Vaststelling Uitvoeringsregeling aanleg breedband Drenthe 2015
Besluit van Gedeputeerde Staten van Drenthe van 25 augustus 2015, kenmerk 4.3/2015003687, team Economie, tot bekendmaking van de Uitvoeringsregeling realisering hoogwaardige communicatienetwerken Drenthe 2015
 
Gedeputeerde Staten van Drenthe;
 
overwegende dat het voor een goede ontsluiting van Drenthe met hoogwaardige communicatienetwerken nodig is dat lokale initiatieven voor het realiseren van hoogwaardige communicatienetwerken worden ondersteund;
 
gelet op:
  • de Verordening nummer 651/2014 van de Europese Commissie (de Algemene Groepsvrijstellingsverordening);
  • de De-minimisverordening nummer 1407/2013 van de Europese Commissie;
  • de Algemene wet bestuursrecht;
  • de Algemene subsidieverordening Drenthe 2012;
  • de Mededeling betreffende referentie- en discontopercentages (Mededeling leningen), PbEU, 2008 C14/6;
  • de Mededeling betreffende garanties (Mededeling garanties), PbEU 2008, C 55;
 
BESLUITEN:
 
vast te stellen de navolgende Uitvoeringsregeling realisering hoogwaardige communicatienetwerken Drenthe 2015.
 
 
Artikel 1, Begripsbepalingen
In deze regeling wordt verstaan onder:
  • a.
    AGVV: Verordening (EU) nummer 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014, waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PbEU, L187);
  • b.
    ASV: de Algemene subsidieverordening Drenthe 2012;
  • c.
    business case: document met informatie die nodig is om een gemotiveerde beslissing te nemen over de subsidiëring van de uitvoering van een NGA-project;
  • d.
    businesses activated: het aantal op het NGA-netwerk aan te sluiten bedrijven met een actieve verbinding die ten minste één dienst afnemen;
  • e.
    businesses passed: het aantal bedrijfspanden dat aangesloten kan worden op het NGA-netwerk, waarbij het netwerk minimaal dient te zijn aangelegd tot de straatkast;
  • f.
    De-minimisverordening: Verordening (EU) nummer 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun (PbEU, L 352);
  • g.
    garantie: een subsidie waarbij de provincie zich door middel van een borgtochtovereenkomst, als bedoeld in artikel 7:850 Burgerlijk Wetboek (BW), tegenover een geldverstrekker verplicht in te staan voor de betalingsverplichtingen van een geldnemer, waardoor deze geldverstrekker bereid is een lening te verstrekken;
  • h.
    gebiedsanalyse: analyse van de in een gebied reeds aanwezige communicatienetwerken;
  • i.
    geldverstrekker: een (bancaire) instelling die aan een geldnemer een lening (heeft) verstrekt waarvoor Gedeputeerde Staten, onder voorwaarden, deels garant staan;
  • j.
    geldnemer: een rechtspersoon naar burgerlijk recht waaraan een geldverstrekker een lening verstrekt en ten behoeve waarvan Gedeputeerde Staten een borgstelling geven voor de betaling van een deel van de betalingsverplichtingen uit de overeenkomst uit geldlening voor het geval dat de geldnemer in gebreke is;
  • k.
    grijs gebied: gebied waarin één netwerkexploitant aanwezig is en waar in de nabije toekomst waarschijnlijk geen ander netwerk zal worden ontwikkeld;
  • l.
    homes activated: het aantal op het NGA-netwerk aan te sluiten huishoudens met een actieve verbinding die ten minste één dienst afnemen;
  • m.
    homes passed: het aantal woonhuizen dat aangesloten kan worden op het NGA-netwerk, waarbij het netwerk minimaal dient te zijn aangelegd tot de straatkast;
  • n.
    lening: een subsidie in de vorm van een geldlening tegen niet-marktconforme voorwaarden;
  • o.
    marktconsultatie: openbare raadpleging van belanghebbenden op basis van een gebiedsanalyse, zoals bedoeld in de EU-richtsnoeren voor de toepassing van de staatssteunregels in het kader van de snelle uitrol van breedbandnetwerken (2013/C 25/01);
  • p.
    next generation access netwerk of NGA-netwerk: een aansluitnetwerk dat volledig of gedeeltelijk gebruikmaakt van optische elementen en dat breedbandtoegangsdiensten kan leveren met betere kenmerken dan bestaande basisbreedbandnetwerken;
  • q.
    NGA-project: het realiseren van een NGA-netwerk in wit gebied binnen de provincie Drenthe, conform de business case;
  • r.
    passief NGA-netwerk: het passieve deel van een NGA-netwerk, zonder enige actieve component (civieltechnische infrastructuur, buizen, dark fiber en straatkasten);
  • s.
    premie: de minimale jaarpremie (safe-harbour-premie) als bedoeld in de Mededeling betreffende garanties (Mededeling garanties), PbEU 2008, C 55;
  • t.
    uitvoeringsovereenkomst: een overeenkomst als bedoeld in artikel 4:36 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) die de provincie Drenthe met de subsidieontvanger sluit ter uitwerking van de beschikking tot verlening van subsidie in de vorm van een geldlening;
  • u.
    vraag: aangetoonde (gebundelde) behoefte van lokale huishoudens en bedrijven aan hoogwaardige breedbandvoorzieningen;
  • v.
    wit gebied: gebied binnen de provincie Drenthe waarin geen breedbandinfrastructuur aanwezig is en in de nabije toekomst waarschijnlijk ook niet op zakelijke voorwaarden zal worden ontwikkeld.
 
