Vaststelling bijstelling begrotingssubsidies en subsidieplafonds 2e aanvraagperiode boekjaar- en projectsubsidies 2016
Provinciale Staten van Zuid-Holland,
Gelet op:
Artikel. 4:25 en 4:26 van de Algemene wet bestuursrecht, juncto artikel. 105, 143 en 145 van de Provincie Wet en juncto artikel. 5, lid 1 van de ASV-Zuid Holland 2013;
Besluiten:
  • 1.
    Vast te stellen de bijgestelde begrotingssubsidies conform tabel 1: wijzigingen begrotingssubsidies 2016;
  • 2.
    Vast te stellen de subsidieplafonds van de boekjaar- en projectsubsidies 2016 conform tabel 2: 2e aanvraagperiode subsidieplafonds voor boekjaar- en projectsubsidies 2016;
1 Toelichting
Grondslag vaststelling subsidieplafonds
Op grond van art. 5, lid 1 van de Algemene subsidieverordening Zuid Holland 2013 (Asv) stellen Provinciale Staten (PS) subsidieplafonds vast.
De subsidies zijn gebaseerd op grond van de volgende artikelen van de Asv:
  • 1.
    Artikel 3, lid 1 en 2: GS kunnen boekjaar- en projectsubsidies verstrekken voor activiteiten die passen binnen de programma's, die zijn opgenomen in de desbetreffende begroting;
  • 2.
    Artikel 3, lid 4: GS kunnen besluiten nemen betreffende verstrekking van begrotingssubsidies voor activiteiten, die passen binnen de programma's van de desbetreffende begroting.
In overeenstemming hiermee en in relatie met de subsidieregelingen die door ons worden vastgesteld, worden de subsidieplafonds 2016 voor het aanvragen van subsidies voor het tijdvak tussen 1 januari 2016 tot 31 december 2016 uit praktische overwegingen gelijktijdig met de Begroting 2016 door PS vastgesteld.
Op 1 juli 2015 werd door PS besloten (zie statenvoordracht 6798) over de begrotingssubsidies 2016 en over een aantal subsidieplafonds 1e aanvraagperiode voor de boekjaar- en projectsubsidies 2016. In aanvulling en wijziging hierop worden twee begrotingssubsidie bijgesteld. Voor de subsidieplafonds van de boekjaar- en projectsubsidies betreft het in het bijzonder de toevoeging van de subsidieplafonds voor de 2e aanvraagperiode 2016. Daar waar nodig (art. 5, lid 2 van de Asv) heeft ons college voor de 2e aanvraagperiode deelsubsidieplafonds voor boekjaar- en projectsubsidies 2016 vastgesteld. Hiervan doen wij u mededeling in bijlage A bij deze publicatie.
Gevolgen van het Hoofdlijnenakkoord 2015-2019 voor de subsidieplafonds 2016
Op basis van het Hoofdlijnenakkoord 2015-2019 zijn in deze voordracht de volgende subsidieplafonds aangepast:
  • 1.
    De intensivering van extra € 10 mln. op jaarbasis voor het Uitvoeringsprogramma Groen (UPG) is in het subsidieplafond ( en deelplafonds) voor 1.6.59 de Uitvoeringsregeling Groen Zuid Holland 2014 verwerkt;
    Of overige intensiveringen uit het Hoofdlijnenakkoord 2015-2019 uitmonden in subsidies en moeten leiden tot een subsidieplafond is nu nog onbekend. Hierover wordt indien van toepassing op een later moment besloten.
2 Bijstelling begroting en boekjaar- en projectsubsidies 2016
a. Begrotingssubsidies 2016
Tabel 1: wijzigingen begrotingssubsidies 2016
Programma
Doel
Naam instelling
Besluit
1 juli 2015
Maximaal te subsidiëren bedrag 201 6
1
1.3
Waterschap Rivierenland
0
2.000.000
1
1.4
Staatsbosbeheer
0
1.500.000
Ter toelichting dient het volgende:
  • 1.
    Voor bovenstaande subsidies is de verantwoordingssystematiek in het kader van het Uniform Subsidiekader van toepassing;
  • 2.
    Wij zijn op 17 maart 2015 de Samenwerkingsovereenkomst Water en Groen aangegaan, met het Waterschap Rivierenland voor de Alblasserwaard-Vijfheerenlanden, 2015-2020. Deze overeenkomst heeft in beeld gebracht waar opgaven van het Waterschap Rivierenland en opgaven van de provincie Zuid-Holland elkaar raken en waar maatschappelijke winst te boeken is door deze opgaven integraal aan te pakken. Met de Samenwerkingsovereenkomst heeft de provincie zich verplicht om te zoeken naar (nieuwe) financieringsarrangementen voor integrale financiering van de integrale opgave. Daarbij wordt ook bekeken in hoeverre verschillende verantwoordingsregimes op verschillende financieringsstromen (uit verschillende begrotingsprogramma’s) op elkaar kunnen worden afgestemd. Daarbij wordt nadrukkelijk gezocht naar de mogelijkheden om de flexibiliteit in te bouwen dat meevallers in het ene deel van het programma kunnen worden benut voor tegenvallers in een ander deel van het programma. De integrale opgave omvat de volgende doelen van de provincie: realisatie van een aantal (prioritaire) ecologische verbindingszones (in het kader van het Natuurwerk Nederland (NNN) in de Alblasserwaard-Vijfheerenlanden, realisatie van maatregelen die opgenomen zijn in (ontwerp-) beheerplannen