Provinciaal blad van Zuid-Holland
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Zuid-Holland | Provinciaal blad 2014, 183 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Zuid-Holland | Provinciaal blad 2014, 183 | Verordeningen |
Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid-Holland,
|
gelet op artikel 3 van de Algemene subsidieverordening Zuid-Holland 2013;
|
Overwegende dat het wenselijk is maatregelen en projecten te ondersteunen die bijdragen aan een verbetering van de luchtkwaliteit in de provincie Zuid-Holland;
|
Besluiten:
|
Vast te stellen de “Subsidieregeling actieprogramma luchtkwaliteit Zuid-Holland”
1.Subsidie kan worden verstrekt voor projecten met betrekking tot vrachtverkeer en logistiek die de luchtkwaliteit verbeteren.
2.Subsidie, als bedoeld in het eerste lid, wordt verstrekt in de vorm van een projectsubsidie.
3.Subsidie, als bedoeld in het eerste lid, leidt tot een verminderde uitstoot van luchtvervuilende emissies.
Subsidie, als bedoeld in artikel 2, wordt uitsluitend verstrekt aan rechtspersonen.
In afwijking van artikel 26, eerste lid, van de Asv kan een aanvraag voor subsidie, als bedoeld in artikel 2, worden ingediend tot en met 31 december 2015.
In afwijking van artikel 11, eerste lid, onder a, van de Asv kan subsidie worden geweigerd indien de te subsidiëren activiteit reeds in uitvoering is voordat de aanvraag is ingediend.
Om voor subsidie als bedoeld in artikel 2 in aanmerking te komen, wordt voldaan aan het volgende vereiste: het project is opgenomen in een door Gedeputeerde Staten vastgesteld Maatregelenpakket vrachtverkeer en logistiek.
De kosten die zijn gemaakt ter uitvoering van een taak waartoe de subsidieontvanger wettelijk verplicht is, komen niet voor subsidie in aanmerking.
De hoogte van de subsidie bedraagt ten hoogste 100% van de geldsom die is opgenomen in het Maatregelenpakket vrachtverkeer en logistiek luchtkwaliteit.
1.Bij een subsidie van minder dan € 25.000,00 toont de subsidieontvanger desgevraagd aan dat de activiteiten zijn verricht door middel van een activiteitenverslag en beeldmateriaal.
2.Bij een subsidie vanaf € 25.000,00 maar minder dan € 125.000,00 toont de subsidieontvanger bij het verzoek om subsidievaststelling aan dat de activiteiten zijn verricht door middel van een activiteitenverslag en beeldmateriaal.
3.Bij een subsidie van € 125.000,00 of meer gaat de aanvraag tot subsidievaststelling vergezeld van een controleverklaring.
1.Het voorschot voor subsidies van € 25.000,00 en hoger bedraagt maximaal 80% van het verleende bedrag.
2.Het voorschot wordt op basis van prestaties, besteding en liquiditeitsbehoefte in termijnen uitgekeerd waarvan de hoogte en de tijdstippen in de beschikking tot subsidieverlening worden bepaald.
Subsidie kan worden verstrekt voor projecten met betrekking tot mobiliteitsmanagement.
Subsidie, als bedoeld in het eerste lid, wordt verstrekt in de vorm van een projectsubsidie.
Subsidie, als bedoeld in het eerste lid, leidt tot een verbeterde benutting van bestaande vervoersinfrastructuur.
Subsidie, als bedoeld in artikel 11, wordt uitsluitend verstrekt aan rechtspersonen en personenvennootschappen.
In afwijking van artikel 11, eerste lid, onder a, van de Asv kan subsidie worden geweigerd indien de te subsidiëren activiteit reeds in uitvoering is voordat de aanvraag is ingediend.
Om voor subsidie als bedoeld in artikel 11 in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten: het project is opgenomen in een door Gedeputeerde Staten vastgesteld Maatregelenpakket mobiliteitsmanagement en voldoet aan de daarin genoemde criteria.
De hoogte van de subsidie bedraagt ten hoogste 100% van de geldsom die is opgenomen in het Maatregelenpakket mobiliteitsmanagement.
1.In aanvulling op de artikelen 18 en 19 van de Asv wordt aan de subsidieontvanger de verplichting opgelegd dat het project uiterlijk binnen twee maanden na de datum van subsidieverstrekking aanvangt en voor 2015 wordt gerealiseerd.
2.Aan de subsidieontvanger kunnen verplichtingen worden opgelegd met betrekking tot:
a.personele bezetting;
b.informatieplicht;
c.administratieve taken;
d.samenwerking.
1.Bij een subsidie van minder dan € 25.000,00 toont de subsidieontvanger desgevraagd aan dat de activiteiten zijn verricht door middel van een activiteitenverslag.
2.Bij een subsidie vanaf € 25.000,00 maar minder dan € 125.000,00 toont de subsidieontvanger bij het verzoek om subsidievaststelling aan dat de activiteiten zijn verricht door middel van een activiteitenverslag.
3.Bij een subsidie van € 125.000,00 of meer gaat de aanvraag tot subsidievaststelling vergezeld van controleverklaring.
1.Het voorschot voor subsidies van € 25.000,00 en hoger bedraagt maximaal 50% van het verleende bedrag.
2.Het voorschot wordt op basis van prestaties, besteding en liquiditeitsbehoefte in termijnen uitgekeerd waarvan de hoogte en de tijdstippen in de beschikking tot subsidieverlening worden bepaald.
1.Subsidie kan worden verstrekt voor projecten met betrekking tot personenvervoer over water tussen Dordrecht en Rotterdam en binnen gemeenten in de Drechtsteden die de luchtkwaliteit verbeteren.
2.Subsidie, als bedoeld in het eerste lid, wordt verstrekt in de vorm van een projectsubsidie.
3.De activiteit, bedoeld in het eerste lid, leidt tot een verlaging van de luchtvervuilende emissies ten opzichte van de bestaande waterbussen van de subsidie-aanvrager.
Subsidie, als bedoeld in artikel 18, wordt uitsluitend verstrekt aan de vervoerder, bedoeld in artikel 7 van het Besluit personenvervoer 2000, die gebruik maakt van waterbussen.
