Verordeningvan 25 november 2015 totwijzigingvande Financiële verordeningprovincieFryslân 2010,

Provinciale Staten van Fryslân,

gelezen het voorstel van Gedeputeerde Staten van 29 september 2015, kenmerk, nr. 01246701,

gelet op de artikelen 145  en 216 van de Provinciewet,

overwegende dat de Wet financiering decentrale overheden is gewijzigd in verband met het verplicht schatkistbankieren en het lenen aan andere openbare lichamen.

besluiten:

de Financiële verordening provincie Fryslân 2010 te wijzigen als volgt:

ARTIKEL I A

Het eerste lid van artikel 1 Algemene bepalingen komt als volgt te luiden:

1.Gedeputeerde Staten dragen er zorg voor dat voldaan wordt aan de regels en vereisten van de Provinciewet, de Wet Fido, de Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden, de Financiële Verhoudingswet, het Besluit Begroting en Verantwoording, het Besluit accountantscontrole Provincies en Gemeenten en de Kadernota Rechtmatigheid.

B

Het tweede lid van artikel 11 Financieringsfunctie komt als volgt te luiden:

2. Gedeputeerde Staten nemen bij het uitvoeren van de financieringsfunctie de volgende richtlijnen in acht:

• a. het uitzetten van tijdelijk overtollige geldmiddelen vindt uitsluitend plaats overeenkomstig de Wet Fido en de Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden;

• b. tijdelijk overtollige geldmiddelen kunnen, onverminderd het bepaalde onder a. van dit lid, worden uitgezet bij andere openbare lichamen, tenzij sprake is van een financiële toezichtrelatie als bedoeld in artikel 2 derde lid, van de Wet Fido. Het uitzetten van tijdelijk overtollige geldmiddelen bij Gemeenschappelijke Regelingen is niet toegestaan. Bij besluit van Provinciale Staten kunnen nadere richtlijnen worden vastgesteld;

• c. derivaten worden uitsluitend gebruikt voor het beperken van financiële risico’s;

• d. voor het aantrekken van geldmiddelen met een looptijd langer dan één jaar worden ten minste twee prijsopgaven bij verschillende financiële instellingen gevraagd;

• e. overeenkomsten voor het aangaan van leningen, het uitzetten van middelen of het verlenen van garanties luiden in euro.

ARTIKEL II

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het provinciaal blad waarin zij wordt geplaatst.

Leeuwarden, 25 november 2015 Provinciale Staten van Fryslân,

J.A. Jorritsma , voorzitter

A.Oortgiessen , griffier

Toelichtingwijzigingen van de Financiële verordening provincie Fryslân 2010

Algemeen

De Wet Fido is aangepast in verband met de invoering van het verplichte schatkistbankieren. In deze wet is ook opgenomen dat decentrale overheden mogen lenen aan andere decentrale overheden, behalve als er sprake is van een financiële toezichtrelatie. De Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden is eveneens van toepassing op de provincie Fryslân en was nog niet opgenomen in de Financiële verordening provincie Fryslân 2010.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1 Algemene bepalingen

Het eerste lid 1 van artikel 1 Algemene bepalingen wordt geactualiseerd door hier ook de Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden in op te nemen. Deze regeling is van toepassing op de provincie Fryslân en was nog niet opgenomen in de Financiële verordening provincie Fryslân 2010.

Artikel 11 Financieringsfunctie

In het tweede lid is bepaald dat Gedeputeerde Staten bij het uitvoeren van de financieringsfunctie de richtlijnen, onderdelen a tot en met e, in acht nemen.

De onderdelen a, b en d worden gewijzigd.

Onderdeel a

Door in de tekst te verwijzen naar de Wet Fido en de Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden, volgt de Financiële verordening provincie Fryslân 2010 de actuele wet- en regelgeving. De oorspronkelijke inhoud van onderdeel a staat vermeld in Artikel 2, lid 1 van de Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden.

Onderdeel b

In de Wet Fido is bepaald dat openbare lichamen hun liquide middelen rentedragend dienen aan te houden in ’s Rijks schatkist, kortweg: verplicht schatkistbankieren. Dit heeft tot gevolg dat de oude tekst komt te vervallen. Daarnaast kunnen openbare lichamen in afwijking van het schatkistbankieren hun liquide middelen in de vorm van leningen uitzetten bij andere openbare lichamen, met dien verstande dat openbare lichamen geen leningen kunnen verstrekken aan openbare lichamen ten aanzien waarvan zij met het financiële toezicht zijn belast. Vanwege de gedeelde en soms onduidelijke governance structuur worden er geen leningen uitgezet bij Gemeenschappelijke Regelingen. Dit wordt in de verordening opgenomen, met de aanvulling dat Provinciale Staten nadere richtlijnen kunnen vaststellen.

Onderdeel d

De richtlijnen voor het uitzetten van gelden zijn in de onderdelen a en b beschreven. Omdat door de invoering van het verplichte schatkistbankieren de gelden niet langer mogen worden uitgezet bij financiële instellingen, kunnen er niet langer tenminste twee prijsopgaven worden gevraagd. De tekstpassage ‘en uitzetten’ komt daarmee te vervallen.