Spelregelkader EU-cofinanciering
Besluit van Gedeputeerde Staten van Drenthe van 24 september 2015, kenmerk FPB/2015004126, team Financieel en Personeel Beleid, tot bekendmaking van het besluit van Provinciale Staten inzake vaststelling van het Spelregelkader EU-cofinanciering
 
Gedeputeerde Staten maken bekend dat door Provinciale Staten in hun vergadering van 23 september 2015 is vastgesteld hetgeen volgt.
 
Besluit J-1
 
Provinciale Staten van Drenthe;
 
gelezen het voorstel van Gedeputeerde Staten van Drenthe van 29 juni 2015, kenmerk 26/3.4/2015002874, herzien op 9 september 2015 naar aanleiding van de behandeling in de Statencommissie FCBE;
 
 
BESLUITEN:
 
 
vast te stellen het Spelregelkader EU-cofinanciering.
 
Spelregelkader EU cofinanciering Drenthe
 
 
Drenthe heeft een stevige ambitie op het terrein van Europa. Europese kansen willen we benutten om onze Drentse beleidsdoelstellingen te realiseren. Om deze kansen te kunnen benutten wordt bij de meeste Europese projecten provinciale EU cofinanciering gevraagd. Met dit Spelregelkader EU cofinanciering Drenthe wordt bijgedragen aan een integrale afweging van de inzet van provinciale middelen bij Europese projecten. De spelregels gaan met name in op de financiële systematiek, de informatieverstrekking en verantwoording aan Provinciale Staten over de besteding van de provinciale middelen, passend bij de kaderstellende rol van Provinciale Staten.
 
 
  • 1.
    Spelregels over het inzetten van provinciale middelen als cofinanciering bij Europese Instrumenten
 
1.1 Provinciale middelen worden als cofinanciering ingezet bij Europese Instrumenten wanneer voldaan wordt aan de kaders vanuit de diverse EU instrumenten en aangesloten wordt bij het Collegeakkoord.
 
1.2 Provinciale middelen worden als cofinanciering ingezet bij EU Instrumenten wanneer bijgedragen wordt aan het realiseren van de Drentse beleidsopgaven zoals door Provinciale Staten vastgesteld in de provinciale Begroting.
 
1.3 Provinciale middelen worden op basis van een integrale afweging ingezet als cofinanciering bij Europese Instrumenten. Deze integrale afweging vindt op meerdere niveaus plaats:
  • Provinciale doelstellingen: Bij het vaststellen van de provinciale Begroting wordt de integrale afweging gemaakt over de inzet en verdeling van de middelen over alle provinciale doelstellingen.
  • EU-programma: Bij het vaststellen van het EU-programma wordt de verdeling van de middelen over de EU-regio’s en doelstellingen bepaald.
  • Project aanvraag: Bij de projectaanvraag en toekenning vindt een integrale afweging binnen het EU-programma plaats.
  • Cofinanciering door provincie binnen provinciale doelstelling: Bij het toekennen van de provinciale cofinanciering vindt de integrale afweging plaats of deze toekenning wel past in het totaal.
 
1.4 Provinciale Staten besluiten over de inzet van provinciale middelen als cofinanciering bij EU instrumenten via de reguliere besluitvorming over de planning & control documenten. In de provinciale Begroting wordt een planning van de inzet van middelen uit de exploitatie van de Begrotingsprogramma’s en de Cofinancieringsreserve Europa voor de gehele programmaperiode (tot en met 2021) opgenomen. Hierbij wordt per jaar per EU programma een inschatting gemaakt welk bedrag er vanuit de reserve benodigd is. Tevens wordt een uitspraak gedaan over de provinciale begrotingsthema’s die vooral om cofinanciering zullen vragen (zie bijlage 1).
 
1.5 Periodiek wordt via de reguliere planning & control cyclus minimaal drie keer per jaar aan Provinciale Staten vermeld of de eerder gemaakte meerjarenplanning nog in lijn is met de verwachting en worden eventuele wijzigingen ter besluitvorming voorgelegd aan Provinciale Staten.
 
1.6 Gedeputeerde Staten besluiten over de inzet van provinciale EU cofinanciering bij individuele projecten. Provinciale Staten worden via de reguliere planning & control cyclus geïnformeerd over de besteding van deze middelen (zie hoofdstuk 2).
 
1.7 Provinciale EU cofinanciering bestaat in principe uit een mix van middelen uit de provinciale Begrotingsprogramma’s (exploitatie/beleidsbudgetten) en de middelen uit de Cofinancieringsreserve Europa. Uitgangspunt hierbij is eerst dekking uit de provinciale Begrotingsprogramma’s, vervolgens kan een beroep gedaan worden op de middelen uit de Cofinancieringsreserve Europa. Dit uitgangspunt geldt ook voor dekking van proces-, voorbereidings- en advieskosten.
 
