Provincie Noord-Holland; wijziging van de Uitvoeringsregeling subsidie projecten regionale sociale agenda’s Noord-Holland 2012
 
Besluit van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland van 10 maart 2015, nummer 552841/552832, tot wijziging van de Uitvoeringsregeling subsidie projecten regionale sociale agenda’s Noord-Holland 2012
Gedeputeerde Staten van Noord-Holland
Gelet op artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Noord-Holland 2011
B esluiten :
Artikel I
De Uitvoeringsregeling subsidie projecten regionale sociale agenda’s Noord-Holland 2012 wordt als volgt gewijzigd:
De bijlage wordt ververvangen door de bij dit besluit behorende bijlage.
Artikel II
Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het provinciaal blad waarin het wordt geplaatst.
Haarlem, 10 maart 2015.
Gedeputeerde Staten van Noord-Holland,
J.W. Remkes, voorzitter.
G.E.A. van Craaikamp, provinciesecretaris.
Uitgegeven op 26 maart 2015
 
Bijlage I: nieuwe regio indeling
De regio’s als bedoeld in artikel 1 van de Uitvoeringsregeling subsidie projecten regionale sociale agenda’s Noord-Holland 2012 zijn als volgt ingedeeld:
Kop van Noord-Holland: de gemeenten Den Helder, Schagen, Hollands Kroon en Texel.
West-Friesland: de gemeenten Hoorn, Enkhuizen, Koggenland, Drechterland, Opmeer, Stede Broec en Medemblik.
Regio Alkmaar: de gemeenten Alkmaar, Bergen, Castricum, Heerhugowaard, Heiloo, Langedijk en Uitgeest.
Zuid-Kennemerland: de gemeenten Haarlem, Haarlemmerliede en Spaarnwoude, Heemstede, Zandvoort en Bloemendaal.
Midden-Kennemerland: de gemeenten Heemskerk, Velsen en Beverwijk.
Amstelland-Meerlanden: de gemeenten Amsterdam, Haarlemmermeer, Diemen, Amstelveen, Ouder-Amstel, Aalsmeer en Uithoorn.
Gooi en Vechtstreek: de gemeenten Huizen, Wijdemeren, Hilversum, Weesp, Bussum, Laren, Blaricum, Naarden en Muiden.
Zaanstreek-Waterland: de gemeenten Zaanstad, Zeevang, Purmerend, Edam-Volendam, Beemster, Oostzaan, Landsmeer, Waterland en Wormerland.
Bijlage II: integrale wijziging van de Uitvoeringsregeling subsidie projecten regionale sociale agenda’s Noord-Holland 2012 na wijziging.
Artikel 1
In deze regeling wordt verstaan onder:
  • a.
    Regio: een samenwerkingsverband bestaande uit gemeenten in de provincie Noord-Holland zoals opgenomen in de bijlage behorende bij deze regeling;
  • b.
    Regionale projectaanvraag: een aanvraag om subsidie als bedoeld in artikel 2 die door een regio of door een gemeente mede namens tenminste de helft van het aantal gemeenten in een regio al dan niet in samenwerking met een of meerdere gemeenten uit een andere regio is ingediend;
  • c.
    Thematische projectaanvraag: een aanvraag om subsidie als bedoeld in artikel 2 die door een gemeente mede namens tenminste 2 gemeenten uit verschillende regio’s is ingediend.
Artikel 2
Subsidie kan worden verstrekt voor activiteiten die gericht zijn op de regionale of thematische aanpak van een bovengemeentelijk vraagstuk in de provincie Noord-Holland en die betrekking hebben op een of meerdere thema’s uit de Provinciale Sociale Agenda (‘Wmo’, ‘Wonen zorg en voorzieningen ’en ‘Vitaal platteland’)
Artikel 3
  • 1.
