BESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN 16 SEPTEMBER 2014, REGISTRATIENUMMER PZH-2014-488102539 TOT WIJZIGING VAN DE SUBSIDIEREGELING JEUGDZORG ZUID-HOLLAND 2013 IN VERBAND MET DE SUBSIDIËRING VAN ACTIVITEITEN DIE IN 2015 WORDEN UITGEVOERD TEN BEHOEVE VAN KWETSBARE JONGEREN
Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid-Holland,
 
gelet op artikel 3 van de Algemene subsidieverordening Zuid-Holland 2013;
 
overwegende dat
  • -
    in het Hoofdlijnenakkoord 2011 – 2015 extra aandacht wordt gevraagd voor kwetsbare jongeren, zoals tienermoeders en dak- en thuisloze jongeren;
  • -
    Provinciale Staten ter uitvoering van het Hoofdlijnenakkoord 2011 – 2015 ook voor het jaar 2015 extra middelen beschikbaar hebben gesteld voor de ondersteuning van kwetsbare jongeren;
  • -
    Provinciale Staten en Gedeputeerde Staten met de inwerkingtreding van de Jeugdwet geen wettelijke taken en bevoegdheden meer hebben ten aanzien van planning en financiering van de jeugdzorg;
  • -
    Gedeputeerde Staten met de subsidiëring van activiteiten uit te voeren in 2015 ten behoeve van kwetsbare jongeren, beogen te bewerkstelligen dat de activiteiten die in 2014 of eerder zijn aangevangen ten behoeve van het genoemde subsidiedoel, in 2015 gecontinueerd kunnen worden, waarna de regio’s deze activiteiten zullen voortzetten en financieren;
  • -
    met de subsidiëring in 2015 van activiteiten ten behoeve van kwetsbare jongeren, de uitvoering van het Hoofdlijnenakkoord 2011 – 2015 wordt afgerond voor wat betreft het genoemde subsidiedoel;
  • -
    dat de Subsidieregeling jeugdzorg Zuid-Holland 2013 vervalt met ingang van 1 januari 2015;
  • -
    de subsidiëring van activiteiten die in het jaar 2015 plaatsvinden ten behoeve van kwetsbare jongeren, een juridische grondslag behoeft,
     
Besluiten:
Vast te stellen de wijziging van de Subsidieregeling jeugdzorg Zuid-Holland 2013.
 
Artikel I
De Subsidieregeling jeugdzorg Zuid-Holland 2013 wordt als volgt gewijzigd.
 
A.
Artikel 24 Subsidiabele activiteiten en prestaties
  • 1.
    Subsidie kan worden verstrekt aan rechtspersonen, als bedoeld in artikel 41, vierde lid van de wet voor het uitoefenen van de werkzaamheden van een vertrouwenspersoon voor de cliënten van Stichting Bureau Jeugdzorg Zuid-Holland en de jeugdzorgaanbieders.
  • 2.
    Subsidie als bedoeld in het eerste lid wordt verstrekt in de vorm van een boekjaarsubsidie.
  • 3.
    De activiteit als bedoeld in het eerste lid leidt tot de beschikbaarheid van een vertrouwenspersoon voor de cliënten van de Stichting Bureau Jeugdzorg Zuid-Holland en de jeugdzorgaanbieders.
  • 4.
    De overheidsbijdrage voor arbeidskostenontwikkeling is van toepassing bij subsidies bedoeld in het eerste lid.
B
Na hoofdstuk 3, paragraaf 3, wordt een nieuwe paragraaf ingevoegd, luidende:
 
Paragraaf 3a Projectsubsidie aan regio’s voor activiteiten 2015 ten behoeve van kwetsbare jongeren
 
Artikel 58a Subsidiabele activiteiten en prestatie
  • 1.
    Subsidie wordt verstrekt voor activiteiten die in 2015 worden uitgevoerd ten behoeve van kwetsbare jongeren.
  • 2.
    Subsidie als bedoeld in het eerste lid wordt uitsluitend verstrekt voor in 2015 uit te voeren activiteiten die een voortzetting zijn van door Gedeputeerde Staten gesubsidieerde activiteiten uitgevoerd in 2014 en welke activiteiten na beëindiging van de subsidiëring door Gedeputeerde Staten in 2015, worden voortgezet en gefinancierd door de subsidieontvanger.
  • 3.
    Subsidie als bedoeld in het eerste lid wordt verstrekt in de vorm van een projectsubsidie.
     
