Provincie Noord-Holland; wijziging van de Uitvoeringsregeling subsidie Herstructurering en intelligent ruimtegebruik bedrijventerreinen Noord-Holland 2014
 
Besluit van gedeputeerde staten van Noord-Holland van 27 januari 2015, nr. 534988/535013 tot wijziging van de Uitvoeringsregeling subsidie Herstructurering en intelligent ruimtegebruik bedrijventerreinen Noord-Holland 2014  
Gedeputeerde Staten van Noord-Holland
Overwegende dat door het aanpakken van de veroudering op bestaande bedrijventerreinen
de kwaliteit van deze bedrijventerreinen wordt gewaarborgd en ten einde aan te sluiten bij het Provinciaal Herstructureringsprogramma 2014 - 2017 is het gewenst om de Uitvoeringsregeling subsidie Herstructurering en intelligent ruimtegebruik bedrijventerreinen Noord-Holland 2014 te wijzigen;
Gelet op artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Noord-Holland 2011;
B esluiten :
ARTIKEL I
De Uitvoeringsregeling subsidie Herstructurering en intelligent ruimtegebruik bedrijventerreinen Noord-Holland 2014wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1 komt te luiden:
Artikel 1
a.bedrijventerrein: een bedrijventerrein als bedoeld in de vigerende Provinciale Ruimtelijke Verordening Structuurvisie;
b. fysieke maatregelen: eenmalige, duurzame ingrepen op een bedrijventerrein bij technische, economische, maatschappelijke en ruimtelijke veroudering, niet zijnde ingrepen met betrekking tot het aanzicht van bedrijfspanden;
c. transformatielocatie: een bedrijventerrein dat door wijziging van de functie voor meer dan 33 % een niet-economische functie verkrijgt;
d. ruimtewinst: de extra ruimte die voor bedrijfsmatige activiteiten ter beschikking komt als gevolg van herstructurering ten opzichte van het huidige ruimtebeslag op een bestaand
bedrijventerrein;
e. regulier of achterstallig onderhoud: noodzakelijke onderhoudswerkzaamheden, die geen wijzigingen in het ontwerp of profiel in zich hebben en niet bijdragen aan vernieuwing of herstructurering;
f. A-B-C-D lijsten: de A-B-C-D lijsten van hoofdstuk 4 van het Provinciaal Herstructureringsprogramma 2014-2017 van Noord-Holland;
g. organisatie voor duurzaam beheer: een organisatie waarin de gemeente en eindgebruikers de continuïteit van onderhoud, beheer, kwaliteit en herinvestering waarborgen;
h. aanzicht bedrijfspand: het vooraanzicht van een bedrijfspand inclusief gevel en voorterrein;
i. duurzaamheidsmaatregelen: het realiseren van voorzieningen op de gebieden energie, water, grondstoffen, afval, nutsvoorzieningen, gebouwen, verkeer en vervoer die leiden tot een lagere milieubelasting.
B
Artikel 9 komt te luiden:
Artikel 9
1.Een aanvraag om subsidie wordt ingediend op een door gedeputeerde staten beschikbaar gesteld formulier en is tijdig ingediend indien de aanvraag in de periode van 25 maart tot en met 29 april is ontvangen;
2. Een aanvraag om subsidie die buiten de in het vorige lid genoemde periode wordt ontvangen, wordt niet in behandeling genomen;
3. Gedeputeerde staten beslissen op de ingediende aanvragen voor 20 augustus.
C
Artikel 10 komt te luiden:
Artikel 10
  • 1.
    Subsidie kan worden verstrekt op een bedrijventerrein dat is opgenomen in de A-B-C-D lijsten voor:
    • a.
      fysieke maatregelen;
    • b.
      het instellen van een fonds uitsluitend bedoeld voor de verbetering van het aanzicht van bedrijfspanden of duurzaamheidsmaatregelen voor bedrijfspanden;
  • 2.
    Voor de activiteiten, genoemd in lid 1, sub a, b wordt per bedrijventerrein één aanvraag in behandeling genomen.
  • 3.
    Aanvragen waarbij voor meer dan 3 bedrijventerreinen subsidie wordt aangevraagd, worden niet in behandeling genomen.
D
In artikel 11 vervalt onderdeel f.
E
Artikel 13 komt te luiden:
Artikel 13
  • 1.
    De subsidie voor activiteiten genoemd onder artikel 10 lid 1, sub a, bedraagt 25 % van de subsidiabele kosten tot maximaal € 500.000, -.