In afwijking van artikel 11, eerste lid, onder a, van de Asv kan subsidie worden geweigerd indien de te subsidiëren activiteit reeds in uitvoering is voordat de aanvraag is ingediend.
Om voor subsidie als bedoeld in artikel 18 in aanmerking te komen, wordt voldaan aan het vereiste dat de bestaande waterbusvloot wordt voorzien van nieuwe motoren met nabehandelingstechnieken waarbij theoretisch de uitstoot van PM10 met minimaal 90% en NOx met minimaal 80% wordt gereduceerd ten opzichte van de bestaande emissies van de bestaande waterbusvloot.
1.Voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie komen de netto kosten voor het ombouwen van de waterbussen, als bedoeld in artikel 20, voor subsidie in aanmerking.
2.Onder netto kosten wordt verstaan de kosten van de ombouw verminderd met de baten die voortvloeien uit de ombouw. Als baten worden aangemerkt de waarde van de oude motoren en uitgespaarde kosten voor reguliere revisie of vervanging van motoren.
Aan de subsidieontvanger wordt de verplichting opgelegd om gedurende de resterende looptijd van de vervoersovereenkomst de nabehandelingstechnieken aantoonbaar te blijven gebruiken en hierover jaarlijks te rapporteren aan Gedeputeerde Staten.
1.Het voorschot bedraagt maximaal 80% van het verleende bedrag.
2.Het voorschot wordt op basis van prestaties, besteding en liquiditeitsbehoefte in termijnen uitgekeerd waarvan de hoogte en de tijdstippen in de beschikking tot subsidieverlening worden bepaald.
1.Bij een subsidie van minder dan € 25.000,00 toont de subsidieontvanger desgevraagd aan dat de activiteiten zijn verricht door middel van een activiteitenverslag.
2.Bij een subsidie vanaf € 25.000,00 maar minder dan € 125.000,00 toont de subsidieontvanger bij het verzoek om subsidievaststelling aan dat de activiteiten zijn verricht door middel van een activiteitenverslag.
3.Bij een subsidie van € 125.000,00 of meer gaat de aanvraag tot subsidievaststelling vergezeld van controleverklaring.
De evaluatie van de risicoanalyse, als bedoeld in artikel 8, vierde lid, van de Asv vindt twee jaar na de inwerkingtreding van deze regeling plaats.
Deze regeling treedt in werking met ingang van de eerste dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin zij wordt geplaatst.
Deze regeling vervalt op 31 december 2015, met dien verstande dat deze regeling van kracht blijft voor subsidies die voor deze datum zijn aangevraagd.
Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling actieprogramma luchtkwaliteit Zuid-Holland.
|
Den Haag, 18 maart 2014
|
Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland
|
J.SMIT, voorzitter
J.A.M. HILGERSOM, secretaris
|
|
MAATREGELENPAKKET VRACHTVERKEER EN LOGISTIEK
Met de Subsidieregeling provinciaal actieprogramma luchtkwaliteit worden middelen beschikbaar gesteld voor de activiteiten en prestaties die in dit maatregelenpakket zijn opgenomen. Alle maatregelen op het vlak van Vrachtverkeer en Logistiek vallen onder paragraaf 2 van deze regeling.
Activiteit | Deelproject | Prestaties | Maximaal subsidiebedrag | Subsidieontvanger |
versnelling ombouw binnenvaartschip naar LNG | retrofit low-end oplossing | binnenvaartschip met minimale aanpassingen | € 400.000 | Dolderman |
versnelling ombouw binnenvaartschip naar LNG | retrofit high-end oplossing | ombouw van een bestaand binnenvaartschip met de meest geavanceerde en toekomstbestendige mogelijkheden | € 400.000 | Danser Group |
versnellen in kennis | overstap naar LNG vergemakkelijken | kennis opdoen en verspreiden aan de stakeholders door de hele binnenvaartketen | € 155.000 | Stichting Projecten Binnenvaart (h.o.d.n. Expertise- en Innovatie Centrum Binnenvaart) |
Realiseren van containerterminal voor in eerste instantie verscontainers met gegarandeerd ladingpakket | Realisatie terminal. belemmeringen wegnemen, garantie aanbod containers realiseren, aanpassen logistiek, oplossen aanloopverliezen v, verdeling van verantwoordelijkheid over de risicodragende partijen | ondersteuning van bedrijven die een garantie voor containers hebben afgegeven | 1.€ 200.000 2.€ 118.200 3.€ 59.500 4.€ 73.000 5.€ 185.200 6.€ 185.900 7.€ 52.200 8. € 26.000 Totaal € 900.000 | 1.Cool Control 2.Nature’s Pride 3.IFFE 4.Anaco Greeve 5.Wayz 6.ABC Logistics 7.Varekamp Coldstores Holland 8.Van den Bos Freshpartners |
€ 1.855.000 |
Small Scale LNG Binnenvaart
Provinciaal Actieprogramma Luchtkwaliteit
Deelprogramma Vrachtverkeer en logistiek
|
Doel van het maatregelenpakket
Voor de binnenvaart willen wede mogelijkheid om te varen op LNG versnellen. In het Actieprogramma Luchtkwaliteit, Deelprogramma vrachtverkeer & Logistiek, is hier € 1.000.000 voor gereserveerd (waarvan reeds € 45.000 is besteed aan een vooronderzoek), met het GS besluit - in maart 2012. Het maatregelenpakket benoemt de maatregelen die nodig zijn om de doelstelling te halen en de precieze geldbesteding daarbij.
|
Maatregelenomschrijving
|
Project 1: versnelling ombouw binnenvaartschip naar LNG
Kennis voor de markt genereren over de technische mogelijkheden voor de ombouw van een binnenvaartschip van diesel naar LNG en inzicht krijgen in de business case.
De bestaande binnenvaartvloot is omvangrijk. Binnenvaartschepen gaan gemiddeld 30 jaar mee. Er zijn binnenvaarders en rederijen die behoefte hebben om bestaande schepen om te bouwen, zodat deze ook op het goedkopere en schonere LNG kunnen varen. Vanuit het actieprogramma luchtkwaliteit is dit een interessante ontwikkeling ter verbetering van de luchtkwaliteit.