voor Natura 2000-gebieden Boezems Kinderdijk en Zouweboezem, realisatie van veiligheid op een van de hoofdfietsverbindingen in de Alblasserwaard-Vijfheerenlanden en versterking van de beleving van erfgoed en recreatieve netwerken. De projectenportefeuille bevat zo’n veertig projecten, in uitvoering in de periode tot en met 2021. Het programma is complementair op bestaande (uitvoerings-) programma’s in het gebied en het Waterschap Rivierenland zal de uitvoering ter hand nemen. Voor de uitvoering wordt voor het Waterschap Rivierenland een begrotingssubsidie geraamd van € 2.000.000 voor 2016. Voor de jaren 2017 tot en met 2021 zullen wij bij begrotingsbehandeling van die jaren voorstellen doen ter dekking van de uitvoering.
  • 3.
    In de Krimpenerwaard en Gouwe Wiericke hebben de ontwikkelingen van de afgelopen jaren geleid tot een nieuwe aanpak voor het gebied. De geplande Ecologische Hoofdstructuur (EHS), die ook door de Krimpenerwaard en Gouwe Wiericke loopt, kreeg minder budget en moest daarom worden aangepast. De aangepaste EHS gaat verder onder de naam “Natuurnetwerk Nederland” (NNN). Dat moment is door de overheden aangegrepen om de verantwoordelijkheden opnieuw te verdelen. Voor ‘natuur’ stelt de provincie Zuid-Holland nog steeds de doelen vast, maar het gebied zélf heeft de verantwoordelijkheid op zich genomen voor de uitvoering van de plannen. De regionale overheden hebben, in overleg met maatschappelijke partijen, een “Gebiedsvoorstel” gedaan waarin ze aangeven hoe ze de natuurdoelen gaan halen. Het inrichtingsplan voor Oukoop is in concept gereed. Voordat met uitvoering kan worden gestart zijn er nog twee vraagstukken die om een oplossing vragen: de waterhuishouding (droge voeten bij de woningen aan de Oukoopsedijk versus halen natuur en waterkwaliteitsdoelen) en de vrijkomende grond (overschot van 100.000 m3 die niet in het plangebied kan worden verwerkt). Zodra beide discussies zijn afgerond wordt de bestek voorbereiding en de uitvoering aan Staatsbosbeheer overgedragen om vervolgens de uitvoering van de werkzaamheden in 2016 te starten en rond de zomer af te ronden. Hiervoor wordt voor Staatsbosbeheer een begrotingssubsidie geraamd van € 1.500.000. De dekking hiervan verloopt via een rijksbijdrage Ontwikkelopgave Natuur.
b. 2 e aanvraagperiode subsidieplafonds voor boekjaar- en projectsubsidies 2016
Tabel 2: 2e aanvraagperiode subsidieplafonds voor boekjaar- en projectsubsidies 2016
Subsidie-regeling nr.
Titel van de regeling
Doel
Subsidie-plafond 1e aanvraag-periode 2016
Subsidie-plafond 2e aanvraag-periode 2016
Totaal subsidie-plafond 2016
Aanvraag-periode
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
1.6.59
Uitvoeringsregeling Groen (URG) Zuid Holland 2014
1.5
1.884.000
21.800.000
23.684.000
zie bijlage A
1.6.69
Uitvoeringsregeling Plattelands Ontwikkelings-programma 2014-2020 Zuid Holland
1.5
0
9.400.000
9.400.000
1-1-2016 t/m 31-12-2016
1.6.70
Subsidieregeling mobiliteit Zuid-Holland
2.1 2.2
0
111.192.205
111.192.205
zie bijlage A
Ter toelichting dient het volgende:
  • 1.
    Voor het subsidieplafond onder 1.6.59 en 1.6.70 zijn de verantwoordingsarrangementen in het kader van het Uniform Subsidie Kader (USK) van toepassing. Dit geldt niet voor het subsidieplafond onder 1.6.69, het USK verdraagt zich niet met de Europese kaders die voor POP3 gelden. Daarnaast is dit ook niet van toepassing voor langlopende beschikkingen die onder de oude BDU-uitvoeringsregeling zijn beschikt. Deze beschikkingen dienen via de SiSa-verantwoordingssystematiek te blijven worden verantwoord;
  • 2.
    Indien bij de verlening van subsidies rangschikking aan de orde is, is dit vermeld in de betreffende subsidieregeling;
  • 3.
    Voor 1.6.59 de Uitvoeringsregeling Groen (URG) Zuid Holland 2014 wordt een bijstelling van het subsidieplafond voorgesteld van € 21.800.000. Het totale subsidieplafond bedraagt hierdoor € 23.684.000. Hierin is de intensivering van € 10 mln. op jaarbasis uit het Hoofdlijnenakkoord 2015-2019 begrepen. Deze subsidieregeling heeft als doel de uitvoering van de Beleidsvisie Groen en het aantrekkelijker maken van de recreatie en het natuurbehoud in Zuid Holland;
  • 4.
    Voor 1.6.69 Uitvoeringsregeling Plattelands Ontwikkelingsprogramma 2014-2020 wordt een subsidieplafond voorgesteld van € 9.400.000. Deze uitvoeringsregeling heeft als doel innovatie en verduurzaming door inzet van agromilieumanagement en natuurmaatregelen;
  • 5.
    Voor 1.6.70 Subsidieregeling mobiliteit wordt een subsidieplafond voorgesteld van € 111.192.205.
Den Haag, 11 november 2015
Provinciale Staten van Zuid-Holland,
griffier,
voorzitter,
 
