Provincie Noord-Holland; Uitvoeringsregeling subsidie Gedragsbeïnvloeding Verkeersveiligheid Noord-Holland 2015.
 
Besluit van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland van 17 februari 2015, nr. 554069/554078, tot vaststelling van de Uitvoeringsregeling subsidie Gedragsbeïnvloeding Verkeersveiligheid Noord-Holland 2015.  
Gedeputeerde Staten van Noord-Holland
Overwegende dat uit onderzoek van de Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid is gebleken dat verkeerseducatie en -voorlichting tot verkeersveiliger gedrag leiden en dat het gewenst is verkeersveilig gedrag te bevorderen door activiteiten, niet zijnde activiteiten die zijn gericht op aanpassing van de infrastructuur, te subsidiëren;
Gelet op artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Noord-Holland 2011;
B esluiten vast te stellen :
Uitvoeringsregeling subsidie Gedragsbeïnvloeding Verkeersveiligheid Noord-Holland 2015
Artikel 1
In deze regeling wordt verstaan onder:
  • a.
    basisschool: een basisschool als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het primair onderwijs;
  • b.
    school voor voortgezet onderwijs: een school als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het voortgezet onderwijs.
Artikel 2
  • 1.
    Subsidie kan worden verstrekt voor het verrichten van activiteiten die verkeersveilig gedrag bevorderen en die zijn gericht op scholieren van een basisschool of van een school voor voortgezet onderwijs.
  • 2.
    De activiteiten dienen in de provincie Noord-Holland, maar buiten de Stadsregio Amsterdam, plaats te vinden.
Artikel 3
Subsidie wordt verstrekt aan:
  • a.
    stichtingen en verenigingen;
  • b.
    publiekrechtelijke rechtspersonen, met uitzondering van de rijksoverheid.
Artikel 4
Gedeputeerde staten verstrekken geen subsidies van minder dan € 5.000,-.
Artikel 5
Bij subsidies van minder dan € 10.000,- aan stichtingen en verenigingen gaat geen subsidieverlening aan de subsidievaststelling vooraf.
Artikel 6
  • 1.
    Een aanvraag om subsidie bevat tenminste:
    • a.
      een begroting van de kosten van de activiteit;
    • b.
      een financieringsplan van de kosten van de activiteit;
    • c.
      een inhoudelijke beschrijving van de activiteit.
Artikel 7
Het subsidieplafond voor deze uitvoeringsregeling is € 1.052.010,-.
Artikel 8
  • 1.
    Een aanvraag om subsidie is tijdig ingediend indien de aanvraag in de periode van 2 tot en met 31 maart 2015 is ontvangen.
  • 2.
    Een aanvraag om subsidie die buiten de in het eerste lid genoemde periode wordt ontvangen, wordt niet in behandeling genomen.
  • 3.
    Gedeputeerde staten beslissen uiterlijk op 1 juli 2015 op de ingediende aanvragen.
Artikel 9
Subsidie wordt geweigerd indien:
  • a.
    de activiteit niet financieel haalbaar is;
  • b.
    de activiteit niet is gericht op uitvoering in het schooljaar 2015-2016.
Artikel 10
  • 1.
    Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor naar het oordeel van gedeputeerde staten direct noodzakelijke kosten van de activiteit.
  • 2.
    Subsidie wordt niet verstrekt voor de kosten van:
    • a.
      reizen en verblijven;
    • b.
      administratie;
    • c.
      voor- of nametingen;
    • d.
      een praktisch of theoretisch verkeersexamen en de inzet of aanschaf van verkeerssimulatoren;
    • e.
      infrastructurele maatregelen.
Artikel 11
De subsidie bedraagt 100 % van de subsidiabele kosten tot maximaal € 100.000,- per
aanvraag.
Artikel 12
  • 1.
    Indien het subsidieplafond wordt bereikt, worden aanvragen die voor subsidie in aanmerking komen gerangschikt op een prioriteitenlijst.
  • 2.