De maatregel zet in op twee pilotprojecten waarin twee schepen worden omgebouwd van diesel naar dual fuel LNG. Na de ombouw in 2014 verbetert de luchtkwaliteit aanzienlijk. Bij het ene schip wordt jaarlijks één 18 ton NOx en 0,7 ton fijn stof bespaard en bij de ander 3 ton NOx en 0,24 ton fijn stof.. Er is een groot opschalingspotentieel: ruim 2000 schepen van de binnenvaartvloot komen voor ombouw naar LNG in aanmerking die naar schatting 4.500 uur per jaar varen. Het ontsluiten van informatie van de twee pilotprojecten voor deze 2000 schepen zou kunnen leiden tot een totaalreductie van maximaal 700 ton fijn stof en 14,5 kton NOx aan uitstoot.
Momenteel is het alleen nog mogelijk nieuw te bouwen schepen op LNG te laten varen. Dit komt vooral door een gebrek aan kennis en ervaring met de technische aspecten van het ombouwen van bestaande schepen. Daarnaast is er een gebrek aan inzicht in de business case. Ombouw van de omvangrijke bestaande binnenvaartvloot kan een belangrijke bijdrage leveren aan de luchtkwaliteit.
De deelprojecten zijn gericht op het opdoen van deze kennis voor de markt. Deze ontwikkeling zit nog in een pre-competitieve fase. Er is nog geen goede marktwerking en prijsbepaling. De koplopers uit de binnenvaartsector krijgen hierdoor de business case voor ombouw naar LNG op korte termijn niet zelfstandig rond. . Inzicht in de mogelijkheden voor ombouw door twee uiterste mogelijkheden van ombouw te demonstreren (ombouw met minimale ingrepen en ombouw met de meest geavanceerde mogelijkheden) levert kennis op voor de gehele range van bestaande binnenvaartschepen.
Daarnaast kan ook in meer detail kennis worden opgedaan over de uitstootreductie van de verschillende concepten. Deze informatie kan worden gebruikt om de luchtkwaliteit in de toekomst verder te verbeteren. . Het gaat bij deze maatregelen om experimentele ontwikkeling waarbij wordt samengewerkt met n ondernemingen en de kennisinstelling EICB. Financiële ondersteuning maakt deze projecten nu mogelijk, waardoor wordt bijgedragen aan de versnelling in de transitie naar LNG. .
Dit project verschaft inzicht in de ombouw van een bestaand binnenvaartschip met minimale aanpassingen (we spreken hier van een low-end oplossing) en demonstreert de haalbaarheid. De totale kosten van dit project zijn € 1.000.000. Het bedrijf Dolderman investeert € 600.000 in het project en ontvangt aanvullend € 400.000 uit het provinciaal actieprogramma luchtkwaliteit om het project mogelijk te maken.
-Verplichtingen zijn dat de voor het project verantwoordelijke ondernemer zijn opgedane kennis en ervaring beschikbaar stelt aan de markt via het EICB en een open en transparante business case voert.
Dolderman is de eerste die met het initiatief zoals hierboven omschreven staat naar buiten is gekomen en kan worden beschouwd als koploper. Er is door de provincie Zuid-Holland een kleine marktverkenning gedaan ten tijde van de aanmelding van het initiatief. Er waren toen geen andere projecten van hetzelfde karakter. Uniek aan het project zijn de ombouw van een bestaand containerschip (er bestaat momenteel nog geen omgebouwd containerschip naar LNG) en de low-end technische oplossingen. Het project voert Dolderman uit in samenwerking met ArenaRed en Slokkers BV. In de toekomst is er potentie voor de ombouw van een tweede schip direct na de eerste ombouw, en vijf op middellange termijn.
|
III. Concrete prestatie: ombouw van een bestaand binnenvaarschip naar gebruik op LNG.
|
IV. Subsidiebedrag:€ 400.000 (met in achtneming van het maximaal toegestane staatsteunpercentage)
Voor dit project kan met toepassing van artikel 19, vierde lid, van de algemene groepsvrijstellingsverordening tot maximaal 45% van de in aanmerking komende kosten subsidie worden verleend, aangezien de Dolderman op grond van de Aanbeveling van de commissie van 6 mei 2003 betreffende de definitie van kleine, middelgrote en micro-ondernemingen (2003/361/EG) kwalificeert als middelgrote onderneming.
Dit project verschaft inzicht in de ombouw van een bestaand binnenvaartschip met de meest geavanceerde mogelijkheden (we spreken hier van een high-end oplossing) en demonstreert de haalbaarheid. De totale kosten van dit project zijn € 1.800.000. De binnenvaartrederij Danser Group investeert in het project en ontvangt aanvullend € 400.000 uit het Provinciaal Actieprogramma Luchtkwaliteit om het project mogelijk te maken.
-Verplichtingen zijn dat de voor het project verantwoordelijke ondernemer zijn opgedane kennis en ervaring beschikbaar stelt aan de markt via het EICB en een open en transparante business case voert.
Danser Group is de eerste die met een initiatief komt zoals zojuist omschreven en kan worden beschouwd als een koploper. Ook hier is door de provincie Zuid-Holland ten tijde van aanmelding van het initiatief een kleine marktverkenning gedaan en er waren toen geen andere projecten van hetzelfde karakter. Uniek aan dit project zijn: de ombouw van een bestaand koppelverband-containerschip en de high-end oplossingen voor de technische aspecten van de ombouw. Danser Group werkt samen met de bedrijven Wartsila en Koedood. Op de middellange termijn is er potentie voor de ombouw van vijf schepen.
|
III. Concrete prestatie: ombouw van een bestaand binnenvaarschip naar gebruik op LNG.
|
IV. subsidiebedrag: € 400.000 (met in achtneming van het maximaal toegestane staatsteunpercentage)
|
Voor dit project kan met toepassing van artikel 19, vierde lid, van de algemene groepsvrijstellingsverordening tot maximaal 45% van de in aanmerking komende kosten subsidie worden verleend, aangezien de Danser Groep op grond van de Aanbeveling van de commissie van 6 mei 2003 betreffende de definitie van kleine, middelgrote en micro-ondernemingen (2003/361/EG) kwalificeert als middelgrote onderneming.