Artikel 2, Toepasselijkheid ASV
  • 1.
    Met uitzondering van artikel 3, derde lid, is de ASV op het verstrekken van leningen en garanties op grond van deze uitvoeringsregeling van toepassing.
  • 2.
    Voor de uitvoering van deze regeling kunnen Gedeputeerde Staten nadere voorschriften vaststellen.
 
Artikel 3, Aanvrager
  • 1.
    Een aanvraag kan worden ingediend door een privaatrechtelijke rechtspersoon die blijkens zijn statuten of reglementen ten doel heeft het aanleggen of laten aanleggen en exploiteren of laten exploiteren van een NGA-netwerk in wit gebied ten behoeve van de gebruikers van dat netwerk en die daarin investeert.
  • 2.
    Aan een marktpartij waarvan de aanleg/exploitatie van breedband- en NGA-netwerken tot de kernactiviteiten behoort wordt geen subsidie verstrekt.
 
Artikel 4, Subsidievorm
  • 1.
    Gedeputeerde Staten kunnen aan privaatrechtelijke rechtspersonen, als bedoeld in artikel 3, subsidies in de vorm van leningen en garanties verstrekken ten behoeve van het aanleggen of door derden laten aanleggen van NGA-netwerken in een wit gebied.
  • 2.
    Gedeputeerde Staten subsidiëren, voor zover het subsidies aangaat die een steunelement bevatten, uitsluitend binnen de kaders van en met inachtneming van alle desbetreffende voorwaarden van de toepasselijke staatssteunkaders.
 
Artikel 5, Subsidiecriteria
  • 1.
    Een aanvraag voor een lening of een garantie wordt ingediend bij Gedeputeerde Staten met gebruikmaking van een door Gedeputeerde Staten vastgesteld aanvraagformulier en bevat in ieder geval :
    • a.
      een sluitende business case waaruit in ieder geval moet blijken:
      • i.
        de terugverdienmogelijkheden van de investering;
      • ii.
        de minimaal benodigde bezettingsgraad van contractueel vastgelegde homes passed en activated in het gebied; en
      • iii.
        bij voorkeur een exitstrategie gericht op verkoop van het netwerk aan marktpartijen na een periode van, afhankelijk van de alsdan geldende bezettingsgraad, ongeveer zeven tot tien jaar;
    • b.
      een document waaruit blijkt dat er in het gebied voldoende vraag is;
    • c.
      een beheer- en exploitatieplan;
    • d.
      een gebiedsanalyse;
    • e.
      de uitkomsten van de marktconsultatie;
    • f.
      een projectplan, bestaande uit een inhoudelijke beschrijving van de activiteiten en een planning van de uitvoering;
    • g.
      een verklaring of verklaringen van de overige externe financier(s), dan wel een ondertekende overeenkomst van geldlening met een bankinstelling;
    • h.
      een verklaring inzake de eigen bijdrage van de aanvrager.
      • 2.
        Gedeputeerde Staten kunnen voor de in het vorige lid genoemde bescheiden modellen voorschrijven.
      • 3.
        Een aanvraag voor een lening of een garantie moet voorts in ieder geval voldoen aan de volgende criteria:
        • a.
          het NGA-project wordt uitgevoerd in wit gebied;
        • b.
          het te realiseren netwerk maakt de distributie van het gebruikelijke breedbanddienstenportfolio (internet, telefonie en televisie) mogelijk en voldoet ten minste aan de volgende technische en gebruikseisen:
          • i.
            de minimale technische levensduur van het netwerk is twintig jaar;
          • ii.
            ii. de internetsnelheid bedraagt ten minste 30 Mbps;
          • iii.
            het netwerk is uitbreidbaar en koppelbaar met andere netwerken;
        • c.
          de eigenaar van het netwerk biedt wholesale-toegang voor derden tot de gesubsidieerde infrastructuur gedurende ten minste zeven jaar tegen eerlijke en non-discriminatoire voorwaarden en, indien van toepassing, volgens door de ACM vastgestelde beginselen inzake tarifering.
 
