie Gelderland en zijn gericht op:

      • i.

        algemene innovatie: € 4.600.000;

      • ii.

        koolstofarme innovatie: € 2.200.000;

    • b.

      voor zover de activiteiten ten goede komen aan de provincie Overijssel en zijn gericht op:

      • i.

        algemene innovatie: € 4.000.000;

      • ii.

        koolstofarme innovatie: € 1.300.000.

 

  • 2.

    Indien een aanvraag als bedoeld in het eerste lid tevens bijdraagt aan het Rijksbeleid op het gebied van innovatie en koolstofarme economie, wordt de aanvraag tevens beschouwd als een aanvraag voor Rijkscofinanciering op grond van artikel 5.3.1 van de REES. De subsidie komt in dat geval voor 50 procent ten laste van het subsidieplafond, genoemd in artikel 5.3.2 van de REES en voor 50 procent ten laste van het subsidieplafond, genoemd in het eerste lid.

 

  • 3.

    Indien de aanvraag onvoldoende bijdraagt aan de realisatie van het Rijksbeleid, bedoeld in het tweede lid, komt de subsidie geheel ten laste van het subsidieplafond, genoemd in het eerste lid.

 

  • 4.

    Indien de subsidiabele activiteiten ten goede komen aan zowel de provincie Gelderland als de provincie Overijssel, wordt de subsidie verdeeld over de verschillende deelplafonds, genoemd in het eerste lid. De subsidie voor de begrote kosten van de aanvragers die in de provincie Gelderland zijn gevestigd, komen ten laste van het deelplafond, genoemd in het eerste lid, onder a. De subsidie voor de begrote kosten van de aanvragers die in de provincie Overijssel zijn gevestigd, komen ten laste van het deelplafond, genoemd in het eerste lid, onder b.

 

  • 5.

    Indien in de aanvraag kosten zijn begroot door een aanvrager die zowel in de provincie Gelderland als in de provincie Overijssel is gevestigd, of door een aanvrager die in geen van beide provincies is gevestigd, worden die kosten voor 65 procent ten laste gebracht van het deelplafond, genoemd in het eerste lid, onder a, en voor 35 procent ten laste van het deelplafond, genoemd in het eerste lid, onder b.

 

  • 6.

    Subsidieaanvragen op grond van dit artikel kunnen worden ingediend in de periode van 1 september 2016 tot en met 15 november 2016. Aanvragen die op of na 16 november 2016 worden ontvangen, worden niet meer in behandeling genomen.

 

  • 7.

    De beschikbare middelen worden overeenkomstig artikel 5.2.8. van de REES verdeeld volgens de rangschikking naar geschiktheid. Artikel 3.3.4 van de Beleidsregel 2016 bepaalt de omvang van een aanspraak op een subsidie als bedoeld in het eerste lid.

 

 

Artikel 7 Subsidieplafond voor het stimuleren proeftuinen

 

  • 1.

    Het subsidieplafond voor het verstrekken van subsidies op grond van artikel 5.2.1, eerste lid, van REES, bedraagt voor aanvragen gericht op het stimuleren van proeftuinen als bedoeld in paragraaf 3.4 van de Beleidsregel 2016:

    • a.

      voor zover de activiteiten ten goede komen aan de provincie Gelderland en zijn gericht op:

      • i.

        algemene innovatie: € 2.310.000;

      • ii.

        koolstofarme innovatie: € 1.040.000;

    • b.

      voor zover de activiteiten ten goede komen aan de provincie Overijssel en zijn gericht op:

      • i.

        algemene innovatie: € 740.000;

      • ii.

        koolstofarme innovatie: € 600.000.

 

  • 2.

    Indien een aanvraag als bedoeld in het eerste lid tevens bijdraagt aan het Rijksbeleid op het gebied van innovatie en koolstofarme economie, wordt de aanvraag tevens beschouwd als een aanvraag voor Rijkscofinanciering op grond van artikel 5.3.1 van de REES. De subsidie komt in dat geval voor 50 procent ten laste van het subsidieplafond, genoemd in artikel 5.3.2 van de REES en voor 50 procent ten laste van het subsidieplafond, genoemd in het eerste lid.

 

  • 3.

    Indien de aanvraag onvoldoende bijdraagt aan de realisatie van het Rijksbeleid, bedoeld in het tweede lid, komt de subsidie geheel ten laste van het subsidieplafond, genoemd in het eerste lid.

 

  • 4.