Voor dit project kan met toepassing van artikel 19, vierde lid, van de algemene groepsvrijstellingsverordening tot maximaal 45% van de in aanmerking komende kosten subsidie worden verleend, aangezien de Danser Groep op grond van de Aanbeveling van de commissie van 6 mei 2003 betreffende de definitie van kleine, middelgrote en micro-ondernemingen (2003/361/EG) kwalificeert als middelgrote onderneming.
Overstap naar LNG vergemakkelijken we door kennis op te doen en te verspreiden aan de stakeholders door de hele binnenvaartketen heen.
De transitie van de binnenvaart naar LNG is afhankelijk van veel betrokken partijen. Deze zijn te verdelen in de volgende categorieën: gebruikers: logistieke dienstverleners, schippers/binnenvaart; LNG suppliers/bunkerpunten; overheden en overheidsdiensten; omwonenden/maatschappij. Deze partijen beschikken nu vaak niet over de juiste kennis en ervaring of hebben een verkeerde beeldvorming over LNG-schepen. Hierdoor lopen processen vertraging op, of worden soms helemaal onmogelijk gemaakt. Er is een instantie nodig die de juiste kennis bij de juiste betrokken partijen krijgt, zodat gebrek aan kennis en de problemen die dit met zich mee brengt worden opgelost. Het project heeft een focus op de volgende kennisvraagstukken die spelen rondom de vraag: een binnenvaartondernemer wil op LNG varen: en dan?
Het EICB is de partij die dit kan doen omdat:
1.Zij beschikken over het juiste netwerk van ondernemers en overheidspartijen, zij hebben draagvlak bij dit netwerk en worden door dit netwerk vertrouwd en serieus genomen. Dit wijst ook uit het onderzoek dat Bottle Consultants in mei en juni 2013 voor de provincie Zuid-Holland heeft uitgevoerd.
2.Het EICB beschikt over de juiste kennis op het gebied van de binnenvaart en heeft de juiste ervaring om ook de rol te kunnen vervullen voor de kant van de suppliers (vulpunten).
3.Het EICB heeft al een lopend proces genaamd Innovatieschuur dat ook door de Rijksoverheid wordt ondersteund. Het takenpakket van dit programma kan worden uitgebreid om de doelstellingen van een zogenoemd kennis- en expertisecentrum voor LNG kan worden opgenomen en uitgevoerd. De inzet van de provincie Zuid-Holland op LNG is complementair aan beleid van de Rijksoverheid en op deze manier wordt de samenhang aangebracht. De EICB heeft hier een unieke positie.
Het EICB zal vanuit de verantwoordelijkheden die binnen het project kennis- en expertisecentrum vallen, ook project 1 begeleiden en de kennis ervan beschikbaar maken.
|
III. Concrete prestatie:begeleiding van de twee LNG ombouwprojecten en de verspreiding van de kennis die uit deze projecten voortvloeit of hiermee samenhangt.
|
IV. Subsidiebedrag: € 155.000
Expertise en Innovatiecentrum Binnenvaart (EICB): onder de Stichting Projecten Binnenvaart ressorterend bureau voor expertise en innovatie ten diensten van de binnenvaartsector. Deze stichting kan gezien worden als een non-profit innovatie-intermediair als bedoeld in de Communautaire Kaderrichtlijn Inzake Staatssteun voor Onderzoek, Ontwikkeling en Innovatie (2006/C 323/01). De stichting is namelijk met steun van het rijk opgericht vanuit de branche om zonder winstoogmerk op non-discriminatoire wijze partijen in de branche bij te staan met kennis en innovatie. Hieronder valt ook het verspreiden van kennis omtrent de toepassing van LNG. De stichting mag hiervoor volledig worden gecompenseerd, mits de activiteiten niet marktgericht zijn en individuele ondernemingen hiervan geen selectief voordeel zullen genieten.
Project | Wie | Bedrag in euro’s |
Project 1.1 retrofit low-end oplossing | ArenaRed/Dolderman | 400.000,00 |
Project 1.2 retrofit high-end oplossing | Danser Group | 400.000,00 |
Project 2 versnellen in kennis | EICB | 155.000,00 |
Totaal | 955.000,00 |
Provinciaal Actieprogramma Luchtkwaliteit
Deelprogramma Vrachtverkeer & Logistiek
Doel: verminderen vrachtautokilometers (en dus emissies) door gebruik van de binnenvaart.
Door de inzet van binnenvaart op het traject Maasvlakte - Hoek van Holland wordt een groot aantal kilometers via een omweg per vrachtauto vermeden. Hiermee is de route via de binnenvaart een veel duurzamer alternatief dan volledig over de weg.
Binnen Fresh Corridor is door een aantal bedrijven uit het Westland een initiatief genomen om containers via de binnenvaart vanaf de Maasvlakte naar Hoek van Holland te varen. Dit kleine stukje varen komt in plaats van een lange vrachtwagenrit tussen de Maasvlakte via de Beneluxtunnel naar het Westland. Stena Line zal de terminal gaan bouwen en exploiteren. Naast de bedrijven die het startsein hebben gegeven zullen naar verwachting naar verloop van tijd ook andere bedrijven gebruik gaan maken van deze overslagvoorziening.
In het Actieprogramma Luchtkwaliteit, Deelprogramma vrachtverkeer & Logistiek is € 900.000 voor dit Westland/Stena Line project gereserveerd.
Verduurzamen vervoer verscontainers van Maasvlakte naar Westland door overslag van containers bij te realiseren containerterminal bij de Stena Line en ondersteunen bedrijven die garantie voor containers en het aanpassen van hun logistieke keten hebben afgegeven
Voor het welslagen van het project is het noodzakelijk dat er een garantie wordt afgegeven over het minimum aantal containers dat jaarlijks vervoerd zal worden. Zonder een garantie van 9000 40-voetcontainers (18000 TEU) per jaar wordt het risico voor Stena Line om te investeren in de terminal te groot geacht. In de praktijk zal naar verwachting het aantal containers na een aanloopfase hoger komen te liggen, maar met name de start is onzeker en risicovol..
