Legesverordening Limburg 2016 met bijbehorende Tarieventabel
Provinciale Staten van Limburg
maken ter voldoening aan het bepaalde in de Provinciewet bekend:
DE LEGESVERORDENING LIMBURG 2016 MET BIJBEHORENDE TARIEVENTABEL
Artikel1 Aard van de heffing en belastbaar feit
Onder de naam leges worden rechten geheven, als bedoeld in artikel 223, lid 1, sub b van de Provinciewet, ter zake van het door of vanwege de provincie verlenen van de diensten, bedoeld in deze verordening en in de daarbij behorende tarieventabel.
Artikel2 Belastingplicht
De leges worden geheven van de aanvrager dan wel van degene ten behoeve van wie de dienst wordt aangevraagd.
Artikel3 Tarieven
1.
De leges worden geheven naar de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
2.
Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tabel genoemde eenheid als een volle eenheid gerekend.
Artikel4 Wijze van heffing
De heffing van leges geschiedt door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur.
Artikel5 Tijdstip van betaling
De leges moeten worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 4:
a.
mondeling wordt gedaan: op het moment van het doen van de kennisgeving;
b.
schriftelijk wordt gedaan: op het moment van het uitreiken van de kennisgeving;
c.
wordt toegezonden: binnen 2 weken na de dagtekening van de kennisgeving.
Artikel6 Teruggaaf
1.
Indien een vergunning, ontheffing enz., als bedoeld in de tarieventabel, wordt geweigerd, vindt restitutie plaats van 75% van de geheven leges, met dien verstande dat:
a.
een minimumbedrag van € 12,- niet wordt gerestitueerd;
b.
geen restitutie plaats vindt van leges, indien een bij de desbetreffende dienstverlening behorend tarief € 12,- of minder bedraagt;
c.
indien het een weigering betreft van een ontgrondingsvergunning of een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen, restitutie plaats vindt van 50% van de leges.
2.
Indien de aanvraag van een vergunning, ontheffing, enz. als bedoeld in de tarieventabel, wordt ingetrokken alvorens daarop is beschikt, vindt,
a.
indien het verzoek tot intrekking is gedaan binnen zes maanden na datum van het in behandeling nemen van de aanvraagrestitutie plaats van 50% van de geheven leges.
b.
indien het verzoek tot intrekking is gedaan zes maanden na datum van het in behandeling nemen van de aanvraag, restitutie plaats van 25% van de geheven leges.
c.
- indien het een aanvraag om een ontgrondingsvergunning of een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen betreft en indien het verzoek tot intrekking is gedaan voordat er een ontwerpbesluit is genomen, restitutie plaats van 70% van de leges.
-
indien het een aanvraag om een ontgrondingsvergunning of een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen betreft en indien het verzoek tot intrekking is gedaan nadat er een ontwerpbesluit is genomen, doch voordat er een definitief besluit is genomen, restitutie plaats van 60% van de leges.
-
Indien het een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen betreft die de reguliere procedure volgt en indien het verzoek tot intrekking is gedaan voordat er een besluit is genomen, restitutie plaats van 60% van de leges.
Het in het eerste lid van dit artikel onder a en b bepaalde is eveneens van toepassing.
Indien de teruggaaf betrekking heeft op bouwen vindt alleen restitutie plaats van het op grond artikel 2.5.2.bepaalde legesbedrag. Over de overige bedragen vindt geen restitutie plaats.
3.
Indien van een ontgrondingsvergunning of een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen in het geheel nog geen gebruik is gemaakt en het besluit tot intrekking van die vergunning onherroepelijk is geworden, vindt op schriftelijk verzoek van de belanghebbende of diens rechtverkrijgende – mits gedaan binnen een jaar na datum van verlening van de vergunning – teruggaaf plaats van 50% van de geheven leges, met dien verstande, dat de leges, berekend volgens het algemene tarief, indien begonnen is met de uitvoering van de bouwwerkzaamheden, niet worden gerestitueerd.
Het in het eerste lid van dit artikel onder a en b bepaalde is eveneens van toepassing.
4.
Indien het een aanvraag om een ontgrondingsvergunning, een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen, een waterwetvergunning of een ontheffing in het kader van de Wet hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden betreft en de aanvraag wordt op grond van artikel 4:5 Algemene wet bestuursrecht niet verder behandeld, vindt restitutie plaats van 80% van de geheven leges. Het in het eerste lid van dit artikel onder a en b bepaalde is eveneens van toepassing.