  • 2.
    De subsidie voor activiteiten genoemd onder artikel 10 lid 1, sub b, bedraagt 25% van de subsidiabele kosten tot maximaal € 200.000,-.
  • 3.
    Indien toepassing van de leden 1 en 2 naar het oordeel van gedeputeerde staten zou leiden tot het overtreden van het verbod op het geven van staatsteun in de zin van artikel 107, eerste lid, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, wordt het subsidiebedrag in afwijking van het eerste lid zodanig vastgesteld dat het totaal van alle subsidies voor de activiteiten niet hoger is dan het bedrag dat op grond van de Verordening (EU) nr. 1407/2013 van 18 december 2013 (de-minimissteun) verstrekt mag worden.
F
Artikel 15 wordt als volgt gewijzigd:
Aan dit artikel wordt een nieuw onderdeel toegevoegd:
e. de procentuele bijdrage van de gemeente aan het project
Het vierde lid wordt gewijzigd:
4. Aan de in het vorige lid genoemde criteria worden de volgende wegingsfactoren toegekend:
a.onderdeel a heeft een wegingsfactor van 1,5;
b. onderdeel b heeft een wegingsfactor van 1,3;
c. onderdeel c heeft een wegingsfactor van 1,2;
d. onderdeel d heeft een wegingsfactor van 1,1;
e. onderdeel e heeft een wegingsfactor van 1,0.
G
De bijlage komt te vervallen.
H
De toelichting wordt aangepast aan de wijzigingen in de uitvoeringsregeling.
ARTIKEL II
Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het provinciaal blad waarin het wordt geplaatst.’
Haarlem, 27 januari 2015.
Gedeputeerde staten van Noord-Holland,
J.W. Remkes, voorzitter.
G.E.A. van Craaikamp, provinciesecretaris.
Uitgegeven op 29 januari 2015.
 
Bijlage
Integrale tekst Uitvoeringsregeling subsidie Uitvoeringsregeling subsidie Herstructurering en intelligent ruimtegebruik bedrijventerreinen Noord-Holland 2014 na wijziging.
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1
In deze regeling wordt verstaan onder:
a. bedrijventerrein: een bedrijventerrein als bedoeld in de vigerende Provinciale Ruimtelijke Verordening Structuurvisie;
b. fysieke maatregelen: eenmalige, duurzame ingrepen op een bedrijventerrein bij technische, economische, maatschappelijke en ruimtelijke veroudering, niet zijnde ingrepen met betrekking tot het aanzicht van bedrijfspanden;
c. transformatielocatie: een bedrijventerrein dat door wijziging van de functie voor meer dan 33 % een niet-economische functie verkrijgt;
d. ruimtewinst: de extra ruimte die voor bedrijfsmatige activiteiten ter beschikking komt als
gevolg van herstructurering ten opzichte van het huidige ruimtebeslag op een bestaand
bedrijventerrein;
e. regulier of achterstallig onderhoud: noodzakelijke onderhoudswerkzaamheden, die geen wijzigingen in het ontwerp of profiel in zich hebben en niet bijdragen aan vernieuwing of herstructurering;
f. A-B-C-D lijsten: de A-B-C-D lijsten van hoofdstuk 4 van het Provinciaal Herstructureringsprogramma 2014-2017 van Noord-Holland;
g. organisatie voor duurzaam beheer: een organisatie waarin de gemeente en eindgebruikers de continuïteit van onderhoud, beheer, kwaliteit en herinvestering waarborgen;
h. aanzicht bedrijfspand: het vooraanzicht van een bedrijfspand inclusief gevel en voorterrein;
i. duurzaamheidsmaatregelen: het realiseren van voorzieningen op de gebieden energie, water, grondstoffen, afval, nutsvoorzieningen, gebouwen, verkeer en vervoer die leiden tot een lagere milieubelasting.
Artikel 2
Op deze regeling is titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht van overeenkomstige toepassing.
Artikel 3
Subsidie kan worden verstrekt voor de herstructurering van bedrijventerreinen in Noord-Holland in de vorm van fysieke maatregelen of procesmaatregelen.
Artikel 4
Subsidie wordt verstrekt aan gemeenten en aan openbare lichamen die zijn ingesteld op grond van hoofdstuk I, II of IV van de Wet gemeenschappelijke regelingen.
Artikel 5
Gedeputeerde staten verstrekken geen subsidies van minder dan € 5.000,-.