Artikel 58b Doelgroep
Subsidie als bedoeld in artikel 58a wordt uitsluitend verstrekt aan de regio’s Holland-Rijnland, Midden-Holland, alsmede aan Zuid-Holland Zuid dan wel aan de subregio’s binnen Zuid-Holland Zuid, te weten Alblasserwaard-Vijfheerenlanden, Drechtsteden en Hoeksche Waard.
 
Artikel 58c Aanvraagperiode
In afwijking van artikel 26, eerste lid, van de Asv kunnen aanvragen voor subsidies als bedoeld in artikel 58a, worden ingediend tot en met 31 december 2014.
 
Artikel 58d Aanvraagvereisten
Naast de gegevens als bedoeld in artikel 10, eerste lid, van de Asv gaat een aanvraag voor subsidie als bedoeld in artikel 58a vergezeld van:
  • a.
    een omschrijving van de problematiek en de knelpunten in de regio waarvoor subsidie wordt aangevraagd, met als bijlage een nulmeting met betrekking tot het aantal kwetsbare jongeren in de regio;
  • b.
    een omschrijving van het ondersteuningsaanbod voor kwetsbare jongeren in de regio en de mogelijkheden voor uitbreiding;
  • c.
    een omschrijving van de wijze waarop de activiteiten ten behoeve van kwetsbare jongeren, die in 2015 worden uitgevoerd, een voortzetting zijn van en aansluiten bij de activiteiten die plaats hebben gevonden in 2014;
  • d.
    een projectplan waaruit blijkt dat de subsidieontvanger de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd, zal voortzetten en financieren na beëindiging van de subsidiëring door Gedeputeerde Staten.
     
Artikel 58e Weigeringsgronden
  • 1.
    In aanvulling op hetgeen is bepaald in artikel 12, van de Asv, wordt subsidie, als bedoeld in artikel 58a, geweigerd indien:
    • a.
      subsidie wordt aangevraagd voor activiteiten als bedoeld in artikel 58a, die op grond van een andere subsidie of anderszins worden ondersteund;
    • b.
      niet of in onvoldoende mate is voorzien in een voortzetting van en aansluiting bij de activiteiten die zijn uitgevoerd in 2014;
    • c.
      na beëindiging van de projectsubsidie die door Gedeputeerde Staten is verstrekt ten behoeve van de ondersteuning van kwetsbare jongeren, door de aanvrager niet of in onvoldoende mate is voorzien in voortzetting en financiering van de activiteiten;
    • d.
      de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd, plaatsvinden na 31 december 2015.
  • 2.
    In afwijking van artikel 11, eerste lid, onderdeel a, van de Asv, wordt subsidie niet geweigerd indien de te subsidiëren activiteiten reeds in uitvoering zijn voordat de aanvraag is ingediend.
  • 3.
    In afwijking van artikel 12, eerste lid, onderdeel c, van de Asv, wordt subsidie niet geweigerd indien de aanvraag betrekking heeft op een structurele activiteit, met uitzondering van structurele activiteiten die in een opbouwfase verkeren.
     
Artikel 58f Subsidievereisten
Om voor subsidie als bedoeld in artikel 58a in aanmerking te komen, wordt voldaan aan het vereiste dat de subsidie wordt aangevraagd voor projecten ter ondersteuning van kwetsbare jongeren die bestaan uit een of meerdere van de volgende activiteiten:
  • a.
    verbetering van de registratie, coördinatie en het hulpaanbod;
  • b.
    ontwikkeling van passend aanbod van woon-, werk en leertrajecten.
     
Artikel 58g Subsidiehoogte
  • 1.
    De hoogte van de subsidie, bedoeld in artikel 58a bedraagt maximaal 100% van de subsidiabele kosten tot een maximum van het bedrag dat Gedeputeerde Staten hebben verstrekt voor dezelfde activiteiten die zijn uitgevoerd in 2014.
  • 2.
    Indien toepassing van het eerste lid ertoe leidt dat de subsidie minder bedraagt dan € 5.000,- wordt de subsidie niet verstrekt.
     
