Provincie Zeeland – Wijziging van de Subsidieregeling Kwaliteitsimpuls Natuur en Landschap (SKNL) Zeeland
 
Besluit van Gedeputeerde Staten van Zeeland van 7 oktober 2014, nr. 14013873, tot wijziging van de Subsidieregeling Kwaliteitsimpuls Natuur en Landschap (SKNL) Zeeland
 
Gedeputeerde staten van Zeeland,
  • -
    Gelezen het voorstel van de afdeling WBN nr. 14013873;
  • -
    Gelet op artikel 145 van de Provinciewet;
  • -
    Gelet op het decentralisatieakkoord Natuur en het Natuurpact;
  • -
    Gelet op het delegatiebesluit van provinciale staten voor regelgevende bevoegdheid van 13 december 2013 (Pb 2014 nr. 17);
Besluiten vast te stellen de navolgende wijzigingsregeling:
ARTIKEL I
De Subsidieregeling Kwaliteitsimpuls Natuur en Landschap Zeeland wordt als volgt gewijzigd:
Onderdeel A
In artikel 1, onderdeel h, wordt << artikel 1.1, onderdeel k, van de Subsidieregeling natuur- en landschapsbeheer Zeeland >> vervangen door: artikel 1.1, onderdeel l, van de Subsidieverordening natuur en landschapsbeheer Zeeland.
Onderdeel B
Artikel 6, eerste lid, komt te luiden:
  • 1.
    Als voor de activiteit waarvoor subsidie wordt aangevraagd subsidie is verstrekt door Gedeputeerde Staten op grond van een andere regeling of door andere overheden, waardoor het totaal aan subsidie voor de betreffende activiteit meer bedraagt dan:
    • a.
      de werkelijke kosten die de activiteiten met zich meebrengen;
    • b.
      de maximale vergoeding die op grond van Europese voorschriften mag worden gegeven, of
    • c.
      de maximale vergoeding die op grond van het plattelandsontwikkelingsprogramma 2007-2013 mag worden gegeven,
  • wordt de subsidie op grond van deze regeling zoveel lager vastgesteld als noodzakelijk is om betaling boven de werkelijke kosten dan wel de hiervoor bedoelde maxima te voorkomen.
Onderdeel C
Artikel 8, vierde lid, komt te luiden:
  • 4.
    Gedeputeerde Staten kunnen op aanvraag een investeringssubsidie verstrekken voor een programma dat is gericht op investeringen in natuurterreinen die één of meerdere van de in het eerste lid, onderdeel a tot en met f, of het derde lid, onderdeel a, bedoelde doelen hebben.
Onderdeel D
Artikel 9a, eerste lid, komt als volgt te luiden:
  • 1.
    Een investeringssubsidie als bedoeld in artikel 8, eerste lid, onderdelen c en e, wordt niet verstrekt voor zover op het natuurterrein nog verplichtingen rusten op grond van:
    • a.
      hoofdstuk 4 van de Subsidieregeling natuurbeheer Zeeland;
    • b.
      hoofdstuk 4 van de Subsidieregeling natuurbeheer 2000 van de minister, of
    • c.
      hoofdstuk 3 van de Subsidieverordening natuur- en landschapsbeheer Zeeland,
  • tenzij de inrichtingsmaatregelen niet van dien aard zijn dat de instandhouding van het bestaande natuurbeheertype door die maatregelen onmogelijk wordt.
Onderdeel E
Artikel 10, derde lid, komt als volgt te luiden:
  • 3.
    Onverminderd artikel 9, zesde lid, gaat een aanvraag tot verlening van een investeringssubsidie als bedoeld in artikel 8 vergezeld van een verklaring van geen bezwaar van:
    • a.
      de eigenaar van het betreffende natuurterrein, de landbouwgrond, het landschapselement of het beheerpakket landschap, én in voorkomend geval,
    • b.
      de erfpachter van het betreffende natuurterrein, de landbouwgrond, het landschapselement of het beheerpakket landschap,
  • indien de aanvrager een ander is dan de eigenaar. Onderdeel b is niet van toepassing indien de aanvraag wordt ingediend door de erfpachter, bedoeld in dat onderdeel.
