Besluit van provinciale staten van Utrecht van 9 februari 2015 en van Zuid-Holland van 28 januari 2015 tot wijziging van het Reglement Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden 2008
 
Provinciale staten van Utrecht en van Zuid-Holland;
 
Op voorstel van de commissie ex artikel 6 van de Waterschapswet;
 
Gelet op artikel 6 van de Waterschapswet;
 
Besluiten:
Artikel I
Het Reglement Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden 2008(1) wordt als volgt gewijzigd:
 
A
Artikel 5, derde lid, komt te vervallen.
 
B
Artikel 8, eerste lid, komt te luiden:
  • 1.
    Voor de categorie bedrijven worden twee vertegenwoordigers benoemd door de Kamer van Koophandel op voordracht van de regionale raad van de Regio Noordwest. Deze regio is aangeduid in het Besluit vaststelling regio’s van 2 januari 2014 van de Kamer van Koophandel (Stcrt. 2014, 1215).
     
C
In artikel 10 wordt ‘vier’ gewijzigd in: vijf
 
D
Artikel 11 wordt als volgt gewijzigd:
  • 1.
    Het eerste lid vervalt.
  • 2.
    De leden 2 tot en met 5 worden vernummerd tot 1 tot en met 4.
E
Artikel 12 vervalt
Artikel II
  • 1.
    Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het laatst uitgegeven provinciaal blad waarin dit besluit wordt geplaatst.
    Artikel I, onderdeel B, werkt terug tot en met 1 september 2014.
    Artikel I, onderdeel C, werkt terug tot en met 18 maart 2015, als het laatst uitgegeven provinciaal blad waarin dit besluit wordt geplaatst, wordt uitgegeven na die datum.
  • 2.
    In afwijking van het eerste lid treedt artikel I, onderdeel A, ten aanzien van een vaarweg of een gedeelte daarvan gelegen in het gebied van de provincie Utrecht of Zuid-Holland, in werking met ingang van het tijdstip waarop het besluit van provinciale staten van Utrecht of van Zuid-Holland tot aanwijzing van vaarwegbeheerders in werking treedt. Als bedoeld besluit tot aanwijzing van vaarwegbeheerders reeds in werking is getreden, treedt artikel I, onderdeel A, in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het laatst uitgegeven provinciaal blad waarin dit besluit wordt geplaatst en werkt dat onderdeel terug tot en met dat tijdstip van inwerkingtreding.
     