Artikel7 Vrijstellingen
Leges worden niet geheven voor:
a.
stukken aangevraagd in het openbaar belang door of vanwege openbare besturen, met dien verstande dat dit slechts geldt voor stukken genoemd in de tarieventabel, onder 1.1 t/m 1.3, en dat aan dezelfde aanvrager niet meer dan één exemplaar van hetzelfde stuk wordt afgegeven.
b.
de stukken, genoemd in de tarieventabel, onder 1.2.1, desgevraagd verstrekt aan politieke groeperingen, welke zijn ingeschreven krachtens artikel G2 van de Kieswet en waarvan het bij de laatst gehouden verkiezingen behaalde aantal stemmen niet lager is dan 75% van de kiesdeler, bedoeld in artikel P5 van die wet, voor ten hoogste vijf exemplaren.
c.
de stukken, genoemd in de tarieventabel, onder 1.2.1, verstrekt aan organen van regionale, provinciale en landelijk werkende publiciteitsmedia, voor ten hoogste één exemplaar.
Artikel8 Grens kennisgeving
1.
Heffing blijft achterwege indien het verschuldigde bedrag per belastingplichtige een bedrag van € 5,- niet te boven gaat;
2.
Het bepaalde onder lid 1 geldt niet voor de te heffen leges, genoemd in de tarieventabel, onder 1.1.1, 1.1.2, 1.2.1, 2.3.1, 2.4.1 en 3.1.1.
Artikel9 Vermindering
Een onjuiste kennisgeving kan door de in artikel 227a, lid 2, sub b van de Provinciewet bedoelde provincieambtenaar ambtshalve worden verminderd.
Artikel10 Inwerkingtreding, ingang van de heffing, citeertitel en overgangsbepalingen
1 De Legesverordening 2015, vastgesteld bij besluit van Provinciale Staten van 12 december 2014 (Provinciaal Blad 2014, nummer 114) wordt ingetrokken met dien verstande zij van kracht blijft voor de periode waarvoor zij heeft gegolden.
2.
Deze verordening treedt in werking op de eerste dag volgende op die van uitgifte van het Provinciaal Blad, waarin de verordening wordt afgekondigd.
3.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2016.
4.
Deze verordening kan worden aangehaald als: “Legesverordening Limburg 2016".
Tarieventabel voor het jaar 2016 behorende bij en deel uitmakende van de Legesverordening Limburg 2016
Tarief in €
1
Reproductie (algemeen)
1.1
Het tarief bedraagt voor het verstrekken van:
1.1.1
een gewaarmerkt afschrift van een bij een provinciaal bestuursorgaan berustend document, al dan niet op basis van de Wet Openbaarheid van Bestuur
a.
voor de eerste pagina, A4-formaat
2,35
.
b.
voor elke volgende pagina, A4-formaat
0,70
1.1.2
een reproductie (daaronder begrepen drukwerk) van een bij een provinciaal bestuursorgaan berustend document, al dan niet op basis van de Wet Openbaarheid van Bestuur, of van enig ander schriftelijk stuk
a.
voor minder dan 100 kopieën: gratis
b.
voor 100 of meer kopieën, per kopie (te rekenen vanaf de eerste kopie)
0,35
c.
voor elke reproductie van een ander formaat dan A4, bedragen de kosten een veelvoud van de kosten per A4-formaat
d.
voor lichtdrukmateriaal (kaarten en tekeningen), per afdruk (alle formaten)
10,50
1.2
Het tarief bedraagt voor het verstrekken van:
1.2.1
verslagen, rapporten, studies e.d. inclusief bijbehorend kaartmateriaal, indien voorradig en voor zover niet elders genoemd op basis van de werkelijke kostprijs met een opslag van 30%
1.3
Het tarief bedraagt voor het verstrekken van:
1.3.1
de onder 1.1.2 en 1.2.1 bedoelde informatie in digitale vorm,
indien aanwezig en zonder nadere bewerking op cd-rom
23,55
1.4
Boven de voorgenoemde en hierna te noemen tarieven worden ook de kosten van verzending van de onderwerpelijke stukken, overeenkomstig de officiële posttarieven, in rekening gebracht, indien de bescheiden op verzoek worden toegezonden.
