Wijziging Mandaat- en machtigingenbesluit Programma Beheer, Subsidieverordening natuur- en landschapsbeheer, Subsidieregeling kwaliteitsimpuls natuur en landschap en provinciale Subsidieverordening Inrichting Landelijk Gebied
Besluit van Gedeputeerde Staten van Drenthe van 21 oktober 2014, kenmerk 4.1/2014006155, team Plattelandsontwikkeling, tot bekendmaking van de wijziging van het Mandaat- en machtigingenbesluit Programma Beheer, Subsidieverordening natuur- en landschapsbeheer, Subsidieregeling kwaliteitsimpuls natuur en landschap en provinciale Subsidieverordening Inrichting Landelijk Gebied
Gedeputeerde Staten van Drenthe;
overwegende dat de bestaande mandateringen moeten wijzigen. De aanleiding daarvoor is de fusie, per 1 januari 2014, van de Dienst Regelingen met Agentschap.NL tot de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl). Omdat de Dienst Regelingen in zijn zelfstandige vorm sindsdien is opgehouden te bestaan, dienen de bevoegdheden ter zake nadien bij de functionarissen van RVO.nl te berusten en niet langer bij de functionarissen van de Dienst Regelingen;
overwegende dat daardoor aanpassing van het eerder genoemde mandaatbesluit nodig is;
BESLUITEN:
  • 1.
    de wijziging van het Mandaat- en machtigingenbesluit Programma Beheer, Subsidieverordening natuur- en landschapsbeheer, Subsidieregeling kwaliteitsimpuls natuur en landschap en provinciale Subsidieverordening Inrichting Landelijk Gebied vast te stellen. Dit besluit treedt in werking de dag na publicatie in het Provinciaal Blad;
  • 2.
    het Mandaat- en machtigingenbesluit Programma Beheer, Subsidieverordening natuur- en landschapsbeheer, Subsidieregeling kwaliteitsimpuls natuur en landschap en provinciale Subsidieverordening Inrichting Landelijk Gebied van 1 oktober 2013, kenmerk 4.1/2013006771, Provinciaal Blad 40 van 2013, met ingang van bovengenoemde datum van inwerkingtreding in te trekken.
     
Mandaat- en machtigingenbesluit Programma Beheer, Subsidieverordening natuur- en landschapsbeheer, Subsidieregeling kwaliteitsimpuls natuur en landschap en provinciale Subsidieverordening Inrichting Landelijk Gebied
Paragraaf 1, Algemeen
Artikel 1
  • 1.
    De directeur-generaal Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, de directeur Kernprocessen EU en Klantcontact & Gegevens, de afdelingsmanager Subsidies en de afdelingsmanager Juridische Zaken zijn gemachtigd namens Gedeputeerde Staten te beslissen en stukken te ondertekenen betreffende de beantwoording van aan Gedeputeerde Staten gerichte individuele brieven en mondelinge verzoeken, die betrekking hebben op de in artikel 2, onderdelen a tot en met h, genoemde regelingen, voor zover het antwoord zich beperkt tot een beschrijving van de geldende wet- en regelgeving c.q. van het vigerende beleid, althans niet van zodanige beleidsmatige, politieke of financiële betekenis is, of anderszins vanwege zijn aard of inhoud zodanig is, dat deze door Gedeputeerde Staten dienen te worden afgedaan.
  • 2.
    De directeur-generaal Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, de directeur Kernprocessen EU en Klantcontact & Gegevens, de afdelingsmanager Juridische Zaken en de teammanagers van de afdeling Juridische Zaken zijn gemachtigd namens Gedeputeerde Staten te beslissen en stukken te ondertekenen betreffende:
    • a.
      besluiten op grond van de Wet openbaarheid van bestuur, voor zover die betrekking hebben op de in artikel 2, onderdelen a tot en met h, genoemde regelingen;
    • b.
      besluiten op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens als bedoeld in de artikelen 30, derde lid, 35, 36 en 38, tweede lid, 40 of 41 van die wet, voor zover die betrekking hebben op de in artikel 2, onderdelen a tot en met h, genoemde regelingen.
