Verordening fractieondersteuning 2015
Artikel 1 Begripsbepalingen
  • a.
    Fractie: een fractie als bedoeld in artikel 5 van het Reglement van Orde voor de vergaderingen van Provinciale Staten.
  • b.
    Seniorenconvent: het Seniorenconvent als bedoeld in artikel 90 van het Reglement van Orde voor de vergaderingen van Provinciale Staten.
  • d.
    Statengriffier: de griffier bedoeld in artikel 97 van de Provinciewet.
  • e.
    Provinciale Staten: Provinciale Staten als bedoeld in artikel 7 van de Provinciewet.
Artikel 2 Fractiebijdrage
De fracties, als bedoeld in artikel 1, lid a, ontvangen een bijdrage als tegemoetkoming in de kosten die de fractie maakt voor ondersteuning van haar werkzaamheden.
Artikel 3 Bestedingsdoeleinden
  • 1.
    De financiële bijdrage wordt door de fracties alleen aangewend ten behoeve van
    • a.
      de salariskosten en de secundaire arbeidsvoorwaarden van de personele ondersteuning van de fractie;
    • b.
      de bureaufunctie van de fractie;
    • c.
      uitgaven van de fractie ten behoeve van aantoonbaar uitgevoerde activiteiten in het kader van de volksvertegenwoordigende, kaderstellende en controlerende rol.
  • 2.
    De financiële bijdrage mag niet gebruikt worden voor andere uitgaven anders dan de in artikel 3, lid 1 genoemde uitgaven.
Artikel 4 Berekening hoogte bijdrage
  • 1.
    In de kosten over enig jaar van een fractie wordt bijgedragen tot een bedrag van € 16.681,07 (peildatum 1-1-2014) vermeerderd met een bedrag van € 5.873,75 (peildatum 1-1-2014) per zetel. Daarnaast ontvangt de fractie per fractiemedewerker een bedrag van € 255,89 (peildatum 1-1-2014) per jaar als bijdrage in de kosten van de internetaansluiting van de fractiemedewerker. Over een gedeelte van het kalenderjaar worden de bedragen naar rato berekend. Een gedeelte van een maand wordt daarbij voor een volle maand gerekend.
  • 2.
    De in het vorige lid genoemde geldbedragen worden elk jaar herzien overeenkomstig de wijzigingen in de bezoldiging van het provinciepersoneel met een algemeen karakter in het voorafgaande kalenderjaar.
  • 3.
    Het volgens het eerste en tweede lid berekende bedrag wordt naar boven afgerond op een veelvoud van € 1.
  • 4.
    De fractie ontvangt in december voorafgaand aan het kalenderjaar een berekening van de hoogte van de bijdrage over het kalenderjaar.
Artikel 5 Voorschotten
De bijdrage, waarop de fractie volgens artikel 4 aanspraak kan maken, wordt bij wijze van voorschot in twee gelijke termijnen in de maanden januari en juli van het desbetreffende kalenderjaar uitbetaald via de betaalrekening van de fractie.
Artikel 6 Vaststelling bijdrage
  • 1.
    De definitieve bijdrage wordt na afloop van het kalenderjaar door Provinciale Staten, tegelijkertijd met de jaarstukken van GS, vastgesteld aan de hand van de ingediende financiële verantwoording, als bedoeld in artikel 7.
  • 2.
    Voor de bepaling van de definitieve bijdrage en de eventuele reserve als bedoeld in artikel 8, worden eventuele met deze verordening strijdige transacties buiten beschouwing gelaten. Over de vraag of een transactie in strijd met deze is gedaan, beslissen Provinciale Staten gehoord het advies van het Seniorenconvent.
  • 3.
    Voor de bepaling van de definitieve bijdrage en de eventuele reserve als bedoeld in artikel 8, worden rente-inkomsten, anders dan die welke in strijd met artikel 5 zijn genoten, buiten beschouwing gelaten. De bedoelde rente-inkomsten komen aldus ten goede aan de eigen middelen van de fractie.
Artikel 7 Financiële verantwoording
  • 1.
    Voor 1 maart wordt door de leden van de fractie tezamen dan wel een daartoe gemachtigd lid van de fractie bij Provinciale Staten, door tussenkomst van het Seniorenconvent, een exploitatierekening en een balans over het afgelopen kalenderjaar ingediend.
