Nadere subsidieregels Film
 
Gedeputeerde Staten van Limburg
maken ter voldoening aan het bepaalde in de Provinciewet en de Algemene Subsidieverordening 2012 Provincie Limburg bekend dat zij in hun vergadering van 3 november 2015 hebben vastgesteld:
 
NADERE SUBSIDIEREGELS FILM
 
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
 
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
  • 1.
    Begroting: de gedetailleerde financiële onderbouwing van de (subsidiabele en niet-subsidiabele) kosten van een filmproductie en een dekkingsplan.
  • 2.
    Bioscoopuitbreng: de landelijke distributie van een filmproductie, die na de première met een vertoning gedurende meerdere weken en in meerdere bioscopen en/of filmtheaters voor een betalend publiek in Nederland wordt uitgebracht.
  • 3.
    Coproductie: een filmproductie, waaraan twee of meer coproducenten risicodragend, op basis van een door alle partijen goedgekeurd filmplan en/of scenario een inhoudelijke en financiële bijdrage leveren.
  • 4.
    Filmplan: het plan van de aanvrager tot uitvoering van een met elkaar samenhangend geheel van activiteiten dat bestaat uit het financieren, voortbrengen en (doen) exploiteren van een filmproductie.
  • 5.
    Filmproductie: een animatiefilm, of een documentairefilm of een speelfilm, al dan niet tot stand gebracht in de vorm van een internationale coproductie.
  • 6.
    Korte film: een film met een duur van maximaal 30 minuten.
  • 7.
    Lange film: een film van een duur van minimaal 20 minuten.
  • 8.
    Pornografische producties: producties met hoofdzakelijk beelden van seks die bedoeld zijn om de kijker seksueel te prikkelen.
  • 9.
    Producent: de natuurlijke persoon die de productiemaatschappij rechtsgeldig vertegenwoordigt en binnen de organisatie van de productiemaatschappij beleidsmatig, bedrijfsmatig en inhoudelijk eindverantwoordelijk is.
  • 10.
    Professionele productie: films met een productiebudget van minimaal € 10.000,00.
  • 11.
    (Assistent)sleutelposities: posities (of assistent posities) op het gebied van regie, opnameleiding, art-direction, muziek en montage, uitvoerende productie, productieleiding, script-continuïteit en posities (of assistent posities) als scenarioschrijver, scriptcoach, geluidsman en cameraman.
Artikel 2 Doelstelling/doel van de regeling
Stimuleren van het produceren van films in de provincie Limburg en het stimuleren van een levendig filmklimaat. Onderliggende doelstellingen zijn het stimuleren van de economie (werkgelegenheid), het versterken van de cultuur (talentontwikkeling, artistieke kwaliteit) en het vergroten van de branding (Limburg promotie) van Nederlands Limburg.
 
Artikel 3 Europese regelgeving
  • 1.
    Deze nadere regels zijn gebaseerd op Verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014, waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met de gemeenschappelijke markt verenigbaar worden verklaard (hierna: de algemene groepsvrijstellingsverordening). Subsidies worden verstrekt conform de algemene en procedurele bepalingen in Hoofdstuk I en II en artikel 54 (Steun voor audiovisuele werken) uit Hoofdstuk III uit de algemene groepsvrijstellingsverordening.
  • 2.
    Conform artikel 1, lid 4 sub a) en b) van de algemene groepsvrijstellingsverordening wordt betaling uitgesloten van steun aan een onderneming ten aanzien waarvan er een bevel tot terugvordering uitstaat ingevolge een eerder besluit van de Commissie waarbij steun onrechtmatig en onverenigbaar met de interne markt is verklaard.
  • 3.
    Conform artikel 1 lid 4 sub c) van de algemene groepsvrijstellingsverordening wordt geen steun toegekend aan ondernemingen in moeilijkheden.
  • 4.
    Uiterlijk twee jaar na de inwerkingtreding van de algemene groepsvrijstellingsverordening zal worden voldaan aan de publicatie bepalingen van artikel 9 van deze verordening.
  • 5.
    Bij subsidieverstrekking worden de cumulatiebepalingen uit artikel 8 van de vrijstellingsverordening in acht genomen. Dit houdt in dat alle voor een bepaald project verleende staatssteun bij elkaar opgeteld dient te worden om zo het totale steunbedrag te bepalen (cumulatie). Hierdoor kan nagegaan worden of voldaan is aan de maximale steunintensiteit uit artikel 54.
  • 6.
