Provincie Noord-Holland; Uitvoeringsregeling subsidie duurzaam renoveren Noord-Holland 2015.
 
Besluit van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland van 9 december 2014, nr. 502478/502484, tot vaststelling van de Uitvoeringsregeling subsidie duurzaam renoveren Noord-Holland 2015.  
Gedeputeerde Staten van Noord-Holland
Overwegende dat de provincie Noord-Holland een bijdrage wil leveren aan het energieneutraal maken van de gebouwde omgeving, de bestaande bouw het meeste energie verbruikt en het energieneutraal renoveren van de gebouwde omgeving tot werkgelegenheid leidt;
Gelet op artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Noord-Holland 2011;
B esluiten vast te stellen :
Uitvoeringsregeling subsidie duurzaam renoveren Noord-Holland 201 5
Artikel 1
In deze regeling wordt verstaan onder:
  • A.
    Energie neutraal: op of bij de woning opgewekte duurzame energie en woning gebonden energieverbruik zijn op jaarbasis per saldo nul, bepaald onder standaard condities en rekenmethode, zoals vastgelegd in de Nederlandse norm: NEN 7120.
  • B.
    Nul op de meter: op of bij de woning opgewekte duurzame energie en woning gebonden en gebruikers gebonden energieverbruik zijn op jaarbasis per saldo nul. Opwekking en gebruik van energie worden bepaald onder standaard condities en rekenmethode, zoals vastgelegd in de Nederlandse norm: NEN 7120.
  • C.
    Woning gebonden energieverbruik: energieverbruik als gevolg van ruimteverwarming, koeling en warm tapwatergebruik.
  • D.
    Gebruikers gebonden energieverbruik: energieverbruik van apparaten en verlichting.
  • E.
    Erkend bedrijf: bedrijf dat aantoonbaar ervaring heeft in renovatie van woningen en aangesloten is bij het keurmerk Bouwgarant of een gelijkwaardig keurmerk.
  • F.
    Energieprestatiegarantie contract: contract waarmee de uitvoerende partij het energieverbruik van een woning na renovatie garandeert.
  • G.
    Prestatietoets: beoordeling van de uitvoering en werking van energiebesparende en duurzame energiemaatregelen.
Artikel 2
Subsidie kan worden verstrekt ten behoeve van woningen in Noord-Holland, die gebouwd zijn vóór het kalenderjaar 2000, voor activiteiten die leiden tot:
  • a.
    energiebesparing of duurzame energieopwekking naar het niveau nul op de meter;
  • b.
    energiebesparing of duurzame energieopwekking naar het niveau energieneutraal.
Artikel 3
Subsidie wordt verstrekt:
  • a.
    voor de activiteiten als bedoeld in artikel 2, onderdelen a en b, aan particuliere woningbezitters;
  • b.
    voor de activiteiten als bedoeld in artikel 2, onderdeel a, aan woningcorporaties en particuliere verhuurders.
Artikel 4
Subsidies van minder dan € 5.000,- worden niet verstrekt.
Artikel 5
Bij subsidies van minder dan € 10.000,- gaat geen subsidieverlening aan de subsidievaststelling vooraf.
Artikel 6
Een aanvraag om subsidie bevat tenminste:
  • a.
    Een beschrijving van de wijze waarop de woning wordt verduurzaamd met daarin minimaal opgenomen:
    • 1.
      Een reële inschatting van het gemiddelde gas- en elektriciteitsverbruik van de afgelopen drie jaar;
    • 2.
      Een onderverdeling van bovenstaand verbruik naar apparatuur met het hoogste energieverbruik;
    • 3.
      Een overzicht van de te treffen energiebesparende en duurzame energiemaatregelen;
    • 4.
      Het verwachte energieverbruik na het uitvoeren van maatregelen;
    • 5.
      Een onderverdeling van het verbruik van apparatuur met het hoogste energieverbruik na het treffen van maatregelen.
  • b.
    Een begroting van de kosten van de activiteit, onderbouwd met een offerte van de uitvoerder van de activiteiten;
  • c.
    Een financieringsplan van de kosten van de activiteit;
  • d.
    Een kopie van een energieprestatiegarantie-contract, dat door de aanvrager is aangegaan met het bedrijf dat de maatregelen uitvoert.
Artikel 7
  • 1.
    Gedeputeerde staten stellen voor particuliere woningbezitters een afzonderlijk subsidieplafond vast, dat is onderverdeeld in een plafond voor de activiteiten energieneutraal en een plafond voor de activiteiten nul op de meter.
  • 2.