Artikel 6
Bij subsidies van minder dan € 10.000,- gaat geen subsidieverlening aan de subsidievaststelling vooraf.
Artikel 7
  • 1.
    Een aanvraag om subsidie wordt niet behandeld indien met de uitvoering is gestart voordat de aanvraag is ontvangen;
  • 2.
    Een aanvraag om subsidie bevat tenminste:
    • a.
      een begroting van de kosten van de activiteit;
    • b.
      een financieringsplan van de kosten van de activiteit;
    • c.
      een inhoudelijke beschrijving van de activiteit.
Artikel 8
Gedeputeerde staten stellen voor fysieke maatregelen en voor procesmaatregelen jaarlijks een afzonderlijk subsidieplafond vast.
Artikel 9
  • 1.
    Een aanvraag om subsidie wordt ingediend op een door gedeputeerde staten beschikbaar gesteld formulier en is tijdig ingediend indien de aanvraag in de periode van 25 maart tot en met 29 april is ontvangen;
  • 2.
    Een aanvraag om subsidie die buiten de in het vorige lid genoemde periode wordt ontvangen, wordt niet in behandeling genomen;
  • 3.
    Gedeputeerde staten beslissen op de ingediende aanvragen voor 20 augustus.
Hoofdstuk 2 Fysieke maatregelen
Artikel 10
  • 1.
    Subsidie kan worden verstrekt op een bedrijventerrein dat is opgenomen in de A-B-C-D lijsten voor:
    • b.
      het instellen van een fonds uitsluitend bedoeld voor de verbetering van het aanzicht van bedrijfspanden of duurzaamheidsmaatregelen voor bedrijfspanden;
    a. fysieke maatregelen;
  • 2.
    Voor de activiteiten, genoemd in lid 1, sub a, b wordt per bedrijventerrein één aanvraag in behandeling genomen.
  • 3.
    Aanvragen waarbij voor meer dan 3 bedrijventerreinen subsidie wordt aangevraagd, worden niet in behandeling genomen.
Artikel 11
Subsidie wordt geweigerd indien:
a. de activiteit niet financieel haalbaar is;
b. de activiteit voor meer dan de helft betrekking heeft op kantoor-, horeca-, detailhandel- of transformatielocaties;
c. de activiteit betrekking heeft op regulier of achterstallig onderhoud;
d. in het kader van deze regeling of een voormalige regeling herstructurering en intelligent ruimtegebruik bedrijventerreinen voor dezelfde activiteit al subsidie is verstrekt;
e. het effect van de ingreep ten opzichte van de investering naar het oordeel van gedeputeerde staten minimaal is.
Artikel 12
1.Subsidie wordt verstrekt voor de volgende kosten:
a. de naar het oordeel van gedeputeerde staten noodzakelijke, rechtstreeks aan de activiteit toe te rekenen kosten;
b. VAT kosten op de uitvoering van de activiteiten tot maximaal 7 % van de kosten genoemd onder a;
c. onvoorziene kosten tot maximaal 10 % van de kosten genoemd onder a;
2. Subsidie wordt niet verstrekt voor de kosten van:
a. bodemsanering;
b. door de aanvrager verschuldigde BTW;
c. voorbereiding;
d. het eigen apparaat.
Artikel 13
1.De subsidie voor activiteiten genoemd onder artikel 10 lid 1, sub a, bedraagt 25 % van de subsidiabele kosten tot maximaal € 500.000, -.
2. De subsidie voor activiteiten genoemd onder artikel 10 lid 1, sub b, bedraagt 25% van de subsidiabele kosten tot maximaal € 200.000,-.
3. Indien toepassing van de leden 1 en 2 naar het oordeel van gedeputeerde staten zou leiden tot het overtreden van het verbod op het geven van staatsteun in de zin van artikel 107, eerste lid, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, wordt het subsidiebedrag in afwijking van het eerste lid zodanig vastgesteld dat het totaal van alle subsidies voor de activiteiten niet hoger is dan het bedrag dat op grond van de Verordening (EU) nr. 1407/2013 van 18 december 2013 (de-minimissteun) verstrekt mag worden.
Artikel 14
Indien de subsidieontvanger voor dezelfde activiteit bijdragen of subsidie van derden ontvangt, wordt de subsidie zodanig berekend dat het totale bedrag niet meer bedraagt dan 100 % van de kosten van de activiteit.
