Besluit van gedeputeerde staten van 9 september 2014],tot vaststelling van nadere voorschriften voor het gebied Greenport Boskoop met betrekking tot de toepassing van de normen waterkwantiteit in het op de kaart bij dit besluit aangegeven gebied (Nadere voorschriften toepassing normen waterkwantiteit voor Greenport Boskoop)
Gedeputeerde staten van Zuid-Holland;
 
Gelet op artikel 2.3, tweede en vijfde lid van de Waterverordening Rijnland;
 
Overwegende dat het in verband met gewijzigde inzichten met betrekking tot de normen waterkwantiteit noodzakelijk is om voor het bij dit besluit aangegeven gebied nadere voorschriften te stellen over de toepassing van de normen waterkwantiteit;
 
Besluiten:
 
Vast te stellen de volgende regeling:
 
Nadere voorschriften toepassing normen waterkwantiteit voor Greenport Boskoop
 
Artikel 1
Voor de toepassing van artikel 2.3, tweede lid, onderdeel b van de Waterverordening Rijnland wordt ten aanzien van de hoogwaardige land- en tuinbouw, voor het gebied aangegeven op de kaart in de bij dit besluit behorende bijlage, als nader voorschrift gesteld dat het perceel waar hoogwaardige land- en tuinbouw wordt geteeld, door de gebruiker op een minimale hoogte van 35 centimeter ten opzichte van het peilbesluitenpeil wordt onderhouden.
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal blad waarin dit besluit wordt geplaatst.
Artikel 3
Dit besluit wordt aangehaald als: “Nadere voorschriften toepassing normen waterkwantiteit voor Greenport Boskoop”.
 
Den Haag, 9 september 2014
 
Gedeputeerde staten van Zuid-Holland
 
mw.drs. J.A.M. HILGERSOM, secretaris
 
drs. J. SMIT, voorzitter
 
Toelichting
In artikel 2.3 van de Waterverordening Rijnland zijn met het oog op de bergings- en afvoercapaciteit waarop de regionale wateren moeten zijn ingericht normen gesteld met betrekking tot de gemiddelde overstromingskans per jaar. Deze normen drukken de gemiddeld toelaatbaar geachte kans op overstroming uit ofwel het wenselijk geachte beschermingsniveau.
Deze normen bakenen de zorgplicht af die het hoogheemraadschap van Rijnland heeft op het vlak van het voorkomen dan wel beperken van ontoelaatbare wateroverlast door inundatie.
 
Voor het gebied buiten de bebouwde kom zijn de normen gerelateerd aan de verschillende vormen van landgebruik. Voor hoogwaardige land- en tuinbouw is in de Waterverordening Rijnland een norm opgenomen van 1/50 jaar. De normen in de verordening zijn voor het hoogheemraadschap van Rijnland het vertrekpunt bij de voorbereiding van de waterhuishoudkundige en ruimtelijke maatregelen gericht op het op orde brengen van het regionale watersysteem. Voor een doelmatige en gedragen aanpak worden zogenaamde gebiedsprocessen doorlopen.
 
Gebiedsproces Greenport Boskoop
Voor het gebied Greenport Boskoop is door middel van een gebiedsproces onderzocht hoe de aanpak van de wateroverlast in dit gebied op een doelmatige en gebiedsgerichte manier kan worden aangepakt.
In dit gebiedsproces is door het hoogheemraadschap veel aandacht besteed aan de communicatie met de streek. Daartoe zijn diverse klankbordgroep bijeenkomsten georganiseerd. In de klankbordgroepen zaten vertegenwoordigers van de boomkwekerijsector (Kring Boskoop, kwekers, teeltadviseurs en een afvaardiging van LTO) en vertegenwoordigers van de gemeenten Boskoop, Rijnwoude en Bodegraven-Reeuwijk. De uitkomst van het onderzoek is door het hoogheemraadschap van Rijnland vastgelegd in het Watergebiedsplan Greenport Boskoop. Met diverse watersysteemmaatregelen kan de wateroverlast in het gebied fors worden verminderd. Het gaat hierbij om het verbeteren van de waterberging door onder andere baggerwerkzaamheden, de aanleg van duikers en de aanleg van extra open water. De totale investering in het gebied Greenport Boskoop bedraagt 4,2 miljoen euro.
 
In het gebied Greenport Boskoop kenmerken een aantal boomkwekerijpercelen zich door een zeer lage ligging. Het gaat hier om 3 % van het gebied. Deze laag gelegen boomkwekerijpercelen komen verspreid in het gebied voor. In samenwerking met de vertegenwoordigers van de streek zijn diverse maatregelen onderzocht om deze laaggelegen percelen aan de norm voor hoogwaardige land- en tuinbouw te kunnen laten voldoen. Hierbij was kosteneffectiviteit een belangrijk uitgangspunt. Uit het onderzoek kwam naar voren dat door de boomsierteelt continue grond wordt onttrokken aan het perceel. Daarom behoort het binnen de boomkwekerijsector tot de normale bedrijfsvoering om periodiek percelen op te hogen. Tijdens veldbezoeken bleek dat ondernemers van de lage gelegen percelen bewust de afweging hebben gemaakt om hun percelen niet periodiek op te hogen. Hierdoor zijn deze percelen steeds lager komen te liggen.
 
Tijdens de klankbordbijeenkomsten kwam naar voren dat het redelijk is om vast te leggen dat de perceeleigenaar zelf zijn perceel op een hoogte van 35 cm boven het peilbesluitniveau dient te onderhouden. Indien de ondernemer zijn perceel op deze hoogte onderhoudt dan kan hij rekenen op het reguliere beschermingsniveau met een inundatiekans van 1/50 jaar (norm voor hoogwaardige land- en tuinbouw). Met deze nadere voorwaarde wordt duidelijk gemaakt dat het onderdeel uitmaakt van een goede bedrijfsvoering om percelen periodiek op te hogen.
 
Naar boven