Besluit tot wijziging van de Subsidieregeling erfgoedlijnen Zuid-Holland

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland,

Gelet op artikel 3 van de Algemene subsidieverordening Zuid-Holland 2013;

Overwegende dat de provincie Zuid-Holland zich conform het Hoofdlijnenakkoord 2011-2015 inzet voor het behoud van erfgoed en van landschappen met grote cultuurhistorische waarde door deze te beschermen, beleefbaar te maken en de benutting ervan te faciliteren, zodat erfgoed bijdraagt aan een aantrekkelijke leefomgeving en een aantrekkelijk vestigingsklimaat;

Overwegende dat het wenselijk is de Subsidieregeling erfgoedlijnen Zuid-Holland te wijzigen in verband met een wijziging in de aanvraagperiode, de verplichtingen van de subsidieontvanger (uiterlijke startdatum van projecten), de prestatieverantwoording bij subsidies die worden verleend onder de nationale regeling voor de instandhouding en het herstel van beschermde historische monumenten en de maximale bevoorschotting;

Besluiten vast te stellen de wijziging van de Subsidieregeling erfgoedlijnen Zuid-Holland

Artikel I

De Subsidieregeling erfgoedlijnen Zuid-Holland wordt als volgt gewijzigd.

A.

Onder vervanging van de punt aan het slot van artikel 1, onderdeel c, door een puntkomma, wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

d.nationale regeling voor de instandhouding en het herstel van beschermde historische monumenten: beschikking nr. C(2009) 9942 van de Europese Commissie van 15 december 2009 betreffende de Steunmaatregel N 606/2009 – Nederland, Nationale regeling voor de instandhouding en het herstel van beschermde historische monumenten (PbEU 2012, C 41/5).

B.

Artikel 4 komt te luiden:

Artikel 4 Aanvraagperiode

In afwijking van artikel 26, eerste lid, van de Asv kunnen aanvragen voor subsidies als bedoeld in artikel 2 worden ingediend vanaf de dag na publicatie van het Maatregelenpakket erfgoedlijnen in het Provinciaal blad tot en met drie maanden na de dag van publicatie van het Maatregelenpakket erfgoedlijnen.

C.

Artikel 5 komt te luiden:

Artikel 5 Weigeringsgronden

In afwijking van de artikelen 11, eerste lid, onderdeel a, en 12, eerste lid, onderdeel b, van de Asv kunnen Gedeputeerde Staten een subsidie verstrekken voor zover;

  • a.de te subsidiëren activiteit reeds in uitvoering is voordat de aanvraag is ingediend;

  • b.de aanvraag betrekking heeft op de inrichtingskosten van de aanvrager.

D.

Artikel 7 vervalt.

E.

De artikelen 8 tot en met 15 worden vernummerd tot de artikelen 7 tot en met 14.

F.

Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.Voor de tekst wordt de aanduiding ‘1’ geplaatst.

  • 2.In het eerste lid, onderdeel a, wordt ’31 december 2013’ vervangen door: 31 december van het jaar waarvoor de subsidie wordt verstrekt.

  • 3.Na het eerste lid wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 2.Indien de subsidieverstrekking steun betreft als bedoeld in de nationale regeling voor de instandhouding en het herstel van beschermde historische monumenten wordt, in afwijking van artikel 21 van de Asv, bij het verstrekken van een subsidie lager dan € 125.000,00 aan de subsidie een verplichting verbonden tot het overleggen van een financieel verslag.

G.

Artikel 9 komt te luiden:

Artikel 9 Prestatieverantwoording

  • 1.Bij een subsidie van minder dan € 25.000,00 toont de subsidieontvanger desgevraagd aan dat de activiteiten zijn verricht door middel van een activiteitenverslag en beeldmateriaal.

  • 2.Bij een subsidie vanaf € 25.000,00 maar minder dan € 125.000,00 toont de subsidieontvanger bij de aanvraag tot subsidievaststelling aan dat de activiteiten zijn verricht door middel van een activiteitenverslag en beeldmateriaal.

  • 3.Bij een subsidie van € 125.000,00 of meer gaat de aanvraag tot subsidievaststelling vergezeld van een controleverklaring.

  • 4.Indien de subsidieverstrekking steun betreft als bedoeld in de nationale regeling voor de instandhouding en het herstel van beschermde historische monumenten, gaat de aanvraag tot subsidievaststelling, in afwijking van het eerste tot en met het derde lid en in afwijking van artikel 23 van de Asv, vergezeld van een activiteitenverslag, beeldmateriaal en een financieel verslag.

  • 5.In aanvulling op het vierde lid, gaat de aanvraag tot subsidievaststelling, indien de subsidieverleningsbeschikking € 125.000,00 of meer bedraagt, tevens vergezeld van:

    • a.een door een accountant afgegeven verklaring omtrent de getrouwheid en rechtmatigheid van het financieel verslag, of

    • b.een jaarrekening als bedoeld in artikel 361 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek mits de gesubsidieerde activiteiten daarin zijn verantwoord en die jaarrekening vergezeld gaat van een door een accountant afgegeven verklaring omtrent de getrouwheid en rechtmatigheid.

H.

Artikel 10 komt te luiden:

Artikel 10 Bevoorschotting en betaling

  • 1.Het voorschot voor subsidies van € 25.000,- en hoger bedraagt maximaal 80 % van het voor dat jaar verleende subsidiebedrag.

  • 2.Indien de liquiditeitsbehoefte van de subsidie-ontvanger daartoe noodzaakt, bedraagt het voorschot voor subsidies van € 25.000,- en hoger, in afwijking van het eerste lid, maximaal 100 % van het voor dat jaar verleende subsidiebedrag.

  • 3.Het voorschot wordt op basis van prestaties, besteding en liquiditeitsbehoefte in termijnen uitgekeerd waarvan de hoogte en de tijdstippen in de beschikking tot subsidieverlening worden bepaald.

I.

In artikel 11 wordt ‘vindt een jaar na de inwerkingtreding van deze regeling plaats’ vervangen door: vindt plaats in juli 2014.

Artikel II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na publicatie van dit besluit in het Provinciaal Blad.

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland,

Drs. J. Smit Voorzitter

Mw. drs. J.A.M. Hilgersom Secretaris

Naar boven