Besluit van Gedeputeerde Staten van 3 maart 2015, PZH-2015-506854259 (DOS-2014-0003881), tot wijziging van de Uitvoeringsregeling groen 2014
Gedeputeerde Staten van de Provincie Zuid-Holland,
 
gelet op artikel 3 van de Algemene subsidieverordening Zuid-Holland 2013;
 
Besluiten de Uitvoeringsregeling groen Zuid-Holland 2014 te wijzigen
 
Artikel I
De Uitvoeringsregeling groen Zuid-Holland 2014 wordt als volgt gewijzigd:
 
A
Na artikel 3 wordt een artikel toegevoegd luidende:
 
Artikel 3a inzet van vrijwilligers
  • 1.
    Voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie komt de inzet van vrijwilligers voor subsidie in aanmerking.
  • 2.
    De inzet van vrijwilligers komt voor € 35,00 per uur voor subsidie in aanmerking.
  • 3.
    De inzet van vrijwilligers is subsidiabel indien de werkelijke arbeidstijd gecontroleerd kan worden.
  • 4.
    De totale subsidie inclusief de subsidie voor de inzet van vrijwilligers is niet hoger dan de totale subsidiabele kosten exclusief de subsidie voor de inzet van vrijwilligers.
B
Artikel 20, eerste lid, komt te luiden:
  • 1.
    Subsidie als bedoeld in artikel 19 wordt uitsluitend verstrekt aan:
    • a.
      rechtspersonen;
    • b.
      natuurlijke personen die deelnemen in een maatschap, vennootschap onder firma of commanditaire vennootschap.
C
In artikel 37 worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  • 1.
    In het derde lid wordt de zinsnede “als vermeld in artikel 34, onder e” vervangen door: als bedoeld in artikel 35, onder e.
  • 2.
    In het vierde lid wordt de zinsnede “toepassing van het eerste lid” vervangen door: toepassing van dit artikel.
D
In artikel 38, derde lid, wordt de zinsnede “bijzondere diersoorten” vervangen door: bijzondere planten- en diersoorten.
 
E
In artikel 44 worden de onderdelen h tot en met l verletterd tot de onderdelen g tot en met j.
 
F
Artikel 45 komt te luiden:
 
Artikel 45 Subsidiabele activiteiten en prestatie
1. Subsidie kan worden verstrekt voor:
a. de verbetering of het realiseren van nieuwe voorzieningen, routes, het oplossen van bestaande knelpunten en de aanleg van ontbrekende schakels in het recreatief basisroutenetwerk Zuid-Holland;
b. het beheer en de openstelling van boerenlandpaden.
2. Subsidie als bedoeld in het eerste lid, onder b, wordt verstrekt voor een periode van zeven jaren.
3. Subsidie als bedoeld in het eerste lid wordt verstrekt in de vorm van een projectsubsidie.
4. De activiteit als bedoeld in het eerste lid leidt tot het aanleggen van voorzieningen, bewegwijzering van routes of nieuwe routes in het recreatief basisroutenetwerk Zuid-Holland.
 
G
Artikel 50 komt te luiden:
 
Artikel 50 Subsidiehoogte
1. De hoogte van de subsidie bedraagt voor de activiteiten als bedoeld in artikel 45, eerste lid, onder a, ten hoogste 75% van de subsidiabele kosten.
2. In afwijking van het eerste lid bedraagt de hoogte van de subsidie:
a. ten hoogste 50% van de subsidiabele kosten indien de activiteit de aanleg van een stad-landverbinding betreft;
b. ten hoogste 100% van de subsidiabele kosten indien de activiteit de aanleg en inrichting van een wandelroute betreft;
c. ten hoogste 100% van de subsidiabele kosten indien de activiteit de aanleg van een boerenlandpad betreft.
3. De hoogte van de subsidie bedraagt voor het beheer en de openstelling van een boerenlandpad € 0,45 per meter per jaar.
 
H
Artikel 51 vervalt.
 