Artikel 58h Rangschikking
  • 1.
    Subsidie wordt verdeeld op volgorde van datum van binnenkomst van de subsidieaanvragen.
  • 2.
    Indien een subsidieaanvraag niet volledig is, geldt voor het bepalen van de onderlinge rangschikking voor de verdeling van de subsidie, de dag waarop de subsidieaanvraag volledig is als datum van binnenkomst.
  • 3.
    Dreigt het subsidieplafond op enige dag te worden overschreden, dan vindt rangschikking van de op die dag binnengekomen volledige subsidieaanvragen plaats door middel van loting.
     
Artikel 58i Bevoorschotting en betaling
Subsidie als bedoeld in artikel 58a wordt voor de duur van het project voor maximaal 80% van het voor dat project verleende subsidiebedrag bevoorschot.
 
C
Artikel 62 komt te luiden:
 
Artikel 62 Werkingsduur en overgangsrecht
  • 1.
    Met uitzondering van artikel 1, onderdelen e, m, n, q en w en hoofdstuk 3, paragraaf 3a, vervalt deze regeling op1 januari 2015, met dien verstande dat deze regeling van toepassing blijft op de financiële verantwoording, vaststelling en uitbetaling van de op grond van deze regeling verstrekte subsidies.
  • 2.
    In het geval dat artikel 11.7 van de Jeugdwet later in werking treedt dan 1 januari 2015, is het eerste lid niet van toepassing en vervalt deze regeling op het tijdstip dat het laatstgenoemde artikel in werking treedt.
  • 3.
    Artikel 1, onderdelen e, m, n, q en w en hoofdstuk 3, paragraaf 3a vervallen met ingang van 1 januari 2016 met dien verstande dat deze onderdelen van toepassing blijven op de financiële verantwoording, vaststelling en uitbetaling van de op grond van paragraaf 3a verstrekte subsidies.
     
Artikel II
Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal blad waarin dit besluit wordt geplaatst.
 
Ondertekening
Den Haag, 16 september 2014
Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland
J.SMIT, voorzitter
J.A.M. HILGERSOM, secretaris
 
TOELICHTING
 
1. Inleiding
De reden voor de wijziging van de ‘Subsidieregeling jeugdzorg provincie Zuid-Holland 2013’, laatstelijk gewijzigd op 16 juli 2013 (hierna: de Subsidieregeling jeugdzorg), is met name het creëren van een grondslag voor de subsidiëring van activiteiten die in 2015 worden uitgevoerd ten behoeve van kwetsbare jongeren.
Ten aanzien van het onderwerp ‘het bevorderen van participatie van kwetsbare burgers’ is in het Hoofdlijnenakkoord 2011-2015 bestuurlijke prioriteit gegeven aan het ondersteunen van kwetsbare burgers, waaronder jeugdigen. Gedurende de looptijd van dit akkoord is tot nu toe elk jaar subsidie verstrekt ten behoeve van de ondersteuning van kwetsbare jongeren.
De Subsidieregeling jeugdzorg Zuid-Holland 2013 vervalt met ingang van 1 januari 2015 en daarmee ook de mogelijkheid om activiteiten te subsidiëren die in 2015 worden uitgevoerd ten behoeve van kwetsbare jongeren, conform het Hoofdlijnenakkoord 2011 – 2015. Met de wijziging van de Subsidieregeling jeugdzorg wordt een juridische grondslag gecreëerd voor de subsidiëring van deze activiteiten die in 2015 worden uitgevoerd en nauw aansluiten bij dergelijke activiteiten die in 2014 zijn uitgevoerd.
De wijziging van de Subsidieregeling jeugdzorg beoogt te voorkomen dat succesvolle en veelbelovende initiatieven die in 2014 of eerder zijn gestart, worden stopgezet met de inwerkingtreding van de Jeugdwet. Deze subsidieregeling maakt het mogelijk om kwalitatief goede projecten voor kwetsbare jongeren voort te zetten in 2015, ter overbrugging naar de subsidiëring van dergelijke activiteiten door de regio’s. In verband met de door Gedeputeerde Staten beoogde continuïteit van deze projecten ten behoeve van ondersteuning van kwetsbare jongeren wordt aan de aanvragers (de regio’s) de voorwaarde gesteld dat zij deze activiteiten voortzetten en financieren na beëindiging van de subsidieverstrekking 2015 door Gedeputeerde Staten. Na 2015 zal door Gedeputeerde Staten geen subsidie meer worden verstrekt ten behoeve van de ondersteuning van kwetsbare jongeren.
 
