BESLUIT VAN PROVINCIALE STATEN VAN ZUID-HOLLAND TOT WIJZIGING VAN DE SUBSIDIEREGELING NATUUR- EN LANDSCHAPSBEHEER ZUID-HOLLAND 2013 EN DE SUBSIDIEREGELING KWALITEITSIMPULS NATUUR EN LANDSCHAP ZUID-HOLLAND 2013
Provinciale Staten van Zuid-Holland;
 
Gelet op artikel 143 van de Provinciewet en 4:23, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht;
 
Besluiten:
Artikel I
De Subsidieregeling Natuur- en Landschapsbeheer Zuid-Holland 2013 als volgt te wijzigen;
  • A.
    In artikel 1.1 wordt onderdeel s. vervangen door:
    s. monitoringsprogramma: door Gedeputeerde Staten vastgesteld meerjarig programma waarin Gedeputeerde Staten beschrijven hoe in de informatievoorziening voor het natuurdomein wordt voorzien.
  • B.
    Artikel 1.12 vervalt.
  • C.
    In artikel 3.2.3 worden in het derde lid de woorden " wordt de subsidie verleend onder de voorwaarde dat binnen een termijn van een maand" vervangen door: kan de subsidie worden verleend onder de voorwaarde dat binnen een termijn van drie maanden.
  • D.
    In artikel 5.1.2a.3
    • -
      worden de leden 6 tot en met 10 vernummerd tot 1 tot en met 5.
    • -
      worden in het vernummerde derde lid de woorden " wordt de subsidie verleend onder de voorwaarde dat binnen een termijn van een maand" vervangen door: kan de subsidie worden verleend onder de voorwaarde dat binnen een termijn van drie maanden.
  • E.
    In artikel 5.1.2a.5 worden de leden 4 tot en met 6 vernummerd tot 1 tot en met 3.
  • F.
    Na artikel 7.5 wordt ingevoegd:
Artikel 7.5a
  • 1.
    Een aanvraag als bedoeld in artikel 7.5, eerste lid, tot vergroting van het areaal waarvoor een subsidie natuurbeheer of een subsidie landschapsbeheer als bedoeld in artikel 5.1.1.1, eerste lid, onderdeel a, wordt verstrekt, welke wordt ingediend door een aanvrager als bedoeld in artikel 3.1.3, eerste lid, onderdeel b onderscheidenlijk artikel 5.1.2.1, eerste lid, onderdeel b, én vergezeld gaat van een verzoek van een ontvanger van één of meer in de aanhef bedoelde subsidies tot intrekking van de aan hem verleende subsidies voor de terreinen waarop die aanvraag betrekking heeft, wordt niet gehonoreerd indien:
    • a.
      die aanvraag en het verzoek tot intrekking niet alle natuurterreinen en landschapselementen omvat waarvoor aan de in de aanhef bedoelde subsidieontvanger subsidie wordt verstrekt;
    • b.
      die aanvraag ertoe zou leiden dat in totaal minder dan 6 aaneengesloten jaren subsidie voor het desbetreffende terrein onderscheidenlijk landschapselement kan worden verleend;
    • c.
      de in de aanhef bedoelde subsidieontvanger een gecertificeerde begunstigde is en de in de aanhef bedoelde aanvrager dit niet is.
  • 2.
    Ingeval van intrekking uit hoofde van het eerste lid worden alle subsidies naar evenredigheid verleend en vastgesteld voor het verstreken gedeelte van het tijdvak, bedoeld in artikel 3.1.2 respectievelijk artikel 5.1.1.2, waarvoor de betreffende subsidies zijn verstrekt.
  • 3.
    Onverminderd het eerste lid honoreren Gedeputeerde Staten een aanvraag als bedoeld in het eerste lid niet met betrekking tot het gedeelte van een of meer subsidies natuurbeheer dat ziet op de toeslag, bedoeld in artikel 3.1.8, tweede lid, onderdeel b, voor zover het samenwerkingsverband niet in staat is de aan die toeslag verbonden verplichtingen na te leven, maar stellen zij ambtshalve het betreffende deel van respectievelijke subsidies naar evenredigheid vast voor het verstreken gedeelte van het tijdvak.
  • 4.
    Een wijziging van een beschikking tot subsidieverlening als bedoeld in het eerste lid treedt in werking met ingang van het kalenderjaar waarin het samenwerkingsverband op de peildatum als begunstigde aangemerkt kan worden.
Artikel II
De Subsidieregeling Kwaliteitsimpuls Natuur en Landschap Zuid-Holland 2013 als volgt te wijzigen.
  • A.
    In artikel 20, derde lid, worden de woorden "uitgevoerd door DLG" vervangen door: een uitgevoerd door een beëdigd taxateur landelijk gebied.
  • B.
    In artikel 11, eerste lid, onderdeel d. i worden de woorden ", door DLG is uitgevoerd" geschrapt.
Artikel III
Te bepalen dat de besluiten onder I en II worden gepubliceerd in het Provinciaal blad en in werking treden met ingang van de dag na publicatiedatum.
 