 
R.H. van Luijk
drs. J. Smit
 
 
Bijlage A: door Gedeputeerde Staten vastgestelde deelsubsidieplafonds 2e aanvraagperiode project- en boekjaarsubsidies 2016
Subsidie-regeling nr.
Paragraaf
Titel van de regeling
Doel
Subsidie plafond 1e aanvraag-periode 2016
Subsidie plafond
2e aanvraag-periode 2016
Aanvraag-periode
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
1.6.59
 
Uitvoeringsregeling Groen (URG) Zuid Holland 2014
1.5
1.884.000
21.800.000
 
 
2.1
Integrale groenprojecten
1.5
0
10.000.000
1-1-2016 t/m 31-12-2016
 
2.2
Projectverkenningen
1.5
0
500.000
1-1-2016 t/m 31-12-2016
 
2.3
Pilots
1.5
0
400.000
1-1-2016 t/m 31-12-2016
 
3.1
Boekjaarsubsidies voet- en fietsveren met een regionale functie
1.5
69.000
0
n.v.t.
 
3.2
Projectsubsidie agrarische structuurversterking voor de grondgebonden landbouw
1.5
0
500.000
1-1-2016 t/m 31-12-2016
 
3.3
Projectsubsidie soortenbeleid leefgebied en maatregelen verbetering natuurwaarden
1.5
180.000
0
n.v.t
 
3.4.1
Projectsubsidie fietsen en wandelen
1.5
 
 
 