    Subsidie voor activiteiten die gericht zijn op een regionale aanpak kan worden verstrekt aan:
    • a.
      een gemeente die mede namens tenminste de helft van het aantal gemeenten in een regio een regionale projectaanvraag indient;
    • b.
      een regio die rechtspersoonlijkheid bezit;
  • 2.
    subsidie voor activiteiten die gericht zijn op een thematische aanpak kan worden verstrekt aan een gemeente die mede namens tenminste twee gemeenten uit verschillende regio’s een thematische projectaanvraag indient.
Artikel 4
Gedeputeerde staten verstrekken geen subsidies van minder dan € 5.000, -.
Artikel 5
Bij subsidies van minder dan € 10.000, - gaat geen subsidieverlening aan de subsidievaststelling vooraf.
Artikel 6
  • 1.
    Een aanvraag om subsidie wordt niet behandeld indien met de uitvoering van een activiteit is gestart voordat de aanvraag is ontvangen.
  • 2.
    Een aanvraag om subsidie bevat tenminste:
    • a.
      de Regionale Sociale Agenda vastgesteld door de desbetreffende regio of in het geval van een thematische projectaanvraag de vastgestelde Regionale Sociale Agenda van de regio van één van de aanvragende gemeenten;
    • b.
      een overzicht van de bij de projectaanvraag betrokken gemeenten;
    • c.
      een projectplan waarin tenminste is opgenomen: een inhoudelijke beschrijving van het vraagstuk;
    • d.
      de activiteiten die worden uitgevoerd en de hieraan gekoppelde doelstelling;
    • e.
      een realistische planning van de activiteit;
    • f.
      een begroting van de kosten van de activiteiten;
    • g.
      een financieringsplan van de kosten van de activiteit.
Artikel 7
Gedeputeerde staten stellen jaarlijks een subsidieplafond vast.
Artikel 8
  • 1.
    Een aanvraag om subsidie is tijdig ingediend indien de aanvraag in de periode van 1 mei tot en met 19 juni is ontvangen.
  • 2.
    Een aanvraag om subsidie die buiten de in het vorige lid genoemde periode wordt ontvangen, wordt niet in behandeling genomen.
  • 3.
    Gedeputeerde staten beslissen uiterlijk 1 oktober.
Artikel 9
  • 1.
    Subsidie wordt verstrekt voor de volgende aan een activiteit verbonden kosten:
    • a.
      ontwikkelingskosten;
    • b.
      uitvoeringskosten met uitzondering van de aanschaf van duurzame gebruiksgoederen;
    • c.
      onderzoekskosten;
    • d.
      personeelskosten met uitzondering van permanente formatie-uitbreiding van een gemeente of instelling die een activiteit uitvoert;
    • e.
      kosten voor externe deskundigen;
    • f.
      communicatiekosten;
    • g.
      kosten voor kennisoverdracht.
  • 2.
    Subsidie wordt niet verstrekt voor de kosten van het verstrekken van individuele Wmo voorzieningen.
Artikel 10
De subsidie bedraagt 90 procent van de subsidiabele kosten tot maximaal € 250.000, - per regionale of thematische projectaanvraag.
Artikel 11
  • 1.
    Als bij het honoreren van alle aanvragen die voor subsidie in aanmerking komen het subsidieplafond wordt overschreden, worden projectaanvragen gerangschikt op een prioriteitenlijst.
  • 2.
    De rangschikking wordt bepaald door het totaal aantal punten dat wordt gehaald op basis van de volgende criteria:
    • a.
      de mate waarin de activiteiten aansluiten bij de thema’s uit de Provinciale Sociale Agenda;
    • b.
      de relatie tussen het vraagstuk, de doelstelling van het project en de uit te voeren activiteit;
    • c.
      de uitvoerbaarheid en haalbaarheid van het project;
    • d.
      de meerwaarde die ontstaat door de regionale aanpak van het betreffende vraagstuk ten aanzien van:
• efficiency;
• kostenbesparing;
• verbetering van dienstverlening.
  • 3.
    Per criterium kunnen 0, 1, 2 of 3 punten worden behaald.