    Toepassing van deze nadere regels mag in geen enkel geval leiden tot strijd met de in het eerste lid van dit artikel genoemde verordening. Derhalve dienen de bepalingen in deze nadere regels strikt te worden toegepast.
Hoofdstuk 2 Criteria
 
Artikel 4 Algemene subsidiecriteria
  • 1.
    De subsidie dient een stimulerend effect te hebben. De subsidie wordt geacht een stimulerend effect te hebben wanneer de begunstigde vóórdat de werkzaamheden aan het project of de activiteiten zijn begonnen, een aanvraag voor subsidie voor het betreffende project/de activiteiten bij Gedeputeerde Staten heeft ingediend.
  • 2.
    De productie van de film dient binnen 1 jaar na subsidieverlening van start te gaan.
  • 3.
    Minimaal 100% van de subsidie vanuit deze regeling wordt in de regio Nederlands-Limburg besteed.
Artikel 5 Afwijzingsgronden
In aanvulling op artikel 15 van de Algemene Subsidieverordening 2012 Provincie Limburg, wordt de subsidieaanvraag afgewezen indien:
  • a.
    het project niet aansluit bij de doelstelling van deze nadere subsidieregels zoals gesteld in artikel 2;
  • b.
    de subsidieaanvraag niet is ingediend door de aanvrager zoals vastgelegd in de bijlagen;
  • c.
    niet wordt voldaan aan de algemene subsidiecriteria in artikel 4;
  • d.
    niet wordt voldaan aan de criteria zoals omschreven in de betreffende bijlage;
  • e.
    de aanvraag op basis van de criteria van bijlage 1 een score van 15 of minder behaalt en/of op basis van de criteria van bijlage 2 een score van 11 of minder behaalt;
  • f.
    de Provincie Limburg dezelfde activiteit/project al op een andere wijze subsidieert en/of financiert, met uitzondering van bijdragen van het Prins Bernard Cultuurfonds Limburg en/of het Cultuurparticipatiefonds Limburg. Bijdragen ontvangen van het Huis voor de Kunsten Limburg, in het kader van de Motie Volkscultuur of in de vorm van een projectbijdrage, worden hierbij beschouwd als subsidiering/financiering door de Provincie Limburg;
  • g.
    het project niet voldoet aan de voorwaarden in de algemene groepsvrijstellingsverordening.
  • h.
    de subsidieaanvraag betrekking heeft op activiteiten die gericht zijn op de continuïteit van een onderneming/instelling;
  • i.
    de subsidieaanvraag niet is ontvangen binnen de periode zoals gesteld in artikel 8;
  • j.
    aanvrager in hetzelfde jaar en/of voorafgaande jaar al een subsidie heeft ontvangen binnen bijlage 1 en/of 2 van deze subsidieregels of subsidieaanvrager een bijdrage in het kader van de Nadere subsidieregels pilot Filmfonds Limburg heeft ontvangen;
  • k.
    het project een pornografische productie is; en/of
  • l.
    het project racistisch, discriminerend, beledigend, aanstootgevend, seksueel intimiderend of anderszins met de wet strijdig materiaal bevat en/of aanzet tot haat en/of geweld.
Hoofdstuk 3 Financiële aspecten
 
Artikel 6 Subsidieplafond
Gedeputeerde Staten stellen de subsidieplafonds van deze nadere subsidieregels per bijlage jaarlijks vast.
De wijze van verdeling geschiedt conform de criteria en bijbehorende puntenberekening zoals benoemd in bijlage 1 en/of 2 en de daaropvolgende inhoudelijke advisering van de Provinciale Adviescommissie Film.
Daarbij wordt de volgende systematiek gehanteerd:
  • a.
    Op basis van de ingediende aanvraag worden de punten per criterium toegekend.
  • b.
    De behaalde punten per criterium worden bij elkaar opgeteld tot een totaal score.
  • c.
    De vijf hoogst scorende aanvragen onder bijlage 1 en de tien hoogst scorende aanvragen onder bijlage 2 worden voorgelegd aan de Provinciale Adviescommissie Film. De commissie zal deze aanvragen rangschikken op basis van haar deskundig oordeel ten aanzien van de artistieke kwaliteit en de inhoudelijke en financiële haalbaarheid.
  • d.
    Het project met de hoogste rangschikking komt als eerste in aanmerking voor subsidie, het project met de op één na hoogste rangschikking komt als tweede in aanmerking, enz.