Utrecht, 9 februari 2015
 
Voorzitter,
 
Griffier,
 
Den Haag, 28 januari 2015
 
Voorzitter,
 
Griffier,
 
Wijziging Reglement Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden 2008
 
Nota van Toelichting
 
Dit wijzigingsbesluit voorziet in de volgende vier wijzigingen:
  • 1.
    het vaarwegbeheer wordt als reglementaire taak geschrapt;
  • 2.
    de instantie die de vertegenwoordigers voor de categorie bedrijven benoemt wordt gewijzigd;
  • 3.
    de maximale omvang van het college van dijkgraaf en hoogheemraden wordt verhoogd; en
  • 4.
    de bepaling betreffende het tijdstip van benoeming van het dagelijks bestuur na de verkiezingen wordt geschrapt.
Deze vier, in artikel I opgenomen wijzigingen alsmede artikel II, waarin de inwerkingtreding van dit besluit is geregeld, worden hieronder toegelicht.
Artikel I, onderdeel A
(artikel 5 Taak van het waterschap)
Op grond van de Waterwet moeten de provincies bij provinciale verordening vaarwegbeheerders aanwijzen. Hieraan wordt voor de in Utrecht gelegen wateren uitvoering gegeven door aanpassing van de Waterverordening provincie Utrecht 2009 en voor de in Zuid-Holland gelegen wateren door vaststelling van een nieuwe vaarwegenverordening Zuid-Holland. Daarmee worden in die beide verordening alle bepalingen op provinciaal niveau over het vaarwegbeheer bij elkaar gebracht. De in reglementen voor waterschappen nog voorkomende bepalingen over het vaarwegbeheer kunnen daarmee komen te vervallen. Dit onderdeel voorziet daarin voor het Reglement Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden 2008. De in dat reglement opgenomen vaarwegen zijn deels in Utrecht en deels in Zuid-Holland gelegen.
Artikel I, onderdeel B
(artikel 8 Benoeming vertegenwoordigers geborgde zetels)
Op 1 januari 2014 is de nieuwe Wet op de Kamer van Koophandel in werking getreden (Staatsbladen 2013, 507 en 508). Die wet bevat een wijziging van artikel 14, derde lid, van de Waterschapswet. Die wijziging houdt in dat de vertegenwoordigers van de categorie bedrijven worden benoemd door de Kamer van Koophandel op voordracht van de regionale raad van de regio van de Kamer van Koophandel die gelegen is in het gebied van het desbetreffende waterschap. Indien binnen het gebied van een waterschap meer dan één regio gelegen is, wordt bij reglement bepaald op welke wijze de betrokken regionale raden tot een voordracht komen.
Op grond van artikel 3, eerste lid, van genoemde Wet op de Kamer van Koophandel heeft de Kamer van Koophandel vijf regio’s vastgesteld. Uit die indeling blijkt dat het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden is gelegen in twee regio’s, te weten in de Regio Noordwest (het gebied van de provincies Noord-Holland, Flevoland en Utrecht) en in de Regio Zuidwest (het gebied van de provincies Zuid-Holland en Zeeland). Dat betekent dat in het reglement geregeld moet worden op welke wijze de benoeming plaatsvindt van de vertegenwoordigers van de categorie bedrijven.
In het huidige eerste lid van artikel 8 zijn twee zetels toegekend aan de categorie bedrijven. Bij de totstandkoming van het reglement zijn het aantal vervuilingseenheden alsmede de WOZ-waarde van bedrijven als maatstaf gehanteerd voor het belang van de categorie bedrijven bij de taakuitoefening door het waterschap. Die maatstaf is gehanteerd bij de verdeling van de geborgde zetels en bij de aanwijzing van de benoemende instantie voor de zetels bedrijfsgebouwd. Het ligt in de rede dat ook nu te doen.
Verreweg het grootste deel van het aantal vervuilingseenheden en van de WOZ-waarde van bedrijven in het gebied van het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden kan toegerekend worden aan bedrijven die zijn gelegen in de Regio Noordwest. In verband hiermee is in het nieuwe eerste lid van artikel 8 bepaald dat de benoeming door de Kamer van Koophandel van de twee vertegenwoordigers voor de categorie bedrijven geschiedt op voordracht van de regionale raad van de Regio Noordwest.
Artikel I, onderdeel C
(artikel 10 Omvang college van dijkgraaf en hoogheemraden)
Op grond van artikel 40 , tweede lid, van de Waterschapswet kan bij reglement worden bepaald welk aantal leden het dagelijks bestuur ten minste en ten hoogste telt.
Overeenkomstig de destijds door het bestuur van het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden geuite wens is in artikel 10 van het reglement het aantal hoogheemraden bepaald op ten hoogte vier.
Bij brief van 8 januari 2014 heeft het college van dijkgraaf en hoogheemraden aangegeven dat het met het oog op de vorming van een college dat kan rekenen op brede steun vanuit het algemeen bestuur gewenst wordt geacht om de mogelijkheid te hebben om ten hoogste vijf hoogheemraden te benoemen.
Met de in dit onderdeel opgenomen wijziging is tegemoetgekomen aan dat verzoek en is het maximaal aantal leden van het dagelijks bestuur bepaald op vijf.
De reglementair bepaalde maximale omvang van het dagelijks bestuur van de andere in Utrecht gelegen waterschappen bedraagt eveneens vijf (Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht) dan wel zes (het waterschap Rivierenland en het waterschap Vallei en Veluwe).
Artikel I, onderdelen D en E
(artikel 11, lid 1 Benoeming hoogheemraden; artikel 12 Ingang benoeming hoogheemraden)
De Wet aanpassing waterschapsverkiezingen (Staatsblad 2014, 63) voorziet er door wijziging van de Kieswet en de Waterschapswet in dat er gecombineerde stembusverkiezingen worden gehouden voor provinciale staten en de categorie ingezetenen in het algemeen bestuur van het waterschap. Die gecombineerde verkiezingen vinden voor de eerste keer plaats op 18 maart 2015. Op grond van de gewijzigde Kieswet eindigt de zittingsperiode van de huidige algemene besturen op 26 maart 2015.
Omdat de periode tussen de verkiezingsdag en de installatie van het nieuwe algemeen bestuur nog maar acht dagen is, is in het gewijzigde artikel 41 Waterschapswet bepaald dat de leden van het dagelijks bestuur aanblijven totdat minstens de helft van hun opvolgers is benoemd en deze benoemingen zijn aanvaard. Als uiterste datum voor het vormen van een nieuw dagelijks bestuur geldt een termijn van drie maanden. Deze bepaling geldt ook voor de leden die niet opnieuw tot lid van het algemeen bestuur zijn gekozen of benoemd. Voorts voorziet het nieuwe zesde lid van artikel 41 in plaatsvervanging door de voorzitter totdat het aantal leden van het dagelijks bestuur dat in functie is bedoelde helft heeft bereikt.
De in het eerste lid van artikel 11 en de in artikel 12 van het reglement opgenomen regeling betreffende de benoeming van de hoogheemraden, het tijdstip waarop die benoeming ingaat en de plaatsvervanging door de voorzitter is niet in overeenstemming met het gewijzigde artikel 41 van de Waterschapswet en dient om die reden te worden geschrapt.
Artikel II
Eerste lid
De wijzigingen die zijn opgenomen in de onderdelen B en C van artikel I houden verband met de waterschapsverkiezingen op 18 maart 2015. Dit artikel voorziet erin dat in het geval dit besluit later in werking treedt dan de verkiezingsdatum, de desbetreffende bepalingen terugwerken.
Onderdeel B werkt terug tot en met 1 september 2014. Dit houdt verband met de benoemingsprocedure die door de Kamer van Koophandel wordt gevolgd.
Onderdeel C werkt terug tot en met 18 maart 2015, de verkiezingsdatum. Het is wenselijk dat vanaf die dag ten behoeve van de coalitiebesprekingen duidelijkheid bestaat over de mogelijke maximumomvang van het dagelijks bestuur.
 
