Provincie Noord-Holland; Wijziging Algemene subsidieverordening Noord-Holland 2011
Wijziging Algemene subsidieverordening Noord-Holland 2011 in verband met Wet normering bezoldiging topfunctionarissen, zichtbaar maken provinciale subsidieverstrekking en terugvordering van steun met rente.
Provinciale Staten van Noord-Holland
Gelet op de voordracht van gedeputeerde staten van 21 oktober 2014, nr. 395759/395767; Gelet op artikel 143, eerste lid, van de Provinciewet;
B esluiten :
ARTIKEL I
De Algemene subsidieverordening Noord-Holland 2011 wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 3 vervalt.
B
Na artikel 3 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 3a
De subsidieontvanger plaatst het logo en de naam van de provincie op alle publiciteitsuitingen die betrekking hebben op de gesubsidieerde activiteit.
C
Na artikel 4 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 4a
Bij terugvordering van steun ter uitvoering van een terugvorderingsbeschikking van de Europese Commissie of een onherroepelijke rechterlijke uitspraak vorderen gedeputeerde staten tevens rente. Deze rente wordt berekend overeenkomstig artikel 14, tweede lid, van de Verordening (EG), nr. 659/1999, van de Raad van de Europese Unie van 22 maart 1999 tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van artikel 93 van het EG-verdrag (PbEG L 83).
ARTIKEL II
Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het provinciaal blad waarin het wordt geplaatst.
Haarlem, 22 december 2014.
Provinciale Staten van Noord-Holland,
J.J.M. Vrijburg
G.E.A. van Craaikamp, provinciesecretaris.
Uitgegeven op 23 december 2014.
 
Toelichting
A Wijziging in verband met rechtstreekse werking van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector
In artikel 3 van de Algemene subsidieverordening Noord-Holland 2011 (hierna: Asn 2011) is een zogenaamde Balkenende-norm voor subsidieontvangers opgenomen. De tekst van artikel 3 luidt:
Gedeputeerde staten kunnen aan een subsidie een verplichting verbinden dat een subsidieontvanger geen loon in welke vorm dan ook verstrekt aan een persoon die voor hem werkzaam is, dat uitgaat boven 130 procent van de bezoldiging, inclusief vakantie- en eindejaarsuitkering van een minister, als bedoeld in artikel 1 en 2, eerste lid, van de Wet rechtspositie ministers en staatssecretarissen.
In de toelichting bij de invoering van deze bepaling in 2011 is onder meer het volgende opgenomen:
Het kabinet bereidt een wet voor ter regulering van bestuurdersinkomens in de publieke sector: de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (Wnt). Het voornemen bestaat om de 130%-norm wettelijk te verankeren als maximale inkomen. De Wnt is echter op zijn vroegst op 1 januari 2012 van kracht. Daarom is vooruitlopend op de Wnt en ter
uitvoering van een door provinciale staten aangenomen motie besloten om in de subsidieverordeningen waaronder deze verordening een bepaling op te nemen over deze 130%-norm.
De Wnt is op 1 januari 2013 in werking getreden. Deze wet werkt rechtstreeks naar de ontvangers van een structurele subsidie die door gedeputeerde staten is verstrekt. De Wnt is van toepassing voor zover de subsidies die worden ontvangen samen meer bedragen dan € 500.000,- per kalenderjaar en tevens tenminste 50 procent van de jaarlijkse inkomsten van de rechtspersoon vormen, met uitzondering van een aantal specifieke organisaties en naamloze en besloten vennootschappen. Na inventarisatie van de subsidies die door gedeputeerde staten zijn verleend sinds de invoering van artikel 3, is gebleken dat er door de ontvangers geen hogere salarissen worden uitgekeerd dan is toegestaan. Voorts is gebleken dat alle instellingen die thans structureel worden gesubsidieerd onder het regiem vallen van de Wnt. Het toezicht op deze wet geschiedt door de bij besluit van de minister van BZK aangewezen personen (Bureau topinkomens). De minister kan tot handhaving overgaan en een dwangsom opleggen aan de instelling om naleving van de wet of terugbetaling van een onverschuldigde betaling aan een topfunctionaris te eisen.
Bij instellingen die hoge salarissen (boven de Wnt-norm) betalen, kan ook worden bereikt dat het subsidiegeld zo doelmatig mogelijk wordt besteed door de personeelskosten niet of maar gedeeltelijk te betrekken bij de berekening van de subsidiabele kosten. In een uitvoeringsregeling of een subsidiebesluit kan worden bepaald dat salariskosten boven de Wnt-norm niet voor subsidie in aanmerking komen of dat deze kosten niet worden meegerekend bij de berekening van uurtarieven. Het huidige artikel 3 van de Asn 2011 is daarvoor als grondslag niet noodzakelijk. Gelet op deze mogelijkheid bij subsidieverstrekking en gelet op het feit dat de Wnt thans voorziet in rechtstreekse salarisnormering van de ontvangers van een door gedeputeerde staten verstrekte subsidie, kan het huidige artikel 3 vervallen.
B Grondslag inzake zichtbaar maken provinciale subsidieverstrekking
Standaard wordt in uitvoeringsregelingen de volgende verplichting opgenomen ten aanzien van de vergroting van transparantie omtrent gesubsidieerde activiteiten:
De subsidieontvanger plaatst het logo en de naam van de provincie op alle publiciteitsuitingen die betrekking hebben op de gesubsidieerde activiteit.