Hoofdstuk 4 Aanvraagprocedure
 
Artikel 7 Indienen aanvraag
  • 1.
    Een subsidieaanvraag kan uitsluitend worden ingediend bij Gedeputeerde Staten met gebruikmaking van het aanvraagformulier dat geplaatst is op de website van de Provincie Limburg: www.limburg.nl/subsidies > actuele subsidieregelingen.
  • 2.
    De aanvraag dient een volledig ingevuld en rechtsgeldig ondertekend standaard aanvraagformulier te bevatten en te zijn voorzien van alle bijlagen zoals aangegeven in het formulier en dient te worden verzonden naar het op het formulier aangegeven adres (Gedeputeerde Staten van Limburg, Cluster Subsidies, Postbus 5700, 6202 MA Maastricht).
Artikel 8 Termijn voor indienen aanvraag
  • 1.
    Subsidieaanvragen kunnen in vier tranches (tenders) worden ingediend:
    • a.
      Een subsidieaanvraag kan in 2016 vanaf 1 maart 2016 worden ingediend en dient uiterlijk 2 mei 2016 compleet te zijn ontvangen door Gedeputeerde Staten.
    • b.
      Een subsidieaanvraag kan in 2017 vanaf 1 maart 2017 worden ingediend en dient uiterlijk 1 mei 2017 compleet te zijn ontvangen door Gedeputeerde Staten.
    • c.
      Een subsidieaanvraag kan in 2018 vanaf 1 maart 2018 worden ingediend en dient uiterlijk 1 mei 2018 compleet te zijn ontvangen door Gedeputeerde Staten.
    • d.
      Een subsidieaanvraag kan in 2019 vanaf 4 maart 2019 worden ingediend en dient uiterlijk 4 mei 2019 compleet te zijn ontvangen door Gedeputeerde Staten.
  • 2.
    Voor de datum van ontvangst is de datum van de ontvangststempel van de Provincie Limburg bepalend.
Hoofdstuk 5 Slotbepalingen
 
Artikel 9 Adviescommissie
De vijf hoogst scorende aanvragen onder bijlage 1 en de tien hoogst scorende aanvragen onder bijlage 2 worden voorgelegd aan de Provinciale Adviescommissie Film. De commissie zal deze aanvragen rangschikken op basis van haar deskundig oordeel ten aanzien van de artistieke kwaliteit en de inhoudelijke en financiële haalbaarheid. Gedeputeerde Staten beslissen uiteindelijk op de aanvraag.
Artikel 10 Overgangsrecht
  • 1.
    De ‘Nadere subsidieregels Pilot ‘Filmfonds Limburg’ worden bij inwerkingtreding van deze Nadere subsidieregels ingetrokken
  • 2.
    Voor subsidiebesluiten die zijn genomen vóór de inwerkingtreding van de Nadere subsidieregels Film blijven de Algemene Subsidieverordening 2012 Provincie Limburg en de daarop gebaseerde ‘Nadere subsidieregels Pilot ‘Filmfonds Limburg’ van toepassing, ook voor de volgende stappen in het subsidietraject.
Artikel 11 Inwerkingtreding, beëindiging en citeertitel
  • 1.
    Deze Nadere subsidieregels treden in werking met ingang van de dag na de dag van publicatie in het Provinciaal Blad.
  • 2.
    Deze Nadere subsidieregels vervallen met ingang van 1 januari 2020 met dien verstande dat zij van toepassing blijven op subsidieaanvragen die vóór die datum zijn ingediend en subsidiebesluiten die vóór die datum zijn genomen, ook voor de volgende stappen in het subsidietraject.
  • 3.
    Deze regeling kan worden aangehaald als “Nadere subsidieregels Film”.
     
Bijlage 1 Filmproducties
Sluit aan bij onderdeel
Programma 2.2. Cultuur
Programmalijn 2.2.1. Cultuur
Activiteit
Het produceren van lange films met een (inter)nationale bioscoopuitbreng.
Aanvrager
Rechtspersoon die verbonden is met/werkzaam is in de filmindustrie.
