Provincie Noord-Holland; Uitvoeringsregeling subsidie stads- en dorpsontwikkeling Noord-Holland 2015
 
Uitvoeringsregeling subsidie stads- en dorpsontwikkeling Noord-Holland 2015  
Gedeputeerde Staten van Noord-Holland;
Overwegende dat:
  • -
    provinciale staten op 2 juni 2014 het 'Noord-Hollands Impulspakket economie en werkgelegenheid' hebben vastgesteld met bijbehorende middelen, met als doel om op korte termijn positieve impulsen te kunnen geven aan de economie en de werkgelegenheid in Noord-Holland;
  • -
    het wenselijk is een regeling te treffen voor het verstrekken van subsidies ten behoeve van fysieke werkzaamheden die worden verricht om vastgelopen stads- en dorpsontwikkelingsprojecten weer vlot te trekken, waarvan de realisatie aantoonbaar bijdraagt aan het herstel van de economie en behoud van werkgelegenheid;
Gelet op artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Noord-Holland 2011;
B esluiten vast te stellen :
Uitvoeringsregeling subsidie stads- en dorpsontwikkeling Noord-Holland 2015
Artikel 1
In deze regeling wordt verstaan onder:
  • a.
    bestaand bebouwd gebied: gebied als bedoeld in artikel 9 van de Provinciale Ruimtelijke Verordening;
  • b.
    fysieke investeringen: investeringen in bouwwerken (gebouwen) en investeringen in bouw- en woonrijp maken;
  • c.
    incidentele werkgelegenheid: werkgelegenheid die tijdelijk ontstaat door
    de uitvoering van werkzaamheden van het project;
  • d.
    stads- en dorpsontwikkelingsprojecten: beeldbepalende projecten binnen bestaand bebouwd gebied, gericht op het integrale gebiedsgericht ontwikkelen van het wonen en de woonomgeving in wijken en buurten, om de stad daarmee leefbaar te maken of te houden;
  • e.
    structurele werkgelegenheid: werkgelegenheid die structureel ontstaat als gevolg van realisatie van het project.
Artikel 2
Op deze regeling is titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht van overeenkomstige toepassing.
Artikel 3
  • 1.
    Subsidie kan worden verstrekt voor het realiseren van stads- en dorpsontwikkelingsprojecten die in de uitvoeringsfase vanwege financieringsproblemen stil zijn komen te liggen.
  • 2.
    Een stads-en dorpsontwikkelingsproject is in de uitvoeringsfase indien er feitelijke werkzaamheden die bestaan uit fysieke ingrepen zijn uitgevoerd, of die zodanig gereed zijn dat met de fysieke ingrepen gestart kan worden.
Artikel 4
  • 1.
    Subsidie wordt verstrekt aan gemeenten in de provincie Noord-Holland.
  • 2.
    Per gemeente wordt slechts één aanvraag om subsidie in behandeling genomen.
Artikel 5
Gedeputeerde staten verstrekken geen subsidies van minder dan € 500.000,-.
Artikel 6
  • 1.
    Een aanvraag om subsidie wordt niet behandeld indien de activiteit als bedoeld in artikel 3 is afgerond.
  • 2.
    Een aanvraag om subsidie bevat tenminste:
    • a.
      een begroting van de kosten van de activiteit;
    • b.
      een financieringsplan van de kosten van de activiteit;
    • c.
      een inhoudelijke beschrijving van de activiteit;
    • d.
      een beschrijving van de financieringsproblematiek van het stads-en dorpsontwikkelingsproject;
    • e.
      gegevens omtrent de incidentele en structurele werkgelegenheid die het project oplevert.
Artikel 7
Het subsidieplafond bedraagt € 5.209.000,-.
Artikel 8
  • 1.
    Een aanvraag om subsidie is tijdig ingediend indien de aanvraag in de periode van 2 januari 2015 tot en met 4 maart 2015 is ontvangen.
  • 2.
    Een aanvraag om subsidie die buiten de in het vorige lid genoemde periode wordt ontvangen, wordt niet in behandeling genomen.
  • 3.
    Gedeputeerde staten beslissen binnen 16 weken na 4 maart 2015.
Artikel 9
Subsidie wordt geweigerd indien:
  • a.
    de activiteit buiten bestaand bebouwd gebied wordt uitgevoerd;
  • b.
    de activiteit strijdig is met de Regionale Actieprogramma’s;
  • c.
    de activiteit strijdig is met het provinciaal detailhandelsbeleid Noord-Holland 2015-2020;
  • d.
    de incidentele en structurele effecten op de werkgelegenheid, naar het oordeel van gedeputeerde staten onvoldoende zijn onderbouwd;
  • e.
    naar het oordeel van gedeputeerde staten realisering van het project financieel niet haalbaar is;
  • f.
    de activiteit naar het oordeel van gedeputeerde staten in overwegende mate betrekking heeft op de woonomgeving;
  • g.
    voor de uitvoering van de activiteit het bestemmingsplan nog gewijzigd moet worden.