Artikel 6, Subsidieverlening in de vorm van een geldlening
  • 1.
    De lening wordt verstrekt onder de opschortende voorwaarde dat tussen de subsidieontvanger en Gedeputeerde Staten een overeenkomst van lening ter uitvoering van de subsidiebeschikking tot stand komt.
  • 2.
    In de overeenkomst, bedoeld in het eerste lid, worden onder andere een regime voor betaling van rente, aflossing en afspraken met betrekking tot zekerheden opgenomen. De duur van de overeenkomst is maximaal twintig jaar.
 
Artikel 7, Subsidieverlening in de vorm van een garantie
  • 1.
    De garantie wordt verstrekt onder de opschortende voorwaarde dat tussen de geldverstrekker en Gedeputeerde Staten een borgtochtovereenkomst wordt gesloten. Deze borgtochtovereenkomst geldt als uitvoeringsovereenkomst ex artikel 4:36 van de wet, ter uitvoering van de subsidiebeschikking in de vorm van garantstelling aan de geldnemer.
  • 2.
    De garantie dient tot zekerheidsstelling van de betaling van de rente en aflossing aan de geldverstrekker voor het geval dat de aanvrager van de garantie in gebreke is gebleven.
  • 3.
    De garantie wordt, uitgaande van de economische levensduur van een NGA-netwerk, in duur beperkt tot de looptijd van de lening van de geldverstrekker aan de geldnemer, met een maximum van twintig jaar.
  • 4.
    De omvang van de verleende garantie is gelijk aan de restschuld die wordt bepaald op basis van een lineair aflossingsschema, op basis van de looptijd van de lening, ongeacht de door de geldverstrekker en geldnemer gekozen lening- en aflossingsvorm en kan nooit hoger zijn dan de restschuld van de lening indien met de geldverstrekker een andere leningsvorm is overeengekomen.
  • 5.
    De garantie wordt verstrekt voor ten hoogste 80% van de verstrekte lening en tegen een nader te bepalen premie.
 
