Artikel 1
De Provinciale Ruimtelijke Verordening wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:
1.Onder verlettering van de onderdelen c tot en met rr tot d tot en met ss wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:
c
agrarisch aanverwant bedrijf: een bedrijf in landelijk gebied dat hoofdzakelijk is gericht op het leveren van goederen en diensten aan agrarische bedrijven of het leveren van goederen en diensten ten behoeve van aanleg en onderhoud van groene of recreatieve gebieden, en gebruik maakt van werktuigen, apparatuur of agrarisch loonwerk.
Artikel 3, eerste lid, onderdeel d, komt te luiden:
d.een omgevingsvergunning waarbij met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onderdeel a, onder 2°, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht juncto artikel 4 van bijlage II bij het Besluit omgevingsrecht, of artikel 2.12, eerste lid, onderdeel a, onder 3°, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht van het bestemmingsplan of de beheersverordening wordt afgeweken.
Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:
- 1.
Het eerste lid komt te luiden:
- 1.
Een bestemmingsplan kan voorzien in nieuwe detailhandel, of omzetting van volumineuze naar niet-volumineuze detailhandel, met een totaal winkelvloeroppervlak van meer dan 1500 m2 mits:
a dit aantoonbaar niet leidt tot ernstige verstoring of duurzame ontwrichting van de bestaande detailhandelsstructuur;
b de regionale adviescommissie hierover een advies heeft uitgebracht;
c indien de nieuwe detailhandel wordt voorzien buiten bestaande winkelgebieden in de toelichting op het bestemmingsplan is aangetoond dat geen ruimte gevonden kan worden binnen de bestaande winkelgebieden, en;
d de nieuwe detailhandel in overeenstemming is met het detailhandelsprogramma dat is opgenomen in de regionale detailhandelsvisie, voor zover het bestemmingsplan vanaf 1 januari 2016 ter inzage is gelegd.
- 2.
Het tweede lid komt te luiden:
- 2.
In afwijking van het eerste lid kan een bestemmingsplan voorzien in nieuwe detailhandel met een totaal winkelvloeroppervlak tot 3000 m2 binnen een bestaand winkelgebied van minimaal 25000 m2 totaal winkelvloeroppervlak.
- 3.
Het derde lid, onderdeel d, onder 2º komt te luiden:
2º de regionale adviescommissie hierover een advies heeft uitgebracht.
- 4.
Na het vierde lid wordt een nieuw lid toegevoegd, luidende:
- 5.
Gedeputeerde staten kunnen nadere regels stellen over de regionale detailhandelsvisie en het detailhandelsprogramma.
Na artikel 8 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 8aMeerlaagse veiligheid
1.De toelichting van een bestemmingsplan bevat een beschrijving van de wijze waarop in het plan rekening is gehouden met:
a de risico’s van en bij overstroming, en;
b de maatregelen en voorzieningen die worden getroffen om deze risico’s te voorkomen of te beperken.
2.Gedeputeerde staten kunnen nadere regels stellen over de inhoud van de beschrijving als bedoeld in het eerste lid.
Artikel 16 komt te luiden:
Artikel 17a Agrarisch aanverwante bedrijven
1.In afwijking van artikel 14kan een bestemmingsplan de uitbreiding van een reeds fysiek bestaand agrarisch aanverwant bedrijf mogelijk maken in het landelijk gebied zoals aangeduid op kaart 3 van de verordening en de digitale verbeelding ervan, mits:
a de noodzaak tot uitbreiding gemotiveerd is aangetoond, en;
b permanente buitenopslag wordt verboden.
2.In afwijking van artikel 14 kan een bestemmingsplan een nieuw bouwperceel voor de verplaatsing van een reeds fysiek bestaand agrarisch aanverwant bedrijf mogelijk maken in het landelijk gebied zoals aangeduid op kaart 3 van de verordening mits:
a de noodzaak tot verplaatsing gemotiveerd is aangetoond;
b er geen reëel alternatief beschikbaar is op een bedrijventerrein in de regio;
c er geen geschikte vrijkomende agrarische bouwpercelen beschikbaar zijn, en;
d permanente buitenopslag wordt verboden.
- 3.
Een bestemmingsplan als bedoeld in het eerste en tweede lid voorziet in een bouwperceel van maximaal 1,5 hectare voor zover dat betrekking heeft op een gebied voor gecombineerde landbouw zoals aangegeven op kaart 6 en de digitale verbeelding ervan.
- 4.
Een bestemmingsplan als bedoeld in het eerste en tweede lid voorziet in een bouwperceel van maximaal 2 hectare voor zover dat betrekking heeft op een gebied voor grootschalige landbouw zoals aangegeven op kaart 6 en de digitale verbeelding ervan.
- 5.
Op een bestemmingsplan als bedoeld in het eerste en het tweede lid is artikel 15 van toepassing.
Artikel 26 wordt als volgt gewijzigd:
- 1.
Het eerste lid komt te luiden:
- 1.