Artikel 10
  • 1.
    Subsidie wordt verstrekt voor de kosten van fysieke investeringen.
  • 2.
    Subsidie wordt niet verstrekt voor de kosten van:
  • a.
    grondaankopen;
  • b.
    bodemsanering;
  • c.
    niet verrekenbare BTW;
  • d.
    planvoorbereiding;
  • e.
    personeel van de eigen organisatie;
  • f.
    kosten voor onderdelen van het project die inhouden dat leningen worden verstrekt.
Artikel 11
  • 1.
    De subsidie bedraagt 50 procent van de subsidiabele kosten tot maximaal € 1.000.000,-.
  • 2.
    Indien voor een activiteit reeds door gedeputeerde staten een subsidie is verstrekt wordt de
subsidie zodanig berekend dat het totaal van alle subsidies voor de activiteit niet hoger is dan 50 procent van de totale kosten van de activiteit.
 
Artikel 12
  • 1.
    Indien het subsidieplafond wordt bereikt worden aanvragen die voor subsidie in aanmerking komen gerangschikt op een prioriteitenlijst.
  • 2.
    De rangschikking wordt bepaald door het totaal aantal punten dat wordt behaald:
    • a.
      indien er meer dan 100 structurele arbeidsjaren worden gecreëerd worden 35 punten behaald;
    • b.
      indien er meer dan 100 incidentele arbeidsjaren worden gecreëerd worden er 30 punten behaald;
    • c.
      indien er 50 tot en met 100 structurele arbeidsjaren worden gecreëerd worden 25 punten behaald;
    • d.
      indien er 50 tot en met 100 incidentele arbeidsjaren worden gecreëerd worden 20 punten behaald;
    • e.
      indien er 10 tot en met 49 structurele arbeidsjaren worden gecreëerd worden 15 punten behaald;
    • f.
      indien er 10 tot en met 49 incidentele arbeidsjaren worden gecreëerd worden 10 punten behaald;
    • g.
      indien de gevraagde subsidie minder dan 25% van de subsidiabele kosten is worden 8 punten behaald;
    • h.
      indien de gevraagde subsidie tussen de 25% en 50% van de subsidiabele kosten is worden 3 punten behaald;
    • i.
      indien met de activiteit ook sociale huurwoningen worden gerealiseerd worden 6 punten behaald;
    • j.
      indien de activiteit wordt uitgevoerd binnen een straal van 1200 meter van een OV- knooppunt worden 5 punten behaald.
  • 3.
    De aanvragen worden gehonoreerd naar de volgorde op de prioriteitenlijst.
  • 4.
    Indien meerdere aanvragen op dezelfde plaats op de prioriteitenlijst worden gerangschikt en door honorering van deze aanvragen het subsidieplafond wordt overschreden, wordt de aanvraag met de hoogste projectkosten als eerste gehonoreerd.
Artikel 13
De subsidieontvanger is verplicht om:
  • a.
    het logo of de naam van de provincie op alle publiciteitsuitingen te plaatsen die betrekking hebben op de gesubsidieerde activiteit;
  • b.
    de activiteit voor 31 december 2016 te hebben voltooid.
Artikel 14
Binnen drie maanden na afloop van de activiteit dient de subsidieaanvrager een inhoudelijk verslag in met tenminste:
  • a.
    een opgave van de gerealiseerde incidentele en de geschatte bijdrage aan de structurele werkgelegenheid;b.
  • b.
    een inschatting van de bijdrage daarvan aan de lokale/regionale bedrijvigheid en de leefbaarheid.
Artikel 15
  • 1.
    Een aanvraag tot vaststelling wordt uiterlijk 1 augustus van het jaar volgend op het jaar waarin de activiteit is voltooid ingediend.
  • 2.
    Gedeputeerde staten stellen voor de aanvraag tot vaststelling een formulier vast.
  • 3.
    Gedeputeerde staten beslissen binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag tot vaststelling van de subsidie.
Artikel 17
  • 1.
    Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het provinciaal blad waarin zij is geplaatst.
  • 2.
    Deze regeling vervalt met ingang van 31 december 2016.
  • 3.
    Deze regeling wordt aangehaald als Uitvoeringsregeling subsidie stads- en dorpsontwikkeling Noord-Holland 2015.
Haarlem, 18 november 2014
Gedeputeerde Staten van Noord-Holland,
J.W. Remkes, voorzitter.
G.E.A. van Craaikamp, provinciesecretaris.
Uitgegeven op 26 november 2014.