Artikel 8, Verplichtingen
  • 1.
    De subsidieontvanger sluit in geval van een lening met de provincie Drenthe uiterlijk acht weken na het verlenen van de subsidie een uitvoeringsovereenkomst.
  • 2.
    De subsidieontvanger betaalt in geval van een lening het overeengekomen aflossingsbedrag en de verschuldigde rente of in geval van een garantie de verschuldigde premie, met ingang van de in de uitvoeringsovereenkomst overeengekomen datum, aan Gedeputeerde Staten (terug) in de overeengekomen termijnen. Ter zake wordt in de uitvoeringsovereenkomst een betalingsregime afgesproken en kunnen verplichtingen worden opgenomen ten aanzien van de kredietwaardigheid van de subsidieontvanger.
  • 3.
    De subsidieontvanger doet onverwijld mededeling aan Gedeputeerde Staten van de omstandigheid dat hij verwacht niet binnen de in de beschikking tot subsidieverlening opgenomen termijn te beschikken over de vereiste vergunningen, ontheffingen of andere rechtens benodigde toestemmingen in verband met het realiseren van het NGA-project, of, indien het NGA-project om andere redenen (gedeeltelijk) niet uitvoerbaar is, dat hij verwacht dat hij zijn verplichtingen niet zal kunnen nakomen.
  • 4.
    De subsidieontvanger dient binnen een jaar na subsidieverlening te starten met de realisatie van het NGA-project.
  • 5.
    De activiteiten waarvoor de lening of garantie wordt verstrekt, moeten binnen drie jaar na subsidieverlening zijn uitgevoerd.
  • 6.
    Indien de looptijd van de lening of de garantie langer is dan één jaar, rapporteert de subsidieontvanger jaarlijks aan Gedeputeerde Staten over de voortgang van de business case en overlegt daarbij in ieder geval de jaarrekening. In afwijking van artikel 17 van de ASV kunnen Gedeputeerde Staten de verplichting opleggen tot het vaker dan één keer per jaar afleggen van rekening en verantwoording omtrent de verrichte activiteiten en de daaraan verbonden inkomsten en uitgaven.
  • 7.
    Gedeputeerde Staten kunnen de subsidieontvanger de verplichting opleggen om ter zake van de te verlenen lening of garantie zekerheden te verstrekken. Ter uitvoering van deze verplichting kunnen bepalingen worden opgenomen in de uitvoeringsovereenkomst.
  • 8.
    De subsidieontvanger zal het netwerk voldoende onderhouden volgens de in de desbetreffende industrie geldende standaarden en zal mutaties registreren in een netwerkadministratie.
  • 9.
    De subsidieontvanger zal het netwerk gedurende de looptijd van de verstrekte lening of garantie niet vervreemden dan wel met rechten bezwaren zonder toestemming van Gedeputeerde Staten.
  • 10.
    De subsidieontvanger is verplicht toegang aan alle actieve operators te verlenen tot buizen, masten, dark fiber en straatkasten en ontbundelde toegang tot local loop dan wel subloopontbundeling en bitstroomtoegang te verlenen tegen marktconforme voorwaarden en met inachtneming van de bepalingen van de AGVV.
  • 11.
    De wholesale toegang tot het gesubsidieerde netwerk tegen eerlijke en niet-discriminerende voorwaarden moet overeenkomstig de AGVV voor een periode van ten minste zeven jaar worden aangeboden en toegang tot buizen en masten mag niet in tijd worden beperkt.
 
Artikel 9, Bevoorschotting en betaling
  • 1.
    Gedeputeerde Staten verstrekken voor een subsidie in de vorm van een lening een voorschot van maximaal 100% van het verleende subsidiebedrag.
  • 2.
    Gedeputeerde Staten bepalen de hoogte van het voorschot op basis van prestaties, besteding, liquiditeitsbehoefte en het risicoprofiel van de subsidieontvanger.
  • 3.
    Gedeputeerde Staten betalen het voorschot in termijnen, waarvan de hoogte en de tijdstippen in de beschikking tot subsidieverlening worden bepaald.
  • 4.
    Gedeputeerde Staten verstrekken voor een subsidie in de vorm van een garantie geen voorschot op het verleende subsidiebedrag.
 
Artikel 10, Subsidievaststelling leningen
  • 1.
    Binnen 13 weken nadat de activiteiten waarvoor subsidie is verleend zijn voltooid, dient de subsidieontvanger een aanvraag tot vaststelling van de subsidie in. De aanvrager overlegt bij de aanvraag in aanvulling op de artikelen 21 en 22 van de ASV een overzicht van de gerealiseerde contracten (homes activated en business activated).
  • 2.
    Gedeputeerde Staten toetsen de aanvraag tot vaststelling aan het volgende:
    • a.
      zijn de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend verricht;
    • b.
      is aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen voldaan;
    • c.
      het ingediende financiële verslag;
    • d.
      de ingediende controleverklaring van een accountant, indien deze verplicht is gesteld in de subsidieverlening, inclusief een oordeel over de rechtmatigheid.
      • 3.
        Gedeputeerde Staten stellen binnen 22 weken na ontvangst van de aanvraag tot subsidievaststelling de subsidie vast.
 
Artikel 11, Subsidievaststelling garanties
  • 1.
    Indien er sprake is van een verzoek tot nakoming van de borgtochtovereenkomst, leggen zowel de geldlener als de geldnemer de door Gedeputeerde Staten nader te bepalen gegevens over die van belang zijn voor het vaststellen van de subsidie. Tot die gegevens behoren in ieder geval de in artikel 10, eerste en tweede lid, bedoelde gegevens.
  • 2.
    Indien de looptijd van de borgtochtovereenkomst is verstreken zonder dat een verzoek tot nakoming van de borgtochtovereenkomst is gedaan, wordt de subsidie ambtshalve vastgesteld op nihil.
  • 3.
    Gedeputeerde Staten stellen de subsidie binnen 22 weken na ontvangst van het verzoek tot nakoming conform het eerste lid, dan wel conform het tweede lid vast.
 