Specifieke subsidiecriteria
Het project dient een bijdrage te leveren aan (één van) de volgende onderdelen:
1.De film heeft een sterk distributie potentieel door de betrokkenheid van een (inter)nationale distributeur;
2.Het verhaal en/of de karakters van de film hebben een Nederlands-Limburgse origine;
3.Nederlandse-Limburgse locaties gebruikt in de film worden ook gepresenteerd als zijnde Limburg;
4.Ten minste één lid van het kernteam (regisseur, initiërende producent, scriptschrijver, auteur van het boek of onderliggend werk, componist, director of photography) van de filmproductie heeft een Nederlands-Limburgse connectie (geboren, woonachtig of gestudeerd in Nederlands-Limburg);
5.In de filmproductie wordt gesproken in de Nederlandse taal of in het Limburgse dialect;
6.(Assistent)sleutelposities op de set worden vervuld door in Limburg wonende en werkende (beginnende) professionals;
7.Er worden stageplekken geboden aan studenten die in Nederlands Limburg een opleiding volgen;
8.Een deel van de draaidagen vindt plaats in de provincie Nederlands Limburg.
Subsidiabele kosten
-subsidiepercentage/bedrag
Subsidiabel zijn:
a)voor de productie: de totale kosten van de filmproductie, met inbegrip van de kosten om de toegankelijkheid voor mensen met een handicap te verbeteren;
b)voor de pre-productie: de kosten van het schrijven van scenario’s en de ontwikkeling van de filmproductie;
c)voor de distributie: de kosten van de distributie en promotie van de filmproductie.
De hoogte van een subsidie voor een filmproductie is maximaal 50% van de subsidiabele kosten en bedraagt maximaal € 100.000,00. Binnen deze bijlage wordt per jaar slechts één aanvraag gehonoreerd.
Niet-subsidiabele kosten
Aanvullend op de bepalingen in de Algemene Subsidieverordening 2012 Provincie Limburg zijn de kosten voor de aanschaf van materiaal niet subsidiabel.
Beoordeling door middel van tendersystematiek
Om te bepalen welke aanvraag in het kader van deze bijlage wordt gehonoreerd, wordt de volgende beoordelingsprocedure gehanteerd.
1.De wijze van beoordeling van de specifieke criteria geschiedt conform de indicatoren en bijbehorende puntenberekening welke te vinden is in bijgevoegde schema “Beoordelingsschema Bijlage 1”.
2.De aanvragen worden gerangschikt op volgorde van het aantal punten. Daarbij wordt de volgende systematiek gehanteerd:
a.Op basis van de ingediende aanvraag worden de punten per criterium toegekend.
a.De behaalde punten per criterium worden bij elkaar opgeteld tot een totaal score.
3.Op basis van de in de tendersystematiek behaalde totaalscore zullen de vijf hoogst scorende aanvragen voor advies worden voorgelegd aan de Provinciale Adviescommissie Film.
4.De Provinciale Adviescommissie Film zal op basis van een oordeel over de artistieke kwaliteit en de inhoudelijke en financiële haalbaarheid komen tot een rangschikking van de aanvragen en deze aan het College van Gedeputeerde Staten voorleggen.
5.Op basis van vorengaande beslissen Gedeputeerden Staten op de subsidieaanvragen.
Beoordelingsschema Bijlage 1
1. De film heeft een sterk distributie potentieel door de betrokkenheid van een (inter)nationale distributeur:
WAARDERING
PUNT
TOELICHTING
Voldoende
1
De film heeft een sterk distributie potentieel door de betrokkenheid van een (inter)nationale distributeur.
Onvoldoende
0
Er is geen sprake van betrokkenheid van een (inter)nationale distributeur waardoor het distributie potentieel zwak is.
2. Het verhaal en/of de karakters van de film hebben een Nederlands-Limburgse origine:
WAARDERING
PUNT
TOELICHTING
Goed
2
Zowel het verhaal als de karakters hebben een Nederlands-Limburgse origine.
Voldoende
1
Het verhaal of de karakters hebben een Nederlands-Limburgse origine.
Onvoldoende
0
Het verhaal en karakters hebben geen Nederlands-Limburgse origine.
3. Nederlandse-Limburgse locaties gebruikt in de film worden ook gepresenteerd als zijnde Limburg:
WAARDERING
PUNT
TOELICHTING
Zeer goed
4
Er worden uitsluitend Nederlands-Limburgse locaties gebruikt en deze worden ook als zodanig gepresenteerd.
Goed
3
Er worden Nederlands-Limburgse locaties gebruikt in de film en hoewel niet alle locaties zich in Nederlands-Limburg bevinden, worden wel alle locaties als zijnde Nederlands-Limburgs gepresenteerd.
Ruim voldoende
2
Er worden Nederlandse-Limburgse locaties gebruikt in de film en deze worden ook gepresenteerd als zijnde Nederlands-Limburg.