Deze bepaling wordt nu in artikel 3a opgenomen zodat voor deze verplichting ook een grondslag bestaat voor subsidies buiten uitvoeringsregeling.
C Grondslag voor terugvorderen onrechtmatige steun met rente in verband met Europese regelgeving
Als de Europese Commissie tot het oordeel is gekomen dat een subsidie niet in overeenstemming is met de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie, moet de verleende subsidie gewijzigd of ingetrokken worden en de steun inclusief rente teruggevorderd worden. Het doel van de terugvordering is het herstel van de oude situatie, dat wil zeggen het wegnemen van de concurrentievervalsing. Om die reden wordt ook rentevoordeel over de ten onrechte verleende steun teruggevorderd (artikel 14, tweede lid, van de Verordening (EG) 659/1999). De regels over de berekening van de rente, onder andere het te hanteren rentepercentage, zijn neergelegd in een afzonderlijke verordening, van de Commissie (Verordening (EG), nr. 794/2004 van 21 april 2004, PbEG L 140/1).
Een nieuwe bepaling in artikel 4a geeft gedeputeerde staten de bevoegdheid om onrechtmatige steun met rente terug te vorderen.
Evaluatie subsidies
Door provinciale staten is op 4 februari 2013 het Evaluatiekader subsidies vastgesteld.
Ter uitvoering van dit evaluatiekader is geen wijziging van de Asn 2011 nodig. Wel is het van belang dat bij uitvoeringsregelingen, bijvoorbeeld in de toelichting, aandacht wordt besteed aan het beleidsdoel en beleidskader, de bijdrage van de uitvoeringsregeling aan het beleidsdoel (de zogenaamde doeltreffendheid), een motivering van de instrumentkeuze (subsidie) en de evalueerbaarheid van de regeling en de op grond daarvan verleende subsidies. Deze aandacht geldt ook bij een zorgvuldige voorbereiding van subsidies die niet worden gebaseerd op een uitvoeringsregeling.
Bijlage: geconsolideerde versie Algemene subsidieverordening Noord-Holland 2011 na wijziging
Algemene subsidieverordening Noord-Holland 2011
Artikel 1
Gedeputeerde staten zijn bevoegd tot het nemen van besluiten omtrent het verstrekken van subsidies.
Artikel 2
Gedeputeerde staten kunnen een uitvoeringsregeling vaststellen:
  • a.
    die regelt voor welke activiteiten subsidie kan worden verstrekt;
  • b.
    die regelt welke criteria voor subsidieverstrekking gelden;
  • c.
    op grond waarvan verplichtingen aan een subsidie-ontvanger kunnen worden opgelegd;
  • d.
    op grond waarvan een subsidieplafond kan worden vastgesteld en de wijze waarop deze wordt verdeeld;
  • e.
    op grond waarvan een door hen te bepalen vergoedingsplicht als bedoeld in artikel 4:41 van de Algemene wet bestuursrecht aan de subsidie-ontvanger kan worden opgelegd.
Artikel 3
Vervallen
Artikel 3a
De subsidieontvanger plaatst het logo en de naam van de provincie op alle publiciteitsuitingen die betrekking hebben op de gesubsidieerde activiteit.
Artikel 4
Gedeputeerde staten kunnen bepalen dat een subsidie wordt geweigerd of ingetrokken in het geval en onder de voorwaarden als bedoeld in artikel 3 van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur.
Artikel 4a
Bij terugvordering van steun ter uitvoering van een terugvorderingsbeschikking van de Europese Commissie of een onherroepelijke rechterlijke uitspraak vorderen gedeputeerde staten rente. Deze rente wordt berekend overeenkomstig artikel 14, tweede lid, van de Verordening (EG), nr. 659/1999, van de Raad van de Europese Unie van 22 maart 1999 tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van artikel 93 van het EG-verdrag (PbEG L 83).
Artikel 5
Op een aanvraag van een per boekjaar verstrekte subsidie beslissen gedeputeerde staten zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk in de maand januari van het kalenderjaar waarop de aanvraag betrekking heeft.
Artikel 6
Gedeputeerde staten kunnen toezichthouders aanwijzen die zijn belast met het toezicht op de besteding van verstrekte subsidies en de naleving van aan subsidie-ontvangers opgelegde verplichtingen.
Artikel 7
Gedeputeerde staten zenden gelijk met de documenten als bedoeld in artikel 2.5 van de Financiële verordening Noord-Holland 2011 aan provinciale staten een overzicht van de door hen in het kader van artikel 4:23, derde lid, onderdeel d, van de Algemene wet bestuursrecht verstrekte subsidies.
Artikel 8
De Algemene subsidieverordening Noord-Holland 2009 wordt ingetrokken.
Artikel 9
  • 1.
    Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2012 met uitzondering van artikel 4.
  • 2.
    Artikel 4 treedt in werking met ingang van 1 januari 2012 voor zover goedkeuring als bedoeld in artikel 6, derde lid, van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur is verkregen van de minister van Veiligheid en Justitie.
Artikel 10
Deze verordening wordt aangehaald als: Algemene subsidieverordening Noord-Holland 2011.
 
Naar boven