Vaststelling Regeling Vestiging solitair bedrijf in buitengebied
Besluit van Gedeputeerde Staten van Drenthe van 19 augustus 2014, kenmerk 3.1/2014004893, team Ruimtelijke Ontwikkeling, tot bekendmaking van hun besluit tot vaststelling van de Regeling Vestiging solitair bedrijf in buitengebied (regels als bedoeld in artikel 3.26, eerste lid, van de Provinciale Omgevingsverordening Drenthe)
 
Gedeputeerde Staten van Drenthe;
 
gelet op artikel 3.26, derde lid, van de Provinciale Omgevingsverordening Drenthe;
 
BESLUITEN:
 
vast te stellen de Regeling Vestiging solitair bedrijf in buitengebied (regels als bedoeld in artikel 3.26, eerste lid, van de Provinciale Omgevingsverordening Drenthe).
 
Artikel 1
Een ruimtelijk plan kan alleen voorzien in vestiging of een significante uitbreiding van een bestaand solitair buiten bestaand stedelijk gebied gelegen regionaal georiënteerd bedrijf indien:
  • a.
    de desbetreffende bedrijvigheid op basis van een goede ruimtelijke ordening niet op een bedrijventerrein gevestigd kan worden of
  • b.
    er sprake is van een gegroeide ontwikkeling waarbij er geen juridische mogelijkheden zijn om een eind te maken aan de ontstane ruimtelijke situatie of
  • c.
    over de vestiging of uitbreiding van de bedrijvigheid in het verleden bestuurlijke uitspraken zijn gedaan of intenties zijn vastgelegd of
  • d.
    de vestiging of uitbreiding aansluitend is aan de grens van de kaart Bestaand Stedelijk Gebied en het ruimtelijk plan gepaard gaat met een landschappelijke inpassing die gericht is op een plus op de landschapskenmerken of ruimtelijke kwaliteit ter plaatse.
     
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal blad, waarin het wordt geplaatst.
Dit besluit zal met toelichting in het Provinciaal blad worden geplaatst.
 
Gedeputeerde Staten voornoemd,
 
J.Tichelaar, voorzitter
mevrouw mr. A.M. van Schreven, secretaris
 
Uitgegeven 28 augustus 2014
 
Toelichting op het besluit tot vaststelling van regels als bedoeld in artikel 3.26, derde lid, van de POV
 
Provinciale Omgevingsvisie Drenthe
Hier en daar zijn in de provincie nog regionaal georiënteerde bedrijven (niet behorend tot de categorieën Landbouw of Vrijetijdseconomie) die belangrijk zijn voor de werkgelegenheid, maar die solitair gevestigd zijn in het buitengebied. In de provinciale Omgevingsvisie is in paragraaf 5.1.4 aangegeven hoe de provincie omgaat met nieuwvestiging of uitbreiding van dergelijke bedrijven. Als een dergelijk bedrijf zich wil uitbreiden, koersen wij in eerste instantie aan op verplaatsing naar een bedrijventerrein. Mocht dit vanwege zwaarwegende argumenten niet mogelijk of wenselijk zijn, dan bekijken wij in overleg met het bedrijf en de gemeente of wij uitbreiding op de bestaande locatie kunnen toestaan en onder welke voorwaarden. Deze regels verwoorden de voorwaarden.
 
Regels
Provinciale Staten hebben in het derde lid van artikel 3.26 van de POV Gedeputeerde Staten de bevoegdheid gegeven om met betrekking tot de vestiging of significante uitbreiding van bedoelde bedrijven regels te stellen. In deze regeling hebben wij van deze bevoegdheid gebruik gemaakt.
 
Zoals hierboven al is aangegeven, zijn wij vanuit het oogpunt van een goede ruimtelijke ordening zeer terughoudend als het gaat om de uitbreiding van bestaande locaties. Immers, bedrijven waar het hier om gaat horen in principe gevestigd te zijn binnen het stedelijk gebied en dan in het bijzonder op bedrijventerreinen. Er kunnen zich echter omstandigheden voordoen waarbij verplaatsing niet mogelijk of wenselijk is. Daarnaast hebben deze bedrijven vaak een gunstige invloed op de werkgelegenheid en daarmee op de vitaliteit van het landelijk gebied. Wij achten uitbreiding van in deze regeling bedoelde bedrijven verantwoord in de volgende situaties:
  • -
    de desbetreffende bedrijvigheid kan op basis van een goede ruimtelijke ordening niet op een bedrijventerrein gevestigd worden of
  • -
    er is sprake van een gegroeide ontwikkeling waarbij er geen juridische mogelijkheden zijn om een eind te maken aan de ontstane ruimtelijke situatie of
  • -
    over de uitbreiding van de bedrijvigheid zijn in het verleden (zowel positieve als negatieve) bestuurlijke uitspraken gedaan of intenties uitgesproken of
  • -
    de uitbreiding van bedrijvigheid is gelegen aansluitend aan de grens van de kaart Bestaand Stedelijk Gebied en de aanvraag gaat gepaard met een landschappelijke inpassing die gericht is op een plus op de landschapskenmerken of ruimtelijke kwaliteit ter plaatse.
     
Beperking van deze regels
Deze regels hebben betrekking op vestiging en significante uitbreiding van solitair buiten bestaand stedelijk gebied gelegen regionaal georiënteerde bedrijvigheid met uitzondering van agrarische bedrijven en bedrijven binnen de sector recreatie en toerisme en overige functioneel aan het buitengebied verbonden bedrijvigheid. Bij deze laatste categorie moet bijvoorbeeld worden gedacht aan loonbedrijven en grondverzetbedrijven.
Naar boven