Bijlage 1 behorende bij de Subsidieregeling mobiliteit Zuid-Holland:
SUBSIDIABELE VERKEERSVEILIGHEIDSPROJECTEN
Infrastructurele maatregelen in verblijfsgebieden
Hiertoe wordt gerekend de omvorming van wegen en hun omgeving, met het oog op de verkeersveiligheid, waaronder:
A. snelheidsbeheersing en attentieverhoging
B. regulering van het parkeren en stallen, respectievelijk laden en lossen;
C. geleiding van verkeersstromen door middel van bijvoorbeeld:
1. geheel of gedeeltelijk «doorknippen» van doorgaande routes,
2. geheel of gedeeltelijk «doorknippen» van aansluitingen van/naar gebiedsontsluitingswegen;
D. verbetering van de herkenbaarheid van de wegcategorie door middel van bijvoorbeeld:
2. aanduiding van in- en uitgangen (overgang naar wegen met andere maximumsnelheid);
E. herinrichting van bermen buiten de bebouwde kom door middel van bijvoorbeeld:
2. afscherming of verwijdering van obstakels;
F. aanpassing van het wegontwerp aan richtlijnen/aanbevelingen.
Bovengenoemde werkzaamheden worden in de verantwoording onderscheiden naar de bestemming van de betrokken wegen in het categoriseringsplan van de betreffende wegbeheerder:
|
beoogde erftoegangswegen binnen de bebouwde kom,
|
|
beoogde erftoegangswegen buiten de bebouwde kom
|
Infrastructurele maatregelen op (voorlopige) verkeersaders
Hiertoe wordt gerekend de omvorming van wegen en hun omgeving, met het oog op de verkeersveiligheid, waaronder:
1. (moeilijk) overrijbaar,
3. het in dat verband aanbrengen van passeermogelijkheden;
B. scheiding van verkeerssoorten door middel van bijvoorbeeld:
1. aanleg van parallelwegen,
2. aanleg van parallelfietspaden,
3. aanleg van parallelvoetpaden,
4. nieuwe ontsluiting van percelen via een andere route;
C. herinrichting van kruisingen, aansluitingen en oversteekplaatsen, waaronder:
1. aanleg van ongelijkvloerse kruising van wegen,
2. aanleg van ongelijkvloerse kruising van fiets/voetpaden,
3. omvorming tot rotonde,
4. overige verbeteringen ter bescherming van overstekende (brom)fietsers en voetgangers,
5. inperking van het aantal linksafbewegingen,
6. verbetering van verkeerslichtinstallaties;
D. herinrichting van wegvakken door middel van bijvoorbeeld:
1. vermindering van het aantal wegaansluitingen voor autoverkeer,
2. vermindering van het aantal erfaansluitingen voor autoverkeer,
3. geleiding van (brom)fietsers en voetgangers naar veilige oversteekplaatsen
5. aanbrengen van fietsstroken,
6. andere wijziging van de rijstrookindeling;
E. regulering van het parkeren en stallen, respectievelijk laden en lossen;
F. verbetering van de herkenbaarheid van de wegcategorie door o.a.:
2. aanduiding van de overgang naar wegen met andere maximum snelheid;
G. herinrichting van bermen door middel van bijvoorbeeld:
3. afscherming, respectievelijk verwijdering van obstakels;
H. aanpassing van het wegontwerp aan richtlijnen/aanbevelingen:
1. aanpassing van de diameter van rotondes
2. uniformering van de voorrang op rotondes (hoofdrijbaan),
3. uniformering van de voorrang op rotondes (fietspaden),
Bovengenoemde werkzaamheden worden in de verantwoording onderscheiden naar de bestemming van de betrokken wegen in het categoriseringsplan van de betreffende wegbeheerder:
|
beoogde stroomwegen binnen de bebouwde kom,
|
|
beoogde gebiedsontsluitingswegen binnen de bebouwde kom,
|
|
voorlopige verkeersader binnen de bebouwde kom,
|
|
beoogde stroomwegen buiten de bebouwde kom,
|
|
beoogde gebiedsontsluitingswegen buiten de bebouwde kom,
|
|
voorlopige verkeersader buiten de bebouwde kom.
|