Besluit van de directeur Ruimte en Mobiliteit van 12 december 2015 tot vaststelling van het ondermandaat ten behoeve van niet leidinggevende functionarissen van de Directie Ruimte en Mobiliteit

De directeur van de Directie Ruimte en Mobiliteit

Gelet op

het besluit van de directeur van de Directie Ruimte en Mobiliteit van 11 december 2015 tot vaststelling van het ondermandaat ten behoeve van de leidinggevende functionarissen van de Directie Ruimte en Mobiliteit (Provinciaal blad 2015, nr. 8358)

Besluit

1.de aan de desbetreffende leidinggevende functionarissen toegekende bevoegdheden horende bij de ondermandaatregels AAA16, AAA22, AAA33 in te trekken voor zover betrekking hebbend op de navolgende projecten en programma’s en toe te kennen aan de functionaris die in uitvoerende zin leiding geeft aan een van deze projecten of programma's:

PMR Buijtenland van Rhoon

IODS

Veenweiden

Bentwoud

Goeree-Overflakkee

Deltanatuur

Herinrichting Meeslouwerplas

Parallelstructuur A12

Bochtafsnijding Delftse Schie

Tweede sluiskolk Julianasluis Gouda

Wegenproject Westland

Vervanging oevers Gouwe te Boskoop

Vervanging oevers Gouwe te Waddinxveen

Vervanging oevers Gouwsluis

Verbreding Delftse Schie

Buscorridor R’dam – Goeree-Overflakkee

N57/N218: ongelijkvloerse kruising Brielle

Groot onderhoud (DBI)

Steekterbrug

Balij/Bieslandse bos

N220 Heenweg

N217 Kwakscheweg

ZWR Rotterdamse brug

• 1. de aan de desbetreffende leidinggevende toegekende bevoegdheden behorende bij de ondermandaatregels AAA16, AAA18, AAA21, AAA22, AAA23, AAA24, AAA33, AAA34, AAA35a, AAA37, AAA42, AV09, en ABI08 in te trekken voor zover betrekking hebbend op het project Rijnlandroute en toe te kennen aan de functionaris die in uitvoerende zin leiding geeft aan het project Rijnlandroute en te bepalen dat de ondermandaatregels AAA18, AAA21, AAA23, AAA24, AAA34, AAA35a, AAA37, AAA42, AV09, en ABI08 met terugwerkende kracht gelden vanaf 1 november 2015;

• 2. aan de secretaris/programmamanager van de eenheid Zuidvleugelbureau toe te kennen de bevoegdheden behorende bij de ondermandaatregel AAA16 voor zover betrekking hebbend op de taken die bij de eenheid zijn ondergebracht;

• 3. te bepalen dat alle ondermandaten worden uitgeoefend met inachtneming van de bepalingen opgenomen in het mandaatbesluit van Gedeputeerde Staten van 8 december 2015 (Provinciaal blad 2015, nr. 8128);

• 4. te bepalen dat dit besluit in werking treedt met ingang van 1 januari 2016.

Den Haag 12 december 2015.

Drs. G.M. Smid-Marsman