  • 3.
    De directeur-generaal Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, de directeur Kernprocessen EU en Klantcontact & Gegevens, de afdelingsmanager Juridische Zaken en de teammanagers van de afdeling Juridische Zaken zijn gemachtigd om namens Gedeputeerde Staten te beslissen en stukken te ondertekenen betreffende de afhandeling van klachten en klaagschriften als bedoeld in hoofdstuk 9.1 van de Algemene wet bestuursrecht, voor zover de gedragingen betrekking hebben op de in de leden 2 en 4 van dit artikel, of op de in artikel 2, onderdelen a tot en met h, genoemde regelingen en besluiten en de antwoorden zich beperken tot een beschrijving van de geldende wet- en regelgeving c.q. van het vigerende beleid.
  • 4.
    De afdelingsmanager Juridische Zaken en de teammanagers van de afdeling Juridische Zaken zijn gemachtigd om, voor zover verband houdende met de uitvoering van de regelingen genoemd in artikel 2, onderdelen a tot en met h, namens Gedeputeerde Staten van de provincie te beslissen en stukken te ondertekenen betreffende de afwijzing van verzoeken om schadevergoeding en de toekenning tot bedragen van ten hoogste € 5.000,--, alsmede de met de toekenning samenhangende besluiten bedoeld in de afdelingen 4.4.1 en 4.4.2 van de Algemene wet bestuursrecht.
  • 5.
    De uit dit besluit voor de genoemde functionarissen van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland voortvloeiende bevoegdheden kunnen ook worden uitgeoefend door de voor hen daartoe aangewezen plaatsvervangers.
Paragraaf 2, Primaire besluiten
Artikel 2
De afdelingsmanager Subsidies en de teammanagers van de afdeling Subsidies zijn gemandateerd om namens Gedeputeerde Staten te beslissen en stukken te ondertekenen betreffende:
  • a.
    beschikkingen inzake de Subsidieregeling natuurbeheer van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;
  • b.
    beschikkingen inzake de Subsidieregeling agrarisch natuurbeheer van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;
  • c.
    beschikkingen inzake de Subsidieregeling natuurbeheer Drenthe;
  • d.
    beschikkingen inzake de Subsidieregeling agrarisch natuurbeheer Drenthe;
  • e.
    beschikkingen inzake de eerste bebossing van landbouwgronden met blijvend bos (EBL);
  • f.
    beschikkingen inzake projecten Agrobiodiversiteit;
  • g.
    beschikkingen inzake de Subsidieverordening natuur- en landschapsbeheer van de provincie Drenthe, met uitzondering van:
    • -
      beschikkingen tot verlening, intrekking of wijziging van de toeslagen als bedoeld in artikel 4.1.2.4;
    • -
      beschikkingen tot verlening, vaststelling, intrekking of wijziging van een subsidie als bedoeld in de artikelen 6.1, 6.10 en 7.9, alsmede tot het verstrekken, intrekken of wijzigen van een voorschot als bedoeld in artikel 6.8;
    • -
      besluiten als bedoeld in artikel 9.1;
    • -
      beschikkingen tot verlening, schorsing en intrekking als bedoeld in de artikelen 8.1.1. en 8.1.5;
  • h.
    beschikkingen inzake de Subsidieregeling kwaliteitsimpuls natuur en landschap van de provincie Drenthe;
  • i.
    beschikkingen inzake de provinciale Subsidieverordening Inrichting Landelijk Gebied;
  • j.
    beschikkingen inzake artikel 4, lid 1, van de Regeling Inrichting Landelijk Gebied;
  • k.
    beschikkingen inzake de verschuldigdheid en de hoogte van de dwangsom bij niet tijdig beslissen en de terugvordering van dergelijke dwangsommen bij onverschuldigde betaling, verband houdende met de uitvoering van de regelingen, genoemd in de onderdelen a tot en met i, van dit artikel;
  • l.
    beschikkingen op basis van de afdelingen 4.4.1., 4.4.2. en 4.4.4 en artikel 4:57 van de Algemene wet bestuursrecht, voor zover die verband houden met de uitvoering van de regelingen, genoemd in de onderdelen a tot en met i van dit artikel.