Artikel 12, Subsidiabele kosten
  • 1.
    De verstrekte subsidie mag worden benut ter dekking van de volgende kosten:
    • a.
      investeringskosten voor de uitrol van passieve breedbandinfrastructuur;
    • b.
      investeringskosten van civieltechnische werkzaamheden voor breedband;
    • c.
      investeringskosten voor de uitrol van NGA-netwerken.
  • 2.
    Onder de kosten, bedoeld in het vorige lid, mogen de volgende kosten worden begrepen:
    • a.
      de leges van voor de werkzaamheden benodigde vergunningen;
    • b.
      de kosten van het vestigen van erfdienstbaarheden;
    • c.
      de kosten van het inschrijven van het netwerk in de openbare registers.
      • 3.
        Kosten die al anderszins vergoed zijn door de provincie of andere publiekrechtelijke rechtspersonen of openbare lichamen of door de Europese Commissie, mogen niet worden betaald uit de verstrekte lening.
 
Artikel 13, Weigeringsgronden
In aanvulling op de algemene weigeringsgronden in artikel 7 van de ASV, wordt een lening of een garantiesubsidie niet verstrekt indien:
  • a.
    het te realiseren netwerk niet voldoet aan de technische specificaties en de eisen ten aanzien van het gebruik van het netwerk, zoals bedoeld in artikel 5, derde lid;
  • b.
    de kosten van de werkzaamheden niet in een redelijke verhouding staan tot het te bereiken resultaat;
  • c.
    met de werkzaamheden is begonnen voordat op de aanvraag is beslist;
  • d.
    duidelijk is dat het netwerk in de voorgestelde vorm niet kan worden gerealiseerd;
  • e.
    de aanvrager een ondernemer is tegen wie een bevel tot terugvordering uitstaat als bedoeld in artikel 1, vierde lid, onderdeel a, van de AGVV;
  • f.
    de subsidieaanvrager een onderneming is die in financiële moeilijkheden verkeert, als bedoeld in artikel 1, vierde lid, onder c, van de AGVV.
 
Artikel 14, Uitstel of ontheffing betalingsverplichting
  • 1.
    De subsidieontvanger kan Gedeputeerde Staten verzoeken om de lening of de betaling van de premie in geval van een garantie in andere termijnen terug te betalen.
  • 2.
    De subsidieontvanger kan Gedeputeerde Staten deugdelijk gemotiveerd verzoeken om geheel of gedeeltelijk en al dan niet tijdelijk ontheffing te verlenen van de verplichting om op de lening af te lossen en over de lening rente te betalen of de premie voor de garantie te betalen. De ontheffing kan worden verleend indien:
    • a.
      (terug)betaling naar het oordeel van Gedeputeerde Staten door bijzondere omstandigheden geheel of gedeeltelijk en al dan niet tijdelijk onmogelijk is;
    • b.
      een strikte toepassing van de verplichting tot (terug)betaling naar het oordeel van Gedeputeerde Staten door bijzondere omstandigheden zou leiden tot een onredelijke beslissing.
      • 3.
        Gedeputeerde Staten kunnen bepalen dat bij het verzoek om ontheffing, als bedoeld in het tweede lid, een accountantsverklaring als bedoeld in artikel 393 van Boek 2 van het BW wordt overgelegd.
      • 4.
        Er wordt geen uitstel of ontheffing verleend wanneer dat naar het oordeel van Gedeputeerde Staten in strijd is met de toepasselijke staatssteunregels.
 
Artikel 15, Vermogensvorming en claw back
  • 1.
    Bij verkoop of vervreemding van het NGA-netwerk aan een derde, niet zijnde een aan de subsidieontvanger verbonden persoon, binnen de looptijd van de lening, wordt de door vervreemding verkregen bovenmatige winst naar rato van het aandeel van de beschikbaar gestelde lening in de totale aanlegkosten van het NGA-netwerk tussen de subsidieontvanger en Gedeputeerde Staten verrekend. Onder bovenmatige winst wordt verstaan het positief verschil tussen de kosten van het netwerk bij aanleg, inclusief een redelijk rendement en de transactiewaarde op het moment van vervreemding.
  • 2.
    Bij het bepalen van de hoogte van een vergoeding op grond van dit artikel worden de waarde van het NGA-netwerk en het redelijk rendement vastgesteld door een college van deskundigen. Gedeputeerde Staten en de subsidieontvanger wijzen elk een deskundige aan, die in onderling overleg een derde deskundige aanwijzen.
 