Tarief in €
2
Vergunningen, ontheffingen e.d. op grond van provinciale en wettelijke voorschriften
ONTGRONDINGENWET
2.1
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van:
2.1.1
een vergunning, of een verlenging daarvan, op grond van de Ontgrondingenwet:
a.
een algemeen tarief per vergunningsbesluit
114,80
b.
daarenboven, afhankelijk van de hoeveelheid te ontgronden specie 1:
van 1 tot 10.000 m3
466,20
van 10.000 tot 25.000 m3
2.080,75
van 25.000 tot 50.000 m3
4.254,90
van 50.000 tot 75.000 m3
8.947,25
van 75.000 tot 150.000 m3
17.346,35
van 150.000 tot 250.000 m3
27.080,20
van 250.000 tot 1.000.000 m3
32.082,10
van 1.000.000 tot 5.000.000 m3
79.290,00
van 5.000.000 tot 10.000.000 m3
159.300,00
van 10.000.000 tot 25.000.000 m3
398.925,00
van 25.000.000 tot 50.000.000 m3
798.732,00
50.000.000 m3 of meer
1.598.103,00
2.1.2
een wijziging van een vergunning op grond van de Ontgrondingenwet:
indien als gevolg van de wijziging de hoeveelheid te ontgronden specie niet toeneemt, wordt afhankelijk van de hoeveelheid nog resterende te ontgronden specie het volgende
Tarief in €
tarief in rekening gebracht:
van 1 tot 10.000 m3
218,15
van 10.000 tot 25.000 m3
818,10
van 25.000 tot 150.000 m3
1.636,20
150.000 m3 of meer
5.909,20
Indien als gevolg van de wijziging de hoeveelheid te ontgronden specie toeneemt, wordt over de extra hoeveelheid te ontgronden specie het in artikel 2.1.1 genoemde tarief in rekening gebracht.
2.1.3
een vergunning, verlenging of wijziging van een vergunning op
grond van de Ontgrondingenwet waarbij geen
uniforme openbare voorbereidingsprocedure, als bedoeld in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht, wordt
toegepast
699,15
WATERWET
2.2
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van:
2.2.1
een vergunning, zoals bedoeld in artikel 6.4 van de Waterwet of een wijziging van de jaarhoeveelheid en/of locatie en/of pakket van de onttrekking, met uitzondering van een wijziging van een vergunning inhoudende een vermindering van de vergunde hoeveelheid:
a.
afhankelijk van de (nieuwe) hoeveelheid te onttrekken grondwater per jaar:
Van 0 tot 50.000 m3
3.547,75
Van 50.000 tot 100.000 m3
5.321,55
Van 100.000 tot 200.000 m3
8.863,25
Van 200.000 tot 500.000 m3
10.637,10
Van 500.000 tot 1.500.000 m3
12.410,90
1.500.000 m3 of meer
14.088,55
b.
een wijziging van de vergunning en/of de voorschriften op aanvraag van de vergunninghouder dan wel diens rechtsopvolger, zoals bedoeld in artikel 6.22 van de Waterwet, van een vergunning als bedoeld onder a.
1.827,90
Tarief in €
2.2.2
een vergunning voor het onttrekken en infiltreren van grondwater ten behoeve van een bodemenergiesysteem (ontwikkelen duurzame energie) tot 100.000 m3 per jaar of een wijziging van een dergelijke vergunning of vergunningsvoorschriften
1.368,65
VERKEER EN VERVOER
2.3
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van:
2.3.1
een ontheffing ingevolge artikel 87 van het reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990
70,75
2.3.2
een ontheffing ingevolge artikel 9.1 van De Regeling Voertuigen
36,55
WET HYGIËNE EN VEILIGHEID BADINRICHTINGEN EN ZWEMGELEGENHEDEN
2.4
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van:
2.4.1
een ontheffing als bedoeld in artikel 5 van de Wet Hygiëne en Veiligheid Badinrichtingen en Zwemgelegenheden
632,35
WET ALGEMENE BEPALINGEN OMGEVINGSRECHT
Begripsbebepalingen
Bouwkosten: de aannemingssom, exclusief omzetbelasting, als bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV), voor het uitvoeren van werk, of voor zover deze ontbreekt,
een raming van de bouwkosten, inclusief de technische werken en exclusief omzetbelasting. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt onder de bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft.
Ter bepaling van de legeskosten dient bij de aanvraag voor een omgevingsvergunning voor het bouwen een begroting te worden ingediend.
Omgevingsvergunning
2.5
Het tarief bedraagt ter zake van het in ontvangst nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het onder titel 2.5 bepaalde. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.