I
Artikel 54 wordt als volgt gewijzigd:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding “1” geplaatst.
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
2. De beleidsvisie BRTN 2008-2013 is vindbaar op http://www.srn.nl/publicaties
 
J
§ 3.6 Projectsubsidie grootschalige proef van onderwaterdrainage vervalt.
 
K
In artikel 75 worden de onderdelen b en c verletterd tot de onderdelen a en b.
 
L
In artikel 77 worden de onderdelen a, b, b en c verletterd tot de onderdelen a, b, c en d.
 
M
Artikel 81 komt te luiden:
 
Artikel 81 Subsidievereisten
Om voor subsidie als bedoeld in artikel 79 in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:
a. de activiteiten worden uitgevoerd in samenwerking met in elk geval de essentiële partijen, waaronder agrariërs of agrarische organisaties;
b. voldoende aannemelijk is dat de te ontwikkelen systeeminnovatie zal gaan leiden tot daadwerkelijke verduurzaming van veenweidelandbouw specifiek gericht op verminderen van stikstof en fosfaat of verduurzaming van bodemgebruik en waterhuishouding;
c. het project biedt zicht op toepassing in de praktijk.
 
N
In artikel 87 wordt de zinsnede “het volgende vereiste” vervangen door: de volgende vereisten.
 
O
In artikel 89, vierde lid, wordt de zinsnede “toepassing van het eerste lid” vervangen door: toepassing van het eerste en het tweede lid.
 
Q
Na § 3.9 wordt een paragraaf ingevoegd, luidende:
 
§ 3.9a Project subsidie de Groene Motor
Artikel 89a Subsidiabele activiteit
  • 1.
    Subsidie kan worden verstrekt voor de uitvoering van het programma De Groene Motor.
  • 2.
    De subsidie wordt verstrekt in de vorm van een project subsidie.
  • 3.
    De activiteit leidt tot stimulering van vrijwilligerswerk in de leefomgeving en ondersteuning van het vrijwilligerswerk.
     
Artikel 89b Doelgroep
Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan de rechtspersoon bij wie de uitvoering van het programma De Groene Motor belegd is.
 
Artikel 89c Subsidiabele kosten
Voor subsidie komen in aanmerking de kosten voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie.
 
Artikel 89d Subsidiehoogte
De subsidie bedraagt ten hoogste 100% van de kosten tot een maximum van € 395.000,-
 
R
Artikel 100 komt te luiden:
Artikel 100 Begripsomschrijvingen
In deze paragraaf wordt verstaan onder:
  • a.
    ecologische verbindingen; die delen van de Ecologische Hoofdstructuur die in de Verordening Ruimte zijn aangeduid als Ecologische verbinding;
  • b.
    natuurbeheer: beheer van grond met als doel de veiligstelling van ecosystemen met de daarbij behorende plant- en diersoorten;
  • c.
    natuurbeheerplan: plan als bedoeld in artikel 2.1 van de Subsidieregeling Natuur- en Landschapsbeheer Zuid-Holland 2013;
  • d.
    verwerving: verkrijging van het recht van de volle eigendom of het recht van erfpacht.
S
Artikel 101komt te luiden:
Artikel 101 Subsidiabele activiteiten en prestatie
  • 1.
    Subsidie kan worden verstrekt voor de verwerving van terreinen ten behoeve van ecologische verbindingen die behoren tot prioriteit 1 of prioriteit 2 zoals aangegeven op de in bijlage 1a opgenomen kaart.
  • 2.
    De subsidie wordt verstrekt in de vorm van een projectsubsidie.
  • 3.
    De activiteit leidt tot de gehele of gedeeltelijke realisatie van een of meer ecologische verbindingen.
T
Artikel 103 vervalt.
 