De garantie zal door meerdere bedrijven moeten worden afgegeven, omdat het hier gaat over MKB- bedrijven die alleen door samen te werken tot een garantie van 9.000 containers (18.000 TEU) komen.
De bedrijven die garant staan zullen als eerste hun interne logistiek moeten aanpassen om de containers in te passen in hun bedrijfsvoering. Bedrijven die later aansluiten kunnen hier hun voordeel meedoen. Om snel met het initiatief te kunnen beginnen wil de provincie in het eerste jaar, gerekend vanaf de ingebruikname van de Stena containerterminal, per gegarandeerde teu eenmalig € 50 bijdragen. Dit betekent in totaal een bijdrage van maximaal € 900.000 (€ 50 * 18.000).
In de onderstaande tabel staan de bedrijven die containers hebben gegarandeerd met de bijdrage die zij kunnen verwachten van de provincie.
Containers | ||
Verlader | Samenwerkingsovereenkomst | |
per jaar | ||
Garantie in TEU | Subsidie in € | |
Cool Control | 4572 | 200.000 |
Nature’s Pride | 2268 | 118.200 |
IFFE | 1142 | 59.500 |
Anaco Greeve | 1400 | 73.000 |
Wayz | 3552 | 185.200 |
ABC Logistics | 3566 | 185.900 |
Varekamp Coldstores Holland | 1000 | 52.200 |
Van den Bos Freshpartners | 500 | 26.000 |
Totaal | 18.000 | 900.000 |
Aan de verladers wordt de verplichting opgelegd minimaal het aantal door hen gegarandeerde containers (TEU) aan te bieden, de logistiek aan te passen en in samenwerking met de Stenaline te terminal te realiseren..
Aan de verladers wordt de verplichting opgelegd minimaal het aantal door hen gegarandeerde containers (TEU) aan te bieden, de logistiek aan te passen en in samenwerking met de Stenaline te terminal te realiseren..
Voor het verstrekken van deze bedragen is geen Europese vrijstellingsverordening van toepassing. De verladers hebben daarom desgevraagd aangegeven dat zij de subsidie met toepassing van Verordening (EU) Nr. 1470/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun (PbEU L 352) als de-minimissteun kunnen ontvangen.
Vanwege de onder water gelegen kribben is het creëren van een aanlegplaats voor de binnenvaart een complex onderdeel van de bouwplannen gebleken. Aanvankelijk was het de bedoeling om een aanlegplaats voor de binnenvaart aan de oostgrens van het Stena terrein te gaan bouwen. Voor voldoende diepgang is het dan nodig om een steiger te bouwen op afstand van de kade. Dit zou een te groot beslag op de financiële middelen leggen en een rendabele exploitatie in de weg zitten. Er is daarom gekozen voor gebruik van de bestaande steiger van Rijkswaterstaat. De kade en het terrein zijn eigendom van de Stena Line. Rijkswaterstaat is eigenaar van de steiger maar gebruikt deze niet meer. Rijkswaterstaat wil de steiger overdoen aan Stena Line. Voor het gebruik voor containeroverslag moet de steiger worden verlengd en moet er een overbrugging tussen de kade en de steiger worden gerealiseerd die voldoende sterk is om het gewicht van de containerkraan plus hijs te kunnen verwerken.
De investeringen voor Stena bedragen in totaal ongeveer € 3.550.000.
Naast de positieve effecten door de reductie van het aantal vrachtautokilometers zal ook een zo duurzaam mogelijke inrichting van de terminal bij de Stena Line bijdragen aan de positieve effecten van de terminal.
De terminal is de eerste terminal die op zo een korte afstand van de mainport specifiek wordt gedragen door de overslag van verscontainers en draagt bij aan een substantiële reductie van het aantal vrachtwagens en dus emissies.
Stena Line,betrokken bedrijven en de provincie baseren de economische haalbaarheid van de modal-shift op de aanzienlijke hoeveelheden containers die daadwerkelijk van de weg naar de binnenvaart worden geschoven. De volgende reducties van emissies worden bereikt.
Milieu-indicatoren | Weg | Barge | Besparing | |||
Brandstof | liters | per | container | 37 | 20 | 18 |
Megajoules | per | container | 1.426 | 756 | 671 | |
CO2 | ton | per | container | 0,117 | 0,062 | 0,055 |
NOx | kilo | per | container | 0,716 | 0,501 | 0,215 |
PM10 verbranding | kilo | per | container | 0,004 | 0,022 | -0,018 |
PM10 slijtage | kilo | per | container | 0,007 | 0,001 | 0,006 |
CO2 | ton | per | jaar | 1.051,5 | 557,0 | 494,5 |
NOx | kilo | per | jaar | 6.440,7 | 4.509,3 | 1.931,4 |
PM10 verbranding | kilo | per | jaar | 40,3 | 200,1 | -159,8 |
PM10 slijtage | kilo | per | jaar | 63,4 | 11,6 | 51,8 |
Onderstaand Maatregelenpakket is opgesteld binnen de aanpak mobiliteitsmanagement in de gebieden rond Leiden, Alphen aan den Rijn, Gouda en in de Drechtsteden in het kader van rijksprogramma Beter Benutten en het Provinciale Actieprogramma Luchtkwaliteit.
De regeling biedt 50% cofinanciering aan lokale maatregelen die bijdragen aan een reductie van de spitsproblematiek, een toename aan OV-gebruik en een verbetering van luchtkwaliteit. Alle maatregelen inzake Mobiliteitsmanagement vallen onder paragraaf 3 van de regeling.