Tarief in €
2.5.1
Schetsplan/vooroverleg
a.
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot beoordeling van een schetsplan 25% van het tarief dat zou voortvloeien uit onderdeel 2.5.2 indien sprake is van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning voor het bouwen van een bouwwerk als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo
b.
Indien een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning voor het bouwen van een bouwwerk als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid , onder a, van de Wabo voor een op basis van een schetsplan uitgewerkt bouwplan in behandeling wordt genomen, worden de leges die zijn geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot beoordeling van een schetsplan als onder a bedoeld verrekend met de leges voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een vergunning voor het bouwen van een bouwwerk als bedoeld in 2.5.2
c.
Indien een aanvraag betrekking heeft op het vooraf inwinnen van het advies van de welstandscommissie dan worden de leges geheven conform artikel 2.5.3. Deze leges worden bij een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen niet nogmaals in de legesheffing betrokken
2.5.2
Bouwactiviteiten
Voor een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid onder a van de Wabo, bedraagt het tarief:
a.
indien de bouwkosten minder bedragen dan € 20.000
705,45
b.
indien de bouwkosten meer dan € 20.000 doch maximaal € 50.000 bedragen
1.782,30
c.
indien de bouwkosten meer dan € 50.000 doch maximaal € 100.000 bedragen
3.512,00
d.
€ 3.512,-- vermeerderd met 2,6% van de bouwkosten voor zover de bouwkosten meer bedragen dan € 100.000 doch niet hoger dan € 400.000
e.
€ 11.570,-- vermeerderd met 1,65% van de bouwkosten voor zover de bouwkosten meer bedragen dan € 400.000 doch niet hoger dan € 1.000.000
f.
€ 21.790,-- vermeerderd met 0,44% van de bouwkosten voor
zover de bouwkosten meer bedragen dan € 1.000.000 doch
niet hoger dan € 5.000.000
g.
€ 39.970,-- vermeerderd met 0,09% van de bouwkosten voor zover de bouwkosten meer bedragen dan € 5.000.000.
2.5.3
Welstandsadvies
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.5.1 en 2.5.2 bedraagt het tarief voor een welstandadvies:
a.
indien de bouwkosten minder bedragen dan € 22.000
210,10
b.
indien de bouwkosten meer dan € 20.000 doch maximaal € 55.000 bedragen
210,10
c.
indien de bouwkosten meer dan € 55.000 doch maximaal € 110.000 bedragen
210,10
d.
indien de bouwkosten meer dan € 110.000 doch maximaal € 440.000 bedragen
367,70
e.
indien de bouwkosten meer dan € 440.000 doch maximaal € 1.100.000 bedragen
367,70
f.
indien de bouwkosten meer dan € 1.100.000 doch maximaal € 5.500.000 bedragen
683,10
g.
indien de bouwkosten meer dan € 5.500.000 doch maximaal € 27.500.000 bedragen
683,10
h.
indien de bouwkosten meer dan € 27.500.000 bedragen
683,10
i.
voor elk volgend advies is leges verschuldigd volgens a t/m h.
2.5.4
Beoordeling bodemrapport
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een vergunning voor het bouwen van een bouwwerk als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo wordt verhoogd, indien de aanvraag tot het verstrekken van een vergunning krachtens wettelijk voorschrift slechts kan worden afgehandeld wanneer:
a.
een milieukundig bodemrapport wordt beoordeeld, met
546,60
b.
een archeologisch bodemrapport wordt beoordeeld, met
546,60
2.5.5
Beoordeling aanvullende gegevens
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van aanvullende gegevens die worden ingediend nadat de aanvraag tot het verstrekken van een vergunning voor het bouwen van een bouwwerk als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo al in behandeling is genomen
546,60
2.5.6
Uitvoeren werk of werkzaamheden
Het tarief bedraagt voor een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden, in gevallen waarin dat bij bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald
710,65
2.5.7
Planologisch strijdig waarbij al dan niet tevens sprake is van een bouwactiviteit
Het tarief bedraagt voor een activiteit waarbij sprake is van planologisch afwijkend gebruik als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht:
a.
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1°, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking)
332,90
b.
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2°, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking)
332,90
c.
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3°, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking)
3.071,40
d.