Artikel 15
1.Indien het subsidieplafond wordt bereikt worden aanvragen die voor subsidie in aanmerking komen gerangschikt op een prioriteitenlijst.
2. De rangschikking wordt bepaald door het totaal aantal punten dat wordt gehaald op basis van de volgende criteria:
a. urgentie van de herstructurering op basis van de plaats op de A-B-C-D lijsten;
b. het effect van de ingreep ten opzichte van de investering;
c. de uitvoeringsperiode van het project;
d. de bijdrage van het project aan het opnieuw beschikbaar komen van uitgeefbare ruimte voor het bedrijventerrein;
e. de procentuele bijdrage van de gemeente aan het project.
3. Per criterium kan 1 tot en met 10 punten worden behaald.
4. Aan de in het vorige lid genoemde criteria worden de volgende wegingsfactoren toegekend:
a. onderdeel a heeft een wegingsfactor van 1,5;
b. onderdeel b heeft een wegingsfactor van 1,3;
c. onderdeel c heeft een wegingsfactor van 1,2;
d. onderdeel d heeft een wegingsfactor van 1,1;
e. onderdeel e heeft een wegingsfactor van 1,0.
5. De aanvragen worden gehonoreerd naar de volgorde op de prioriteitenlijst.
6. Indien meerdere aanvragen op dezelfde plaats op de prioriteitenlijst worden gerangschikt en door honorering van deze aanvragen het subsidieplafond wordt overschreden, wordt de aanvraag met de laagste projectkosten als eerste gehonoreerd.
Artikel 16
De subsidieontvanger is verplicht om:
1. het logo en de naam van de provincie op alle publiciteitsuitingen te plaatsen die betrekking
hebben op de gesubsidieerde activiteit;
2. uiterlijk 1 jaar na subsidieverlening met de activiteit te starten;
3. gedurende de looptijd van de activiteit jaarlijks een voortgangsrapportage in te dienen;
4. de met behulp van de subsidie gerealiseerde herstructurering minimaal 10 jaar in stand te
houden.
Hoofdstuk 3 Procesmaatregelen
Artikel 17
Subsidie kan worden verstrekt voor de inzet van externe kennis en ervaring bij het uitvoeren van onderzoek of procesmanagement op een bedrijventerrein dat is opgenomen in de A-B-C-D lijsten ter voorbereiding op:
  • a.
    het nemen van duurzaamheidsmaatregelen;
  • b.
    het nemen van maatregelen voor het verbeteren van het aanzicht van bedrijfspanden;
  • c.
    ter begeleiding van het uitvoeren van een herstructureringsproject of;
  • d.
    het inrichten van duurzaam beheer.
Artikel 18
Subsidie wordt geweigerd indien:
a. de activiteit niet financieel haalbaar is;
b. de activiteit voor meer dan de helft betrekking heeft op kantoor-, horeca-, detailhandel- of
transformatielocaties;
c. de activiteit betrekking heeft op regulier of achterstallig onderhoud;
d. voor de activiteit in het kader van deze regeling of een voormalige regeling
herstructurering en intelligent ruimtegebruik bedrijventerreinen al subsidie is verstrekt.
Artikel 19
1.Subsidie wordt verstrekt voor de naar het oordeel van gedeputeerde staten noodzakelijke, rechtstreeks aan de activiteit toe te rekenen kosten.
2. Subsidie wordt niet verstrekt voor de kosten van:
a. marketing;
b. acquisitie;
c. het eigen apparaat;
d. door de aanvrager verschuldigde BTW.
Artikel 20
De subsidie bedraagt 50 % procent van de subsidiabele kosten tot maximaal € 25.000, -.
Artikel 21
1.Indien het subsidieplafond wordt bereikt worden aanvragen die voor subsidie in aanmerking komen gerangschikt op een prioriteitenlijst.
2. De rangschikking wordt bepaald door het totaal aantal punten dat wordt gehaald op basis van de volgende criteria:
a. urgentie;
b. de bijdrage van de procesmaatregelen aan een versnelde uitvoering van de herstructurering;
c. de mate waarin de elementen ruimtewinst en duurzaamheid zijn meegenomen in de activiteit.
3. Per criterium kan 1 tot en met 10 punten worden behaald.
4. Aan de criteria, genoemd in het tweede lid, worden de volgende wegingsfactoren toegekend:
a. onderdeel a heeft een wegingsfactor van 1,3;
b. onderdeel b heeft een wegingsfactor van 1,2;
c. onderdeel c heeft een wegingsfactor van 1,1.
