Besluit van provinciale staten van Zuid-Holland van 14 oktober 2015, nr 6831 tot wijziging van het Reglement van bestuur voor het waterschap Hollandse Delta, vastgesteld bij besluit van provinciale staten van 19 februari 2003 (Prov.Blad 2003, nr 60) laatstelijk gewijzigd bij besluit van provinciale staten van 28 januari 2015 (Prov. Blad 2015, nr 994) in verband met een aanpassing in de begrenzing van het taakgebied van het waterschap.

Provinciale Staten van Zuid-Holland;

 

Gelet op artikel 2 van de Waterschapswet,

 

Besluiten:

Artikel I

Het Reglement van bestuur voor het waterschap Hollandse Delta wordt als volgt gewijzigd:

 

A

Aan artikel 2 wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • 3.

    Gedeputeerde Staten bepalen de datum waarop het gebied of onderdelen van het gebied, aangegeven op de kaart opgenomen in bijlage 2, in beheer komt bij het waterschap.

     

B

De kaart, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van het Reglement van bestuur voor het waterschap Hollandse Delta, wordt vervangen door de bij dit besluit behorende kaart nr 15_1015_HD met het opschrift:

Bijlage 1: Kaart als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van het Reglement van bestuur voor het waterschap Hollandse Delta.

 

C

Na bijlage 1 wordt als bijlage 2 een kaart ingevoegd met nr 15_1015 met het opschrift:

Bijlage 2: Kaart als bedoeld in artikel 2, derde lid, van het Reglement van bestuur voor het waterschap Hollandse Delta.

Artikel II

Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2016.

 

Den Haag, 14 oktober 2015

 

Provinciale Staten van Zuid-Holland

 

drs. R.H. VAN LUIJK, griffier

 

drs. J. SMIT, voorzitter

 

 

Toelichting wijziging Reglement van bestuur voor het waterschap Hollandse Delta

De voorliggende wijziging van het reglement heeft betrekking op een uitbreiding van het taakgebied van het waterschap Hollandse Delta. Aan het taakgebied van het waterschap wordt het gebied van Maasvlakte II toegevoegd. Hierdoor ontstaat in de Rotterdamse haven een uniforme verantwoordelijkheidsverdeling waarbij het waterschap verantwoordelijk is voor het regionale waterbeheer in de gebieden van de Botlek, Europoort, Maasvlakte I én Maasvlakte II.

 

Maasvlakte II

Met de ontwikkeling van Maasvlakte II wordt de Rotterdamse haven vergroot met 1000 hectare haventerrein. Maasvlakte II sluit direct aan op Maasvlakte I en is aangelegd om chemie- en containeroverslagbedrijven te faciliteren. De nieuwe havens hebben een diepgang van 20 meter en zijn hierdoor bereikbaar voor de nieuwste generatie grote containerschepen. Op 22 mei 2013 werd Maasvlakte II officieel in gebruik genomen.

Op dit moment is de eerste fase van de landaanwinning afgerond met ongeveer 600 hectare haventerrein. In de komende jaren wordt gefaseerd naar marktbehoefte de overige 400 hectare havenbedrijf ontwikkeld. De verwachting is dat de komende jaren, afhankelijk van de marktbehoefte, nog een aantal grenscorrecties worden doorgevoerd. De eindsituatie van Maasvlakte II zal in de periode 2020-2030 zijn bereikt.

 

Het gebied van Maasvlakte II dat wordt toegevoegd aan het taakgebied van het waterschap betreft de huidige situatie van Maasvlakte II. Hiermee wordt het watersysteem- en zuiveringsbeheer op de Maasvlakte II formeel geregeld conform Maasvlakte I. Omdat in de komende jaren nog een aantal grensaanpassingen zijn voorzien, is aan gedeputeerde staten de bevoegdheid gegeven om de datum te bepalen wanneer het nog te ontwikkelen gebied in beheer wordt gebracht bij het waterschap. Dit maakt het mogelijk om het nieuwe havengebied op eenvoudige wijze in beheer te brengen bij het waterschap.

 

Decentralisatiebeginsel regionaal waterbeheer

Uitgangspunt in het Nederlands staatsbestel is dat het regionale watersysteembeheer decentraal wordt uitgeoefend door waterschappen. Dit decentralisatiebeginsel is verankerd in artikel 133 van de Grondwet annex artikel 2 lid 2 van de Waterschapswet. De zorg voor het regionale watersysteem en de zorg voor het zuiveren van het afvalwater wordt aan het waterschap opgedragen, tenzij dit niet verenigbaar is met het belang van een goede organisatie van de waterstaatkundige verzorging.