Voldoende
1
Er worden geen Nederlands-Limburgse locaties gebruikt in de film, maar locaties in de film worden wel als zodanig gepresenteerd.
Onvoldoende
0
Er worden geen Nederlands-Limburgse locaties gebruikt in de film.
4. Ten minste één lid van het kernteam (regisseur, initiërende producent, scriptschrijver, auteur van het boek of onderliggend werk, componist, director of photography) van de filmproductie heeft een Nederlands-Limburgse connectie (geboren, woonachtig of gestudeerd in Nederlands-Limburg):
WAARDERING
PUNT
TOELICHTING
Zeer goed
4
Zes of meer leden van het kernteam (regisseur, initiërende producent, scriptschrijver, auteur van het boek of onderliggend werk, componist, director of photography) van de filmproductie hebben een Nederlands-Limburgse connectie (geboren, woonachtig of gestudeerd in Nederlands-Limburg).
Goed
3
Vier of vijf leden van het kernteam (regisseur, initiërende producent, scriptschrijver, auteur van het boek of onderliggend werk, componist, director of photography) van de filmproductie hebben een Nederlands-Limburgse connectie (geboren, woonachtig of gestudeerd in Nederlands-Limburg).
Ruim voldoende
2
Twee of drie leden van het kernteam (regisseur, initiërende producent, scriptschrijver, auteur van het boek of onderliggend werk, componist, director of photography) van de filmproductie hebben een Nederlands-Limburgse connectie (geboren, woonachtig of gestudeerd in Nederlands-Limburg).
Voldoende
1
Één lid van het kernteam (regisseur, initiërende producent, scriptschrijver, auteur van het boek of onderliggend werk, componist, director of photography) van de filmproductie heeft een Nederlands-Limburgse connectie (geboren, woonachtig of gestudeerd in Nederlands-Limburg).
Onvoldoende
0
Geen enkel lid van het kernteam (regisseur, initiërende producent, scriptschrijver, auteur van het boek of onderliggend werk, componist, director of photography) van de filmproductie heeft een Nederlands-Limburgse connectie (geboren, woonachtig of gestudeerd in Nederlands-Limburg).
5. In de filmproductie wordt gesproken in de Nederlandse taal en/of in het Limburgse dialect:
WAARDERING
PUNT
TOELICHTING
Goed
3
In de film wordt hoofdzakelijk het Limburgs dialect gesproken.
Ruim voldoende
2
In de film wordt hoofdzakelijk de Nederlandse taal gesproken.
Voldoende
1
In de film wordt hoofdzakelijk een andere taal gesproken maar wordt ook de Nederlandse taal en/of het Limburgs dialect gesproken.
Onvoldoende
0
In de film wordt niet gesproken in de Nederlandse taal en/of in het Limburgs dialect.
6. (Assistent)sleutelposities op de set worden vervuld door in Limburg wonende en werkende (beginnende) professionals (naast de kernteamleden):
WAARDERING
PUNT
TOELICHTING
Zeer goed
4
Er worden minimaal 8 sleutelposities op de set vervuld door in Limburg wonende en werkende (beginnende) professionals (naast de kernteamleden).
Goed
3
Er worden minimaal 5 sleutelposities op de set vervuld door in Limburg wonende en werkende (beginnende) professionals (naast de kernteamleden).
Ruim voldoende
2
Er worden minimaal 3 sleutelposities op de set vervuld door een in Limburg wonende en werkende (beginnende) professionals (naast de kernteamleden).
Voldoende
1
Er wordt minimaal één assistentsleutelpositie op de set vervuld door een in Limburg wonende en werkende (beginnende) professional (naast de kernteamleden).
Onvoldoende
0
Er worden geen (assistent)sleutelposities op de set vervuld door in Limburg wonende en werkende (beginnende) professionals (naast de kernteamleden).
7. Er worden stageplekken geboden aan studenten die in Nederlands-Limburg een opleiding volgen:
WAARDERING
PUNT
TOELICHTING
Zeer goed
4
Er worden minimaal 10 stageplekken geboden aan studenten die in Nederlands-Limburg een opleiding volgen.
Goed
3
Er worden 5 of meer stageplekken geboden aan studenten die in Nederlands-Limburg een opleiding volgen.
Ruim voldoende
2
Er worden 2 of meer stageplekken geboden aan studenten die in Nederlands-Limburg een opleiding volgen.
Voldoende
1
Er wordt 1 stageplek geboden aan een student die in Nederlands-Limburg een opleiding volgt.
