BESLUIT NADERE REGELS TEN AANZIEN VAN TAAK EN BEVOEGDHEID DIRECTEUR OMGEVINGSDIENST ZUID-HOLLAND ZUID

Besluit van het algemeen bestuur van de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid houdende de vaststelling van nadere regels ten aanzien van de taak en bevoegdheid van de directeur Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid

Het algemeen bestuur van het openbaar lichaam Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid;

Gelet op

  • -artikel 30, vierde, vijfde lid en zesde lid, van de Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid;

  • -de Organisatieverordening Omgevingsdienst ZHZ;

  • -de Vervangingsregeling directeur Omgevingsdienst ZHZ;

  • -de Mandaatregeling van het dagelijks bestuur en de voorzitter aan de directeur Omgevingsdienst ZHZ;

Besluit

vast te stellen

het Besluit nadere regels ten aanzien van taak en bevoegdheid directeur Omgevingsdienst ZHZ.

Artikel 1

Begripsbepalingen

In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

a.

bestuur:

het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur van de Omgevingsdienst;

b.

dagelijks bestuur:

het dagelijks bestuur van de Omgevingsdienst;

c.

deelnemers:

het college van gedeputeerde staten en de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten, te weten Alblasserdam, Binnenmaas, Cromstrijen, Dordrecht, Giessenlanden, Gorinchem, Hardinxveld-Giessendam, Hendrik-Ido-Ambacht, Korendijk, Leerdam, Molenwaard, Oud-Beijerland, Papendrecht, Sliedrecht, Strijen, Zederik en Zwijndrecht;

d.

directeur:

de directeur van de Omgevingsdienst, bedoeld in artikel 30 van de regeling;

e.

functionaris:

een functionaris van de ambtelijke organisatie van de Omgevingsdienst, aangesteld krachtens publiekrechtelijk besluit dan wel een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht;

f.

Omgevingsdienst:

de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid, bedoeld in artikel 2 van de regeling;

g.

regeling:

de Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid.

Artikel 2

Taken en verantwoordelijkheden ter ondersteuning van het bestuur

  • 1.De directeur draagt zorg voor een goede voorbereiding van de vergaderingen van het bestuur.

  • 2.De directeur draagt er gevraagd en ongevraagd zorg voor dat de leden van het bestuur over de informatie kunnen beschikken die zij nodig hebben om hun functie naar behoren uit te kunnen oefenen.

  • 3.De directeur draagt zorg voor een gedegen en tijdige advisering aan het bestuur. De directeur adviseert het bestuur ten behoeve van de door het bestuur te nemen besluiten.

  • 4.De directeur is verantwoordelijk voor een snel en adequaat verloop van voor het proces van besluitvorming noodzakelijke procedures en bevordert een voortvarende uitvoering van de besluiten van het bestuur.

  • 5.De directeur draagt er zorg voor dat de door het bestuur genomen besluiten worden vastgelegd in een besluitenlijst en dat een presentielijst wordt bijgehouden.

  • 6.De directeur is verantwoordelijk voor het onderhouden van een goede relatie met de deelnemers in hun rol van eigenaar en opdrachtgevervan de Omgevingsdienst.

  • 7.De directeur oefent zijn taken, waar nodig, uit in nauwe samenwerking met het managementteam, bestaande uit de afdelingshoofden, als bedoeld in artikel 1 onder b, van de Organisatieverordening Omgevingsdienst ZHZ.

Artikel 3

Overige taken en verantwoordelijkheden van de directeur

  • 1.De directeur draagt, binnen de door het bestuur gestelde kaders, zorg voor een adequate organisatorische inrichting en een goede kwaliteit van de functionarissen.

  • 2.De directeur schept de voorwaarden die het optimaal functioneren van de Omgevingsdienst en de functionarissen bevorderen en houdt deze voorwaarden in stand.

  • 3.De directeur draagt, binnen het door het bestuur gestelde financiële kader, zorg voor de sturing op middelen binnen de Omgevingsdienst.

  • 4.De directeur draagt, binnen de door het bestuur gestelde kaders, zorg voor de uitvoering van het personeelsbeleid en de rechtspositionele bepalingen.

  • 5.De directeur draagt er zorg voor dat vanuit de Omgevingsdienst afgeronde adviezen en voorstellen worden voorbereid ten behoeve van het bestuur.

  • 6.De directeur draagt zorg voor de goede uitvoering van de activiteiten die aan de Omgevingsdienst zijn opgedragen, gebaseerd op een voldoende planning van activiteiten en met inachtneming van het ter zake vastgestelde beleid.

  • 7.De directeur draagt zorg voor de samenhang en een voldoende gecoördineerd en geïntegreerd handelen van de onderdelen van de ambtelijke organisatie van de Omgevingsdienst.

  • 8.De directeur treedt op als bestuurder als bedoeld in de Wet op de ondernemingsraden en overlegt met de ondernemingsraad.

  • 9.De directeur vertegenwoordigt de Omgevingsdienst naar buiten toe en draagt zorg voor een actieve voorlichting over de werkzaamheden van de Omgevingsdienst.

Artikel 4

Bijzondere omstandigheden

  • 1.Wanneer de directeur vermoedt dat er zodanig tegenstellingen ontstaan of dreigen te ontstaan in het beleid van de deelnemers, dat het functioneren van de Omgevingsdienst daardoor kan worden bemoeilijkt, meldt hij dit aan het dagelijks bestuur.

  • 2.De directeur informeert, in overleg met het dagelijks bestuur, de besturen van de deelnemers over een gebeurtenis die voor de deelnemers van direct belang is en adviseert, indien van toepassing, de besturen van de deelnemers over de naar aanleiding van die gebeurtenis te nemen maatregelen.

Artikel 5

Afwezigheid en bereikbaarheid

  • 1.De directeur stelt, bij afwezigheid van ten minste een kalenderweek, de voorzitter van het bestuur hiervan in kennis.

  • 2.De directeur draagt zorg voor een adequate bereikbaarheid van de Omgevingsdienst.

  • 3.Dit besluit is eveneens van toepassing op de plaatsvervanger(s) en waarnemer van de directeur, als bedoeld in de Vervangingsregeling directeur Omgevingsdienst ZHZ.

Artikel 6

Slotbepalingen

Dit besluit wordt aangehaald als Besluit nadere regels ten aanzien van taak en bevoegdheid directeur

Omgevingsdienst ZHZ.

Artikel 7

Bekendmaking en inwerkingtreding

  • 1.Het Besluit nadere regels ten aanzien van taak en bevoegdheid directeur Omgevingsdienst ZHZ van 5 december 2012 wordt ingetrokken met ingang van de dag waarop dit besluit in werking treedt.

  • 2.Dit besluit wordt bekendgemaakt in het provinciaal blad van de provincie Zuid-Holland.

  • 3.Dit besluit treedt in werking op de dag volgend op de dag van bekendmaking.

Aldus vastgesteld in de vergadering van het algemeen bestuur van de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid van 7 februari 2014.

De directeur,

Mr. R. Visser

De voorzitter,

Mr. R.A. Janssen

Naar boven