Artikel 16, Citeertitel, inwerkingtreding en horizonbepaling
  • 1.
    Deze regeling kan worden aangehaald als Uitvoeringsregeling aanleg breedband Drenthe 2015.
  • 2.
    Deze regeling treedt in werking op de eerste dag na de bekendmaking ervan in het Provinciaal Blad.
 
 
TOELICHTING ALGEMEEN
 
Vanaf 1 juli 2014 hoeven decentrale overheden steun aan breedbandinfrastructuur niet meer ter goedkeuring bij de Europese Commissie aan te melden wanneer er gebruik wordt gemaakt van de AGVV. Artikel 52 van de AGVV bevat een vrijstelling voor steun voor breedbandinfrastructuur. Om steun onder de AGVV te kunnen plaatsen, moet aan een aantal voorwaarden worden voldaan. Zo dient de steun bijvoorbeeld plaats te vinden in gebieden waar er geen breedbandinfrastructuur voorhanden is van dezelfde categorie (basisbreedband- of NGA-netwerk) en waar dit soort infrastructuur in de komende drie jaar waarschijnlijk niet door de markt zal worden uitgerold, de zogenaamde witte gebieden. Een lichte kennisgevingsprocedure, waarbij de Europese Commissie moet worden geïnformeerd, volstaat.
Decentrale overheden kunnen daarnaast onder de algemene De-minimisverordening ondernemingen tot € 200.000,-- aan steun verlenen zonder dat er sprake is van staatssteun. Dit bedrag geldt per onderneming over een periode van drie belastingjaren. Steunmaatregelen die onder de De-minimisverordening vallen, hebben een beperkt effect op het handelsverkeer tussen lidstaten. Zulke maatregelen voldoen hierdoor niet aan alle cumulatieve criteria van het staatssteunverbod (artikel 107, eerste lid, VWEU) en leveren dus geen staatssteun op.
De provincie Drenthe heeft de subsidieregeling zo ingericht dat steun aan breedbandinitiatieven altijd voldoet aan de hiervoor geschetste staatssteunkaders.
 
TOELICHTING ARTIKELSGEWIJS
 
Artikel 1
Ten aanzien van de vraag (sub u) geldt dat deze dient te worden aangetoond met ondertekende (voor)overeenkomsten (abonnementen), waaruit blijkt dat een of meer internetdiensten zullen worden afgenomen.
Of het gebied waarvoor een lening wordt gevraagd wit gebied is, als bedoeld onder v, dient te zijn vastgesteld via enerzijds een gebiedsanalyse, als bedoeld onder h, en anderzijds een open publieke consultatie van de markt. Uit de consultatie moet blijken dat er geen marktpartij is die voornemens is om binnen drie jaar na de consultatie in het gebied een basisbreedbandnetwerk of NGA-netwerk aan te leggen.
 
Artikel 2
Leningen worden verstrekt tegen een lagere rente dan de ten tijde van het verstrekken van de lening geldende marktrente. Dit soort leningen en ook garanties worden aangemerkt als subsidie, vandaar dat hierop de ASV van toepassing is.
Provinciale Staten hebben aan Gedeputeerde Staten toestemming gegeven om voor subsidies verleend op grond van deze regeling af te zien van de in artikel 3 van de ASV opgenomen procedure van wensen en bedenkingen bij subsidiëring vanaf € 150.000, .
 
Artikel 3
De regeling is gericht op het ondersteunen van lokale initiatieven voor het realiseren van NGA-netwerken. Het zijn dan ook deze lokale initiatieven die subsidie kunnen aanvragen. Aan marktpartijen waarvan de aanleg/exploitatie van breedband- en NGA-netwerken tot de kernactiviteiten behoort (bijvoorbeeld Ziggo/UPC en KPN/Reggefiber), worden geen subsidies verstrekt.
 