Onvoldoende
0
Er worden geen stageplekken geboden aan studenten die in Nederlands-Limburg een opleiding volgen.
8. Een deel van de draaidagen vindt plaats in de provincie Nederlands Limburg:
WAARDERING
PUNT
TOELICHTING
Zeer goed
4
100% van de draaidagen vindt plaats in de provincie Nederlands Limburg.
Goed
3
Minimaal 75% van de draaidagen vindt plaats in de provincie Nederlands Limburg.
Ruim voldoende
2
Minimaal 40% van de draaidagen vindt plaats in de provincie Nederlands Limburg.
Voldoende
1
Minimaal 10% van de draaidagen vindt plaats in de provincie Nederlands Limburg.
Onvoldoende
0
Minder dan 10% van de draaidagen vindt plaats in de provincie Nederlands Limburg.
 
Bijlage 2 Limburgse Talentontwikkeling
Sluit aan bij onderdeel
Programma 2.2. Cultuur
Programmalijn 2.2.1. Cultuur
Activiteit
Het produceren van korte of lange films.
Aanvrager
a. rechtspersoon die verbonden is met/werkzaam is in de filmindustrie en is gevestigd in Limburg;
b. natuurlijke persoon die verbonden is met/werkzaam is in de filmindustrie en is gevestigd in Limburg.
Algemeen subsidiecriterium
a. Aanvragers voor korte films hebben maximaal 5 professionele producties gemaakt.
b. Aanvragers voor lange films hebben minimaal 3 professionele producties gemaakt.
Specifieke subsidiecriteria
Het project dient een bijdrage te leveren aan (één van) de volgende onderdelen:
1. De film heeft een sterk distributie potentieel door de betrokkenheid van een (inter)nationale distributeur en/of de gegarandeerde uitzending van de productie door een nationale of regionale omroep en/of een meermaalse vertoning van de productie in een Limburgs filmhuis;
2. Het verhaal of de karakters van de film hebben een Nederlands-Limburgse origine;
3. Nederlandse-Limburgse locaties gebruikt in de film worden ook gepresenteerd als zijnde Limburg;
4. Ten minste 2 leden van het kernteam (regisseur, initiërende producent, scriptschrijver, director of photography, cameraman) van de filmproductie hebben een Nederlands-Limburgse connectie (woonachtig of werkend (vestigingsplaats) in Nederlands-Limburg);
5. In de filmproductie wordt gesproken in de Nederlandse taal of in het Limburgse dialect;
6. Sleutelposities op de set worden vervuld door in Limburg wonende en werkende (beginnende) professionals;
7. Er worden stageplekken geboden aan studenten die in Nederlands Limburg een opleiding volgen;
8. Een deel van de draaidagen vindt plaats in de provincie Nederlands Limburg.
Subsidiabele kosten
-subsidiepercentage/bedrag
Subsidiabel zijn:
a. voor de productie: de totale kosten van de filmproductie, met inbegrip van de kosten om de toegankelijkheid voor mensen met een handicap te verbeteren;
b. voor de pre-productie: de kosten van het schrijven van scenario’s en de ontwikkeling van de filmproductie;
c. voor de distributie: de kosten van de distributie en promotie van de filmproductie.
De hoogte van een subsidie voor een korte film is maximaal 50% van de subsidiabele kosten en bedraagt maximaal € 20.000,00. De hoogte van een subsidie voor een lange film is maximaal 35% van de subsidiabele kosten en bedraagt maximaal € 50.000,00.
Niet-subsidiabele kosten
Aanvullend op de bepalingen in de Algemene Subsidieverordening 2012 Provincie Limburg zijn de kosten voor de aanschaf van materiaal niet subsidiabel.
Beoordeling door middel van tendersystematiek
1. De wijze van beoordeling van de specifieke criteria geschiedt conform de indicatoren en bijbehorende puntenberekening welke te vinden is in bijgevoegde schema “Beoordelingsschema Bijlage 2”.
2. De aanvragen worden gerangschikt op volgorde van het aantal punten. Daarbij wordt de volgende systematiek gehanteerd:
a. Op basis van de ingediende aanvraag worden de punten per criterium toegekend.
b .De behaalde punten per criterium worden bij elkaar opgeteld tot een totaal score.
3. Op basis van de in de tendersystematiek behaalde totaalscore zullen de tien hoogst scorende aanvragen voor advies worden voorgelegd aan de Provinciale Adviescommissie Film.