Toelichting
Algemeen
Door de economische crisis staat de woningbouwproductie de laatste jaren flink onder druk. Uit een inventarisatie onder gemeenten in Noord-Holland (uitgevoerd eind 2013) is gebleken dat veel projecten niet gerealiseerd kunnen worden door vraaguitval en financieringsproblemen. Hiermee samenhangend treden problemen op in de werkgelegenheid in de bouwsector, faillissementen van bouwbedrijven en ontwikkelaars en financiële problemen bij gemeenten met te ruime grondposities. Om de werkgelegenheid te stimuleren heeft de provincie een ‘Noord-Hollands Impulspakket economie en werkgelegenheid’ vastgesteld. De centrale gedachte achter het pakket is om op korte termijn de economie van Noord-Holland te stimuleren door fysieke uitvoeringsprojecten financieel mogelijk te maken. Onderdeel van dit pakket is de vaststelling van een subsidieregeling stads- en dorpsontwikkeling. Met deze regeling wil de provincie Noord-Holland stads- en dorpsontwikkelingsprojecten, die gereed zijn om uitgevoerd te worden of al in uitvoering zijn, en die zijn vastgelopen een financiële impuls geven waardoor deze projecten alsnog gerealiseerd kunnen worden. De provinciale middelen zijn bedoeld als vliegwiel en fungeren daarbij als sluitstuk van het project. Bij de projectenselectie weegt de factor ‘op korte termijn resultaten boeken’ zwaar mee. De datum van afronding en oplevering van het project is daarom op uiterlijk 31 december 2016 gesteld.
Artikelsgewijze toelichting
Artikel 1, onderdeel d
Met beeldbepalende projecten worden projecten bedoeld die de ruimtelijke kwaliteit en het aanzien van een wijk of buurt versterken en in het verlengde daarvan een positieve uitwerking hebben op de woon- en leefomgeving van steden en dorpen in Noord-Holland. Het gaat uitdrukkelijk niet om woningbouw sec, maar met het project moet ook de woonomgeving ontwikkeld worden.
Artikel 3, lid 1
De regeling is bedoeld voor die stads- en dorpsontwikkelingsprojecten die al fysiek in uitvoering zijn en door financiële problemen stil zijn komen te liggen en voor projecten die zover gevorderd zijn dat de schop de grond in kan, maar door financiële problemen toch niet van de grond komen. De oorzaak van de financiële problemen mag niet liggen in de weigering van gemeenten om hun grondprijs af te boeken.
In alle gevallen gaat het erom dat de provinciale bijdrage het sluitstuk vormt.
Artikel 9, onderdeel e
Woningbouw vormt een belangrijk onderdeel in het leefbaar maken en houden van wijken en buurten. Het gaat om projecten waarbij woningbouwontwikkeling in samenhang met ontwikkelingen in de omgeving plaatsvindt. Binnen deze regeling vallen geen projecten waarbij de samenhang ontbreekt of de ontwikkeling van woningen geen wezenlijke bijdrage leveren aan het leefbaar maken of houden van wijken en buurten.
Artikel 9, onderdeel f
De bedoeling van de regeling is om op korte termijn projecten die door geldgebrek stil zijn komen te liggen met een financiële bijdrage weer tot (verdere) uitvoering te brengen. Omdat het bij deze regeling om werkgelegenheidseffecten op de korte termijn gaat is de verplichting opgenomen dat de activiteit uiterlijk op 31 december 2016 voltooid moet zijn. Projecten waarbij nog een bestemmingsplanprocedure doorlopen moet worden vallen om die reden af.
Artikel 12
Het zwaartepunt van de regeling ligt op het creëren van werkgelegenheid door het weer op gang brengen van stokkende ontwikkelingsprojecten. Bij de rangschikkingscriteria weegt het thema werkgelegenheid daarom zwaar. Onder incidentele werkgelegenheid wordt werkgelegenheid verstaan (uitgedrukt in arbeidsjaren) die gemoeid is bij de activiteit(en) waarvoor subsidie is aangevraagd. De arbeidsinzet heeft een begin en een einde.
Onder structurele werkgelegenheid wordt werkgelegenheid verstaan (uitgedrukt in arbeidsjaren) die (redelijkerwijs) ontstaat of behouden blijft als gevolg van de activiteiten waarvoor subsidie aangevraagd wordt. Dit is dus werkgelegenheid die blijft, ook als het gesubsidieerde project afgerond is.
Vanuit het provinciaal beleid willen wij de bouw van betaalbare (sociale) huurwoningen en woningbouwontwikkelingen in de nabijheid van een OV-knooppunt stimuleren.
Artikel 15
Om enigszins na te kunnen gaan of en zo ja welke effecten deze subsidieregeling op de werkgelegenheid heeft, vragen wij van de subsidieontvanger om na afronding van het project aan te geven welke incidentele werkgelegenheid is gecreëerd. Van de structurele werkgelegenheid moet een inschatting worden gemaakt.
Uitgegeven op 26 november 2014.
Namens gedeputeerde staten van Noord-Holland,
G.E.A. van Craaikamp, provinciesecretaris.
Naar boven