|
|
Taken en verantwoordelijkheden
|
|
|
Bestuurder van het Nazorgfonds. Hieronder vallen de volgende taken en verantwoordelijkheden:
-vaststellen van het beleggingsstatuut
-vaststellen begroting en jaarverslag
|
DB (gedeputeerde Financiën en gedeputeerde Milieu)
|
Belast met dagelijkse gang van zaken. Hieronder wordt gerekend:
-het nemen van beslissingen aangaande het te kiezen risicoprofiel voor stortplaatsen
-het initiëren van aanpassingen van het beleggingsstatuut
-het in geval van calamiteiten nemen van beslissingen die afwijken van het beleggingsstatuut. Het DB legt in dat geval achteraf verantwoording af aan het AB
-het uitvoeren van het treasurybeleid (formele verantwoordelijkheid)
-het rapporteren via de planning en control-cyclus aan Provinciale Staten (PS) over de uitvoering van het treasurybeleid (verantwoording afleggen aan PS).
|
|
|
Informeert en adviseert ongevraagd en op verzoek het DB en het AB over:
-de strategie en doelen van het beleggingsbeleid
-het beleggingsbeleid en de samenstelling en wijziging van de portefeuille
|
|
|
Toezicht houden op uitvoering gemandateerde treasury-activiteiten.
|
Concernmanager met portefeuille Financieel en Personeel Beleid
|
-Uitvoeren van de aan haar/hem gemandateerde treasurywerkzaamheden.
-Uitzetten en aantrekken van gelden tot maximaal € 20 miljoen per dag.
-Toewijzing ondermandaat aan teamleider voor uitzettingen en aantrekkingen tot € 5 miljoen en met een maximumlooptijd van één jaar per dag.
|
Teamleider Financieel en Personeel Beleid
|
Uitvoeren van de gemandateerde treasurywerkzaamheden.
|
|
|
-Maakt voorstellen voor het beleggen van de middelen in het Nazorgfonds.
-Maakt de verantwoordingsrapportages.
|
|
|
Voeren van de beleggingsadministratie en rapportage.
|
|
|
Beoordelen nazorgplannen en invullen Rinas-rekenmodel.
Leveren van input voor de liquiditeitsprognose.
|
|
|
Het opleveren van een nazorgplan inclusief onderbouwing en uitwerking van het gewenste risicoprofiel in de periode voor sluiting van de stortplaats. De provincie dient in het bezit te zijn van een nazorgplan dat niet ouder is dan vijf jaar, tenzij anders wordt overeengekomen tussen de provincie Drenthe en de exploitant.
|