Provincie Zeeland – Vaststelling Regeling verplaatsingskosten Provincie Zeeland 2015
BESLUIT van gedeputeerde staten van 24 maart 2015, kenmerk 15003828, houdende vaststelling van de Regeling verplaatsingskosten Provincie Zeeland 2015 en intrekking van de Regeling verplaatsingskosten 2009.
 
Gedeputeerde staten van Zeeland,
  • -
    overwegende dat het wenselijk is de Regeling verplaatsingskosten 2009 in juridisch-technische zin aan te passen alsmede de systematiek te verbeteren;
  • -
    overwegende dat het wenselijk is een nieuwe regeling vast te stellen en de vigerende regeling in te trekken;
  • -
    gelet op artikel 158, eerste lid, onder c, van de Provinciewet;
  • -
    gehoord de commissie voor georganiseerd overleg;
besluiten vast te stellen de
 
Regeling verplaatsingskosten Provincie Zeeland 2015
 
Hoofdstuk I Begripsbepalingen
Artikel 1  
Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:
  • a.
    ambtenaar: de ambtenaar als bedoeld in artikel A.1, eerste lid, onder a, van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Provincies (CAP). De arbeidscontractant met wie gedeputeerde staten een dienstverband op arbeidsovereenkomst zijn aangegaan als bedoeld in Hoofdstuk H van genoemde arbeidsvoorwaardenregeling, wordt voor de toepassing van deze regeling met de ambtenaar gelijk gesteld;
  • b.
    woonplaats: de gemeente waar de ambtenaar woonachtig is;
  • c.
    plaats van tewerkstelling: de voor de ambtenaar gebruikelijke ingang van het gebouw, het gebouwencomplex, het terrein of vaartuig, waar hij gewoonlijk zijn werkzaamheden verricht;
  • d.
    gezinsleden: de echtgenoot of levenspartner van de ambtenaar en de kinderen, stief- en pleegkinderen van hemzelf en/of van zijn echtgenoot of levenspartner, voor zover zij met hem samenwonen;
  • e.
    voeren eigen huishouding: het zelfstandig bewonen van woonruimte, voorzien van eigen meubilair en stoffering, een en ander ter beoordeling van gedeputeerde staten;
  • f.
    verplaatsing: verandering van de plaats van tewerkstelling van de ambtenaar.
Hoofdstuk II Tegemoetkoming in de verhuiskosten
Artikel 2  
  • 1.
    Gedeputeerde staten kunnen de ambtenaar die (uitzicht op) een dienstverband heeft voor langer dan twee jaar en die in verband met die indiensttreding of met een verplaatsing zonder opdracht daartoe, is verhuisd en een woning heeft betrokken, op zijn verzoek een tegemoetkoming in de verhuiskosten verlenen indien hij zich binnen een afstand van 10 kilometer van de standplaats heeft gevestigd of indien hij zich elders binnen de provinciegrenzen heeft gevestigd en de enkele reisafstand tussen woon- en standplaats met ten minste 10 kilometer wordt verminderd en de totale enkele reisafstand tussen woon- en standplaats met meer dan de helft korter wordt. De eventueel verschuldigde loonheffing komt voor rekening van de ambtenaar.
  • 2.
    Gedeputeerde staten verlenen de ambtenaar die in verband met indiensttreding of met verplaatsing in hun opdracht is verhuisd en een woning heeft betrokken, een tegemoetkoming in de verhuiskosten waarbij een eventueel verschuldigde loonheffing voor rekening van gedeputeerde staten komt.
  • 3.
    De ambtenaar die in verband met een indiensttreding is verhuisd en aan wie binnen twee jaren na de verhuizing ontslag op aanvraag wordt verleend of die ten gevolge van aan hem te wijten feiten of omstandigheden wordt ontslagen, dient de hem toegekende tegemoetkoming in de verhuiskosten terug te betalen.
  • 4.
    De tegemoetkoming wordt de ambtenaar die in verband met indiensttreding is verhuisd slechts verleend indien hij schriftelijk heeft verklaard dat een verplichting tot terugbetaling hem bekend is.
Artikel 3  
Geen tegemoetkoming in de verhuiskosten ingevolge artikel 2 wordt verleend indien de verhuizing niet heeft plaatsgevonden binnen twee jaren na de datum van indiensttreding dan wel na de datum van verplaatsing, ongeacht of deze verplaatsing zonder opdracht dan wel in opdracht van gedeputeerde staten heeft plaatsgevonden.
 