    De rangschikking wordt bepaald door het totaal aantal punten dat wordt gehaald op basis van de volgende criteria:
    • a.
      de doelgroep van de activiteit, waarbij een activiteit voor scholieren op het voortgezet onderwijs 10 punten, een activiteit voor scholieren op de basisschool 30 punten en een activiteit voor scholieren op zowel het voortgezet onderwijs als op de basisschool 30 punten scoort;
    • b.
      alleen wanneer de activiteit als project is opgenomen in de Permanente Verkeerseducatie Toolkit (PVE Toolkit) van het Kennisplatform Verkeer en Vervoer, scoort de activiteit voor dit onderdeel 20 punten;
    • c.
      de reikwijdte van de activiteit. De reikwijdte wordt gemeten aan de hand van het aantal scholieren dat met uitvoering van de activiteit wordt bereikt. Hoe groter het aantal scholieren, hoe hoger het aantal te verkrijgen punten. Voor dit onderdeel is maximaal 6 punten te verkrijgen;
    • d.
      het regionaal bereik van de activiteit. Een groter bereik van de activiteit betekent meer punten. Voor dit onderdeel zijn maximaal 6 punten te verkrijgen;
    • e.
      de mate van aansluiting bij de leerdoelen, zoals genoemd in de matrix behorende bij de PVE Toolkit. Hoe hoger het aantal vakjes dat is ingevuld in de matrix, hoe groter de aansluiting is bij de leerdoelen door uitvoering van de activiteit, wat leidt tot een hogere score van de activiteit. Voorts wordt een onderscheid gemaakt tussen gehele en gedeeltelijke aansluiting bij de leerdoelen. Op dit onderdeel zijn maximaal 24 punten te verkrijgen;
    • f.
      de manier van uitvoering van het project, waarbij de activiteit 2 punten scoort, wanneer er sprake is van een uitsluitend theoretische uitvoering van de activiteit, de activiteit 4 punten scoort, wanneer er sprake is van een theoretische uitvoering van de activiteit in combinatie met een praktische uitvoering in een gecontroleerde omgeving en de activiteit 6 punten scoort, wanneer er sprake is van een theoretische uitvoering van de activiteit in combinatie met een praktische uitvoering in het dagelijkse verkeer.
  • 3.
    De aanvragen worden gehonoreerd naar de volgorde op de prioriteitenlijst. Indien meerdere aanvragen op dezelfde plaats op de prioriteitenlijst worden gerangschikt en door honorering van deze aanvragen het subsidieplafond wordt overschreden, wordt de aanvraag met de laagste projectkosten als eerste gehonoreerd.
Artikel 13
Aan de subsidieontvanger worden de volgende verplichtingen opgelegd:
  • a.
    de activiteit te hebben afgerond vóór 1 augustus 2016;
  • b.
    het logo en de naam van de provincie te plaatsen op alle publiciteitsuitingen die betrekking hebben op de gesubsidieerde activiteit.
Artikel 14
  • 1.
    Een aanvraag tot vaststelling wordt ingediend binnen 13 weken na voltooiing van de activiteit.
  • 2.
    Gedeputeerde staten beslissen binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag tot vaststelling van de subsidie.
  • 3.
    Indien SISA van toepassing is, wordt de aanvraag tot vaststelling van de subsidie, conform artikel 17a van de financiële verhoudingswet, uiterlijk 15 juli van het jaar volgend op het jaar waarin het project is voltooid, ingediend.
  • 4.
    Gedeputeerde staten beslissen voor het einde van het jaar waarin zij de laatste SISA-bijlage hebben ontvangen.
Artikel 15
  • 1.
    Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het provinciaal blad waarin zij is geplaatst.
  • 2.
    Deze regeling vervalt met ingang van 1 januari 2016.
  • 3.
    Deze regeling wordt aangehaald als Uitvoeringsregeling subsidie Gedragsbeïnvloeding Verkeersveiligheid Noord-Holland 2015.
Haarlem, 17 februari 2015.
Gedeputeerde Staten van Noord-Holland,
J.W. Remkes, voorzitter.
G.E.A. van Craaikamp, provinciesecretaris.
Uitgegeven op 19 februari 2015.
 
Naar boven