4. De Provinciale Adviescommissie Film zal op basis van een oordeel over de artistieke kwaliteit en de inhoudelijk en financiële haalbaarheid komen tot een rangschikking van de aanvragen en deze aan het College van Gedeputeerde Staten voorleggen.
5. Op basis van vorengaande beslissen Gedeputeerden Staten op de subsidieaanvragen.
Beoordelingsschema Bijlage 2
1. De film heeft een sterk distributie potentieel door de betrokkenheid van een (inter)nationale distributeur en/of de gegarandeerde uitzending van de productie door een nationale of regionale omroep en/of een meermaalse vertoning van de productie in een Limburgs filmhuis:
WAARDERING
PUNT
TOELICHTING
Voldoende
1
De film heeft een sterk distributie potentieel door de betrokkenheid van een (inter)nationale distributeur en/of de gegarandeerde uitzending van de productie door een nationale of regionale omroep en/of een meermaalse vertoning van de productie in een Limburgs filmhuis.
Onvoldoende
0
Er is geen sprake van betrokkenheid van een (inter)nationale distributeur en/of de gegarandeerde uitzending van de productie door een nationale of regionale omroep en/of een meermaalse vertoning van de productie in een Limburgs filmhuis, waardoor het distributie potentieel zwak is.
2. Het verhaal en/of de karakters van de film hebben een Nederlands-Limburgse origine:
WAARDERING
PUNT
TOELICHTING
Goed
2
Zowel het verhaal als de karakters hebben een Nederlands-Limburgse origine.
Voldoende
1
Het verhaal of de karakters hebben een Nederlands-Limburgse origine.
Onvoldoende
0
Het verhaal en karakters hebben geen Nederlands-Limburgse origine.
3. Nederlandse-Limburgse locaties gebruikt in de film worden ook gepresenteerd als zijnde Limburg:
WAARDERING
PUNT
TOELICHTING
Zeer goed
4
Er worden uitsluitend Nederlands-Limburgse locaties gebruikt en deze worden ook als zodanig gepresenteerd.
Goed
3
Er worden Nederlands-Limburgse locaties gebruikt in de film en hoewel niet alle locaties zich in Nederlands-Limburg bevinden, worden wel alle locaties als zijnde Nederlands-Limburgs gepresenteerd.
Ruim voldoende
2
Er worden Nederlandse-Limburgse locaties gebruikt in de film en deze worden ook gepresenteerd als zijnde Nederlands-Limburg.
Voldoende
1
Er worden geen Nederlands-Limburgse locaties gebruikt in de film, maar locaties in de film worden wel als zodanig gepresenteerd.
Onvoldoende
0
Er worden geen Nederlands-Limburgse locaties gebruikt in de film.
4. Ten minste 2 leden van het kernteam (regisseur, initiërende producent, scriptschrijver, auteur van het boek of onderliggend werk, componist, director of photography) van de filmproductie hebben een Nederlands-Limburgse connectie (woonachtig of werkend (vestigingsplaats) in Nederlands-Limburg:
WAARDERING
PUNT
TOELICHTING
Goed
3
Ten minste 6 leden van het kernteam (regisseur, initiërende producent, scriptschrijver, auteur van het boek of onderliggend werk, componist, director of photography) van de filmproductie hebben een Nederlands-Limburgse connectie (woonachtig of werkend (vestigingsplaats) in Nederlands-Limburg).
Ruim voldoende
2
Ten minste 4 leden van het kernteam (regisseur, initiërende producent, scriptschrijver, auteur van het boek of onderliggend werk, componist, director of photography) van de filmproductie hebben een Nederlands-Limburgse connectie (woonachtig of werkend (vestigingsplaats) in Nederlands-Limburg).
Voldoende
1
Ten minste 2 leden van het kernteam (regisseur, initiërende producent, scriptschrijver, auteur van het boek of onderliggend werk, componist, director of photography) van de filmproductie hebben een Nederlands-Limburgse connectie (woonachtig of werkend (vestigingsplaats) in Nederlands-Limburg).
Onvoldoende
0
Minder dan 2 leden van het kernteam (regisseur, initiërende producent, scriptschrijver, auteur van het boek of onderliggend werk, componist, director of photography) van de filmproductie hebben een Nederlands-Limburgse connectie (woonachtig of werkend (vestigingsplaats) in Nederlands-Limburg).