    Indien de subsidiabele activiteiten ten goede komen aan zowel de provincie Gelderland als de provincie Overijssel, wordt de subsidie verdeeld over de verschillende deelplafonds, genoemd in het eerste lid. De subsidie voor de begrote kosten van de aanvragers die in de provincie Gelderland zijn gevestigd, komen ten laste van het deelplafond, genoemd in het eerste lid, onder a. De subsidie voor de begrote kosten van de aanvragers die in de provincie Overijssel zijn gevestigd, komen ten laste van het deelplafond, genoemd in het eerste lid, onder b.

 

  • 5.

    Indien in de aanvraag kosten zijn begroot door een aanvrager die zowel in de provincie Gelderland als in de provincie Overijssel is gevestigd, of door een aanvrager die in geen van beide provincies is gevestigd, worden die kosten voor 65 procent ten laste gebracht van het deelplafond, genoemd in het eerste lid, onder a, en voor 35 procent ten laste van het deelplafond, genoemd in het eerste lid, onder b.

 

  • 6.

    Subsidieaanvragen op grond van dit artikel kunnen in de periode van 5 april 2016 tot en met 28 februari 2017 worden ingediend. Aanvragen die op of na 1 maart 2017 worden ontvangen, worden niet meer in behandeling genomen.

 

  • 7.

    De beschikbare middelen worden overeenkomstig artikel 5.2.7 van de REES verdeeld volgens de volgorde van ontvangst. Artikel 3.4.5 van de Beleidsregel 2016 bepaalt de omvang van een aanspraak op een subsidie als bedoeld in het eerste lid

 

 

Artikel 8 Subsidieplafond voor het stimuleren cluster- en netwerkactiviteiten

 

  • 1.

    Het subsidieplafond voor het verstrekken van subsidies op grond van artikel 5.2.1, eerste lid, van de REES, bedraagt voor aanvragen gericht op het stimuleren van cluster- en netwerkactiviteiten als bedoeld in paragraaf 3.5 van de Beleidsregel 2016:

    • a.

      voor zover de activiteiten ten goede komen aan de provincie Gelderland en zijn gericht op:

      • i.

        algemene innovatie: € 2.130.000;

      • ii.

        koolstofarme innovatie: € 1.770.000;

    • b.

      voor zover de activiteiten ten goede komen aan de provincie Overijssel en zijn gericht op:

      • i.

        algemene innovatie: € 1.090.000;

      • ii.

        koolstofarme innovatie: € 940.000.

 

  • 2.

    Indien de subsidiabele activiteiten ten goede komen aan zowel de provincie Gelderland als de provincie Overijssel, wordt de subsidie verdeeld over de verschillende plafonds, genoemd in het eerste lid. De subsidie voor begrote kosten van aanvragers die in de provincie Gelderland zijn gevestigd, komen ten laste van het plafond, genoemd in het eerste lid, onder a. Subsidie voor begrote kosten van aanvragers die in de provincie Overijssel zijn gevestigd, komen ten laste van het plafond, genoemd in het eerste lid, onder b.

 

  • 3.

    Indien in de aanvraag kosten zijn begroot door een aanvrager die zowel in de provincie Gelderland als in de provincie Overijssel is gevestigd, of door een aanvrager die in geen van beide provincies is gevestigd, worden die kosten voor 65 procent ten laste gebracht van het plafond, genoemd in het eerste lid, onder a, en voor 35 procent ten laste van het plafond, genoemd in het eerste lid, onder b.

 

  • 4.

    Subsidieaanvragen op grond van dit artikel kunnen in de periode 14 juni 2016 tot en met op 28 februari 2017 worden ingediend. Aanvragen die op of na 1 maart 2017 worden ontvangen, worden niet meer in behandeling genomen.

 

  • 5.

    De beschikbare middelen worden overeenkomstig artikel 5.2.7 van de REES verdeeld volgens de volgorde van ontvangst. Artikel 3.5.5 van de Beleidsregel 2016 bepaalt de omvang van een aanspraak op een subsidie als bedoeld in het eerste lid.

 

Artikel 9 Bekendmaking en inwerkingtreding

 

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin zij wordt geplaatst.

 

 

Gedeputeerde Staten voornoemd

Gegeven te Arnhem, [16 februari 2016] – [2014-016804]

Gedeputeerde Staten van Gelderland,

C.G.A. Cornielje, Commissaris van de Koning

P.G.G. Hilhorst, plv. secretaris

Naar boven