2. Artikelsgewijze toelichting
 
A
Artikel 24
Abusievelijk was in artikel 24 geregeld dat de overheidsbijdrage voor arbeidskostenontwikkeling niet van toepassing is. Voorgesteld wordt dit te herstellen. Dit is in lijn met het beleid en de beschikking aan desbetreffende organisatie.
 
B
Artikel 58a Projectsubsidies aan regio’s
In dit artikel worden de subsidiabele activiteiten benoemd. De kern van deze subsidieregeling is hierin opgenomen, te weten
  • -
    de aansluiting, in 2015, op activiteiten die in 2014 ten behoeve van kwetsbare jongeren zijn uitgevoerd;
  • -
    de voortzetting en financiering van deze activiteiten door de regio’s na beëindiging van de subsidieverstrekking door Gedeputeerde Staten.
     
Artikel 58b Doelgroep
De doelgroep voor deze projectsubsidie zijn de regio’s, te weten Zuid-Holland Zuid, Midden Holland en Holland-Rijnland en de subregio’s binnen Zuid-Holland Zuid ( Alblasserwaard-Vijfheerenlanden, Drechtsteden en Hoeksche Waard). De gemeente Goeree-Overflakkee neemt inmiddels deel aan de Gemeenschappelijke Regeling Jeugdhulp Rijnmond en kan derhalve in 2015 niet in aanmerking komen voor subsidie ten behoeve van de ondersteuning van kwetsbare jongeren.
 
Artikel 58c Aanvraagperiode
Aanvragen voor projectsubsidies met betrekking tot activiteiten die worden uitgevoerd in 2015 ten behoeve van kwetsbare jongeren kunnen worden ingediend tot en met 31 december 2014.
 
Artikel 58d Aanvraagvereisten
In dit artikel is een aantal vereisten opgenomen voor het aanvragen van projectsubsidies voor de uitvoering van activiteiten in 2015 ten behoeve van kwetsbare jongeren.
De belangrijkste voorwaarden zijn:
  • -
    aansluiting bij en voortzetting, in 2015, van de activiteiten die plaatsvonden in 2014;
  • -
    de regio’s bekostigen en zetten de activiteiten voort nadat Gedeputeerde Staten de subsidieverstrekking ten behoeve van kwetsbare jongeren heeft beëindigd.
     
Artikel 58e Weigeringsgronden
In dit artikel zijn de weigeringsgronden opgenomen voor de aanvragen voor subsidie voor activiteiten ten behoeve van kwetsbare jongeren die in 2015 worden uitgevoerd. Ook hier komen de belangrijkste uitgangspunten van deze subsidieregeling naar voren, te weten de aansluiting bij eerdere projecten en de voortzetting van de activiteiten door de regio’s nadat Gedeputeerde Staten de subsidiëring hebben beëindigd.
 
Artikel 58f Subsidievereisten
De subsidievereisten voor de subsidieverstrekking in 2015 zijn, voor zover van toepassing op de subsidiëring in 2015, grotendeels dezelfde als die in de ‘Subsidieregeling jeugdzorg Zuid-Holland 2013’.
 
Artikel 58g Subsidiehoogte
Ten aanzien van de maximaal te verkrijgen subsidie geldt dat de hoogte van de subsidie maximaal 100% bedraagt van de subsidiabele kosten tot een maximum van het bedrag dat Gedeputeerde Staten in 2014 hebben verstrekt voor dezelfde activiteit.
 
C
Artikel 62 Werkingsduur en overgangsrecht
De Subsidieregeling jeugdzorg vervalt op 1 januari 2015, de datum dat de Jeugdwet in werking treedt, met uitzondering van subsidies die voor de genoemde datum zijn aangevraagd en de onderdelen van de regeling die betrekking hebben op de ondersteuning van kwetsbare jongeren (met name paragraaf 3a). Het tweede lid ondervangt het risico dat artikel 11.7 van de Jeugdwet op een later tijdstip dan 1 januari 2015 in werking treedt. De bepalingen die betrekking hebben op subsidies kwetsbare jongeren 2015, vervallen met ingang van 1 januari 2016, met dien verstande dat de genoemde onderdelen van toepassing blijven op de financiële verantwoording, vaststelling en uitbetaling van de op grond van paragraaf 3a verstrekte subsidies.
Naar boven