Onderdeel F
In artikel 11, eerste lid, onderdeel d, onder I, wordt << de taxatie, bedoeld in artikel 20, derde lid, door DLG is uitgevoerd, >> vervangen door: de taxatie, bedoeld in artikel 20, derde lid, is uitgevoerd.
Onderdeel G
Artikel 15 komt als volgt te luiden:
Artikel 15 (grondslag subsidie functieverandering)
Gedeputeerde Staten kunnen op aanvraag subsidie verstrekken voor de waardedaling van grond ten gevolge van:
  • a.
    de omzetting van landbouwgrond in natuurterrein;
  • b.
    de omzetting van landbouwgrond ten behoeve van de daaropvolgende aanleg van een landschapselement of realisatie van een beheerpakket landschap.
Onderdeel H
Artikel 19 komt als volgt te luiden:
Artikel 19
  • 1.
    De subsidie functieverandering wordt verstrekt onder de voorwaarde dat:
    • a.
      binnen een termijn van één jaar na de datum van verzending of uitreiking van de beschikking tot subsidieverstrekking een overeenkomst tussen de subsidieontvanger en de provincie tot stand komt waarin is opgenomen:
      • i.
        de verplichting van de eigenaar van de grond de betreffende grond niet te gebruiken of te doen gebruiken als landbouwgrond en overigens datgene na te laten wat de ontwikkeling van het te realiseren natuurbeheertype dan wel landschapselement en de daaropvolgende instandhouding daarvan op de desbetreffende grond in gevaar brengt of verstoort;
      • ii.
        dat de verplichtingen, bedoeld onder i, zullen overgaan op degene die de grond onder algemene of bijzondere titel zullen verkrijgen en eveneens gelden voor degene die van de rechthebbende een recht op het gebruik van de grond verkrijgen;
    • b.
      de overeenkomst, bedoeld in onderdeel a, wordt ingeschreven in de openbare registers;
    • c.
      de subsidieontvanger binnen een termijn van één jaar na de subsidieverstrekking met het Nationaal Groenfonds een overeenkomst tot voorfinanciering afsluit waarin is opgenomen:
      • i.
        de verplichting van de subsidieontvanger het bedrag, bedoeld in artikel 20, eerste lid, in zijn geheel voor te laten financieren door het Nationaal Groenfonds;
      • ii.
        de verplichting van het Nationaal Groenfonds het bedrag bedoeld in artikel 20, eerste lid, in zijn geheel te betalen binnen acht weken nadat zowel de desbetreffende overeenkomst is getekend als de overeenkomst, bedoeld in onderdeel a, is ingeschreven in de openbare registers.
  • 2.
    Gedeputeerde Staten kunnen, in de beschikking tot subsidieverstrekking bepalen dat het eerste lid, onderdeel c, niet van toepassing is.
  • 3.
    In een geval als bedoeld in het tweede lid zullen Gedeputeerde Staten het in artikel 20, eerste lid, bedoelde bedrag in zijn geheel betalen binnen acht weken nadat de overeenkomst, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a van het onderhavige artikel, is ingeschreven in de openbare registers.
Onderdeel I
In artikel 20, derde lid, wordt << De waarde van de landbouwgrond als bedoeld in het eerste lid, wordt bepaald op basis van een taxatie uitgevoerd door DLG >> vervangen door: De waarde van de landbouwgrond als bedoeld in het eerste lid wordt bepaald op basis van een onafhankelijke taxatie in opdracht van de provincie Zeeland.
Artikel II
Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot 1 januari 2014.
 
 
Aldus vastgesteld in de vergadering van Gedeputeerde Staten van 7 oktober 2014.
 
Drs. J.M.M. Polman, voorzitter
A.W. Smit, secretaris
 
Uitgegeven 20 oktober 2014,
De secretaris, A.W. Smit
Naar boven