5. In de filmproductie wordt gesproken in de Nederlandse taal en/of in het Limburgse dialect:
WAARDERING
PUNT
TOELICHTING
Goed
3
In de film wordt hoofdzakelijk het Limburgs dialect gesproken.
Ruim voldoende
2
In de film wordt hoofdzakelijk de Nederlandse taal gesproken.
Voldoende
1
In de film wordt hoofdzakelijk een andere taal gesproken maar wordt ook de Nederlandse taal en/of het Limburgs dialect gesproken.
Onvoldoende
0
In de film wordt niet gesproken in de Nederlandse taal en/of in het Limburgs dialect.
6. Sleutelposities op de set worden vervuld door in Limburg wonende en werkende (beginnende) professionals (inclusief leden kernteam):
WAARDERING
PUNT
TOELICHTING
Zeer goed
4
Er worden minimaal 8 sleutelposities op de set vervuld door in Limburg wonende en werkende (beginnende) professionals (inclusief leden kernteam).
Goed
3
Er worden minimaal 5 sleutelposities op de set vervuld door in Limburg wonende en werkende (beginnende) professionals (inclusief leden kernteam).
Ruim voldoende
2
Er worden minimaal 3 sleutelposities op de set vervuld door een in Limburg wonende en werkende (beginnende) professionals (inclusief leden kernteam).
Voldoende
1
Er wordt minimaal één sleutelpositie op de set vervuld door een in Limburg wonende en werkende (beginnende) professional (inclusief leden kernteam).
Onvoldoende
0
Er worden geen sleutelposities op de set vervuld door in Limburg wonende en werkende (beginnende) professionals.
7. Er worden stageplekken geboden aan studenten die in Nederlands-Limburg een opleiding volgen:
WAARDERING
PUNT
TOELICHTING
Zeer goed
4
Er worden minimaal 10 stageplekken geboden aan studenten die in Nederlands-Limburg een opleiding volgen.
Goed
3
Er worden 5 of meer stageplekken geboden aan studenten die in Nederlands-Limburg een opleiding volgen.
Ruim voldoende
2
Er worden 2 of meer stageplekken geboden aan studenten die in Nederlands-Limburg een opleiding volgen.
Voldoende
1
Er wordt 1 stageplek geboden aan een student die in Nederlands-Limburg een opleiding volgt.
Onvoldoende
0
Er worden geen stageplekken geboden aan studenten die in Nederlands-Limburg een opleiding volgen.
8. Een deel van de draaidagen vindt plaats in de provincie Nederlands Limburg:
WAARDERING
PUNT
TOELICHTING
Zeer goed
4
100% van de draaidagen vindt plaats in de provincie Nederlands Limburg.
Goed
3
Minimaal 75% van de draaidagen vindt plaats in de provincie Nederlands Limburg.
Ruim voldoende
2
Minimaal 40% van de draaidagen vindt plaats in de provincie Nederlands Limburg.
Voldoende
1
Minimaal 10% van de draaidagen vindt plaats in de provincie Nederlands Limburg.
Onvoldoende
0
Minder dan 10% van de draaidagen vindt plaats in de provincie Nederlands Limburg.
Toelichting
Algemene toelichting tendersystematiek
Als er voor een subsidie een subsidieplafond wordt vastgesteld, dient er ook een verdelingssysteem te worden vastgesteld. Vaak worden subsidies verdeeld op basis van de volgorde van binnenkomst. Bij een tendersysteem gebeurt dit niet. Een tendersysteem kenmerkt zich door het gegeven dat aanvragen binnen een bepaalde periode moeten worden ingediend. Na afloop van deze periode worden de aanvragen beoordeeld en vervolgens met elkaar vergeleken. De beoordeling gebeurt op basis van criteria(aansluitend bij de doelstelling) en daaraan gekoppelde wegingsfactoren. De criteria en bijbehorende wegingsfactoren zijn bekend voordat de aanvrager zijn project indient. Op deze manier is het voor de aanvrager duidelijk op welke criteria de aanvragen vergeleken en beoordeeld worden.
In een procedure, zoals deze bij de tendersystematiek wordt gehanteerd, is er geen ruimte om in individuele gevallen uitzonderingen toe te staan. Elke aanvraag wordt gelijk behandeld.
 
Aldus besloten in de vergadering van Gedeputeerde Staten, gehouden op 3 november 2015
Gedeputeerde Staten voornoemd
de voorzitter,
dhr. drs. Th.J.F.M. Bovens
secretaris
dhr. mr. A.C.J.M. de Kroon
Naar boven