 
 
Artikel 44 lid b
1.5
0
180.000
1-1-2016 t/m 31-12-2016
 
 
Artikel 44 lid d, e, f, i en j
1.5
0
1.000.000
1-1-2016 t/m 31-12-2016
 
 
Artikel 44 lid g
1.5
0
500.000
1-1-2016 t/m 31-12-2016
 
 
Artikel 44 lid h
1.5
0
1.500.000
1-1-2016 t/m 31-12-2016
 
3.4.2
Verbetering van het landelijk netwerk voor de recreatietoervaart
1.5
0
600.000
1-1-2016 t/m 31-12-2016
 
3.4.3
Het realiseren van Toeristische Overstap Punten (TOP's)
1.5
0
150.000
1-1-2016 t/m 31-12-2016
 
3.5
Projectsubsidie voor aanleg en herstel van landschapselementen
1.5
0
250.000
1-1-2016 t/m 31-12-2016
 
3.7
Projectsubsidie innovatie in afzetketens voor de grondgebonden landbouw
1.5
0
500.000
1-1-2016 t/m 31-12-2016
 
3.8
Projectsubsidie voor systeeminnovaties grondgebonden landbouw in veenweidegebieden
1.5
0
0
1-1-2016 t/m 31-12-2016
 
3.9
Projectsubsidie groenparticipatie
1.5
0
1.395.000
1-2-2016 t/m 29-4-2016
 
3.10
Projectsubsidies kwaliteitsimpuls bestaande groengebieden
1.5
0
4.000.000
1-12-2015 t/m 29-2-2016
 
3.11
Projectsubsidies ecologische verbindingen
1.4
1.500.000
0
n.v.t.
 
4.1
Projectsubsidie ingevolge artikel 10 Natuurbeschermingswet 1998
1.5
135.000
0
n.v.t.
 
4.2
Projectsubsidie voor het onderhoud van landschapselementen
1.5
0
325.000
1-1-2016 t/m 29-02-2016
1.6.70
 
Subsidieregeling mobiliteit Zuid-Holland
2.1
2.2
0
111.192.205
 
 
2 t/m 10
Gecombineerd deelplafond paragrafen 2 t/m 10
 
0
97.282.000
 
 
2
Infrastructurele projecten
2.1
 
 
Binnen drie maanden na vaststelling Subsidieregeling
 
3
Regionaal openbaar vervoer over weg en spoor
2.2
 
 
1-1-2016 t/m
31-12-2016
 
4
Regionaal openbaar vervoer over water
2.2
 
 
1-1-2016 t/m
31-12-2016
 
5
Collectief vraagafhankelijk openbaar vervoer
2.2
 
 
Binnen drie maanden na vaststelling Subsidieregeling
 
6
Oprichting buurtbusverenigingen
2.2
 
 
1-1-2016 t/m
31-12-2016
 
7
Instandhouding buurtbusverenigingen
2.2
 
 
Binnen drie maanden na vaststelling Subsidieregeling
 
8
Toegankelijkheid bushaltelocaties
2.2
 
 
1-1-2016 t/m
31-12-2016
 
9
Sociale Veiligheid
2.2
 
 
1-1-2016 t/m
31-12-2016
 
10
Mobiliteitsmanagement
2.2
 
 
Binnen drie maanden na vaststelling Subsidieregeling
 
11
Gedragsbeïnvloeding
2.1
0
560.000
Binnen drie maanden na vaststelling Subsidieregeling
 
12
Veerprojecten
2.1
0
12.000.000
n.t.b. na aanvulling paragraaf
 
13
Veerinfrastructuur
2.1
0
1.350.205
1-1-2016 t/m
31-12-2016
Ter toelichting op de tabel dienen de volgende opmerkingen:
  •  
  • 1.
    Subsidies die opgenomen zijn in de tabel deelsubsidieplafonds zijn subsidies die op basis van een subsidieregeling worden verstrekt;
  • 2.
    De verantwoordingsarrangementen volgens het Uniform Subsidie Kader (USK) zijn van toepassing;
  • 3.
    Voor de onder de Asv vallende subsidieregelingen wordt in de tabel de aanvraagperiode opgenomen. Hierin wordt aangegeven wanneer subsidieaanvragen kunnen worden ingediend;
  • 4.
    Indien bij de verlening van subsidies rangschikking aan de orde is, is dit vermeld in de betreffende subsidieregeling;
  • 5.
    Voor 1.6.59 de Uitvoeringsregeling Groen (URG) Zuid Holland 2014 worden de volgende deelplafonds voorgesteld:
    • a.