  • 2.
    De in lid 1 bedoelde verantwoording vindt plaats op basis van een baten- en lastenstelsel, waarbij een kalanderjaar als boekjaar geldt. De financiële verantwoording geschiedt overeenkomstig een standaard format dat in de toelichting bij dit artikel is opgenomen.
  • 3.
    De door de fracties ingediende exploitatierekeningen en balansen worden jaarlijks onderzocht door de provinciale accountant. Dit onderzoek wordt door de accountant conform specifiek overeengekomen werkzaamheden, doch overigens geheel in onafhankelijkheid verricht.
  • 4.
    De leden van de fractie verschaffen aan de accountant te allen tijde inzage in de administratie en de daarbij behorende stukken, voor zover dit nodig is voor een beslissing over de vaststelling van de bijdrage of de opbouw van de reserve.
  • 5.
    Indien de fractie als gevolg van dit artikel gevergde financiële verantwoording niet tijdig, dan wel niet overeenkomstig de daaraan te stellen administratieve vereisten heeft ingediend, kunnen Provinciale Staten, gehoord het advies van het Seniorenconvent, besluiten 10% van de vast te stellen bijdrage over het jaar waarop de verantwoording betrekking heeft, vervallen te verklaren, indien de fractie de verantwoording niet binnen een door Provinciale Staten, gehoord het advies van het Seniorenconvent, te stellen nadere termijn heeft ingediend c.q. binnen die termijn met de administratieve vereisten in overeenstemming heeft gebracht.
Artikel 8 Opbouw financiële reserve
  • 1.
    Het in enig jaar niet gebruikte deel van de bijdrage toekomend aan een fractie wordt gereserveerd ter besteding door die fractie in de volgende jaren. De reserve is o.a. bedoeld voor het geval fracties uitkeringen moeten plegen in verband met arbeidsongeschiktheid van fractiemedewerkers.
  • 2.
    De reserve, bedoeld in het eerste lid, is per 1 januari van het volgende jaar niet groter dan 100% van de bijdrage die de fractie in het jaar waarover verantwoording wordt afgelegd toekwam volgens artikel 4. Het bedrag waarmee de maximaal aan te houden reserve wordt overschreden, dient te worden terugbetaald aan de provincie.
  • 3.
    Na de verkiezingen blijft de reserve beschikbaar voor de fractie die onder dezelfde naam terugkeert, dan wel voor een fractie die naar het oordeel van Provinciale Staten, op advies van het Seniorenconvent, als rechtsopvolger daarvan kan worden beschouwd.
Artikel 9 Splitsing en samenvoeging fracties
  • 1.
    Bij splitsing van een fractie worden aan de betrokken fracties voor de duur van de zittingsperiode tezamen niet meer bijdragen verleend dan het voor de oorspronkelijke fractie geldende maximumbedrag, dat wordt verdeeld naar evenredigheid van de aantallen leden van de nieuw gevormde fracties.
  • 2.
    Bij samenvoeging van fracties wordt de bijdrage aan de nieuw gevormde fractie herberekend op grond van artikel 4.
  • 3.
    Indien een samengestelde fractie van twee of meer politieke groeperingen die na de verkiezingen hebben besloten tezamen één fractie te vormen, wordt gesplitst in fracties, die overeenkomen met de afzonderlijke politieke groeperingen die in die samengestelde fractie verenigd waren, zal de eventuele reserve van de samengestelde fractie over de afzonderlijke fracties worden verdeeld. Zulks naar rato van het aantal fractieleden dat in de samengestelde fractie zitting had.
  • 4.
    De verdeling en herberekening, zoals bedoeld in het eerste en tweede lid, vinden plaats per de datum waarop de voorzitter van Provinciale Staten een kennisgeving ontvangt, bedoeld in artikel 5 van het Reglement van Orde voor de vergaderingen van Provinciale Staten.
  • 5.
    Op de verdeling en herverdeling van de fractiebijdrage is een nader door het Seniorenconvent te bepalen overgangsregeling van toepassing, indien de fractie waarvan afgesplitst wordt langlopende verplichtingen heeft aangegaan, bijvoorbeeld in het geval van fractiemedewerker(s).