Artikel 4
Gedeputeerde Staten kunnen binnen de kaders van de AGVV geen leningen en garantiesubsidies verstrekken voor de aanleg van NGA-netwerken in gebieden waar al breedbandinfrastructuur aanwezig is. In de business case mag wel de aanleg van een NGA-netwerk in grijs gebied worden meegenomen, teneinde de investering in wit gebied rendabel te maken.
De AGVV geeft in hoofdstuk III, deel 10, aan onder welke voorwaarden overheden steun mogen verlenen aan de realisering van breedbandnetwerken.
De steun mag alleen betrekking hebben op:
  • investeringskosten voor de uitrol van passieve infrastructuur;
  • investeringskosten van civieltechnische werkzaamheden van breedband;
  • investeringskosten voor de uitrol van basisbreedbandnetwerken of van NGA-netwerken in gebieden waar geen basisbreedband- of NGA-infrastructuur aanwezig is en binnen drie jaar waarschijnlijk ook niet op zakelijke voorwaarden zal worden uitgerold.
Bij de in het eerste lid, onder a tot en met c, genoemde kosten wordt gedoeld op de kosten van aanleg en installatie door een gecertificeerde kabel- of leidingwerkaannemer.
 
Artikel 5
Voor een goede beoordeling van de aanvraag is inzicht nodig in zowel de inhoud van de activiteiten/investering waarvoor de lening of garantie nodig is, als de financiële uitvoerbaarheid daarvan.
De provincie stelt, om te voorkomen dat publieke middelen ondoelmatig worden ingezet, eisen aan de business case die aan de exploitatie van het aan te leggen netwerk ten grondslag ligt. Uit de business case moet in elk geval blijken dat de investering in het NGA-netwerk binnen de looptijd van de overeenkomst van geldlening dan wel binnen de geldigheidsduur van de garantie kan worden terugverdiend en dat de lening aan de provincie kan worden terugbetaald, respectievelijk dat de lening aan de bankinstelling kan worden terugbetaald en dat jaarlijks de safe harbour-premie aan de provincie kan worden afgedragen. Hiervoor is tevens inzicht nodig in het aantal abonnementen dat is of wordt afgesloten.
Het verdient aanbeveling dat de business case ook laat zien dat het voor marktpartijen aantrekkelijk is om op termijn het NGA-netwerk over te nemen.
Een beheer- en exploitatieplan is nodig om de provincie het vertrouwen te geven dat het technisch beheer van het netwerk goed geregeld is en dat daardoor het netwerk exploitabel blijft.
In een gebiedsanalyse is in ieder geval het volgende opgenomen:
  • een kwantitatieve en kwalitatieve opsomming (niet gelimiteerd) en geografische weergave met betrekking tot de huidige situatie omtrent Next Generation Acces in het gebied. Hierin is minimaal opgenomen het aantal huishoudens en bedrijven in wit en grijs gebied (met de definitie wat valt onder wit/grijs);
  • de aanwezigheid van commerciële (markt)partijen en ontwikkelingen rondom marktpartijen. De Stichting Breedbandplatform Drenthe kan bij het maken van de gebiedsanalyse ondersteuning bieden.
Dat de infrastructuur binnen drie jaar waarschijnlijk niet op zakelijke voorwaarden zal worden uitgerold, moet via een open publieke consultatie worden vastgesteld.
De aanvrager kan ervoor kiezen een deel van de investering te laten voorfinancieren door de toekomstige eindgebruikers/abonnees. In dat geval dient de aanvraag/business case vergezeld te gaan van een verklaring, waaruit blijkt welk bedrag door de eindgebruikers gezamenlijk wordt ingelegd.
De technische en gebruikseisen in het derde lid zijn er om te bevorderen dat het netwerk verkoopbaar zal zijn en dienen ook in acht te worden genomen indien subsidie wordt verleend onder de De-minimisverordening.
De business case moet uitgaan van marktconforme abonnementsprijzen.
 
Artikel 6
Bij een niet-marktconforme lening kan er sprake zijn van staatssteun. Het bedrag van de staatssteun is gelijk aan het bedrag dat volgt uit het verschil tussen de marktconforme rente (bijvoorbeeld als er geleend was bij een bank) en de rente die werkelijk is betaald. De Europese Commissie heeft een methode van referentie- en disconteringspercentages vastgesteld. Hiermee kan de steuncomponent bij deze en andere vormen van staatssteun worden berekend. De rente die op basis van deze methode wordt berekend, wordt als indicatie van de marktrente gebruikt. Leningen die tegen betere financiële voorwaarden dan die op de markt worden afgesloten, moeten in principe worden aangemeld bij de Europese Commissie ter goedkeuring. Als de lening echter 'transparant' is en het steunelement vooraf kan worden berekend zonder risicoanalyse, kan de lening met de AGVV of de de-minimisvrijstelling staatssteunproof worden gemaakt. Een formele aanmeldprocedure is dan niet nodig.
De in het eerste lid bedoelde overeenkomst van lening is een uitvoeringsovereenkomst ex artikel 4:36 Awb.
 