Tweede lid
Het is wenselijk dat de bepaling die voorziet in het vervallen van de vaarwegtaak op hetzelfde tijdstip in werking treedt als het besluit waarbij de aanwijzing van vaarwegbeheerders wordt geregeld. Die aanwijzing wordt geregeld bij provinciale verordening. Omdat de in het huidige reglement opgenomen vaarwegen deels zijn gelegen in de provincie Utrecht en deels in de provincie Zuid-Holland is het tijdstip van inwerking van onderdeel A van artikel I verschillend gesteld. Al naar gelang een vaarweg in Utrecht of Zuid-Holland is gelegen geldt het tijdstip van inwerkingtreding van de Utrechtse of de Zuid-Hollandse verordening waarin de aanwijzing van vaarwegbeheerders is geregeld.
 
Goedkeuring
Omdat met de wijziging die is opgenomen in onderdeel A van artikel I de taak van het waterschap wordt gewijzigd, behoeft dit besluit op grond van artikel 5, lid 2, van de Waterschapswet de goedkeuring van de minister van Infrastructuur en Milieu.
 
[1] Provinciaal blad van Utrecht 2008, 19; provinciaal blad van Zuid-Holland 2008, 23; laatstelijk gewijzigd bij besluit van provinciale staten van Utrecht van 26 oktober 2009, provinciaal blad 2009, 60
[2] De bezetting van de geborgde zetels geschiedt op basis van benoeming. De bezetting van de overige zetels, de zogenaamde vrije zetels, geschiedt op basis van de verkiezingsuitslag. Die zetels worden bezet door de categorie ingezetenen.
Naar boven