U
Artikel 108, eerste lid, onderdeel a, komt te luiden:
a.binnen acht weken na subsidieverlening sluiten de subsidieontvanger en Gedeputeerde Staten een overeenkomst waarin is opgenomen:
1° de verplichting, inhoudende dat degene aan wie het terrein toebehoort, het betreffende terrein niet gebruikt of doet gebruiken als landbouwgrond, het terrein beheert overeenkomstig het natuurbeheertype als bedoeld in artikel 104 onder a en b, en datgene nalaat wat de veiligstelling van ecosystemen met de daarbij behorende soorten in gevaar brengt of verstoort;
2° dat de verplichtingen, genoemd onder 1°, zullen overgaan op degenen die het terrein onder bijzondere of algemene titel zullen verkrijgen en dat mede gebonden zullen zijn degene die van de rechthebbende een recht op het gebruik van het goed zullen krijgen;
 
V
In artikel 109 worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  • 1.
    In het eerste lid, onder a, wordt de zinsnede “het natuurbeheertype zoals vermeld in artikel 31 lid a” vervangen door: het natuurbeheertype als bedoeld in artikel 104 onder a en b.
  • 2.
    In het eerste lid, onder f, wordt de zinsnede “een overeenkomst als bedoeld in artikel 36 lid 1 onder a van deze regeling” vervangen door: een overeenkomst als bedoeld in artikel 108, eerste lid, onder a”.
  • 3.
    Onder vernummering van het vierde tot het derde lid, vervalt het derde lid.
W
In artikel 111 wordt de zinsnede “als bedoeld in artikel 101” vervangen door: als bedoeld in artikel 102.
 
X
Artikel 155 komt te luiden:
Artikel 155 Subsidiehoogte
De hoogte van de subsidie bedraagt het bedrag dat per eigenaar of pachter per gebied is opgenomen in bijlage 4.
 
Y
Artikel 156 komt te luiden:
Artikel 156 begripsbepaling
In deze paragraaf wordt onder landschapselement verstaan: een bestanddeel in een landschap dat als karakteristiek is aangeduid in het Natuurbeheerplan Zuid-Holland, dat van kracht is voor de aanvang van de aanvraagperiode.
 
Z
Artikel 157 komt te luiden:
Artikel 157 Subsidiabele activiteit en prestatie
  • 1.
    Subsidie kan worden verstrekt voor regulier en periodiek onderhoud van bestaande landschapselementen.
  • 2.
    Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor landschapselementen die gelegen zijn op gronden waarop geen landbouwactiviteit wordt uitgevoerd, met inbegrip van gronden rondom woningen, stallen en een ontsluiting naar de openbare weg.
  • 3.
    Het tweede lid is niet van toepassing voor het landschapselement zandwal of schurveling.
  • 4.
    Subsidie als bedoeld in dit artikel wordt verstrekt in de vorm van een projectsubsidie en wordt verstrekt voor een periode van zes jaren.
  • 5.
    De activiteit als bedoeld in het eerste lid leidt tot behoud van de kwaliteit van een karakteristieklandschapselement in het agrarisch gebied van Zuid-Holland.
AA
Artikel 158 komt te luiden:
Artikel 158 Doelgroep
Subsidie als bedoeld in artikel 157 wordt uitsluitend verstrekt aan een natuurlijk persoon die krachtens een zakelijk of persoonlijk recht gebruiker is van de gronden als bedoeld in artikel 157, tweede lid, waarop het landschapselement gelegen is en die grond niet gebruikt in het kader van de uitoefening van een beroep of bedrijf.
 
AB
Artikel 159 komt te luiden:
Artikel 159
In afwijking van artikel 26, eerste lid, van de Asv kan een aanvraag voor subsidie als bedoeld in artikel 157 jaarlijks worden ingediend gedurende de periode van 1 januari tot 1 maart.
 