    Gedeputeerde staten stellen voor woningcorporaties en particuliere verhuurders een afzonderlijk subsidieplafond vast voor de activiteiten nul op de meter.
Artikel 8
  • 1.
    Aanvragen om subsidie dienen door gedeputeerde staten te worden ontvangen in de periode van 7 januari 2015 tot en met 1 april 2016 en worden behandeld op volgorde van ontvangst.
  • 2.
    Wanneer een aanvrager op grond van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van ontvangst van de aanvraag, de datum waarop de aanvraag is aangevuld.
  • 3.
    Indien meerdere aanvragen op dezelfde dag worden ontvangen en door honorering van deze aanvragen het subsidieplafond wordt overschreden, wordt door loting bepaald welke aanvraag als eerste in behandeling wordt genomen.
  • 4.
    Gedeputeerde staten beslissen binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag om subsidie.
Artikel 9
Subsidie wordt geweigerd indien:
  • a.
    de activiteit niet financieel haalbaar is;
  • b.
    De uit te voeren activiteiten naar het oordeel van gedeputeerde staten niet leiden tot het niveau energieneutraal of nul op de meter;
  • c.
    de maatregelen niet worden uitgevoerd door een erkend bedrijf.
Artikel 10
  • 1.
    Subsidie wordt verstrekt voor de kosten van:
    • a.
      arbeid, gerelateerd aan het uitvoeren van de activiteiten;
    • b.
      materiaal.
  • 2.
    Subsidie wordt niet verstrekt voor de kosten:
    • a.
      van voor de activiteiten benodigde vergunningen;
    • b.
      die gemaakt zijn voordat deze regeling in werking is getreden.
Artikel 11
  • 1.
    De subsidie bedraagt 20 % van de subsidiabele kosten tot:
    • a.
      maximaal € 7.000,- per woning,- waarbij de activiteiten leiden tot het niveau energieneutraal;
    • b.
      maximaal € 10.000,- per woning, waarbij de activiteiten leiden tot het niveau nul op de meter.
  • 2.
    De subsidie bedraagt maximaal € 50.000,- per woningcorporatie en particuliere verhuurder.
  • 3.
    De subsidie bedraagt maximaal € 50.000,- per appartementencomplex.
  • 4.
    Indien toepassing van het eerste, tweede en derde lid zou leiden tot het overtreden van het verbod op het geven van staatssteun in de zin van artikel 107, eerste lid, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, wordt het subsidiebedrag in afwijking van het tweede lid zodanig vastgesteld dat het totaal van alle subsidies voor de activiteit niet hoger is dan het bedrag dat op grond van het bepaalde in artikel 38 van de Verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014, waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard of op grond van de Verordening (EU) nr. 1407/2013 van 18 december 2013(de-minimissteun) verstrekt mag worden.
Artikel 12
De subsidieontvanger is verplicht om:
  • a.
    het logo en de naam van de provincie op alle publiciteitsuitingen te plaatsen die betrekking hebben op de gesubsidieerde activiteit;
  • b.
    de activiteiten uiterlijk op 30 juni 2016 uitgevoerd te hebben;
  • c.
    medewerking te verlenen aan een prestatietoets;
  • d.
    de bij de uitvoering van de maatregelen opgedane kennis te delen en medewerking te verlenen aan de publicatie van deze kennis.
Artikel 13
  • 1.
    Een aanvraag tot vaststelling wordt ingediend binnen 13 weken na het tijdstip, waarop de activiteiten overeenkomstig de beschikking tot subsidieverlening moeten zijn uitgevoerd.
  • 2.
    Gedeputeerde staten beslissen binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag tot vaststelling van de subsidie.
Artikel 14
  • 1.
    Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2015.
  • 2.
    Deze regeling vervalt met ingang van 1 juli 2016.
  • 3.
    Deze regeling wordt aangehaald als Uitvoeringsregeling subsidie duurzaam renoveren Noord-Holland 2015.
Haarlem, 9 december 2014.
Gedeputeerde Staten van Noord-Holland,
J.W. Remkes, voorzitter.
G.E.A. van Craaikamp, provinciesecretaris.
Uitgegeven op 12 december 2014.
 
Algemene t oelichting
Doel van de regeling
Doel van de regeling is om 100 bestaande woningen vergaand duurzaam te renoveren door het treffen van energiebesparende maatregelen en door het opwekken van duurzame energie. Deze woningen dienen vervolgens als voorbeeld voor bouwbedrijven, verhuurders en particuliere woningeigenaren die belangstelling hebben om woningen vergaand te verduurzamen. De regeling leidt daarnaast tot werkgelegenheid binnen de bouwketen.