  • 2.
    Spelregels over de informatieverstrekking en verantwoording over de inzet van provinciale middelen als cofinanciering bij EU instrumenten
 
2.1 Provinciale Staten worden minimaal drie keer per jaar via de reguliere Planning & Control cyclus in een afzonderlijke paragraaf geïnformeerd over de inzet van provinciale middelen als cofinanciering bij EU instrumenten.
 
2.2 Provinciale Staten worden via de reguliere planning & control cyclus geïnformeerd over de volgende monitoringsgegevens:
  • Cofinanciering, investering en EU bijdrage in Drenthe naar provinciale begrotingsprogramma’s;
  • Cofinanciering, investering, EU bijdrage en aantal projecten in Drenthe naar EU programma;
  • Cofinanciering provincie naar herkomst;
  • Investering in Drenthe per EU programma en provinciaal begrotingsprogramma.
  • In bijlage 2 worden bovenstaande monitoringsgegevens schematisch weergegeven.
 
2.3 Provinciale Staten ontvangen jaarlijks via de provinciale Jaarstukken een inhoudelijke verantwoording van het Drentse aandeel in de EU-instrumenten.
 
2.4 Informatieverstrekking en verantwoording op projectniveau vindt plaats in de provinciale begrotingsprogramma’s.
 
Bijlage 1 Tabel raming provinciale cofinanciering EU Instrumenten
 
Cofinancieringsreserve Europa
 
 
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
EFRO1. Arbeidsmarkt MKB2. Samenwerking MKB-kennisinstellingen3. Valorisatieprojecten4. CO2 reductie
 
 
 
 
 
 
 
INTERREG A1. Innovatie MKB en CO2 reductie 65%2. Sociaal-culturele en territoriale cohesie 35%
 
 
 
 
 
 
 
INTERREG B1. Onderzoek, tech. ontw. en innovatie2. Efficiënte omgang met hulpbronnen3. Klimaat 4. Duurzaam vervoer
 
 
 
 
 
 
 
POP1 Innovatie landbouw2 Landbouw struct.verb./ kavelruil3 Jonge boeren4 Agrarisch natuurbeer5 Water (KRW,PAS)6 Leader
 
 
 
 
 
 
 
Overig
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Bijlage 2 Tabellen informatieverstrekking en verantwoording provinciale cofinanciering bij EU instrumenten
 
 
Tabel 1. Cofinanciering, Investering en EU bijdrage in Drenthe naar prov. beleidsprogramma
 
Totaal
2. Mobiliteit
4. Welzijn
6. Water, milieu bodem
7. Natuur en landschap
8. Klimaat en energie
9. Innovatie, MKB
Cofinanciering
 
 
 
 
 
 
 
Investering in Drenthe
 
 
 
 
 
 
 
EU bijdrage
 
 
 
 
 
 
 
 
Tabel 2. Cofinanciering, Investering, EU bijdrage en aantal projecten in Drenthe naar EU-programma
 
Totaal
EFRO
INTERREG A
INTERREG B
POP
Overig
Cofinanciering
 
 
 
 
 
 
Investering in Drenthe
 
 
 
 
 
 
EU bijdrage
 
 
 
 
 
 
Aantal projecten
 
 
 
 
 
 
 
Tabel 3. Cofinanciering provincie naar herkomst
Totaal
Reserve cof .
2. Mob.
4.Welz .
6.WMB
7.N&L
8. K&E
9. I&MKB
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Tabel 4. Investering in Drenthe per EU programma en provinciaal beleidsprogramma
 
Totaal
2. Mobiliteit
4. Welzijn
6. Water, milieu bodem
7. Natuur en landschap
8. Klimaat en energie
9. Innovatie, MKB
EFRO
 
 
 
 
 
 
 
INTERREG A
 
 
 
 
 
 
 
INTERREG B
 
 
 
 
 
 
 
POP
 
 
 
 
 
 
 
Overig
 
 
 
 
 
 
 
Totaal
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Assen, 23 september 2015
 
Provinciale Staten voornoemd,
 
J.J. Baltes, plv. voorzitter
mevrouw mr. drs. G.V. Buissink, griffier
 
 
Gedeputeerde Staten voornoemd,
namens dezen,
 
mr. R.A.M. Kavsek,
teamleider Financieel en Personeel Beleid
 
 
Uitgegeven 12 oktober 2015
Naar boven