Paragraaf 3, Bezwaar en beroep
Artikel 3
De directeur-generaal Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, de directeur Kernprocessen EU en Klantcontact & Gegevens, de afdelingsmanager Juridische Zaken en de teammanagers van de afdeling Juridische Zaken van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland zijn gemandateerd en gemachtigd namens Gedeputeerde Staten te beslissen en stukken te ondertekenen betreffende:
  • a.
    beschikkingen op bezwaarschriften tegen besluiten van artikel 1, tweede en vierde lid, alsmede van de onderdelen a tot en met g van artikel 2 van dit besluit en daarmee samenhangende beslissingen tot verdaging van beslissingen;
  • b.
    het horen in het openbaar, bedoeld in artikel 7:5, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht;
  • c.
    beschikkingen op verzoeken tot vergoeding van de kosten van het voeren van een bezwaarprocedure, voor zover de verzoeken hiertoe hangende de bezwaarprocedure worden gedaan en verband houden met de uitvoering van de regelingen, genoemd in de onderdelen a tot en met g van artikel 2;
  • d.
    beschikkingen die tijdens de bezwaarprocedure worden genomen op basis van de afdelingen 4.4.1, 4.4.2 en 4.4.4 en artikel 4:57 van de Algemene wet bestuursrecht en verband houden met de uitvoering van de regelingen, genoemd in de onderdelen a tot en met g van artikel 2;
  • e.
    beschikkingen inzake de verschuldigdheid en de hoogte van de dwangsom bij niet tijdig beslissen en de terugvordering van dwangsommen bij onverschuldigde betaling, voor zover de verzoeken hiertoe hangende de bezwaarprocedure worden gedaan en verband houden met de uitvoering van de regelingen, genoemd in de onderdelen a tot en met g van artikel 2;
  • f.
    verweerschriften en andere schrifturen in gedingen aanhangig bij de bestuursrechter, voor zover die verband houden met de uitvoering van de regelingen, genoemd in de onderdelen a tot en met g van artikel 2;
  • g.
    beschikkingen op bezwaarschriften tegen besluiten van paragraaf 8.1. van de Subsidieverordening natuur en landschapsbeheer Drenthe en daarmee samenhangende beslissingen tot verdaging van beslissingen, op welke beschikkingen hetgeen in de onderdelen b, c, d, e en f van dit artikel is bepaald van overeenkomstige toepassing is.
Artikel 4
De functionarissen bedoeld in de artikelen 1, 2 en 3, alsmede de onder hen ressorterende medewerkers van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland zijn gemachtigd om ter voorbereiding van de in de artikelen 2 en 3 bedoelde besluiten en handelingen alle nodige werkzaamheden te verrichten.
Artikel 5
De directeur-generaal Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, de directeur Kernprocessen EU en Klantcontact & Gegevens en de afdelingsmanager Juridische Zaken zijn gemachtigd namens Gedeputeerde Staten te beslissen en stukken te ondertekenen betreffende het instellen van hoger beroep of verzet, het indienen van een verzoek om voorlopige voorziening of een verzoek om opheffing of schorsing van een voorlopige voorziening of het instellen van een ander rechtsmiddel, in gedingen en tegen rechterlijke uitspraken, die het gevolg zijn van de in de artikelen 2 en 3 genoemde beschikkingen, waarbij Gedeputeerde Staten partij zijn, na voorafgaand overleg met Gedeputeerde Staten.
Paragraaf 4, Procesmachtiging
Artikel 6
Met betrekking tot de machtiging van juristen werkzaam bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland om Gedeputeerde Staten te vertegenwoordigen bij de bestuursrechter met betrekking tot (hoger) beroepen inzake besluiten genomen namens Gedeputeerde Staten met betrekking tot de in de artikelen 2 en 3 genoemde beschikkingen, zijn de machtigingen die op grond van het Mandaatbesluit LNV Dienst Regelingen 2011 aan de betrokken juristen zijn verstrekt van overeenkomstige toepassing.