Activiteit | Prestaties | Betrokkenheid | Maximaal subsidiebedrag | Subsidieontvanger |
Camera -kruising A4 en N11 | Vermijden cq reductie van filedrukte op de knooppunten door realtime informatie verkeersbeeld | Gemeente Leiden | € 7.500 | BIZ Grote Polder |
Camera -Lammebrug, Lammeschansweg, Europaweg, Voorschoterweg (Vlietpoort), -kruispunt A44, Plesmanlaan -Ontwikkeling App | Door tonen realtime beelden van congestie, werknemers verleiden verplaatsing uit te stellen naar tijdstip buiten de spits. | Gemeente Leiden | € 20.000 | PBO (Platform Belangenbehartiging Ondernemersverenigingen Leiden) |
Camera -kruising A16-N3, bedrijventerrein Dordtse Kil III, locatie Van der Valk Hotel Dordrecht | Vermijden cq reductie van filedrukte op de knooppunten door realtime informatie verkeersbeeld | Van der Valk Hotel Dordrecht | € 7.500 | Vereniging van Eigenaren Dordste Kil III |
Pendelbus tijdens de ochtend- en avondspits tussen bedrijventerrein Grote Polder, NEM, Heineken en NS station Lammenschans | Stimuleren van gebruik trein en bus voor woon/werkreizen door het versterken van zwakke schakel: het voor- en natransport van station naar bedrijventerrein. Pendel rijdt langs toekomstige locatie van het nog te realiseren station Meerburg Leiden. Mensen die nu in het OV stappen, zullen sneller in het OV blijven zitten, ook als de lijnen veranderen. | Gemeente Leiden Gemeente Zoeterwoude | € 30.000 | BIZ Grote Polder |
Pendelbus tijdens de ochtend- en avondspits tussen bedrijventerrein Gouwe Park en NS station Gouda | Stimuleren van gebruik trein en bus voor woon/werkreizen, minder autogebruik in de spits. Actief wordt link gemaakt met bedrijf Cyclus dat in 2014 naar Gouwe Park verhuist; een goed moment reisgedrag te heroverwegen. | Gemeente Zuidplas | € 40.000,- | Vereniging van eigenaren Gouwe Park |
Fietsstimulering -Groene Hart Ziekenhuis | Maatregelen nemen en communicatie naar medewerkers opzetten, die leiden tot meer gebruik van de fiets onder medewerkers | € 10.000,- | Groene Hart Ziekenhuis | |
Fietsstimulering -Omgevingsdienst Midden-Holland | Maatregelen nemen en communicatie naar medewerkers opzetten, die leiden tot meer gebruik van de fiets onder medewerkers | € 5.000,- | Omgevingsdienst Midden-Holland | |
Probeerpool E-fietsen en -scooters | 5 e-bikes/e-scooters worden 1 maand bij het bedrijf Janssen in BioSciencePark geplaatst. Werknemers kunnen voor woon-werkverkeer kennismaken met e-bikes en e–scooters. Kunnen uitproberen blijkt werknemers te verleiden voor woon/werkverkeer over te stappen van auto op e-fiets/-scooter | Janssen Biologics | € 500,- | Fietsspecialist Van Hulst/Biketotaal |
Totaal | 1e Tranche Maatregelen | €120.500 |
BIZ Grote Polder
€ 7.500,-
De maatregel bestaat uit plaatsing van een camera op kruising A4 en N11 (terrein NEM) en verzorging van de techniek eromheen. De aanvrager moet bij de aanvraag een plan opstellen waarin staat hoe en waar de beelden van de camera worden ingezet. In dit plan geven minimaal drie deelnemende partijen aan hoe zij de beelden gaan promoten en actief gaan gebruiken om reizen buiten de spits te stimuleren. In het plan moet een ambitie geformuleerd worden over het aantal te verwachten spitsmijdingen als resultaat van de maatregel. Bij het plan moet een schriftelijke verklaring geleverd worden van de grondeigenaar (en betreffende gemeente) waarin plaatsing, eigendom en beheer en onderhoud van de camera zijn afgestemd. Tevens moeten deelnemende partijen en aanvrager in samenwerking met de mobiliteitsmakelaar de maatregel en activiteiten in het plan uitvoeren en evalueren.
De gemeente Leiden is betrokken partij in dit traject.
Vermijden van de drukke en regelmatig vaststaande knooppunten in en rond Leiden, waardoor wordt bijgedragen aan de reductie van spitsdrukte op A4, A44 en belangrijke ontsluitingswegen Leiden. Bewustwording van de mogelijkheid van keuzegedrag bij de reiziger / werknemer.
Plaatsing van de camera op kruising A4 en N11.
-De subsidieontvanger werkt samen met de door de provincie ingehuurde mobiliteitsmakelaar.
-De subsidieontvanger deelt kennis en informatie over het project met de provincie, de mobiliteitsmakelaar en met andere partijen die vergelijkbare maatregelen willen nemen.
-Publiceren en beschikbaar stellen van de beelden aan relevante doelgroep van automobilisten in de spits.
Foto’s, en een activiteitenverslag. Arrangement 1 is van toepassing.
PBO (Platform Belangenbehartiging Ondernemersverenigingen Leiden)
€ 20.000,-
De maatregel bestaat uit plaatsing van de camera op kruising Lammebrug, Lammenschansweg, Europaweg, Voorschoterweg (Vlietpoort) en A44, Plesmanlaan en techniek eromheen en het ontwikkelen en beschikbaar stellen van de App voor weggebruikers.
De aanvrager moet bij de aanvraag een plan opstellen waarin staat hoe en waar de beelden van de camera worden ingezet en waarin minimaal drie deelnemende partijen aangeven hoe zij de beelden en de app gaan promoten en actief gaan gebruiken om reizen buiten de spits te stimuleren. In het plan moet een ambitie geformuleerd worden over het aantal te verwachten spitsmijdingen als resultaat van de maatregel. Bij het plan moet een schriftelijke verklaring geleverd worden van de grondeigenaar (en betreffende gemeente) waarin plaatsing, eigendom en beheer en onderhoud van de camera zijn afgestemd. Tevens moeten deelnemende partijen en aanvrager in samenwerking met de mobiliteitsmakelaar de maatregel en activiteiten in het plan uitvoeren en evalueren.
De gemeente Leiden is betrokken partij in dit traject.
Vermijden van de drukke en regelmatig vaststaande knooppunten in en rond Leiden, waardoor wordt bijgedragen aan de reductie van de spitsdrukte op A4, A44 en belangrijke ontsluitingswegen van Leiden. Bewustwording van de mogelijkheid van keuzegedrag bij de reiziger / werknemer.