AA
Artikel 161 komt te luiden:
Artikel 161 Subsidievereisten
Om voor subsidie als bedoeld in artikel 157 in aanmerking te komen, wordt, naast aan de vereisten in artikel 3, voldaan aan de volgende vereisten:
  • 1.
    Het landschapselement is gelegen op gronden waarop geen landbouwactiviteit wordt uitgevoerd, met inbegrip van gronden rondom woningen, stallen en een ontsluiting naar de openbare weg.
  • 2.
    Het eerste lid is niet van toepassing voor het landschapselement zandwal of schurveling.
  • 3.
    Een aanvrager die meerdere elementen onderhoudt, vraagt gelijktijdig voor alle elementen gezamenlijk subsidie aan, waarbij voor ten minste één element in het eerste jaar van de aangevraagde periode, daadwerkelijk onderhoud is voorzien.
AA
Na bijlage 1 wordt een bijlage ingevoegd zoals opgenomen in de bij dit besluit behorende bijlage 1.
 
AC
Bijlagen 2 en 2a vervallen
 
AD
Na bijlage 3 wordt een bijlage toegevoegd zoals opgenomen in de bij dit besluit behorende bijlage 2.
 
Artikel II
De Uitvoeringsregeling groen Zuid-Holland 2014 ,zoals die luidde op dag voorafgaande aan de dag van inwerkingtreding van dit besluit, blijft van kracht voor subsidies die voor die datum zijn aangevraagd.
 
Artikel III
Dit besluit treedt inwerking met ingang van de eerste dag na de datum van uitgifte van het provinciaal blad waarin zij wordt geplaatst.
 
Den Haag 3 maart 2015
 
Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland,
 
Drs. J. Smit, voorzitter
 
Mw. Drs. J.A.M. Hilgersom, secretaris
 
 
Toelichting
A
Op basis van het in gevoegde artikel 3a is het mogelijk dat de cofinanciering van de subsidieontvanger (deels) bestaat uit de inzet van vrijwilligers. De inzet van vrijwilligers is subsidiabel voor € 35,- per uur. Door de inzet van vrijwilligers te waarderen worden de totale subsidiabele kosten van een activiteit hoger. Omdat de vrijwilligersuren de subsidieontvanger geen geld kosten, worden de inzet van vrijwilligers ook aan de financieringskant op de begroting opgenomen.
 
De werking van artikel 3a kan het best geïllustreerd worden aan de hand van een voorbeeld.
Een vereniging heeft subsidie aangevraagd voor een verkenning. De subsidie voor een verkenning bedraagt 75% van de kosten.
Voor de verkenning huurt de vereniging een adviesbureau in voor € 22.500,-. Daarnaast voeren de leden van de vereniging ook activiteiten uit. De vereniging heeft zelf weinig eigen middelen.
Zonder dat de inzet van vrijwilligers voor subsidie in aanmerking komen zou de subsidie 75% van € 22.500,- = € 16.875,- bedragen. Hiermee kan de vereniging de verkenning echter niet uitvoeren.
 
Om de subsidie € 22.500,- te laten bedragen moeten de kosten van de verkenning uit komen op € 30.000,-. Dat kan bereikt worden met de waardering van de inzet van vrijwilligers:
kosten
Dekking
Inhuur bureau
€ 22.500,-
Subsidie PZH
75% van 30.000
€ 22.500
Inzet van vrijwilligers
214,3 uur x € 35,-
€ 7.500,-
Inzet vrijwilligers
(eigen bijdrage)
€ 7.500,-
Totaal
€ 30.000,-
 
€ 30.000,-
 
De werking van het vierde lid van artikel 3a, waarin de subsidie voor de inzet van vrijwilligers wordt gemaximeerd, wordt geïllustreerd aan de hand van het volgende voorbeeld:
kosten
Dekking
Inhuur bureau
€ 22.500,-
Subsidie PZH
75% van 30.000
(tot maximaal de hoogte van de daadwerkelijk te maken kosten)
€ 22.500
Inzet van vrijwilligers
220 uur x € 35,-
€ 7.700,-
Inzet vrijwilligers
(eigen bijdrage)
€ 7.200,-
Totaal
€ 30.200,-
 
€ 30.200,-
Naar boven