Paragraaf 5, Instructies
Artikel 7
De gemandateerde oefent zijn bevoegdheid niet uit indien hij bij de te nemen beslissing een persoonlijk belang heeft als bedoeld in artikel 2:4, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht.
Artikel 8
De gemandateerde stelt de provincie in kennis van krachtens mandaat te nemen of reeds genomen besluiten waarvan hij moet aannemen dat kennisneming door Gedeputeerde Staten gewenst is. Hier is in ieder geval sprake van indien:
  • a.
    de maatschappelijke, beleidsmatige, politieke, juridische of financiële omstandigheden daartoe aanleiding geven;
  • b.
    advies nodig is van anderen dan de gemandateerde of onder hem ressorterende medewerkers en het advies niet aansluit op het eigen standpunt van de gemandateerde dan wel niet tot dezelfde uitkomsten leidt.
Artikel 9
De uitoefening van de gemandateerde bevoegdheden, verleende (onder)volmachten of machtigingen geschiedt binnen de grenzen en met inachtneming van het ter zake geldende recht, specifiek met inachtneming van artikel 10:3 van de Algemene wet bestuursrecht, alsmede de geldende beleids- en uitvoeringsregels.
Artikel 10
Op een bezwaarschrift wordt niet besloten door degene die het primaire besluit in mandaat heeft genomen of bij de voorbereiding van het primaire besluit betrokken is geweest.
Artikel 11
  • 1.
    Na ontvangst van een bezwaarschrift wordt, alvorens een beslissing op het bezwaar wordt genomen, getracht het geschil op te lossen met toepassing van mediationvaardigheden.
  • 2.
    Indien de toepassing van mediationvaardigheden niet leidt tot een oplossing van het geschil, wordt de afhandeling van het bezwaar door een andere functionaris voortgezet.
  • 3.
    Een onder een gemandateerde functionaris ressorterende medewerker die in het desbetreffende geval betrokken is geweest bij mediation of de "andere aanpak", verricht in die zaak geen werkzaamheden ter voorbereiding van de beslissing op bezwaar.
  • 4.
    Alvorens een beslissing wordt genomen op een bezwaarschrift tegen een beslissing op basis van artikel 3, onderdeel g, wordt advies gevraagd aan de Stichting Certificering Subsidiestelsel Natuur- en Landschapsbeheer. Indien conform het eerste lid wordt getracht het geschil op te lossen met toepassing van mediationvaardigheden, wordt dit advies in het kader van dat traject gevraagd.
Artikel 12
Voor zover uit deze instructie een inlichtingenplicht of een instructiebevoegdheid voortvloeit, lichten partijen elkaar over en weer op een zodanig tijdstip in dat de inachtneming of tijdige verdaging van beslistermijnen gewaarborgd wordt.
Paragraaf 6, Overige bepalingen
Artikel 13
De ondertekening van beslissingen in mandaat, bedoeld in de artikelen 1 tot en met 5, luidt:
het college van Gedeputeerde Staten,
voor dezen:
(naam) (functie)
Artikel 14
Dit besluit treedt in werking de dag na publicatie in het Provinciaal Blad en doet alsdan het bestaande mandaat- en machtigingenbesluit van de provincie vervallen.
Artikel 15
Gedeputeerde Staten kunnen aan de in de artikelen 1, 2 en 3 genoemde functionarissen, naar aanleiding van door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland verstrekte inlichtingen in een specifiek geval of de door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland uitgebrachte rapportages, in aanvulling op hetgeen is vermeld in paragraaf 5 van dit besluit, nadere instructies geven omtrent de uitoefening van de gemandateerde bevoegdheden.
Een belanghebbende kan binnen zes weken na bekendmaking van dit besluit hiertegen bezwaar maken bij het college van Gedeputeerde Staten van Drenthe. Het bezwaarschrift wordt gezonden aan het college van Gedeputeerde Staten van Drenthe.
Gedeputeerde Staten voornoemd,
J. Tichelaar, voorzitter
mevrouw mr. A.M. van Schreven, secretaris
 
Uitgegeven 4 november 2014
Naar boven