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking)
332,90
e.
indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan)
332,90
f.
indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving)
554,80
g.
indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving)
332,90
h.
indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit)
332,90
2.5.8
Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten
Het tarief bedraagt voor activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten:
a.
indien de aanvraag betrekking heeft op activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermd stads- en dorpsgezicht als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een beschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht
277,45
b.
indien de aanvraag betrekking heeft op een activiteit als
bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder h, van de Wabo voor het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht
277,45
c.
indien de aanvraag betrekking heeft op activiteiten als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder b, 1° en 2°, van de Wabo voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een krachtens provinciale of gemeentelijke verordening aangewezen monument, of het herstellen, gebruiken of laten gebruiken daarvan op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht
277,45
d.
indien de aanvraag betrekking heeft op activiteiten als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder c, van de Wabo voor het slopen van een bouwwerk dat krachtens provinciale of gemeentelijke verordening is aangewezen als beschermd stads- of dorpsgezicht
277,45
2.5.9
Sloopactiviteiten
Het tarief bedraagt:
a.
Indien de aanvraag betrekking heeft op een sloopactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo voor het slopen van een bouwwerk waarvoor een omgevingsvergunning wordt verleend indien het gaat om vrijkomend puin met een inhoud tot 100 m3
221,90
b.
gelijk of hoger dan 100 m3
554,80
c.
indien bij de aanvraag sprake is van een bouwwerk waarin asbest of een asbesthoudend product aanwezig is wordt het tarief verhoogd met een bedrag van
221,90
Tarief in €
2.5.10
Aanleggen of verandering brengen in een weg
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een vergunning als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder d, van de Wabo voor het
aanleggen of brengen van verandering in de wijze van aanleg
van een weg, voor zover daarvoor tevens een verbod geldt als
bedoeld in artikel 2.1, eerst lid, onder b, van de Wabo
277,45
2.5.11
Uitweg/inrit
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een vergunning als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder e, van de Wabo voor het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg
110,95
2.5.12
Kappen
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een vergunning als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder g, van de Wabo voor het vellen of doen vellen van houtopstand
110,95
2.5.13
Handelsreclame
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een vergunning:
a.
indien de aanvraag als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder h, van de Wabo betrekking heeft op het op of aan een onroerende zaak maken of voeren van handelsreclame met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die zichtbaar is vanaf een voor publiek toegankelijke plaats
166,45
b.
indien de aanvraag als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder i, van de Wabo betrekking heeft op het als eigenaar, beperkt zakelijk gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak handelsreclame wordt gemaakt of gevoerd in welke vorm dan ook, die zichtbaar is vanaf een voor het publiek toegankelijke plaats
166,45
c.
indien voor een aanvraag als bedoeld onder a of b een advies van de Welstandscommissie gevraagd dient te worden wordt het tarief verhoogd met een bedrag van
277,45
Tarief in €
2.5.14
Opslag van roerende zaken
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een vergunning als bedoeld in:
a.
artikel 2.2, eerste lid, onder j, van de Wabo voor het opslaan van roerende zaken in een aangewezen gedeelte van de provincie of een gemeente
110,95
b.
artikel 2.2, eerste lid, onder k, van de Wabo voor het als eigenaar, beperkt zakelijk gerechtigde of gebruiker van een roerende zaak toestaan of gedogen dat in een aangewezen gedeelte van de provincie of gemeente roerende zaken worden opgeslagen
110,95
2.5.15
Andere activiteiten
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag als bedoeld in:
a.
artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo voor het verrichten van een andere activiteit die behoort tot een bij AMvB aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving
110,95
b.
artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo voor het verrichten van
een activiteit die geheel of gedeeltelijk bestaat uit andere activiteiten en die behoren tot een bij provinciale, gemeentelijke of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving
110,95
2.5.16
Omgevingsvergunning in twee fasen
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief voor elke fase het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven voor de activiteiten waarop de fase betrekking heeft.
3
Overige diensten
3.1
Het tarief bedraagt:
3.1.1
voor een bericht, als bedoeld in de artikelen 29 en 32 van de wet persoonsregistraties: het bij AMvB vastgestelde maximum.
3.2
Het tarief bedraagt:
3.2.1
voor iedere administratieve dienst, voor zover niet afzonderlijk genoemd
52,00
Deze tarieventabel 2016 behoort bij en maakt deel uit van de Legesverordening Limburg 2016.
Aldus besloten in de openbare vergadering van Provinciale Staten, gehouden op 11 december 2015.
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.