Artikel 7  
De provincie kan alleen garanties verlenen indien ze marktconform zijn. Om staatssteun te voorkomen, moeten overheden garanties verlenen onder voorwaarden die ook voor een particuliere investeerder aanvaardbaar zouden zijn. De vergoeding die de aanvrager voor de garantie moet betalen moet dus marktconform zijn.
 
Marktconformiteit wordt als volgt gewaarborgd.
  • De omvang van de garantie is goed te meten op het moment van toekenning.
  • De aanvrager verkeert niet in financiële moeilijkheden op het moment van garantstelling.
  • De aanvrager moet een marktconforme vergoeding voor de garantie betalen.
  • Er is sprake van een risico dat ook een particuliere investeerder zou lopen.
  • De overheidsgarantie dekt niet meer dan 80% van de uitstaande lening.
 
Dit betekent dat de bankinstelling die de lening verstrekt, ook zelf een zeker risico dient te aanvaarden. Als de premies worden gebruikt, is de garantie geen staatssteun. Dit is niet verplicht. Decentrale overheden mogen ook kiezen voor lagere premies, wanneer deze marktconform zijn. De vrijhavenpremies kunnen worden gebruikt als referentie om het steunequivalent te berekenen.
Voor het MKB gelden eenvoudigere regels voor garanties. De Europese Commissie heeft 'vrijhavenpremies' geïntroduceerd om de marktconformiteit van garanties beter te kunnen bepalen. Als de decentrale overheid deze premie jaarlijks in rekening brengt bij de kredietnemer, is de garantie marktconform. Als er geen rating is, bijvoorbeeld bij startende ondernemingen, is een premie van 3,8% per jaar van toepassing.
Er wordt een uitvoeringsovereenkomst met een bank gesloten. Hierin wordt opgenomen het moment waarop de garantiesubsidie ingaat en wanneer de bank de garantie kan inroepen.
 
Artikel 11
Als geen beroep is gedaan op nakoming van de borgtochtovereenkomst, kan de subsidie ambtshalve, zonder dat er een aanvraag tot subsidievaststelling hoeft te worden ingediend, worden vastgesteld op nihil.
 
Artikel 13
Als het te realiseren netwerk niet voldoet aan de technische specificaties en de eisen ten aanzien van het gebruik van het netwerk, zoals bedoeld in artikel 5, derde lid, wordt het netwerk geacht niet verkoopbaar te zijn. In dat geval wordt subsidie geweigerd.
Ook als de kosten van de werkzaamheden niet in een redelijke verhouding staan tot het te bereiken resultaat, wordt subsidie geweigerd. Dit kan bijvoorbeeld aan de orde zijn als het gebied waarvoor de subsidie wordt gevraagd, naar het oordeel van Gedeputeerde Staten onvoldoende wordt ontsloten. Teneinde een efficiënte inzet van publieke middelen te bevorderen, is het wenselijk dat de uitvoering van de plannen van lokale initiatieven om NGA-netwerken te realiseren zoveel mogelijk worden gebundeld. Als het gebied c.q. het aantal aansluitingen waarvoor een lening of garantie wordt gevraagd, te klein is, wordt de investering ondoelmatig. De kosten staan dan niet in een redelijke verhouding tot het te bereiken resultaat.
Indien op voorhand duidelijk is dat het NGA-netwerk in de voorgestelde vorm niet kan worden gerealiseerd, wordt geen subsidie verleend. Dit kan zich voordoen als er geen omgevings- of aanlegvergunning kan worden verkregen.
 
 
 
 
 
 
Artikel 15
De bepaling over vergoeding van met publieke middelen gevormd vermogen is een uitwerking van het bepaalde in artikel 4:41 Awb.
 
Gedeputeerde Staten voornoemd,
 
dr.h.c. J. Tichelaar, voorzitter
mevrouw mr. A.M. van Schreven, secretaris
 
 
 
Uitgegeven 21 september 2015
 
 
 
 
 
Naar boven