Natuur- en Recreatieschap Zuidwestelijke Delta – Wijziging aanwijzingsbesluit honden en intrekking aanwijzingsbesluit ruiterpaden en –routes
Kenmerk: PZH-2015-514518113
Het Dagelijks Bestuur van het Natuur- en Recreatieschap Zuidwestelijke Delta,
Gelet op het besluit van 24 juni 2014 tot de opheffing van de gemeenschappelijke regelingen voor de Natuur- en Recreatieschappen De Grevelingen en Haringvliet en het treffen van de gemeenschappelijke regeling Natuur- en Recreatieschap Zuidwestelijke Delta per 1 juli 2014. In voornoemd besluit is onder andere bepaald dat de door het bestuur van de voormalige natuur- en recreatieschappen vastgestelde verordeningen en voorschriften tot twee jaar na de inwerkingtreding van het laatstgenoemde natuur- en recreatieschap hun rechtskracht blijven behouden en overeenkomstig van toepassing zijn ten aanzien van het gebied waarvoor deze zijn vastgesteld;
Overwegende dat het op grond van artikel II.5, eerste en tweede lid van de Algemene Verordening Natuur- en Recreatieschap De Grevelingen 2007 verboden is om honden los te laten lopen of te laten verblijven en de eigenaar of houder van een hond de zorg draagt dat dit dier geen overlast veroorzaakt aan anderen en geen uitwerpselen achterlaat (opruimplicht);
dat hij op grond van artikel II.5, derde lid van de Algemene Verordening Natuur- en Recreatieschap De Grevelingen 2007 de bevoegdheid heeft om gebieden en tijdstippen aan te wijzen waar het verboden is zich met een hond te bevinden;
dat hij op grond van artikel II.5, vierde lid van de Algemene Verordening Natuur- en Recreatieschap De Grevelingen 2007 de bevoegdheid heeft om gebieden en tijdstippen aan te wijzen waar het in artikel II.5, eerste en tweede lid bedoelde verbod en opruimplicht niet gelden;
dat het gewenst is om zijn aanwijzingsbesluit Honden van 10 oktober 2008 (gepubliceerd in het Provinciaal Blad van Zeeland nummer 38 van 2008 en het Provinciaal Blad van Zuid-Holland van 16 oktober 2008, nummer 85) aan te passen en in dat verband het aanwijzingsbesluit Ruiterpaden en –routes van 8 mei 2009 in te trekken (gepubliceerd in het Provinciaal Blad van Zeeland nummer 23 van 2009 en het Provinciaal Blad van Zuid-Holland van 20 mei 2009, nummer 33). Aanleiding om het laatstgenoemde aanwijzingsbesluit in te trekken is dat ruiterpaden- en –routes niet als zodanig worden benut. Hondenbezitters hebben verzocht om honden op deze locatie toe te staan.
Besluit:
  • A.
    Het aanwijzingsbesluit Ruiterpaden en –routes van 8 mei 2009 in te trekken;
  • B.
    De A bedoelde locatie en de op de bijgevoegde kaart aangegeven route aan te wijzen als loslooproute voor honden, waar de aanlijnplicht als aangegeven in artikel II.5, vierde lid, van de Algemene Verordening Natuur- en Recreatieschap De Grevelingen 2007 niet geldt. Op grond van artikel II.5, tweede lid, onder b, van de voornoemde verordening geldt wel een opruimplicht van uitwerpselen. Voor het overige blijft het aanwijzingsbesluit Honden van 10 oktober 2008 onverkort van toepassing;
  • C.
    De onder A en B van dit besluit aangegeven intrekking en aanwijzingen de dag na die van publicatie te laten ingaan.
 
Aldus besloten in de vergadering van het Dagelijks Bestuur van 10 april 2015.
De heer F.J. Tollenaar, voorzitter,
Mevrouw C.T. Ploeger, secretaris,
 
Uitgegeven, 28 april 2015.
De secretaris, A.W. Smit
Bijlage Hondenbeleid Grevelingendam
Naar boven