Plaatsing van de camera op kruising Lammebrug, Lammenschansweg, Europaweg, Voorschoterweg (Vlietpoort) en A44, Plesmanlaan; ontwikkelen en beschikbaar stellen van de App voor weggebruikers.
-De subsidieontvanger werkt samen met de door de provincie ingehuurde mobiliteitsmakelaar.
-De aanvrager deelt kennis en informatie over het project met de provincie, de mobiliteitsmakelaar en met andere partijen die vergelijkbare maatregelen willen nemen.
-Publiceren en beschikbaar stellen van de beelden aan relevante doelgroep van automobilisten in de spits.
Foto’s en een activiteitenverslag. Arrangement 1 is van toepassing.
Vereniging van Eigenaren Dordste Kil III
€ 7.500,-
De maatregel bestaat uit plaatsing van een camera op kruising A16 N3 en verzorging van de techniek eromheen. Aanvrager moet bij de aanvraag een plan opstellen waarin staat hoe en waar de beelden van de camera worden ingezet en waarin minimaal drie deelnemende partijen aangeven hoe zij de beelden gaan promoten en actief gaan gebruiken om reizen buiten de spits te stimuleren. In het plan moet een ambitie geformuleerd worden over het aantal te verwachten spitsmijdingen als resultaat van de maatregel. Bij het plan moet een schriftelijke verklaring geleverd worden van de grondeigenaar (en betreffende gemeente) waarin plaatsing, eigendom en beheer en onderhoud van de camera zijn afgestemd. Tevens moeten deelnemende partijen en aanvrager in samenwerking met de mobiliteitsmakelaar de maatregel en activiteiten in het plan uitvoeren en evalueren.
Reductie van spitsdrukte op het kruispunt. Bewustwording van de mogelijkheid van keuzegedrag bij de reiziger/werknemer.
Plaatsing van de camera op kruising A16-N3.
• De subsidieontvanger werkt samen met de door de provincie ingehuurde mobiliteitsmakelaar.
• De aanvrager deelt kennis en informatie over het project met de provincie, de mobiliteitsmakelaar en met andere partijen die vergelijkbare maatregelen willen nemen.
• Publiceren en beschikbaar stellen van de beelden aan relevante doelgroep van automobilisten in de spits.
Foto’s en een activiteitenverslag. Arrangement 1 is van toepassing.
BIZ Grote Polder
€ 30.000,-
De maatregel bestaat uit het contracteren van een vervoerder voor het uitvoeren van een pendel tijdens de ochtend- en avondspits (7.00 uur – 9.00 uur, 16.00 uur – 18.00 uur) met een busje gedurende 12 maanden tussen station Leiden Lammenschans en terreinen Grote Polder en Barre Polder. De aanvrager moet bij de aanvraag een plan opstellen waarin staat hoe vaak, hoe laat en hoe de bus rijdt en hoe de aanvrager en andere partijen (werkgevers op het bedrijventerrein) inzet plegen op de werving van reizigers en van nieuwe bedrijven. Deelnemende partijen zijn verantwoordelijk voor de eigen (interne) communicatie over de pendel, en wanneer van toepassing ook voor het aanpassen van eigen beleid voor woon-werkvergoeding (m.b.v. mobilteitsmakelaar) en op zijn minst verkenning van deze mogelijkheid. In het plan moet een ambitie geformuleerd worden over het aantal te verwachten spitsmijdingen als resultaat van de maatregel. Tevens moeten deelnemende partijen en aanvrager in samenwerking met de mobiliteitsmakelaar de maatregel en activiteiten uit het plan uitvoeren en evalueren.
Stimuleren van het gebruik van trein en bus (mogelijk ook de fiets in het voortraject) voor woon-werkreizen door het versterken van de zwakste schakel: het voor- en natransport van station naar werk. Als de kwaliteit van het OV verbetert kan het aantal autoverplaatsingen in de spits afnemen. De pendel rijdt langs de toekomstige locatie van het nog te realiseren station Meerburg Leiden. Mensen die nu in het OV stappen zullen ook sneller in het OV blijven zitten, ook als de lijnen veranderen.
De aanvraag voor deze maatregel wordt geweigerd indien niet uit de aanvraag blijkt dat de pendelbus ook nadat de subsidieperiode voorbij is economisch rendabel kan worden ingezet en dat bij de aanvrager de intentie bestaat de pendelbus ook na deze periode te laten blijven rijden.
Het inzetten van een pendelbus tijdens de ochtend- en avondspits (7.00 uur – 9.00 uur, 16.00 uur – 18.00 uur) met één busje gedurende 12 maanden tussen station Leiden Lammenschans en terreinen Grote Polder en Barre Polder.
• De subsidieontvanger werkt samen met de door de provincie ingehuurde mobiliteitsmakelaar.
• De subsidieontvanger deelt kennis en informatie over het project met de provincie en met andere partijen die vergelijkbare maatregelen willen nemen.
Vervoersovereenkomst en een activiteitenoverzicht met daarin overzicht van aantal ritten, tijdstippen en aantal reizigers. Arrangement 2 is van toepassing.
Vereniging van eigenaren Gouwe Park
€ 40.000,-
De maatregel bestaat uit het contracteren van een vervoerder voor het uitvoeren van een pendel tijdens de ochtend- en avondspits (7.00 uur – 9.00 uur, 16.00 uur – 18.00 uur) met twee busjes gedurende 12 maanden tussen bedrijventerrein Gouwe Park en NS station Gouda. De aanvrager moet bij de aanvraag een plan opstellen waarin staat hoe vaak, hoe laat en hoe de bus rijdt en hoe aanvrager en andere partijen (werkgevers op het bedrijventerrein) inzet plegen op de werving van reizigers en van nieuwe bedrijven. Deelnemende partijen zijn verantwoordelijk voor de eigen (interne) communicatie over de pendel, en wanneer van toepassing ook voor het aanpassen van eigen beleid voor woon-werkvergoeding (m.b.v. mobilteitsmakelaar) en op zijn minst verkenning van deze mogelijkheid. In het plan moet een ambitie geformuleerd worden over het aantal te verwachten spitsmijdingen als resultaat van de maatregel. Tevens moeten deelnemende partijen en aanvrager in samenwerking met de mobiliteitsmakelaar de maatregel en activiteiten uit het plan uitvoeren en evalueren. Gemeente Zuidplas is betrokken bij deze maatregel.