      Voor paragraaf 2.1 Integrale groenprojecten wordt een deelplafond van € 10 mln. voorgesteld. Subsidie kan worden verstrekt voor de uitvoering van een integrale gebiedsafspraak, als deze is opgenomen in het Uitvoeringsprogramma Groen. Het deelplafond is € 2 mln. lager dan het deelplafond 2015. Voor de uitvoering van het UPG is in het Hoofdlijnenakkoord totaal € 40 miljoen extra beschikbaar. In de vorige collegeperiode was dit een bedrag van € 100 mln. in de komende periode zal meer cofinanciering vanuit andere partijen moeten plaatsvinden. Daarom wordt dit deelplafond verlaagd;
    • b.
      Voor paragraaf 2.2 Projectverkenningen wordt een deelplafond voorgesteld van € 500.000. Subsidie kan worden versterkt voor de uitvoering van een projectverkenning voorafgaand aan een voorgenomen integrale gebiedsafspraak. Dit bedrag is € 270.000 hoger dan het deelplafond voor 2015. Voor de uitvoering van het UPG is in het Hoofdlijnenakkoord totaal € 40 mln. euro extra beschikbaar. In de vorige collegeperiode was dit een bedrag van € 100 mln. in de komende periode zal meer cofinanciering vanuit andere partijen moeten plaatsvinden. Dit vergt meer inzet van andere partners: gemeenten, maatschappelijke organisatie en vooral van het bedrijfsleven. Om op een nieuwe netwerkende manier na te gaan of nieuwe integrale gebiedsdeals voor de periode 2016-19 haalbaar zijn, dienen juist in 2016 meer verkenningen gedaan te worden. Daarom wordt dit deelplafond met € 270.000 verhoogd;
    • c.
      Voor paragraaf 2.3 Pilots wordt een deelplafond voorgesteld van € 400.000. Subsidie kan worden verstrekt voor een pilot, of een deel fase daarvan, gericht op innovatieve realisatiemodellen en beheermodellen voor natuur-, recreatie of landschapsinrichting of het beheer er van. Dit bedrag is € 850.000 minder dan het deelplafond 2015. In de vorige collegeperiode was voor de uitvoering van het UPG een bedrag van €100 mln. extra beschikbaar. Toen zijn veel pilots gehouden om ervaring op te doen met een nieuwe netwerkende manier van werken en om nieuwe kennis te genereren. In de komende periode wordt deze kennis verspreid en toegepast in verkenningen en integrale groenprojecten en zijn minder pilots nodig. Daarom wordt dit deelplafond verlaagd;
    • d.
      Voor paragraaf 3.2 Projectsubsidies agrarische structuurversterking voor de grondgebonden landbouw wordt een deelplafond voorgesteld van € 500.000. Dit is gelijk aan de raming voor 2015. Subsidie kan worden verstrekt voor activiteiten ten behoeve van de grondgebonden landbouw;
    • e.
      Voor paragraaf 3.4.1 Projectsubsidie fietsen en wandelen wordt totaal € 3.180.000 aan deelplafonds voorgesteld. Dit is gelijk aan de raming van 2015. Subsidie kan worden verstrekt voor het stimuleren van wandelpaden over boerenland, het verbeteren van de kwaliteit van een recreatief basisroutenetwerk in Zuid Holland, het beter toegankelijk maken van het landelijk gebied en het verbeteren van de stad-landverbindingen;
    • f.
      Voor paragraaf 3.4.2 Verbetering van het landelijk netwerk voor recreatietoervaart wordt een deelplafond voorgesteld van € 600.000. Dit is gelijk aan het bedrag voor 2015. Het subsidie heeft als doel het opheffen van knelpunten en kwaliteitsverbetering in het basis recreatietourvaartnet en ontwikkelen van routenetwerken over provinciale vaarwegen;