Den Haag, 15 oktober 2014
 
Provinciale Staten van Zuid-Holland,
 
griffier, R.H. van Luijk
voorzitter, J. Smit
Toelichting
Algemene toelichting
De teksten van de oorspronkelijke regelingen en van de nu voorgestelde wijzigingen zijn in IPO-verband voorbereid. De wijzigingen zijn er op gericht om de uitvoering te verbeteren en diverse knelpunten op te lossen. Er liggen geen beleidsinhoudelijke wijzigingen aan ten grondslag.
 
Artikelsgewijze toelichting op de wijziging van de Subsidieregeling Natuur- en Landschapsbeheer Zuid-Holland 2013
  • A.
    Definitie monitoringsprogramma (art. 1.1 onder s.): de vigerende definitie blijkt discussie op te roepen over de doelstelling van de monitoring. De nieuwe definitie dient er toe deze discussie weg te nemen.
  • B.
    Artikel 1.12 vervalt: De bepalingen over de slotenmarge leidt, in combinatie met de technische (on) mogelijkheden van de toolkit, tot juridische uitvoeringsproblemen. Derhalve komt de mogelijkheid om in de aanvraag de oppervlakte beheereenheid uit te breiden met sloten, zoals gedefinieerd in dit artikel, te vervallen.
  • C.
    Artikel 3.2.3 (subsidieverplichtingen): de verplichting voor het opstellen van een overeenkomst binnen een maand na de datum van de bekendmaking van de beschikking tot subsidieverlening leidt in de praktijk tot uitvoeringsproblemen. Deze wijziging verruimt de termijn van één tot drie maanden.
  • D.
    In enkele artikelen is de lidnummering gecorrigeerd, te weten in artikel 5.1.2a.3 en artikel 5.1.2a.5 (onderdeel E). Na doorvoering van correctie van de nummering van artikel 5.1.2a.3 vindt aanpassing van het derde lid plaats. Hiervoor geldt de toelichting onder C.
  • E.
    Zie D.
  • F.
    Het nieuwe artikel 7.5a: In de uitvoeringspraktijk is de wens ontstaan om de overdracht van subsidie mogelijk te maken van een individuele beheerder naar een samenwerkingsverband voor de resterende looptijd. Uitgangspunt bij deze constructie is dat een individuele beheerder al zijn lopende subsidies inclusief toeslagen overdraagt.
    Lid 1: Het samenwerkingsverband vraagt een vergroting van het areaal vanwege de toevoeging van beheereenheden van een individuele begunstigde. Tegelijkertijd wordt er een verzoek tot intrekking van de subsidies van de individuele begunstigde ingediend. Toeslagen verbonden aan de beheereenheden gaan mee over. Aan de toekenning van deze vergroting en de bijbehorende intrekking zijn de volgende voorwaarden verbonden: de individuele begunstigde draagt alle subsidies over aan het samenwerkingsverband, met de daarbij behorende toeslagen; het mag niet leiden tot een korter durend beheer voor de onderhavige natuurterreinen en landschapselementen dan 6 jaar; deze vorm van overdracht is niet mogelijk indien het samenwerkingsverband niet gecertificeerd is terwijl de individuele begunstigde dit wel is.
    Lid 2: Bij de intrekking worden ook alle subsidies van de individuele begunstigde vastgesteld voor de tot het moment van overdracht lopende periode.
    Lid3: Voor zover het samenwerkingsverband niet in staat is om de verplichtingen van de toeslag Schaapkuddes Natuur na te leven, gaat deze toeslag niet mee over naar het samenwerkingsverband. Deze wordt dan in analogie naar lid 2 vastgesteld.
 
Artikelsgewijze toelichting op de wijziging van de Subsidieregeling Kwaliteitsimpuls Natuur en Landschap 2013
  • A.
    Per 1 januari 2015 zal Dienst Landelijk Gebied (DLG) niet meer bestaan. DLG als partij die de taxaties uitvoert wordt daarom uit de tekst verwijderd. Voortaan moet een taxatie door een beëdigd taxateur landelijk gebied worden verricht.
  • B.
    Zie A.
Naar boven