Stimuleren van gebruik trein en bus (mogelijk fiets in voortraject) voor woon-werkreizen, minder autogebruik in de spits. Actief wordt de link gemaakt met het bedrijf Cyclus dat in 2014 naar Gouwe Park verhuist, wat een goed moment is voor reizigers om hun reisgedrag te heroverwegen. Reizigers die nu in het OV stappen zullen sneller in het OV blijven zitten, ook als de lijnen veranderen.
De aanvraag voor deze maatregel wordt geweigerd indien niet uit de aanvraag blijkt dat de pendelbus ook nadat de subsidieperiode voorbij is economisch rendabel kan worden ingezet en dat bij de aanvrager de intentie bestaat de pendelbus ook na deze periode te laten blijven rijden.
Het inzetten van pendelbussen tijdens de ochtend- en avondspits (7.00 uur – 9.00 uur, 16.00 uur – 18.00 uur) met twee busjes gedurende 12 maanden tussen bedrijventerrein Gouwe Park en NS station Gouda.
•De subsidieontvanger werkt samen met de door de provincie ingehuurde mobiliteitsmakelaar.
•De subsidieontvanger deelt kennis en informatie over het project. met de provincie en met andere partijen die vergelijkbare maatregelen willen nemen..
Vervoersovereenkomst en een activiteitenoverzicht met daarin overzicht van aantal ritten en aantal reizigers. Arrangement 2 is van toepassing.
Groene Hart Ziekenhuis
€ 10.000,-
De maatregel bestaat uit het aanleveren en uitvoeren van een met de mobiliteitsmakelaar opgesteld plan dat zich richt op het werven van meer fietsers in het woon-werkverkeer. Het plan richt zich op de specifieke situatie bij de werkgever/subsidieaanvrager (maatwerk) en is actie- en projectgericht met een start in het voorjaar van 2014. De looptijd is tot najaar 2014. In het plan moet een ambitie geformuleerd worden over het aantal te verwachten spitsmijdingen als resultaat van de maatregel. Tevens moeten deelnemende partijen en aanvrager in samenwerking met de mobiliteitsmakelaar de maatregel en activiteiten uit het plan uitvoeren en evalueren.
Stimuleren van het fietsgebruik en de overstap van auto naar fiets voor (minimaal) een aantal dagen per week. Hiermee vermindering van autogebruik in de spits. Gezondheid en goed werkgeverschap zijn voor aanvragers van belang.
Het opstellen en uitvoeren van een plan om meer fietsers te werven voor woon-werkverkeer.
•De subsidieontvanger werkt samen met de door de provincie ingehuurde mobiliteitsmakelaar.
•De aanvrager deelt kennis en informatie over het project met de provincie en met andere partijen die vergelijkbare maatregelen willen nemen.
Een activiteitenverslag. Arrangement 1 is van toepassing.
Omgevingsdienst Midden-Holland
€ 5.000,-
De maatregel bestaat uit het aanleveren en uitvoeren van een met de mobiliteitsmakelaar opgesteld plan dat zich richt op het werven van meer fietsers in het woon-werkverkeer. Het plan richt zich op de specifieke situatie bij de werkgever/subsidieaanvrager (maatwerk) en is actie- en projectgericht met een start in het voorjaar van 2014. De looptijd is tot najaar 2014. In het plan moet een ambitie geformuleerd worden over het aantal te verwachten spitsmijdingen als resultaat van de maatregel. Tevens moeten deelnemende partijen en aanvrager in samenwerking met de mobiliteitsmakelaar de maatregel en activiteiten uit het plan uitvoeren en evalueren.
Stimuleren van fietsgebruik, en de overstap van auto naar fiets voor (minimaal) een aantal dagen per week. Hiermee vermindering van autogebruik in de spits. Gezondheid en goed werkgeverschap zijn voor aanvragers van belang.
Het opstellen en uitvoeren van een plan om meer fietsers te werven voor woon-werkverkeer.
•De subsidieontvanger werkt samen met de door de provincie ingehuurde mobiliteitsmakelaar.
•De subsidieontvanger deelt kennis en informatie over het project. met de provincie en met andere partijen die vergelijkbare maatregelen willen nemen.
Een activiteitenverslag. Arrangement 1 is van toepassing.
Fietsspecialist Van Hulst/Biketotaal
€ 500,-
De maatregel bestaat uit het plaatsen van 5 e-bikes/e-scooters gedurende 1 maand bij het bedrijf Janssen in BioScience Park ten behoeve van het woon-werkverkeer van de werknemers van het bedrijf. Aanvrager moet bij de aanvraag een plan opstellen waarin staat dat verzekering en onderhoud van en uitleg over fietsen/scooters worden verzorgd door de aanvrager. Tijdens de uitvoering van de maatregel onderhouden aanvrager en Janssen contact met de mobiliteitsmakelaar over ondersteuning van de probeerpool, bijvoorbeeld door informatieverschaffing over mogelijkheden van kopen van fietsen/scooters via een renteloze lening door Janssen aan werknemer met afbetaling via reiskostenvergoeding en welke mogelijke navolging van de actie er kan komen. In het plan moet tevens een ambitie geformuleerd worden over het aantal te verwachten spitsmijdingen als resultaat van de maatregel.
Fietsstimulering en mogelijke overstap van auto voor woon-werkverkeer, naar e-fiets/-scooter. Mogelijk aanpassingen in het beleid van het bedrijf op basis waarvan (e-) fietsvergoedingen mogelijk worden.
Het gedurende één maand plaatsen van 5 e-bikes/e-scooters bij het bedrijf Janssen in BioSciencePark.
•De subsidieontvanger werkt samen met de door de provincie ingehuurde mobiliteitsmakelaar.
•De subsidieontvanger deelt kennis en informatie over het project. met de provincie en met andere partijen die vergelijkbare maatregelen willen nemen.
Een activiteitenverslag waaruit blijkt hoe de pool heeft gefunctioneerd. Arrangement 1 is van toepassing.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2014-183.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.