De waterstaatkundige zorg wordt op Maasvlakte II conform de Waterschapswet geregeld. De waterstaatkundige zorg bestaat in essentie uit ‘voorkoming en waar nodig beperking van overstromingen, wateroverlast en waterschaarste, in samenhang met de bescherming en verbetering van de chemische en ecologische kwaliteit van watersystemen en de vervulling van maatschappelijke functies door watersystemen’ (artikel 2.1 van de Waterwet). In verschillende artikelen van de Waterwet en de Waterschapswet is deze algemene zorg verbijzonderd voor bijvoorbeeld het onttrekken van grondwater, het zuiveren van huishoudelijk afvalwater en het handhaven van de wet- en regelgeving.

 

De waterstaatkundige zorg van het waterschap op Maasvlakte II bestaat uit de volgende onderdelen:

Zuivering van afvalwater

Door de Maasvlakte II in te delen in waterschapsgebied krijgt het waterschap de zorg voor de zuivering van het afvalwater van de voorziene havenbedrijven (artikel 3 lid 2). Het huishoudelijk afvalwater zal worden afgevoerd en gezuiverd op de rioolwaterzuiveringsinstallatie (rwzi).

De riolering en zuivering is afgestemd op lozingen van huishoudelijk afvalwater. Indien in de toekomst bedrijven met specifieke afvalstromen zich vestigen op Maasvlakte II zal het waterschap beoordelen of deze afvalwaterstromen ook via de reguliere rwzi kunnen worden gezuiverd of via een aparte zuivering afgevoerd moeten gaan worden.

 

Zorg voor het regionale watersysteem

De havens vallen als rijkswater onder de verantwoordelijkheid van Rijkswaterstaat. Het waterschap wordt verantwoordelijk voor de zorg van het regionale oppervlaktewater en de grondwateronttrekkingen in het gebied. Het regionale oppervlaktewater bestaat uit een stelsel van (zink) sloten ten behoeve van de afvoer van overtollig water als gevolg van neerslag. Het waterschap is belast met de waterkwaliteit van dit stelsel. Bij calamiteiten in het regionale oppervlaktewater dient het waterschap als verantwoordelijk beheerder maatregelen te treffen. Denk hierbij aan het opruimen van vervuiling van het oppervlaktewater door een incident.

 

De Maasvlakte is buitendijks gelegen en wordt beschermd door een specifieke zeewering die in beheer is van het Rijk. Hierdoor is er voor het waterschap geen waterveiligheidstaak.

 

Financiële consequenties van het wijzigingsbesluit

Nadat Maasvlakte II in het taakgebied van het waterschap is opgenomen wordt er ook belasting geheven door het waterschap. Het gaat hierbij om watersysteemheffing en zuiveringsheffing.

 

De tarieven worden jaarlijks bij de begroting door het waterschapsbestuur vastgesteld binnen de wettelijke kaders. Momenteel is de Maasvlakte II nog voor het grootste deel bouwterrein. Dit betekent dat het Havenbedrijf Rotterdam belastingplichtig wordt voor het bouwterrein. Als Maasvlakte II als één bouwperceel wordt aangemerkt, dan is het Havenbedrijf Rotterdam op basis van de tarieven in 2014 een heffing van circa € 15.000,- per jaar verschuldigd.

 

Op het moment dat Maasvlakte II in gebruik wordt genomen dan wordt het gevestigde bedrijf belastingplichtig. Gezien het soort havenbedrijven wordt verwacht, dat de WOZ-waarde in de uiteindelijke bedrijfssituatie beperkt is. De watersysteemheffing voor een bedrijf met een WOZ-waarde van 10 miljoen euro zou, op basis van de tarieven 2014, € 1.000 per jaar bedragen.

De zuiveringsheffing wordt bepaald door het aantal vervuilingseenheden dat een bedrijf loost. Een bedrijf met 100 vervuilingseenheden heeft jaarlijks een zuiveringsheffing van circa € 5.000,-.

 

Inwerkingtreding van het wijzigingsbesluit

De wijziging van het taakgebied van het waterschap treedt met ingang van 1 januari 2016 in werking. Op de in bijlage 2 opgenomen kaart is het in de komende jaren nog te ontwikkelen gebied van Maasvlakte II aangegeven. Nadat dit gebied is opgeleverd kunnen gedeputeerde staten de datum bepalen wanneer dit gebied bij het waterschap in beheer wordt gebracht.

 

Omdat met dit wijzigingsbesluit de taak van het waterschap wordt gewijzigd, behoeft dit besluit op grond van artikel 5, lid 2 van de Waterschapswet de goedkeuring van de minister van Infrastructuur en Milieu. Het goedkeuringsbesluit is op 26 november 2015 gepubliceerd

Naar boven