5. De aanvragen worden gehonoreerd naar de volgorde op de prioriteitenlijst.
6. Indien meerdere aanvragen op dezelfde plaats op de prioriteitenlijst worden gerangschikt en door honorering van deze aanvragen het subsidieplafond wordt overschreden, wordt de aanvraag met de laagsteprojectkosten als eerste gehonoreerd.
Artikel 22
De subsidieontvanger is verplicht om:
a.het logo en de naam van de provincie op alle publiciteitsuitingen te plaatsen die betrekking hebben op de gesubsidieerde activiteit;
b. uiterlijk één jaar na subsidieverlening met de activiteit te starten.
Hoofdstuk 4 Slotbepalingen
Artikel 23
  • 1.
    De aanvraag tot vaststelling van de subsidie wordt uiterlijk 1 augustus van het jaar volgend op het jaar waarin de activiteit is voltooid, ingediend.
  • 2.
    Gedeputeerde staten stellen voor de aanvraag als bedoeld in het eerste lid een formulier vast.
  • 3.
    Gedeputeerde staten beslissen binnen 16 weken na ontvangst van de aanvraag tot vaststelling van de subsidie.
  • 4.
    Gedeputeerde staten kunnen ten behoeve van beleidsinformatie een inhoudelijk verslag van de activiteit opvragen.
Artikel 24
  • 1.
    Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het provinciaal blad waarin zij wordt geplaatst.
  • 2.
    Deze regeling vervalt met ingang van 1 januari 2018.
  • 3.
    Deze regeling wordt aangehaald als Uitvoeringsregeling subsidie Herstructurering en intelligent ruimtegebruik bedrijventerreinen Noord-Holland 2014.
Algemene toelichting
Deze subsidieregeling heeft tot doel om projecten te stimuleren die voorzien in het herstructureren van verouderde bedrijventerreinen in Noord-Holland waardoor verrommeling wordt tegengegaan en het vestigingsklimaat voor bedrijven wordt verbeterd. Bij een herinrichting of herstructurering wijzigt het ontwerp of profiel van een bedrijventerrein. Bijvoorbeeld door de aanleg van parkeerplaatsen of het verwijderen van een groenstrook om een fietspad aan te leggen. Deze regeling geeft de mogelijkheid om subsidie aan te vragen voor het nemen van fysieke maatregelen op bedrijventerreinen. De veroudering op bedrijventerreinen kan worden aangepakt met drie typen maatregelen waarvoor gemeenten subsidie kunnen aanvragen:
  • -
    Herstructurering van de openbare ruimte:
    Met subsidie kunnen gemeenten bijvoorbeeld de bereikbaarheid en veiligheid  van een terrein verbeteren. Het gaat hier om activiteiten die plaatsvinden in de openbare ruimte van een bedrijventerrein, zoals infrastructurele ingrepen om een bedrijventerrein op te knappen.
  • -
    Herstructurering van de private ruimte:
    Naast het aanpakken van de openbare ruimte wordt met de uitvoeringsregeling HIRB beoogd private kavels te herstructureren. Gemeenten kunnen daarom ook subsidie aanvragen om al dan niet gezamenlijk met de ondernemers private kavels te herstructureren.
  • -
    Duurzame verbetering aanzicht van bedrijfspanden:
    Het aanzicht van bedrijfspanden is vaak beeldbepalend voor het gehele terrein. Daarom kunnen gemeenten ook subsidie aanvragen voor het duurzaam verbeteren van het aanzicht van bedrijfspanden. Dit kan bijvoorbeeld door instellen van een gevelrenovatie- of beeldkwaliteitsfonds welke ondernemers in staat stelt investeringen te doen in het aanzicht van hun pand. De ingreep zorgt voor een beter aanzicht van de gevel en bijvoorbeeld voor afscherming van opslag aan de voorzijde of een groenafscherming van de zichtbare achterkanten. Binnen dit onderdeel kunnen duurzaamheidsmaatregelen worden meegenomen.
Met het onderdeel Procesmaatregelen wordt beoogd het proces van daadwerkelijke herstructurering te versnellen. Met het inhuren van externe begeleiding bij de herstructurering kan een stevige impuls gegeven worden aan gemeenten die nog in de planfase van een project zitten. Naast begeleiding bij herstructurering is het ook mogelijk om procesmaatregelen te nemen voor het opzetten van parkmanagement of het nemen van duurzaamheidsmaatregelen.