Artikel 10 Opheffing fractie
  • 1.
    Indien een fractie na een verkiezing niet meer terugkeert in Provinciale Staten, wordt het batig saldo van de uitbetaalde voorschotten, na aftrek van posten in verband met reeds aangegane verplichtingen die stammen uit de laatste zittingsperiode zo spoedig mogelijk, doch binnen twee maanden, teruggestort in de provinciale kas.
  • 2.
    Het in lid 1 bedoelde batig saldo wordt bepaald aan de hand van een financiële verantwoording, welke overeenkomstig het bepaalde in artikel 7 dient te worden ingediend. Zulks met dien verstande dat deze financiële verantwoording tevens een verantwoording bevat over de periode, welke is gelegen tussen 1 januari van het jaar waarin de nieuwe Staten aantreden en de datum waarop de leden van de fractie als geheel formeel ophouden lid van Provinciale Staten te zijn.
  • 3.
    Nadat de fractie opgehouden heeft te bestaan, blijft het bepaalde in deze verordening onverminderd van toepassing voor de leden, welke deel uitgemaakt hebben van de fractie, zulks tot het moment waarop de gewezen fractie blijkens een besluit van Provinciale Staten aan haar verplichtingen uit hoofde van deze verordening heeft voldaan.
  • 4.
    De in lid 1 bedoelde terugstorting dient plaats te vinden uiterlijk één maand nadat Provinciale Staten de definitieve bijdrage heeft vastgesteld.
  • 5.
    Het bepaalde in dit artikel is van overeenkomstige toepassing op fracties, welke anders dan ten gevolge van verkiezingen worden opgeheven, met dien verstande dat de in lid 2 bedoelde financiële verantwoording in dat geval uiterlijk twee maanden na de datum waarop de fractie opgehouden heeft te bestaan, dient te worden ingediend.
Artikel 11 Opschorting
  • 1.
    De fractie is verplicht de niet bestede middelen van de in artikel 5 bedoelde voorschotten in liquide vorm beschikbaar te houden.
  • 2.
    Indien een fractie in strijd handelt, of blijkens de in artikel 7 bedoelde financiële verantwoording in strijd heeft gehandeld met het bepaalde in artikel 3 van deze verordening, kan het Seniorenconvent besluiten dat de in het geding zijnde uitgaven door de fractie binnen een door het Seniorenconvent te bepalen termijn aan de liquide middelen van de fractie dienen te worden toegevoegd.
  • 3.
    Indien een fractie in gebreke blijft de in lid 2 bedoelde uitgaven binnen de daartoe gestelde termijn aan de liquide middelen van de fractie toe te voegen, kan het Seniorenconvent besluiten de eerstvolgende betalingen van de voorschotten op de bijdrage op te schorten, totdat de fractie aan haar verplichtingen heeft voldaan.
Artikel 12 Aansprakelijkheid
  • 1.
    Elk lid van een fractie ondertekent bij diens aantreden, dan wel bij splitsing of samenvoeging van een fractie een door het Seniorenconvent vast te stellen verklaring dat hij naar evenredigheid van het aantal leden van de fractie waarvan hij deel uitmaakt verantwoordelijk en aansprakelijk zal zijn voor de juiste besteding van de in lid 1 bedoelde bijdrage overeenkomstig deze verordening.
  • 2.
    Indien een lid van een fractie weigert een verklaring als bedoeld in het tweede lid te ondertekenen, wordt de bijdrage c.q. het krachtens artikel 5 uit te keren voorschotten daarop naar evenredigheid naar beneden bijgesteld.
  • 3.
    Indien de fractie naar het oordeel van Provinciale Staten in gebreke blijft de uit deze verordening voortvloeiende verplichting na te leven, kunnen Provinciale Staten, gehoord het advies van het Seniorenconvent, besluiten de individuele leden van de fractie in rechte aan te spreken, zulks ieder voor het gedeelte waarvoor zij zich met de in lid 1 bedoelde verklaring verantwoordelijk en aansprakelijk hebben gesteld.
Artikel 13 Citeertitel
Deze verordening kan worden aangehaald als 'Verordening fractieondersteuning 2015'.
Naar boven