Hoofdstuk III Hoogte tegemoetkoming verhuiskosten
Artikel 4  
  • 1.
    De tegemoetkoming in de verhuiskosten bestaat uit:
    • a.
      een bedrag voor de kosten van transport van de inboedel van de ambtenaar en zijn gezinsleden naar de nieuwe woning, waaronder begrepen de kosten van het in- en uitpakken van breekbare zaken;
    • b.
      een bedrag voor dubbele woonkosten;
    • c.
      een bedrag voor alle direct uit de verhuizing voortvloeiende kosten.
  • 2.
    Terstond na de verhuizing dient de ambtenaar aan gedeputeerde staten voor te leggen:
    • a.
      een verzoek voor een tegemoetkoming in de verhuiskosten;
    • b.
      een gespecificeerde rekening van de verhuizer. Gedeputeerde staten beoordelen de rekening naar de gebruikelijke tarieven en keuren deze goed tot een daarmee overeenstemmend bedrag. De betaling van de rekening geschiedt rechtstreeks aan de verhuizer.
Artikel 5  
  • 1.
    De tegemoetkoming in dubbele woonkosten als bedoeld in artikel 4, eerste lid, onder b, is gelijk aan de noodzakelijk te maken kosten, met dien verstande dat de tegemoetkoming maximaal € 272,27 per maand bedraagt en over een termijn van maximaal vier maanden wordt verleend.
  • 2.
    Indien de ambtenaar op de dag van de verhuizing een eigen huishouding voert wordt het bedrag als bedoeld in artikel 4, eerste lid, onder c, voor zover niet anders bepaald, gesteld op € 7.750,--.
  • 3.
    Indien het betreft een verhuizing van een gezin waarin de echtgenoten of levenspartners beiden ambtenaar zijn in de zin van deze regeling en afzonderlijk de opdracht hebben om te verhuizen of zijn verplaatst, wordt de tegemoetkoming slechts aan één ambtenaar verleend.
  • 4.
    Indien de ambtenaar geen eigen huishouding voert wordt geen tegemoetkoming in de verhuiskosten verleend als bedoeld in artikel 4, eerste lid, onder c.
Hoofdstuk IV Tegemoetkoming reiskosten van tijdelijk woon-werkverkeer en kosten tijdelijk verblijf buiten de woonplaats
Artikel 6  
  • 1.
    De ambtenaar die voldoet aan de criteria als genoemd in artikel 2, eerste of tweede lid, en die er ondanks alle pogingen daartoe, niet in slaagt passende huisvesting in of nabij de plaats van tewerkstelling te verkrijgen, heeft aanspraak op een tegemoetkoming in de kosten voor het dagelijks reizen tussen de woonplaats en de plaats van tewerkstelling, zolang hij bij verhuizing in aanmerking zou kunnen komen voor een tegemoetkoming in de verhuiskosten.
  • 2.
    Een ambtenaar als bedoeld in het vorige lid die naar het oordeel van gedeputeerde staten niet dagelijks heen en weer kan reizen heeft, tenzij van de zijde van gedeputeerde staten al dan niet tegen betaling in huisvesting wordt voorzien, aanspraak op een tegemoetkoming in de kosten van tijdelijk verblijf buiten zijn woonplaats en in of nabij de plaats van tewerkstelling. Daarnaast heeft hij aanspraak op een tegemoetkoming in de reiskosten voor ten hoogste eenmaal per week naar de woonplaats.
  • 3.
    Een ambtenaar die anders dan bij wijze van proef voor een periode van twee jaar of korter is benoemd of elders is geplaatst, heeft aanspraak op een tegemoetkoming in de reiskosten als bedoeld in het eerste lid, dan wel op een tegemoetkoming overeenkomstig het tweede lid, indien de ambtenaar naar het oordeel van gedeputeerde staten niet dagelijks heen en weer kan reizen.
Hoofdstuk V Hoogte tegemoetkoming reiskosten van tijdelijk woon-werkverkeer en kosten tijdelijk verblijf buiten de woonplaats
Artikel 7  
  • 1.
    De tegemoetkoming in de reiskosten als bedoeld in artikel 6, eerste lid, is gelijk aan de tegemoetkoming op grond van de Forensenregeling Provincie Zeeland 2015.
  • 2.
    Indien daartoe naar hun oordeel aanleiding is kunnen gedeputeerde staten een hogere reiskostenvergoeding verlenen dan op grond van het vorige lid, met dien verstande dat de vergoeding per kilometer nooit meer mag bedragen dan het bedrag dat volgens de belastingwetgeving belastingvrij per kilometer kan worden vergoed.
  • 3.
    De tegemoetkoming in de kosten van tijdelijk verblijf buiten de woonplaats als bedoeld in artikel 6, tweede lid, bedraagt 90% van de betaalde kosten voor zover deze niet uitgaan boven een bedrag van € 40,-- per etmaal en € 600,-- per maand.
  • 4.
    De tegemoetkoming in reiskosten naar de woonplaats als bedoeld in artikel 6, tweede lid, is gelijk aan het bedrag dat volgens de belastingwetgeving belastingvrij per kilometer kan worden vergoed.
Artikel 8  
  • 1.
    Gedeputeerde staten verlenen de tegemoetkoming op grond van de artikelen 6 en 7 voor de eerste maal voor ten hoogste twee maanden. Zij kunnen de termijn op verzoek van de ambtenaar telkens met ten hoogste één maand verlengen.
  • 2.
    Geen aanspraak op tegemoetkoming van de reis- en verblijfkosten bestaat indien de declaratie van de in een kalendermand gemaakte kosten niet binnen twee maanden na die kalendermaand bij gedeputeerde staten is ingediend.
Hoofdstuk VI Overige- en slotbepalingen
Artikel 9  
Gedeputeerde staten kunnen aan de ambtenaar die op grond van artikel 2 niet in aanmerking komt voor een tegemoetkoming in de verhuiskosten als bedoeld in de hoofdstukken II en III, alsnog een tegemoetkoming in de verhuiskosten toekennen indien daartoe naar hun oordeel aanleiding is, onder nader te bepalen voorwaarden.
 
Artikel 10  
In die gevallen waarin sprake is van een verplaatsing vanuit Nederland naar het buitenland dan wel omgekeerd, nemen gedeputeerde staten een nader besluit over de hoogte van de tegemoetkoming in de verhuiskosten alsmede over de voorwaarden die aan toekenning zijn verbonden.
 
Artikel 11  
  • 1.
    Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling verplaatsingskosten Provincie Zeeland 2015.
  • 2.
    Deze regeling treedt in werking met ingang van de eerste dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2015.
  • 3.
    Gedeputeerde staten stellen deze regeling vast onder gelijktijdige intrekking van de Regeling verplaatsingskosten 2009.
 
 
Aldus vastgesteld in de vergadering van Gedeputeerde Staten van 24 maart 2015.
 
Drs. J.M.M. Polman, voorzitter
A.W. Smit, secretaris
 
Uitgegeven 23 april 2015
De secretaris, A.W. Smit
Naar boven