Voor een bestemmingsplan dat betrekking heeft op landbouwgebieden, zoals aangegeven op kaart 6 en op de digitale verbeelding ervan, geldt het volgende:
a agrarische bebouwing wordt geconcentreerd binnen het bouwperceel;
b in afwijking van onderdeel a geldt dat buiten het bouwperceel gaas- en boogkassen kunnen worden toegestaan mits deze na het groeiseizoen worden verwijderd;
c ten behoeve van een volwaardig agrarisch bedrijf is maximaal één agrarische bedrijfswoning toegestaan. Het bestemmingsplan kan met een omgevingsvergunning, als bedoeld in artikel 3.6 van de wet, één extra bedrijfswoning mogelijk maken mits dit noodzakelijk is voor het toezicht op de bedrijfsvoering;
d in gebied voor gecombineerde landbouw, zoals aangeven op kaart 6 en op de digitale verbeelding ervan, heeft een agrarisch bouwperceel een omvang van maximaal 1,5 hectare;
e in afwijking van onderdeel d kan een agrarisch bouwperceel in gebied voor gecombineerde landbouw een omvang hebben van maximaal 2 hectare, mits wordt gemotiveerd dat de uitbreiding noodzakelijk is voor het primaire productieproces;
f in gebied voor grootschalige landbouw, zoals aangegeven op kaart 6 en op de digitale verbeelding ervan, heeft een agrarisch bouwperceel een omvang van maximaal 2 hectare;
g in afwijking van onderdeel f kan een agrarisch bouwperceel in een gebied voor grootschalige landbouw een omvang van meer dan 2 hectare hebben, mits wordt gemotiveerd dat de uitbreiding noodzakelijk is voor het primaire productieproces.
h in de huisvesting van tijdelijke werknemers kan worden voorzien, indien:
1° de huisvestingsvoorziening wordt gesitueerd binnen het agrarisch bouwperceel;
2° de huisvesting plaatsvindt ten behoeve van de agrarische bedrijfsvoering, en;
3° het een ondergeschikte functie ten opzichte van een volwaardig agrarisch bedrijf betreft.
- 2.
Het tweede lid komt te luiden:
- 2.
Artikel 15 is van toepassing op een bestemmingsplan als bedoeld in het eerste lid met dien verstande dat voor “verstedelijking” wordt gelezen: “agrarische bebouwing of agrarische bouwpercelen als bedoeld in artikel 26”.
- 3.
Het vierde lid komt te luiden:
- 4.
Gedeputeerde staten kunnen nadere regels stellen ten aanzien van de motivering als bedoeld in het eerste lid, onderdelen e en g.
Artikel 26c komt te luiden:
- 1.
Nieuwvestiging of verplaatsing van glastuinbouwbedrijven is alleen mogelijk in glastuinbouwconcentratiegebied, zoals aangegeven op kaart 7 en de digitale verbeelding ervan.
- 2.
Uitbreiding van bestaande glastuinbouwbedrijven is alleen mogelijk in glastuinbouwconcentratiegebied of tuinbouwconcentratiegebied, zoals aangegeven op kaart 7 en de digitale verbeelding ervan.
- 3.
Een bestemmingsplan dat betrekking heeft op een glastuinbouwconcentratiegebied, zoals aangegeven op kaart 7 en de digitale verbeelding ervan, maakt de vestiging van nieuwe bedrijvigheid anders dan primaire glastuinbouw niet mogelijk.
- 4.
In afwijking van het derde lid, kan een bestemmingsplan dat betrekking heeft op een glastuinbouwconcentratiegebied, zoals aangegeven op kaart 7 en op de digitale verbeelding ervan, bestemmingen of regels bevatten voor bedrijven die zijn gelieerd aan glastuinbouw.
- 5.
In afwijking van het derde lid, kan een bestemmingsplan dat betrekking heeft op een glastuinbouwconcentratiegebied, zoals aangegeven op kaart 7 en op de digitale verbeelding ervan, bestemmingen of regels bevatten die bedrijven mogelijk maken die niet zijn gelieerd aan glastuinbouw mits deze bedrijven aantoonbaar bijdragen aan de verduurzaming van de aanwezige glastuinbouwbedrijven.
- 6.
In afwijking van artikel 26, eerste lid, onderdelen d en f, geldt geen maximale omvang voor een agrarisch bouwperceel van een glastuinbouwbedrijf in een glastuinbouwconcentratiegebied of tuinbouwconcentratiegebied, zoals aangegeven op kaart 7 en de digitale verbeelding ervan.
- 7.
Indien sprake is van verplaatsing van een glastuinbouwbedrijf naar het glastuinbouwconcentratiegebied, dient zeker te worden gesteld dat de bestaande locatie wordt gesaneerd.
- 8.
Gedeputeerde staten kunnen, gehoord de desbetreffende commissie van provinciale staten, de begrenzing van het glastuinbouwconcentratiegebied, zoals aangegeven op kaart 7 en de verbeelding ervan, wijzigen.
Na artikel 29 (vervallen) wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:
29a Buitendijkse gebieden
- 1.
Een bestemmingsplan kan voorzien in nieuwe bebouwing en functies in de buitendijkse gebieden langs het IJsselmeer, Markermeer, Gooimeer en Eemmeer, indien de toelichting een beschrijving bevat van de wijze waarop rekening is gehouden met actuele peilfluctuaties en voorzienbare peilveranderingen.
- 2.
Artikel 13, tweede lid, artikel 14 tweede lid en artikel 15 zijn van overeenkomstige toepassing.
Artikel II
Kaart 5B: Bufferzones en de digitale verbeelding ervan, behorende bij de Provinciale Ruimtelijke Verordening, wordt vervangen door bijgaande kaart 5B: Bufferzones en de digitale verbeelding ervan.
Kaart 8: Blauwe ruimte en de digitale verbeelding ervan, behorende bij de Provinciale Ruimtelijke Verordening, wordt vervangen door bijgaande Kaart 8: Blauwe ruimte en de digitale verbeelding ervan.
Artikel III
Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het provinciale blad waarin het wordt geplaatst.
Haarlem, 28 september 2015.
Provinciale Staten van Noord-Holland,
J.R. Loggen M.Sc, waarnemend griffier.
Uitgegeven op 8 oktober 2015.