    • g.
      Voor paragraaf 3.4.3 Het realiseren van Toeristische Overstap Punten (TOP’s) wordt een deelplafond voorgesteld van € 150.000. Dit is gelijk aan het bedrag voor 2015. Het subsidie is bedoeld voor het realiseren van Toeristische Overstap Punten;
    • h.
      Voor paragraaf 3.5 Projectsubsidie voor aanleg en herstel van landschapselementen wordt een deelplafond voorgesteld van € 250.000. Dit is € 350.000 lager dan in 2015. Het is namelijk de verwachting dat de omvang van het aantal aanvragen lager zal zijn. Het subsidie is bedoeld voor herstel van de kwaliteit van karakteristieke landschapselementen of uitbreiding in het agrarische gebied;
    • i.
      Voor paragraaf 3.7 Projectsubsidie innovatie in afzetketens voor de grondgebonden landbouw wordt een deelplafond voorgesteld van € 500.000. Dit is gelijk aan het bedrag voor 2015. Het subsidie is bedoeld om door systeeminnovatie ketens voor afzet te verbeteren of nieuwe ketens te ontwikkelen;
    • j.
      Voor paragraaf 3.9 Projectsubsidie groenparticipatie wordt een deelplafond voorgesteld van € 1.395.000. Dit is gelijk aan het bedrag voor 2015. Het subsidie is bedoeld voor het stimuleren van vrijwilligers in groengebieden of op activiteiten gericht op toename van recreatief gebruik van recreatie- of natuurgebieden;
    • k.
      Voor paragraaf 3.10 Projectsubsidies kwaliteitsimpuls bestaande groengebieden wordt een deelplafond voorgesteld van € 4.000.000. Dit is gelijk aan het bedrag voor 2015. Subsidie kan worden verstrekt voor activiteiten gericht op de herinrichting van een bestaand groengebied;
    • l.
      Voor paragraaf 4.2 Projectsubsidie voor het onderhoud van landschapselementen wordt een deelplafond van € 325.000 voorgesteld. Het bedrag is gelijk aan dat van 2015. Subsidie wordt verstrekt voor regulier en periodiek onderhoud van bestaande landschapselementen.
  • 6.
    Voor 1.6.70 Subsidieregeling mobiliteit Zuid Holland worden de volgende deelplafonds voorgesteld. De voorgestelde deelplafonds zijn in lijn met de besteding van de BDU-middelen in de afgelopen jaren. Dit past bij een beleidsarme overgangsregeling.
  • a.
    Voor paragraaf 2 t/m 10 wordt een gezamenlijk deelplafond voorgesteld van € 97.282.000. Het gaat om subsidies met als doelen:
    • Betere bereikbaarheid en verkeersveiligheid op orde;
    • Een adequaat aanbod van openbaar vervoer;
  • b.
    Voor paragraaf 11 wordt een deelplafond voorgesteld van € 560.000. Het gaat om subsidies met als doel: vergroting van de verkeersveiligheid door gedragsbeïnvloeding van de verschillende deelnemers;
  • c.
    Voor paragraaf 12 wordt een subsidieplafond voorgesteld van € 12.000.000 voor het op te richten revolverend verenfonds. Subsidies worden verstrekt voor nieuwbouw of renovatie van een veerpont;
  • d.
    Voor paragraaf 13 wordt een subsidieplafond voorgesteld van € 1.350.205. De subsidie wordt verstrekt voor projecten die de inrichting van aanmeerlocaties verbeteren, zoals de renovatie of nieuwbouw van veerstoepen en aanmeersteigers, wachtruimtes, fietsenstallingen en reisinformatiesystemen.
Naar boven