Artikelsgewijze toelichting
Artikel 1, onder b
Mocht er rond de woning te weinig ruimte zijn om voldoende energie op te wekken, dan is het mogelijk maximaal 6.000 kWh per jaar te compenseren door participatie in een duurzaam energieproject in Nederland. Men moet dan wel kunnen aantonen dat men mede-eigenaar is van bijvoorbeeld een zonnestroominstallatie of een windmolen, welke investering men heeft gedaan om deel te mogen nemen en hoeveel opgewekte stroom hier tegen over staat. Ook dient men te verklaren dat deze participatie voor minimaal 5 jaar is aangegaan.
Artikel 5
Dit artikel geeft aan dat, indien de subsidie maximaal € 10.000,- bedraagt, de subsidieverlening en vaststelling in één keer plaatsvindt.
Artikel 6, onder a, lid 1
Voor een reële inschatting van het gemiddelde gas- en elektriciteitsverbruik van de afgelopen drie jaar kan de energierekening worden gebruikt. In het geval dat een aanvrager net de woning heeft gekocht, heeft het geen zin om de energierekening van de afgelopen drie jaar als uitgangspunt te hanteren. Ook voor verhuurders kan dit lastig worden. In dat geval kan worden uitgegaan van een reële aanname van het energieverbruik. Meer informatie over het energieverbruik van huishoudens vindt u op de website van het Nibud en Milieu centraal.
Artikel 6, onder a, lid 2
Voor het bepalen van de verdeling van het energieverbruik is het niet nodig om het energieverbruik van alle apparaten exact vast te stellen, een inschatting is voldoende. De grootste gasverbruikers zijn vaak de CV- ketel voor verwarming, tapwater en koken. De grootste elektriciteit gebruikers zijn vaak de close-in boiler, wasmachine, wasdroger, koelkast, vrieskast, elektrisch koken en verlichting, op de website van Milieu centraal is informatie te vinden over het energieverbruik van apparaten.
Artikel 6, onder a, lid 3
De eerste stap naar een “energieneutrale woning” of een “nul op de meter woning” begint met het besparen van energie door bijvoorbeeld isolatiemaatregelen, de aanschaf van energiezuinige apparatuur, et cetera. Vervolgens wordt het resterende verbruik gedekt met zelf opgewekte duurzame energie.
Artikel 6, onder a, lid 4 en 5
Door het verschil te nemen van het verwachte energieverbruik van de woning en de bewoners en de energie die duurzaam kan worden opgewekt, wordt bepaald of er sprake is van een energie neutrale of een nul op de meter situatie.
Bij de beoordeling van de subsidieaanvraag worden voorgenomen activiteiten door een deskundige op realiteitszin getoetst en er wordt bepaald of er sprake is van een renovatie tot het niveau energieneutraal of nul op de meter. Als de voorgenomen activiteiten naar verwachting niet zullen leiden tot het niveau energieneutraal of nul op de meter wordt de aanvraag geweigerd (zie artikel 9 van de uitvoeringsregeling).
Artikel 6 onder d
Het is voor bewoners lastig om op basis van voorgestelde maatregelen in te schatten of zij inderdaad een zeer energiezuinige woning hebben na renovatie. Om meer zekerheid te geven over de prestatie van de woning heeft de provincie in deze regeling de voorwaarde opgenomen dat de partij die het verduurzamingsconcept aanbiedt met de opdrachtgever een energieprestatiegarantie contract afsluit. De provincie Noord-Holland is niet verantwoordelijk voor de inhoud of kwaliteit van het af te sluiten energieprestatiegarantie contract. Dit is een verantwoordelijkheid die ligt bij de opdrachtgever en opdrachtnemer.
Artikel 9, lid c
De provincie Noord-Holland controleert niet de kwaliteit van de bedrijven die de renovatie zullen uitvoeren. Die verantwoordelijkheid ligt bij de aanvrager. Om de aanvrager enige zekerheid te bieden is in deze regeling de voorwaarde opgenomen dat maatregelen dienen te worden uitgevoerd door een erkend bedrijf, dat is aangesloten bij Bouwgarant of een vergelijkbare garantieregeling.
Artikel 12, lid 3
Het doel van een prestatietoets is om meer inzicht te verkrijgen in de energieprestatie van de woning na oplevering, zodat in het geval van afwijkingen, de bouwkolom op basis van de geconstateerde afwijkingen doelgericht haar bouwproces kan verbeteren. Deze toets is niet bedoeld om de kwaliteit van de uitvoering te controleren. De uitvoerende partij is verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van de uitvoering van maatregelen.
 
Naar boven