Artikelsgewijze toelichting
Ad artikel 10, lid 1 sub b.
Met aanzicht bedrijfspand wordt de gevel en het vooraanzicht van een bedrijfspand bedoeld. De activiteit moet een op duurzame wijze toegepaste verbetering van het aanzicht van het bedrijfspand betreffen. Het mag niet gaan om regulier onderhoud.
Als subsidie wordt ingezet via de tussenkomst van een fonds dan dient de aanvrager aan te geven welke beeld-kwaliteits- en duurzaamheidsopgaven worden opgelost en hoe de inzet van de subsidie zal leiden tot een verbeterde kwaliteit van het bedrijventerrein.
Ad artikel 11 sub c
Voor regulier en achterstallig onderhoud op bedrijventerreinen wordt geen subsidie verleend. Activiteiten zoals het vervangen van de riolering, het verwijderen van asbest en grondsanering, schilderwerk, vervanging en activiteiten ter uitvoering van wettelijke taken zoals de versterking van waterkeringen, zijn niet subsidiabel.
Ad artikel 12, lid 2.
Ad c voorbereiding
Hieronder vallen in elk geval de volgende kosten:
  • het aanvragen van vergunningen;
  • leges;
  • procesmanagement niet vallend onder VAT;
  • opstellen van een bestemmingsplan.
Ad d het eigen apparaat
Hiermee wordt de inzet van eigen uren van de aanvrager bedoeld. Alleen de kosten voor extern personeel zijn subsidiabel.
Ad artikel 15, lid 2.
Ad a urgentie.
De ABCD lijsten geven de indicatie van urgentie. Projecten op de A-lijst krijgen 10 punten, projecten op de B-lijst 7, projecten op de C-lijst 4 en op de D-lijst 1 punt.
Ad b effect van de ingreep ten opzichte van de investering
Bij de beoordeling van dit criterium wordt gekeken naar de invulling van de onderstaande elementen in het projectplan ten opzichte van de gevraagde subsidie. Uitgangspunt daarbij is hoe meer elementen onderdeel uitmaken van het projectplan hoe hoger de score, maar tegelijk gaat het om de invulling van het element ten opzichte van de potentiële mogelijkheden:
  • Hoeveel hectare wordt geherstructureerd;
  • Welke ruimtewinst wordt gerealiseerd;
  • De afstemming van het project met de regio en met ondernemers;
  • De ruimtelijke kwaliteitsverbetering;
  • Investeringen in duurzaamheidsmaatregelen zoals het realiseren van voorzieningen op de gebieden energie, water, grondstoffen, afval, nutsvoorzieningen, gebouwen, verkeer en vervoer, ruimtelijke inrichting, ruimtelijke kwaliteit of parkmanagement, die leiden tot een lagere milieubelasting en zorgvuldig ruimtegebruik op een bestaand bedrijventerrein.
Ad c de uitvoeringsperiode van het project worden als volgt bepaald:
•Aan de hand van de in projectplanning wordt dit criterium beoordeeld, hoe langer de uitvoeringsperiode hoe lager de score voor dit criterium.
Ad e de procentuele bijdrage van de gemeente aan het project
Bij een procentuele bijdrage van 75% krijgt een project 10 punten, bij een bijdrage van 50% 7 punten, bij een bijdrage van 20% 4 punten en bij bijdragen lagen dan 20% 1 punt.
Ad artikel 16, lid 2.
Het project is gestart, wanneer de uitvoering van de fysieke maatregelen gegund is.
Ad artikel 21, lid 2
Ad a de urgentie van de herstructurering. De ABCD lijsten geven de indicatie van urgentie. Projecten in de A-lijst krijgen 10 punten, projecten in de B-lijst 7, projecten in de C-lijst 4 en in de D-lijst 1 punt.
Ad b de bijdrage van de onderzoeksresultaten of het procesmanagement aan een versnelde uitvoering van de herstructurering. De waarde wordt als volgt bepaald:
  • Procesmaatregelen tijdens de uitvoering van het project; 10 punten
  • Procesmaatregelen ter voorbereiding op de uitvoering, waaronder planvorming 8 punten;
  • Procesmaatregelen voor het opzetten van parkmanagement en duurzaamheidsmaatregelen: 6 punten.
Ad c de mate waarin de elementen ruimtewinst en duurzaamheid zijn meegenomen. De waarde wordt bepaald aan de hand van de te behalen ruimtewinst en de te realiseren duurzaamheid.
 
Naar boven