  • 4.
    Subsidie wordt geweigerd indien een aanvraag minder dan 7 punten behaalt.
  • 5.
    Als eerste worden de regionale projectaanvragen op de prioriteitenlijst gehonoreerd op basis van het aantal behaalde punten met een maximum van € 250.000, - per regio.
  • 6.
    Vervolgens worden de thematische projectaanvragen gehonoreerd, waarbij het thema dat bij lid 5 het minst is voorgekomen als eerste wordt gehonoreerd.
  • 7.
    Onverminderd het bepaalde in lid 4 geldt dat indien het subsidieplafond dan nog niet is bereikt, het project met het hoogste aantal punten op de prioriteitenlijst wordt gehonoreerd.
  • 8.
    Indien meerdere aanvragen op dezelfde plaats op de prioriteitenlijst worden gerangschikt en door honorering van deze aanvragen het subsidieplafond wordt overschreden, wordt de aanvraag met de laagste projectkosten als eerste gehonoreerd.
Artikel 12
De subsidieontvanger is verplicht om:
  • a.
    het project uiterlijk 2 jaar na verzenddatum van het verleningsbesluit af te ronden;
  • b.
    een verslag van de aanpak, voortgang, resultaten en effecten van de projecten ter beschikking te stellen van de provincie zodat deze verspreid kunnen worden onder andere regio’s.
Artikel 13
  • 1.
    Een aanvraag tot vaststelling wordt ingediend binnen 13 weken na voltooiing van de activiteit.
  • 2.
    Indien de subsidieontvanger een gemeente, of een openbaar lichaam dat is ingesteld op grond van hoofdstuk I, II of IV van de Wet gemeenschappelijke regelingen is, wordt de aanvraag tot vaststelling van de subsidie uiterlijk 1 augustus van het jaar volgend op het jaar waarin de activiteit is voltooid, ingediend.
  • 3.
    Gedeputeerde staten stellen voor de aanvraag als bedoeld in het tweede lid een formulier vast.
  • 4.
    Gedeputeerde staten beslissen binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag tot vaststelling van de subsidie.
Artikel 14
  • 1.
    Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het provinciaal blad waarin zij is geplaatst.
  • 2.
    Deze regeling vervalt op 31 december 2015.
  • 3.
    Deze regeling wordt aangehaald als Uitvoeringsregeling subsidie projecten regionale sociale agenda’s Noord-Holland 2012.
Bijlage bij de Uitvoeringsregeling subsidie projecten regionale sociale agenda’s Noord-Holland 2012
De regio’s als bedoeld in artikel 1 van de Uitvoeringsregeling subsidie projecten regionale sociale agenda’s Noord-Holland 2012 zijn als volgt ingedeeld:
Kop van Noord-Holland: de gemeenten Den Helder, Schagen, Hollands Kroon en Texel.
West-Friesland: de gemeenten Hoorn, Enkhuizen, Koggenland, Drechterland, Opmeer, Stede Broec en Medemblik.
Regio Alkmaar: de gemeenten Alkmaar, Bergen, Castricum, Heerhugowaard, Heiloo, Langedijk en Uitgeest.
Zuid-Kennemerland: de gemeenten Haarlem, Haarlemmerliede en Spaarnwoude, Heemstede, Zandvoort en Bloemendaal.
Midden-Kennemerland: de gemeenten Heemskerk, Velsen en Beverwijk.
Amstelland-Meerlanden: de gemeenten Amsterdam, Haarlemmermeer, Diemen, Amstelveen, Ouder-Amstel, Aalsmeer en Uithoorn.
Gooi en Vechtstreek: de gemeenten Huizen, Wijdemeren, Hilversum, Weesp, Bussum, Laren, Blaricum, Naarden en Muiden.
Zaanstreek-Waterland: de gemeenten Zaanstad, Zeevang, Purmerend, Edam-Volendam, Beemster, Oostzaan, Landsmeer, Waterland en Wormerland.
 
Naar boven